Programma Waterkeringen

Voor de waterveiligheidsopgave staat het inrichten van de waterveiligheidsketen (wettelijke beoordeling - zorgplicht (beheer en onderhoud) - versterkingsopgave Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) centraal. De beoordeling van de regionale waterkeringen en inliggende kunstwerken zal in overleg met de provincie nader worden ingepland. Bij de implementatie van de zorgplicht wordt vooruitgang geboekt, dit met name door vooruitgang bij de inrichting van de crisisorganisatie. De scores voor het voldoen aan de inrichtingseisen (93%) en uitvoeringseisen van de zorgplicht (85%) zijn gewijzigd ten opzichte van eind 2022. 

Er is gestage vooruitgang in de aanpak van het groot onderhoud van diverse objecten. Dit zien we terug in de vraagstukken rond schadeherstel, onderhoud en renovatie van objecten die niet direct van belang zijn voor de waterveiligheid. Voor een aantal objecten (zoals Julianahaven in Yerseke en Kaai 85 in Hansweert) en diverse cultuurhistorische (niet waterkerende) objecten zoals Kazematten Vlissingen, Zuiderhoofd Westkapelle en Haven Waarde is de situatie in kaart gebracht en zijn mogelijke risico's in beeld. Gezien de beperkte beschikbaarheid van capaciteit en financiële middelen zullen nog dit jaar ingrijpende keuzes moeten worden gemaakt.

Externe kosten (geen wijzigingen)
Het programma Waterkeringen laat op totaalniveau ten opzichte van de begroting 2023 nog geen stijging of daling zien van de externe kosten. Hieronder een korte toelichting. In de volgende monitor verwachten we meer inzicht te hebben in eventuele afwijkingen. 

• Het stormseizoen heeft vooralsnog niet geleid tot onvoorziene of extra kosten.
• Bij het onderhoud aan primaire en regionale kunstwerken hebben zich nog geen onvoorziene zaken voorgedaan.
• De onderhoudswerkzaamheden op en nabij de waterkeringen mogen pas na 1 april starten en hebben ook nog niet geleid tot aangepaste prognoses.

Externe opbrengsten (geen wijzigingen)
De externe opbrengsten bij het programma Waterkeringen bestaan grotendeels uit de bijdragen voor de exploitatie Veerse Meer en diverse opbrengsten zoals schadevergoedingen of diensten voor derden. Bij deze opbrengsten zijn er nog geen wijzigingen in de prognoses.

• Van de Unie van Waterschappen is nog geen nieuwe raming ontvangen voor de solidariteitsbijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor 2023. De prognose voor deze bijdrage is daarom gelijk gebleven aan de raming uit de begroting 2023 (€ 3.300.000,-). In de volgende monitor verwachten we meer duidelijkheid te hebben over de bijdrage voor 2023.
• Het is nog niet exact duidelijk welke onderhoudsmaatregelen door de Centrale Werkplaats (CWP) in 2023 worden uitgevoerd. Hoewel hier volop overleg over is, speelt de beschikbare capaciteit (CWP) in relatie tot het organisatiebreed werkpakket, alsmede de benodigde inwerkperiode van de nieuwe maintenance engineer Waterkeringen hier ook een rol in.
• Er blijken relatief grote maatregelen noodzakelijk om de stabiliteit van kadewand Kaai 85 te borgen. Dit was niet eerder bekend en daarom ook niet begroot voor 2023. Momenteel worden aard en omvang van de maatregelen, alsmede de kosten, bepaald. Afhankelijk daarvan bestaat er een kans om voor het uitvoeren van (een deel van) de maatregelen “mee te liften” op een bestortingsbestek van Rijkswaterstaat. Uitvoering van de maatregelen is ook nog afhankelijk van het juridische aspecten van het medegebruik van de kade.

Geen afwijking te verwachten.

n.v.t.

Rente en afschrijving (€ 730.000,- lager):

• De afschrijvingskosten vallen € 12.000,- lager uit. 
• De rentekosten vallen € 718.000,- lager uit.
  De extra rente die bij de begroting voorzien was om de dijkversterking Hansweert te financieren van € 624.000,- is vooralsnog niet nodig. Daarnaast is in de prognose rekening gehouden met € 94.000,- lagere rentekosten, als gevolg van rente die we nu ontvangen over het saldo op de rekening schatkistbankieren bij het Rijk en gelden die uitgezet zijn bij andere overheidsorganisaties.

Algemeen
De geplande bestedingen voor de investeringen 2023 in het programma waterkeringen komen ongeveer € 1,4 miljoen (netto) hoger uit. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verwachte hogere netto besteding bij de projecten PRJ1013H HWBP Hansweert en PRJ1513 Muur van Altena.

• Het uitvoeren van groot onderhoud aan de Muur van Altena (PRJ1513) in Vlissingen is in het voorjaar van 2022 gestart. De werkzaamheden van de eerste fase zijn voor aanvang van het stormseizoen 2022 afgerond. In maart 2023 zijn de werkzaamheden van fase 2 gestart. Naar verwachting zullen de werkzaamheden in 2023 worden afgerond en de verwachting is dat het beschikbare krediet met ongeveer € 125.000,- zal worden overschreden. Omdat deze overschrijding binnen de 10% van het netto krediet blijft is geen aanvraag voor aanvullend krediet nodig.
• Voor het project PRJ1569 Oprit dijk bij Baalhoek is de verwachting dat de kosten het beschikbaar gestelde krediet gaan overschrijden.  Ten tijde van het opstellen van de begroting 2023 was de raming van de totale kosten ongeveer € 300.000,- maar de verwachting is nu dat dit ongeveer € 350.000,- zal worden. Het project wordt in samenwerking met de gemeente Hulst en de provincie Zeeland uitgevoerd waarbij iedere partij 1/3 van de kosten voor zijn rekening neemt. De bijdrage voor Scheldestromen wordt dan afgerond € 120.000,- waardoor er een aanvullend krediet van € 20.000,- benodigd is.
• Bij het project PRJ1176C Aanpassingen Getijdenduiker is de verwachting dat de technische afronding gaat uitlopen van 2023-12 naar 2024-09. De oorzaak van deze uitloop is de langere levertijden van elektronische componenten waardoor de realisatie van de aanpassingen naar verwachting pas in juni 2024 gereed is. Daarna volgt nog een periode van 3 maanden voor monitoring waarmee het project in september 2024 technisch wordt afgerond. 

HWBP-projecten

• PRJ1013H HWBP Hansweert: Het project is na de gunning in september 2022 voortvarend van start gegaan en verloopt in de uitvoering volgens de planning. De benodigde grondverwerving heeft voortdurend de aandacht. Tot nu toe is er tijdige overeenstemming bereikt met de grondeigenaren op de plaatsen waar het werk wordt uitgevoerd en is er geen sprake van stagnatie. Het risicoprofiel van het project wordt maandelijks herzien en gedeeld in de organisatie. Waar nodig worden beheersmaatregelen ingezet. 
  Wat betreft de personele invulling is er een risico voor wat betreft de inzet van een omgevingsmanager. De huidige omgevingsmanager gaat eind juni met pensioen. We zijn er nog niet in geslaagd een nieuwe omgevingsmanager aan te trekken.
  De eindprognose bruto komt overeen met de werkelijke kosten van de verkenningsfase + de planuitwerkingsfase en de gebudgetteerde kosten voor de realisatiefase, welke overeenstemt met het krediet voor deze fase. Er is op dit moment geen reden de eindprognose bij te stellen.
  De geplande datum voor technische afronding wordt verschoven van 2026-12 naar 2027-07. In de overeenkomst met de opdrachtnemer en in het plan van aanpak is als datum voor technische afronding 2027-07 opgenomen. In de kredietaanvraag was 2026-12 als datum technische oplevering opgenomen wat achteraf niet blijkt te kloppen.
• PRJ1013L HWBP Sint Annaland: Na afronding van de planvormingsfase zal in het 3e kwartaal van 2023 het krediet voor de realisatiefase worden aangevraagd. Waar het eerst de inzet was om dit project te combineren met een project van de gemeente Tholen voor de ruimtelijke inrichting van dit gebied is nu besloten om dit niet meer te doen. Reden is dat de uitwerking bij de gemeente Tholen nog niet is afgerond. 

Ontwikkelingen
Op termijn krijgen we te maken met groot onderhoud (o.a. stalen damwanden en afsluitbare kunstwerken). Het is belangrijk om tijdig de omvang en de scope helder te hebben en vroegtijdig te beginnen met deze projecten.

Risico's
Wat betreft het groot onderhoud aan de Muur van Altena kan het zijn dat eventuele schades pas aan het licht komen tijdens de uitvoering (omdat deze vooraf visueel niet zichtbaar waren en niet geïnventariseerd konden worden).

Kansen
Door tijdig te beginnen met de voorbereidingen t.b.v. aanlegvoorzieningen Veerse Meer ontstaan er mogelijkheden om bepaalde werkzaamheden/onderzoeken te combineren.

Exploitatie

• Voorstel om de besparing op de kapitaallasten van € 730.000,- op te nemen in de 3e begrotingswijziging 2023.

Investeringen

• PRJ1569 Bijdrage oprit dijk bij Baalhoek
  Er wordt een aanvullend krediet van € 20.000,- gevraagd. De prognose is nu dat de totale projectkosten ongeveer € 350.000,- zullen worden. Deze kosten worden verdeeld over de 3 partijen waardoor de bijdrage voor Scheldestromen ongeveer € 120.000,- zal worden. Er was reeds € 100.000,- beschikbaar gesteld waardoor er nu een aanvullend krediet van € 20.000,- benodigd is.