3. Jaarrekening

3.1 Overzicht baten en lasten

3.1.1 Jaarrekening naar programma's

Terug naar navigatie - 3.1.1 Jaarrekening naar programma's - Exploitatierekening

In het jaarverslag (hoofdstuk 2) zijn de toelichtingen per programma opgenomen.

bedragen x € 1.000
Programma/resultaat Rekening 2023 Begroting 2024 (primair) Begroting 2024 incl.begr wijziging rekening 2024
Waterkeringen
Lasten 11.777 13.929 12.780 12.018
Baten -620 -482 -482 -666
Saldo 11.158 13.447 12.298 11.352
Watersystemen
Lasten 33.661 37.668 37.280 36.637
Baten -203 -157 -157 -175
Saldo 33.458 37.511 37.123 36.462
Wegen
Lasten 31.098 26.059 27.607 27.700
Baten -18.774 -19.349 -19.349 -20.068
Saldo 12.324 6.710 8.258 7.632
Afvalwaterketen
Lasten 30.459 33.141 32.035 30.771
Baten -1.421 -1.106 -1.106 -1.324
Saldo 29.038 32.035 30.929 29.447
Bestuur en organisatie
Lasten 37.743 42.526 43.498 43.194
Baten -4.038 -4.066 -3.986 -4.960
Saldo 33.705 38.460 39.512 38.234
Dekkingsmiddelen
Lasten -23 - - -22
Baten -121.210 -124.895 -126.495 -130.407
Saldo -121.233 -124.895 -126.495 -130.429
Totaal lasten 144.716 153.323 153.200 150.298
Totaal baten -146.267 -150.055 -151.575 -157.600
Saldo lasten-baten -1.551 3.268 1.625 -7.302
Inzet reserves
Inzet algemene reserve -2.194 -610 -2.018 -1.777
Inzet tariefegalisatiereserve -260 -3.000 -3.874 -3.874
Inzet bestemmingsreserves -6.591 -1.658 -10.606 -9.854
Toevoeging algemene reserve 6.083 2.000 8.990 8.749
Toevoeging egalisatiereserve 1.074 - -
Toevoeging bestemmingsreserves 1.660 - 5.883 5.883
Saldo inzet reserves -228 -3.268 -1.625 -873
Resultaat -1.779 - - -8.175

3.2 Exploitatierekening

3.2.1 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstensoorten

Terug naar navigatie - 3.2.1 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstensoorten - exploitatie naar kosten- opbrengstsoorten

De kostensoorten zijn als volgt bij het betreffende programma (gesaldeerd) opgenomen:
A: Rente en Afschrijving
B: Personeelslasten
C: Externe kosten
D: Externe opbrengsten
E: Waterschapsbelastingen

 

bedragen x € 1.000
Exploitatie rekening naar kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024 Rekening 2024
Omschrijving primair incl wijziging
KOSTEN
A Rente en afschrijvingen 27.047 27.598 31.018 30.748
B Personeelslasten 48.320 55.394 55.519 52.564
C Externe kosten (goederen/diensten/bijdrage derden) 77.873 77.738 81.786 80.761
C Onvoorzien 0 100 100 0
B Toevoeging voorziening (vitaliteit) 221 195 195 189
C Toevoeging voorz (pensioenaangroei) 36 140 140 818
Totaal kosten 153.497 161.165 168.758 165.080
OPBRENGSTEN
A Financiële baten (rente) 2.359 169 7.885 8.096
C Financiële baten (dividend) 4.604 3.000 4.600 4.604
B Personeelsbaten 306 36 36 316
D Externe kosten (goederen/diensten/bijdrage derden) 25.855 25.790 25.710 27.844
E Waterschapsbelastingen 115.808 121.265 121.265 125.150
B Vrijval voorziening (vitaliteit) 180 244 244 189
D Vrijval voorziening (pensioenaangroei) 0 0 0 0
B Interne verrekeningen (toerekening personeel aan investeringen) 5.937 7.393 7.393 6.183
Totaal opbrengsten 155.049 157.897 167.133 172.382
1.552 -3.268 -1.625 7.302
Voordeel tekort tekort Voordeel
RESERVES
algemene reserves 3.889 1.390 6.972 6.972
tariefegalisatiereserves 814 -3.000 2.009 2.008
overige bestemmingsreserves -4.930 -1.658 -10.606 -9.853
Totaal reserves (-/-= onttrekking) -227 -3.268 -1.625 -873
Resultaat 1.779 0 0 8.175
Voordeel Voordeel

3.2.2 Gerealiseerd resultaat per taak / belastingcategorie

Terug naar navigatie - 3.2.2 Gerealiseerd resultaat per taak / belastingcategorie - Tekstveld 2

In de nota Kostentoerekening en onderbouwing tarieven is vastgelegd op welke wijze de kosten van primaire producten worden toegerekend aan taken (kostendragers) en categorieën.

In het volgende overzicht is de verdeling naar de taken en categorieën opgenomen.

Bedragen x € 1.000
Taken Categoriekosten
Programma Begroting 2024 Begroting incl. wijz Jaarrek. 2024 Water- systeem beheer Zuiverings- beheer Ingeze- tenen Gebouwd On- gebouwd Natuur Zuiverings- beheer
Waterkeringen 13.447 12.494 11.351 11.351
Watersystemen 37.003 37.003 36.463 35.858 605
Wegen 6.438 7.003 7.631 7.631
Afvalwaterketen 31.940 31.940 29.447 29.447
Bestuur & organisatie (excl kst heffing/verkiezing) 34.463 34.536 33.899 24.847 9.053
Totale kosten 123.291 122.976 118.791 79.687 39.105 0 0 0 0 0
Dekking kosten:
Overige retributies -330 -330 -247 -247
Opbrengst leges -300 -300 -405 -405
Onvoorzien (per programma opgenomen)
Rente/vpb -22 -11 -11
Dividend -3.000 -4.600 -4.604 -4.604
algemene- en bestemmingsreserves 1.390 3.305 3.001 184 2.817
Totaal dekking -2.240 -1.925 -2.277 -5.083 2.806 0 0 0 0 0
Totaal netto kosten 121.051 121.051 116.514 74.604 41.911 0 0 0 0 0
Categoriekosten:
Kwijtschelding 2.036 2.036 1.895 947 948
Oninbaar 300 300 -337 -270 -53 -15 1
Opbrengst invorderingskosten -525 -525 -760 -152 -249 -88 -271
Verkiezingen 22 22 72 72
Categoriekosten heffingen 3.192 4.066 4.263 856 1258 179 37 1933
Tariefsegalisatiereserve -3.000 -3.874 -3.874 -309 -1.112 -29 -6 -2.418
Totaal categoriekosten 2.025 2.025 1.259 0 0 1.144 -156 47 31 193
Te dekken door belastingen: 123.076 123.076 117.773 74.604 41.911 1.144 -156 47 31 193
Totaal opbrengst watersysteemheffing -78.927 -78.927 -79.899 -820 -24.777 -40.028 -13.951 -323
Totaal opbrengst zuiveringsheffing -44.149 -44.149 -46.049 -46.049
Totaal opbrengst belastingen -123.076 -123.076 -125.948 -820 0 -24.777 -40.028 -13.951 -323 -46.049
Jaarrekening totaal taak/categorie 73.784 41.911 -23.633 -40.184 -13.904 -292 -45.856
Begroting totaal taak/categorie 76.514 43.723 -22.954 -39.343 -13.918 -298 -43.723
Resultaat per taak/categorie 0 0 8.175 2.730 1.812 679 841 -14 -6 2.133
voordeel voordeel voordeel voordeel voordeel nadeel nadeel voordeel
met + zijn de kosten / -/- de opbrengsten
Terug naar navigatie - 3.2.2 Gerealiseerd resultaat per taak / belastingcategorie - Toelichting toerekening kosten

Welke kosten zijn toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer. Het verschil per taak met de begrote kosten komt ten gunste/laste van de algemene reserves. Het betreft de volgende kosten:

  • De kosten van de programma’s waterkeringen, watersystemen en wegen gaan in zijn geheel naar watersysteembeheer, op de kosten van rioleringsplannen na, die naar zuiveringsbeheer gaan. De kosten van afvalwaterketen gaan volledig naar zuiveringsbeheer;
  • De kosten van het programma Bestuur en organisatie gaan voor een groot deel naar watersysteembeheer. Met name de kosten van beheer keur, vergunningen & meldingen gaan voor het grootste gedeelte naar watersysteembeheer;
  • De kosten van vergunningen & meldingen afvalwaterketen, Wabo adviezen, toezicht afvalwaterketen en een percentage van toezicht (25%)/handhaving algemeen (10%) gaan naar zuiveringsbeheer;
  • De kosten van bestuur en communicatie gaan voor 50% naar watersysteembeheer en voor 50% naar zuiveringsbeheer. De opbrengsten van beheer niet reglementaire taken komen alleen ten goede van watersysteembeheer;
  • De opbrengsten van de dekkingsmiddelen precario, leges en retributies komen ten goede aan het watersysteembeheer;
  • De mutaties in het boekjaar in de algemene reserve en de overige bestemmingsreserves (afhankelijk van het doel waartoe ze gevormd zijn) worden toegerekend aan de taken water-systeembeheer en zuiveringsbeheer. 

Welke kosten worden toegerekend aan de belastingcategorieën:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de belastingcategorieën. Het verschil met de begrote categoriekosten komt ten gunste/laste van de betreffende egalisatiereserve. De categoriekosten bestaan uit:

  • De kosten van belastingheffing en invordering. Deze worden direct aan de betreffende categorieën toegerekend;
  • De kosten van verkiezingen. Deze worden rechtstreeks aan de categorie ingezetenen toegerekend evenals de kosten van kwijtschelding en oninbaar;
  • De belastingopbrengsten komen rechtstreeks ten gunste van de categorieën, de opbrengst verontreinigingsheffing komt ten gunste van het watersysteembeheer;
  • De mutaties in de tariefegalisatiereserves worden aan de categorieën toegerekend.

Voor een toelichting op het verschil tussen de begroting inclusief wijzigingen en de jaarrekening wordt voor de programma’s Waterkeringen, Watersystemen, Wegen, Afvalwaterketen en Bestuur en organisatie verwezen naar de toelichtingen op de programma’s in hoofdstuk 2.1.

3.3 Begrotingsrechtmatigheid

Terug naar navigatie - 3.3 Begrotingsrechtmatigheid - begrotingsrechtmatigheid

Financiële beheershandelingen die ten grondslag liggen aan de baten en lasten alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de algemene vergadering zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn (artikel 99, 100 en 101 van de Waterschapswet).
De algemene vergadering heeft in de Financiële verordening bepaald dat voor overschrijdingen van de programma’s tot en met 5% van de netto-kosten en overschrijdingen van 10% van het netto krediet en/of € 250.000,-  geen toestemming vooraf nodig is indien zij passen binnen het vastgestelde beleid. Het begrotingscriterium is verder uitgewerkt in de kadernota Rechtmatigheid  van de commissie BBV. In het Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening zijn de normen/richtlijnen uit de Kadernota overgenomen en nader geconcretiseerd.

Er zijn in 2024 geen programma’s waarvan de netto-kosten met meer dan 5% zijn overschreden. 
Per ultimo 2024 zijn er geen kredieten met een overschrijding van > € 250.000,- en/of 10% van het vastgestelde AV krediet.
In totaal is er € 3,16 miljoen aan algemeen voorbereidingskrediet verstrekt. Dit valt binnen het door de AV beschikbaar gestelde algemeen voorbereidingskrediet van € 3,50 miljoen.

3.4 WNT

Terug naar navigatie - 3.4 WNT - WNT

Per 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) van kracht geworden. De WNT is ook van toepassing op waterschap Scheldestromen. Het voor waterschap Scheldestromen toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2024 € 233.000,-. Dit betreft het algemene bezoldigingsmaximum.

Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband.

De WNT bevat een openbaarmakingsverplichting (publicatie) in het financieel verslaggevingsdocument van de organisatie en inzending aan de (vak)minister van de bezoldiging van:

  1. topfunctionarissen;
    In de wet is opgenomen dat secretarissen van waterschappen als topfunctionaris worden aangemerkt, omdat bij deze functie sprake is van leidinggeven aan de gehele organisatie. Het gaat om de bezoldiging en ontslaguitkeringen. Deze stijgen bij waterschap Scheldestromen niet uit boven de daarvoor gestelde maximum bedragen.
    Voor niet-topfunctionarissen in dienst van het waterschap die ten minste 12 kalendermaanden de functie van topfunctionaris hebben vervuld geldt eveneens een openbaarmakingsverplichting. Voor waterschap Scheldestromen is dit niet van toepassing.
  2. overige functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het maximum;
    Er zijn bij waterschap Scheldestromen geen functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het bezoldigingsmaximum.
  3. uitkeringen van topfunctionarissen wegens het beëindigen van het dienstverband.
    Er is bij waterschap Scheldestromen geen sprake van een uitkering.

Het volgende overzicht van de bezoldiging worden in het kader van de WNT gepubliceerd: Bezoldiging leidinggevende topfunctionaris.

Bedragen x € 1
J. Daane
Functiegegevens Secretaris Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1-1/31-12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1
Dienstbetrekking? Ja
Bezoldiging 2024
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 161.990
Beloningen betaalbaar op termijn 23.282
Subtotaal 185.272
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 233.000
(herrekend naar de omvang en de duur van het dienstverband)
-/- onverschuldigd betaald, nog niet terugontvangen n.v.t.
Totale bezoldiging 2024 185.272
Bedrag van de overschrijding 0
Reden waarom overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t.
Toelichting vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t.
Gegevens 2023
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1-1/31-12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1
Dienstbetrekking Ja
Bezoldiging 2023
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 149.776
Beloningen betaalbaar op termijn 22.402
Subtotaal 172.178
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 223.000
Totale bezoldiging 2023 172.178

3.5 Balans met toelichting

Balans

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Balans
bedragen x € 1.000,-
Balans
Omschrijving activa en passiva Rekening 31-12-2023 Rekening 31-12-2024
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 7.093 6.712
Materiële vaste activa 311.270 318.707
Financiële vaste activa 2.831 2.765
Vaste activa 321.194 328.184
Vlottende activa
Vorderingen 231.775 215.973
Voorraden 7.883 8.668
Overlopende activa 12.605 16.138
Liquide middelen 3.402 123
Totaal vlottende activa 255.665 240.902
totaal activa 576.859 569.086
PASSIVA
Vaste passiva
Algemene reserve 18.028 25.520
Tariefegalisatiereserves 8.013 4.780
Overige bestemmingsreserves 11.942 8.588
Resultaat 1.779 8.174
Totaal eigen vermogen 39.761 47.062
Voorzieningen 4.401 4.856
Langlopende schulden 473.000 463.000
Totaal vaste passiva 477.401 467.856
Vlottende passiva
netto vlottende schulden < 1 jaar 13.360 24.043
Overlopende passiva 46.337 30.125
Totaal vlottende passiva 59.698 54.168
Totaal passiva 576.859 569.086

Toelichting op de balans

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Toelichting op de balans

Stelselwijziging 2024
De algemene vergadering heeft op 28 november 2024 de nota waardering en afschrijving van activa 2024 vastgesteld. Deze vormt de basis voor de waarderingsgrondslagen en afschrijvingstermijnen voor vaste activa. Deze nota heeft als ingangsdatum 1 januari 2024 en is niet van toepassing op investeringen die voor 1 januari 2024 gestart of afgerond zijn. Door de wijzigingen is er in 2024 sprake van een stelselwijziging. Het financieel effect op de afschrijvingen tussen het oude stelsel en het nieuwe stelsel is niet materieel.
Het actualiseren van de nota heeft geleid tot wijzigingen en aanvullingen. De relevante aanpassingen zijn hieronder opgesomd:
1. Voor de gehele nota geldt dat de beleidsregels voor investeringen globaler beschreven zijn en de investeringsregels zijn aangepast naar de dagelijkse praktijk.
2. Extra toelichting op de soorten investeringen en de categorieën van vaste activa op de balans. 
3. De optie voor het opsplitsen van belangrijke bestandsdelen van een investering en deze apart te activeren (componentenbenadering) is toegevoegd. Dit is mogelijk wanneer de bestandsdelen verschillende afschrijvingstermijnen hebben. Door toepassing van de componentenbenadering wordt aan het einde van de afschrijvingstermijn het bestandsdeel vervangen en weer apart geactiveerd. 
4. Uiteenzetting van de relevante wettelijke bepalingen van het Waterschapsbesluit. 
5. De ondergrens voor activering is verhoogd van €50.000,- naar € 100.000,- voor investeringen. 
6. Het aanscherpen van de regels voor activering van kosten voor ‘onderzoek en ontwikkeling’ conform de nieuwe wettelijke bepalingen van het Waterschapsbesluit (artikel 4.66 Waterschapsbesluit).
7. Het toevoegen van beleid met betrekking tot toe te rekenen kosten aan de vervaardigingsprijs van subsidiabele projecten. 
8. Vanwege het uitgangspunt van eenvoud en transparantie vervallen de volgende beleidslijnen:
a. Het starten van de afschrijvingsperiode van tractie op het moment van aanschaf (levering), waarbij de afschrijving wordt berekend per volle maand.
 b. De mogelijkheid om te starten met de afschrijvingsperiode wanneer de investering voor 75% is afgerekend. In de geactualiseerde nota geldt nu voor alle investeringen dat de start van de afschrijvingsperiode het jaar volgend na feitelijke ingebruikname is.
9. De actualisering van de afschrijvingstermijnen, het toevoegen van nieuw activa en het verwijderen van activa indien deze niet meer van toepassing zijn. 
10. Het activeren van ‘Software’ onder de ‘materiële vaste activa’ in plaats van ‘immateriële vaste activa’ conform de nieuwe wettelijke bepalingen van het Waterschapsbesluit . 

Waarderingsgrondslagen
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de onderscheiden posten en onderdelen zijn als volgt:

  • Alle activa worden bij de activering gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs (verminderd met bijdragen van derden of subsidies voor het actief).  De verkrijgingsprijs is de inkoopprijs + de bijkomende kosten.  De vervaardigingsprijs zijn de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen + directe kosten die kunnen worden toegerekend + eventueel indirecte kosten + eventueel toe te rekenen rentekosten over tijdvak van vervaardiging actief.
  • Voor de immateriële activa “bijdragen aan activa in eigendom van derden” en "afsluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio" geldt in principe een afschrijvingstermijn die maximaal gelijk is aan die van de activa waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt of de looptijd van de geldlening. Voor “onderzoek en ontwikkeling" geldt een afschrijvingstermijn van 5 jaar.
  • Voor afschrijvingen op nieuwe investeringen geldt dat gestart wordt met afschrijven vanaf het jaar volgend op het jaar waarin het actief gereed komt/verworven wordt. 
  • De waardering van de financiële activa vindt plaats tegen kostprijs dan wel duurzaam lagere waarde.
  • De waardering van voorraden vindt plaats tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde. 
  • De waardering van de vorderingen en liquide middelen vindt plaats tegen de verkrijgingsprijs. Voor vorderingen wordt voor eventuele oninbaarheid een voorziening gevormd. De waardering van de kortlopende schulden vindt plaats tegen de nominale waarde.
  • De arbeidsgerelateerde voorzieningen per 31 december 2024 zijn gewaardeerd tegen contante waarde.  Zowel de voorziening debiteuren als de voorziening belastingdebiteuren zijn gewaardeerd op basis van nominale waarde en worden in mindering gebracht op de vorderingen.
  • De langlopende schulden (leningen o/g) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de aflossingen.

Ook voor de verantwoording in de rekening van baten en lasten (exploitatie) is de nominale waarde als grondslag gehanteerd. De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot de ontvangsten en uitgaven in het desbetreffende boekjaar hebben geleid. De verliezen worden opgenomen zodra ze bekend zijn. Ten aanzien van de resultaatbepaling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van lasten en baten.
  • De lasten en baten zijn toegerekend aan de periode waarin ze daadwerkelijk gemaakt zijn.
  • Baten zijn opgenomen voor zover ze zijn gerealiseerd.
  • Verliezen worden als last genomen op het moment dat ze voorzienbaar zijn.

Voor zover eigen personeel een directe bijdrage levert aan projecten (projectgroepsleden) worden de kosten daarvan geactiveerd. Hierdoor ontstaat een goed inzicht in de werkelijke kosten van een project.

Activa

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Hierop zijn de bestedingen verantwoord in de projecten van onderzoek en ontwikkeling, bijdragen aan activa in eigendom van derden en overige immateriële vaste activa.
Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen.

De specificatie van deze activa is als volgt:    

bedragen x € 1.000
Immateriële vaste activa Boekwaarde 31-12-2023 Overheveling vanuit 2023 Boekaarde 01-01-2024 investering bijdragen derden/ subsidies desinvestering (inruil/ afstoten) afwaardering wegens duurz. Waarde- vermindering afschrijving boekwaarde 31-12-24
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio - - -
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een actief 203 3 206 - - -130 77
Bijdragen aan activa in eigendom van DERDEN 6.413 48 6.462 - - -484 5.978
Onderhanden immaterieel 476 -52 424 234 - - - 658
Totaal immateriële activa 7.093 - 7.093 234 -614 6.712

In 2024 zijn er een 3-tal projecten onderhanden, waarvan de bijdrage SWO Schoondijke inmiddels is gerealiseerd zoals vermeld in het investeringsoverzicht van programma watersystemen in paragraaf 3.2.   De overheveling vanuit 2023 betreft de afgeronde projecten vanuit de jaarrekening 2023, namelijk planvorming wateropgave WB21/KRW//GGOR 2022 en de bijdrage Phario. 

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Materiële vaste activa

Materiële vaste activa

De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
Materiële vaste activa boekwaarde 31-12-2023 Overhevelingen vanuit 2023 boekwaarde 01-01-2024 investering bijdragen derden/ subsidies desinvestering (inruil/afstoten) afwaardering wegens duurz. Waarde- vermindering afschrijving boekwaarde 31-12-24
Gronden en tereinen 605 605 - -27 578
Woonruimten - - - - -
Bedrijfsgebouwen 26.461 296 26.757 - -887 25.870
Grond-weg en wb-werken 203.218 34.142 237.360 1.099 -440 -17.967 220.052
Vervoermiddelen 7.426 7.426 45 -35 -1.005 6.431
Machines, app., werktuigen 1.295 1.295 201 -25 -309 1.161
Overige mat. Activa 188 188 - -187
totaal exploitatie 239.193 34.438 273.631 1.345 -440 -61 - -20.382 254.093
Onderhanden werken
Bedrijfsgebouwen 296 -296 - -
grond-weg en wb werken 71.035 -34.142 36.893 73.684 -48.053 - - 62.524
Vervoermiddelen (ook peilboot) - - 10 10
Machines, app., werktuigen - - -
Overige mat vaste activa 747 747 1.333 2.080
Totaal onderhanden 72.078 -34.438 37.640 75.027 -48.053 - - - 64.614
Totaal 311.270 - 311.270 76.372 -48.493 -61 - -20.382 318.707

Stelselwijziging:
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn voor de oude investeringen gelijk aan de termijnen die de voormalige waterschappen hanteerden. Voor investeringen die na de fusie zijn gedaan wordt uitgegaan van de termijnen die in de nota waardering en afschrijving van activa 2011 zijn vastgelegd en de in het afgelopen jaar vastgestelde nota waardering en afschrijven van activa 2024. 

Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen. 
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de eerder genoemde paragraaf 3.2, waarin nader wordt ingegaan op de investeringsprojecten.
De overheveling vanuit 2023 betreft de afgeronde projecten uit het verslagjaar 2023.

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

Deze activa zijn gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs. De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
soort actief Boekwaarde 1-1-2024 mutatie Boekwaarde 31-12-2024
Kapitaalverstrekking aan:
- deelnemingen - -
- gemeenschappelijke regelingen - -
- verbonden partijen 2.831 -67 2.765
Langlopende leningen aan - -
- openbare lichamen - -
- deelnemingen - -
- overige verbonden partijen - -
Overige langlopende leningen - -
Uitzettingen met rentetyp.lpt >= 1 jr.: - -
- In 's Rijks schatkist - -
- Nederlands schuldpapier - -
- overige uitzettingen - -
Totaal financiële activa 2.831 -67 2.765

Kapitaalverstrekking aan bedrijven
De kapitaalverstrekkingen betreffen de in ons bezit zijnde deelnemingen (aandelen) in de aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V., de aandelen en agio aandelen in SNB en verstrekte waarborgsommen. 
In 2024 heeft een agio terugstorting plaatsgevonden van € 66.934,- (besluit algemene vergadering aandeelhouders van 12-12-2024). De stand van de agioreserve per 31-12-2024 is € 1.539.456,-, hiervan zal jaarlijks (tot en met 2037) een deel worden terugbetaald.

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Vlottende activa

Vlottende activa

De vlottende activa bestaan uit de kortlopende vorderingen (debiteuren), voorraden, overlopende activa en liquide middelen.

bedragen x € 1.000
Vorderingen 1-1-2024 31-12-2024
Kortlopende uitzettingen (< 1 jaar)
verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen; -
overige verstrekte kasgeldleningen; - -
uitzettingen in ’s Rijks schatkist; 226.215 204.561
uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier; - -
overige uitzettingen
Totaal 226.215 204.561
Kortlopende vorderingen
Vorderingen op belastingdebiteuren 3.529 4.504
vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen 174 975
vorderingen op openbare lichamen 5.430
overige vorderingen 1.856 502
Totaal 5.560 11.412
Totaal vorderingen 231.775 215.973

Uitzettingen bij ‘s Rijksschatkist
Betreft de rekeningverhouding met het Rijk inzake het verplichte schatkistbankieren.

Vorderingen op debiteuren
De aanslagen 2024 zijn tijdig verstuurd en het invorderingstraject is tijdig opgestart. De vordering voor de door Sabewa Zeeland opgelegde belastingaanslagen bedraagt € 6.029.476,- Hiervan is € 5.188.857,- belastingvorderingen en € 840.619,- invorderingsopbrengsten. Voor de voorziening dubieuze debiteuren is in totaal € 1.525.048,- opgenomen, waarvan € 1.158.890,- voor de voorziening belastingen en € 366.158,- voor de voorziening invorderingsopbrengsten.

Voorziening debiteuren
Vanaf 2024 is de berekening van de benodigde omvang van de voorziening dubieuze debiteuren belegd bij Sabewa Zeeland, aangezien Sabewa Zeeland beter inzicht heeft in het debiteurenbestand. De gehanteerde berekeningssystematiek voor het bepalen van de omvang van de voorziening is zowel met de accountant van Sabewa Zeeland afgestemd als met de accountant van het waterschap. 

In onderstaande tabel is de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren en het totaalbedrag van de belastingdebiteuren (inclusief invorderingsopbrengsten) per 31-12-2024 te zien. Het totaalsaldo voor de voorzieningen dubieuze debiteuren bedraagt € 1.525.048,-. Hiervan is € 1.158.890.,- voor de voorziening belastingopbrengsten en € 366.158,- voor de voorziening invorderingsopbrengsten. Het totaalsaldo van de belastingdebiteuren bedraagt € 6.029.478,-. Hiervan is € 5.188.857 het saldo belastingdebiteuren en € 840.619,- het saldo debiteuren invorderingsopbrengsten. 

De specificatie per 31-12-2024 van de belastingdebiteuren is als volgt:

bedragen x € 1.000
jaar Eigenaren Gebruikers Bedrijven Overige Invorderingsopbrengsten Totaal
t/m 2013 1 3 1 1 6
2014 6 11 5 22
2015 9 16 15 40
2016 9 25 14 48
2017 17 40 22 79
2018 23 59 27 109
2019 30 80 37 147
2020 50 124 38 212
2021 72 174 88 334
2022 116 303 117 536
2023 266 628 431 1.325
2024 629 1.459 243 841 3.172
sub-totaal vorderingen 1.228 2.922 1.038 1 841 6.030
voorzieningen -246 -598 -315 -366 -1.525
totaal 982 2.324 723 1 475 4.505

Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen
De vorderingen betreffen onder andere:

  • de verrekening voor de BOB onderhoudswerkzaamheden met de 13 gemeenten voor totaal € 362.196 .
  • € 553.174,- voor de bijdrage fietspad Rodetrijdijk-Zuiddijk.
  • € 68.077,- voor de bijdrage 2024 SAZ+;
  •  € 2.833,- resterende openstaande vorderingen.

Vorderingen op openbare lichamen:

  • € 79.792 voor het gebruik van ruimtes binnen de waterschapskantoren en andere faciliteiten
  • € 33.686,- voor de afrekening van energievebruik voor de gemalen in gemeente Middelburg
  • € 46.261,- voor ontvangst van baggerspecie in diverse depots
  • € 1.220,- betreffende openstaande bedragen voor leges bij gemeenten.

Overige vorderingen
De grootste posten zijn:

  • € 106.808 voor energie;
  • € 67.099,- leges ten laste van diverse partijen;;
  • € 64.251 aan schade afhandeling bij diverse partijen
  • € 43.746,- voor de teruggave pro rata btw suppletie;
  • € 54.801 voor de slibverwerking november en december 2024;
  • € 24.800,- aan dwangsommen voor niet baggeren van de sloot en/of lozing afvalwater.;
  • €  140.035,- betreft diverse kleinere posten.  

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Voorraden

Voorraden

Op de balans wordt het saldo van de opgebouwde strategische grondvoorraad verantwoord onder de voorraden. 
In 2024 werd € 725.124,-  aan landbouwgrond aangekocht  en voor € 59.890 gronden geruild. De (aanschaf)waarde van de in voorraad zijnde gronden bedraagt per 31 december 2024 € 8.668.157,29  (31-12-2023 € 7.883.143,07)

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Overlopende activa

Overlopende activa

bedragen x € 1.000
Overlopende activa 31-12-2023 Verschuiving tussen categorieën 1-1-2024 nog te ontvangen ontvangen 31-12-2024
Nog te ontvangen uitkeringen van:
Europese overheidslichamen 5 - 5 3.074 -5 3.074
Rijk 2.210 - 2.210 5.904 -2.023 6.092
overige Nederlandse overheidslichamen 1.065 -27 1.038 1.351 -2.015 375
Overige nog te ontvangen 8.029 27 8.055 5.303 -7.844 5.514
Vooruitbetaalde bedragen 1.296 1.296 998 -1.211 1.082
Totaal 12.605 - 12.605 16.630 -13.098 16.138

Nog te ontvangen uitkeringen

  • De nog te ontvangen van Europese overheidslichamen betreft de POP3 subsidies van de Projecten Gemaal Zoetendijk (PRJ1088), vispassage gemaal Lovenpolder (PRJ1167A) en Kruispolder inclusief stuw Dreefken (PRJ1168C/D/E). Daarnaast een 2 tal intereg projecten, namelijk Klimaat robuust Watermanagement (PRJ1170B) en project Wijwater.
  • De nog te ontvangen posten van het rijk betreft subsidie voor de projecten Roterijdijk (PRJ1299) en HWBP Hansweert (PRJ1013H).
  • De nog te ontvangen posten van overige Nederlandse overheidslichamen betreft de bijdrage voor project Relinen afvalwaterleidingen (PRJ1521B)
  • In de overige nog te ontvangen bedragen zit onder andere:
    • de afrekening met Sabewa Zeeland met betrekking tot door te storten belastingontvangsten van 
      € 5.269.344,- en door Sabewa nog op te leggen aanslagen over 2024 € 1.898.616,-;
    • de renteafrekening van het schatkistbankieren € 1.736.022;
    • de afrekening met Sabewa voor de huur van het pand, de ICT-dienstverlening, de service kosten en dergelijke € 659.903,-;
    • de afrekening Eneco voor € 337.998,-;
    • de  retributie Tholen € 256.000 ,-;
    • Schadeafhandeling Atlantico € 180.500,69
    • Eurofins 107.334,-
    • Beheer transportstelsel € 87.311,-
    • Evides € 76.174,-
    • Rijks waterstaat € 50.122 voor huisvesting, inzet personeel en gebruik laadpalen
    • Opgelegde leges € 48.806,74
    • Diverse kleinere bedragen voor in totaal € 75.694,-
  • De vooruitbetaalde bedragen betreffen kosten die betrekking hebben op 2025 of later. Zoals vooruit ontvangen bedragen debiteuren € 387.042,- , het abonnement op Enterprise products € 114.606,-, het gebiedsfonds Leader voor de periode 2023-2027, abonnement Pepperflow € 39.220,- en diverse kleine bedragen voor in totaal 445.010,-

 

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Liquide middelen

Liquide middelen

bedragen x € 1.000
Liquide middelen 1-1-2024 31-12-2024
Rekening-courantverhouding met het Rijk; 3.395 103
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen. 6 20
Kas 1 -
Totaal 3.402 123

Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt € 3.066.460,- (het drempelbedrag is gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal).
Het drempelbedrag is in 2024 niet overschreden.

Het bedrag dat in het kader van dit drempelbedrag buiten ’s Rijks schatkist is gehouden:

bedragen x € 1.000
Schatkistbankieren Norm Begrotingstotaal 2024 Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(1) Drempelbedrag 2% 153.323 3.066 3.066 3.066 3.066
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 2.305 2.739 2.383 2.026
3a = (1)>(2) Ruimte onder het drempelbedrag 761 328 683 1.041
3b = (2)>(1) Overschrijding van het drempelbedrag

Passiva

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Passiva

Eigen vermogen

Algemene reserves Saldo 31-12-2023 voor resultaat- bestemming Onttrekking resultaat 2023 Toevoeging resultaat 2023 Saldo 31-12-23 na resultaat- bestemming Onttrekking 2024 Toevoeging 2024 Saldo 31-12-2024
watersysteembeheer 17.268 - 1.699 18.966 -1.824 5.145 22.287
zuiveringsbeheer 761 -1.178 - -418 -194 3.845 3.233
Totaal algemene reserves 18.028 -1.178 1.699 18.548 -2.018 8.990 25.520

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2023 is € 1.699.000,- toegevoegd aan de algemene reserve watersysteembeheer en € 1.178.000,- onttrokken aan de algemene reserve zuiveringsbeheer. De toevoegingen en onttrekkingen aan de algemene reserves watersysteembeheer en zuiveringsbeheer in 2024 zijn conform de begroting respectievelijk de 1e t/m 5e begrotingswijziging.

bedragen x € 1.000
Bestemmingsreserves Saldo 31-12-2023 voor resultaat- bestemming Onttrekking resultaat 2023 Toevoeging resultaat 2023 Saldo 31-12-23 na resultaat- bestemming Onttrekking 2024 Toevoeging 2024 Saldo 31-12-2024
Tariefegalisatiereserves
Watersysteemheffing ingezetenen 1.348 -132 - 1.216 -309 - 907
Watersysteemheffing ongebouwd 167 - 7 174 -29 - 145
Watersysteemheffing gebouwd 3.992 - 94 4.086 -1.112 - 2.974
Watersysteemheffing natuurterreinen 88 - 1 89 -6 - 83
zuiveringsheffing 2.418 - 671 3.089 -2.418 - 671
Totaal tariefegalisatiereserves 8.013 -132 773 8.654 -3.874 - 4.780

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat van 2023 is € 132.000,- aan de tariefegalisatiereserves onttrokken en € 773.000 toegevoegd. Verder is in 2024
€ 3.874.000,- aan de tariefegalisatiereserves onttrokken. Conform de primaire begroting 2024 betreft een onttrekking van € 3.000.000,- , waarvan € 2.000.000,-ten gunste van de algemene reserve zuiveringsbeheer,  € 100.000, - ten gunste van het tarief ingezeten en € 900.000,- ten gunste van het tarief gebouwd. Daarnaast is er € 874.000 onttrokken voor de bijdrage aan Sabewa voor de nieuwe belastingsoftware conform de 4e begrotingswijziging.

bedragen x € 1.000
Bestemmingsreserves Saldo 31-12-2023 voor resultaat- bestemming Onttrekking resultaat 2023 Toevoeging resultaat 2023 Saldo 31-12-23 na resultaat- bestemming Onttrekking 2024 Toevoeging 2024 Saldo 31-12-2024
Overige bestemmingsreserves
kapitaallasten fietspaden Zeeuws-Vl. 4.129 - - 4.129 -4.129 - -
kapitaallasten extra afslag A58 Goes 427 - - 427 -427 - -
Impuls verkeersveiligheid - - - - -1.429 4.500 3.071
damaanzetten O'sch.kering&kanaal Zuid-B. 167 - - 167 -167 -
peilbesluit Veerse Meer, steigers 169 - - 169 -169 - -
zandsuppletie Sophiastrand 417 - - 417 -417 - -
groot onderhoud waterkeringen 165 - - 165 -165 - -
overname waterkeringen Rijkswaterstaat 204 - - 204 -204 - -
cultuurhistorische duikers en sluizen 323 - - 323 - - 323
Innovatie 55 - - 55 -40 - 15
Veerse Meer 65 - - 65 - 210 275
te verstrekken subsidies (Leader) 220 - - 220 -25 - 195
Kader Richtlijn Water (KRW) 247 - - 247 - - 247
GGA wegen 27 - - 27 -18 - 9
effluent - onderzoek industrieel afvalw. 62 - - 62 - - 62
informatieveiligheid 1.056 - - 1.056 -263 - 793
Assetmanagement 1.438 - - 1.438 -239 - 1.199
Muskusrattenbestrijding 1.111 - - 1.111 -308 - 803
Arbo maatregelen 2024-2026 337 - - 337 -64 - 273
Kennis en ontwikkeling medewerkers 2024 150 - - 150 - - 150
Baggeren Grote Wateren - - - - - - -
Uitgestelde werken en diensten 1.173 - 617 1.790 -1.790 1.173 1.173
Totaal overige bestemmingsreserves 11.942 - 617 12.559 -9.854 5.883 8.588

In de AV van 4 april 2024 is de nota Weerstandsvermogen, risicomanagement,reserves en voorzieningen vastgesteld. Ten gevolg hiervan zijn een aantal bestemmingsreserves opgeheven.

Afkoopsom overname provinciale wegen Zeeuws-Vlaanderen, kapitaallasten fietspaden
Deze reserve is gevormd om de toekomstige kapitaallasten van het fietspadenplan 2009-2013 Zeeuws-Vlaanderen te dekken. Conform AV besluit is de bestemmingsreserve opgeheven. In 2024 heeft de laatste onttrekking plaatsgevonden en vanaf 2025 worden de kapitaallasten vanuit de exploitatie betaald. 

Kapitaallasten aansluiting A58 bij Goes
Vanuit deze reserve worden de kapitaallasten van extra aansluiting op de A58 bij Goes gedekt, in 2023 een bedrag van € 24.000,-.  In de algemene vergadering van februari 2024 is besloten deze bestemmingsreserve op te heffen en de kapitaallasten te dekken via de exploitatie. In 2024 heeft de laatste onttrekking plaatsvinden.

Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal door Zuid-Beveland
Het waterschap heeft van Rijkswaterstaat Zeeland en voormalig waterschap Zeeuwse Eilanden afkoopsommen ontvangen in verband met de overdracht van de damaanzetten Oosterscheldekering en het Kanaal door Zuid-Beveland. De afkoopsom is gereserveerd door een reserve te vormen ter dekking van beheer- en onderhoudskosten. Al vanaf 2011 resteert een bedrag van €167.284 voor achterstallig onderhoud. Na die periode zijn geen onttrekkingen gedaan aan deze reserve. 
De reserve is conform AV besluit opgeheven.

Peilbesluit Veerse Meer: steigers
Het waterschap heeft van Rijkswaterstaat een eenmalige afkoopsom ontvangen in het kader van de peilverhoging op het Veerse Meer. De afkoopsom is gereserveerd ter dekking van de onderhoudskosten. Daarvan is een bedrag van € 131.500 aangewend voor de vervanging van de steiger Arneplaat. Het restant ad € 168.538 kan worden ingezet voor de vervanging of het groot onderhoud aan steigers. Na 2010 zijn geen onttrekkingen gedaan aan deze reserve. Deze reserve is conform AV besluit opgeheven en toegevoegd aan de reserve Veerse Meer.

Zandsuppletie Sophiastrand
Het waterschap heeft van Rijkswaterstaat (o.b.v. een aanvullingsovereenkomst) middelen ontvangen voor de uitvoering van een 2e zandsuppletie op het Sophiastrand Noord-Beveland. De 1e zandsuppletie is uitgevoerd door het Rijk. Tot op heden zijn geen onttrekkingen gedaan aan deze reserve. De reserve is conform AV besluit opgeheven.

Groot onderhoud waterkeringen
De reserve is gevormd voor groot onderhoud of verbetering oostelijke havendam (ingang havenkanaal Zierikzee) en havendam van de haven De Val te Zierikzee. In 2016 en 2020 zijn er werkzaamheden verricht aan respectivelijk De Val en havendam Zierikzee. De reserve is conform AV besluit opgeheven.

Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat
Het waterschap heeft van Rijkswaterstaat een eenmalige afkoopsom ad € 430.000 ontvangen voor de overname van de waterkeringen. De afkoopsom is gereserveerd door een reserve te vormen ter dekking van de onderhoudskosten. Vanaf 2017 zijn geen onttrekkingen gedaan aan deze reserve en er zijn  geen onttrekkingen geraamd voor de periode 2024 t/m 2027. Eventuele onderhoudskosten worden vanuit de exploitatie betaald. De reserve is conform AV besluit opgeheven.

Cultuurhistorische duikers en sluizen
Bestemmingsreserve is gevormd voor het herstel van cultuurhistorische duikers. In 2021 is besloten € 500.000 toe te voegen om het beleid inzake cultuurhistorische duikers te continueren. Er zijn in 2024 geen onttrekkingen gedaan. 

Innovatie
De reserve is gevormd ten behoeve van de uitvoering van innovatieve werkzaamheden. Bij de vorming van de reserve was € 370.000 beschikbaar. In 2016 tot en met 2021 is in totaal € 315.000 onttrokken. In 2024 is er € 22.000,- onttrokken van de ontwikkeling van E-DNA voor opsporing van muskusratten en € 18.528,12 is onttrokken voor de ontwikkeling van de multiflexmeter.

Veerse Meer (convenant)
Reserve is gevormd vanuit de voormalige algemene reserve Veerse Meer. Hieraan worden de batige saldi vanuit het samenwerkingsconvenant toegevoegd en de nadelige saldi onttrokken. In 2024 is er per saldo € 210.000,- toegevoegd. Dit betreft het saldo van de opgeheven reserve "peilbesluit Veerse Meer" en het batig saldo 2023 van € 41.000,-.

Kaderrichtlijn Water
De reserve is gevormd voor kennisontwikkeling ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water. De aanpak KRW wordt herzien in samenwerking met de provincie Zeeland.  Hieruit volgt een actieplan voor de besteding van het beschikbaar gesteld budget ten behoeve van de realisatie van de KRW doelen per eind 2027. In 2024 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.

Leader
In 2014 is waterschap Scheldestromen betrokken geweest bij de totstandkoming van de Lokale Ontwikkel Strategieën (LOS) voor Midden Noord Zeeland en Zeeuws Vlaanderen voor het LEADER programma. LEADER is een onderdeel vanuit het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3). Het programma biedt kansen voor het financieren van initiatieven in Midden Noord Zeeland op het gebied van: Levende landbouw, Samenwerking in de vrijetijdseconomie en Burgerinitiatief. Door het leveren van een bijdrage aan de cofinanciering van het LEADER programma wordt voldaan aan de inspanningsverplichting die is aangegaan in 2015. Doordat de verstrekking van cofinanciering enkel plaats vindt als een initiatief bijdraagt aan één of meerdere doelen van het waterschap, is er rechtstreeks profijt van deze inzet. Tevens kan er door middel van deze inzet invulling worden gegeven aan één van de prestaties welke is geformuleerd onder het thema klimaatadaptatie; ‘We ontwikkelen stimuleringsbeleid om kleine betaalbare initiatieven breder bij bewoners en bedrijven onder de aandacht te brengen. In de 1e begrotingswijziging 2021 is er een bestemmingsreserve van € 250.000,- gevormd voor de cofinanciering hiervan.  In 2024 is er een bedrag van € 25.000,- onttrokken uit de bestemmingsreserve.

GGA Wegen
De reserve is gevormd ten behoeve van de gebiedsgerichte aanpak wegen. In jaarschijf 2024 is € 18.000,- onttrokken.

Onderzoek industrieel afvalwater effluent
De reserve is in 2021 gevormd, voortgekomen uit het Waterschapsbeheerprogramma 2022-2027. Met deze reserve wordt het onderzoek rondom de verwerking van industrieel afvalwater in de Kanaalzone gefinancierd. Het doel is een gezamenlijke visie op de verwerking van het bedrijfseffluent in de toekomst en afspraken maken over de verdeling van taken en kosten. Hiervoor is € 90.000,- beschikbaar verdeeld over de jaren 2022- 2027.  Voor 2024 hebben hieraan geen onttrekkingen plaatsgevonden.

Informatieveiligheid
In het Bestuursakkoord 2023-2027 is opgenomen dat digitalisering een steeds grotere rol speelt voor het halen van de doelstellingen van het waterschap. Digitalisering brengt ook risico’s met zich mee, zoals datalekken en vormen van cybercriminaliteit. Voor de doorontwikkeling van informatiebeveiliging, en implementatie van het beleid informatieveiligheid is hiervoor een totaalbedrag benodigd van € 1,4 miljoen. Met deze investering vergroten we de weerbaarheid van de systemen benodigd voor de uitvoering van onze primaire- en administratieve taken.  In 2024 heeft er een onttrekking plaatsgevonden van € 263.000,-.

Assetmanagement
In de Strategienota 2015-2019 is opgenomen dat assetmanagement voor zuiveringstechnische werken wordt doorontwikkeld tot op certificeerbaar niveau (ISO55000) in 2020. De andere programma’s maken een start met de implementatie hiervan. Om hier invulling aan te geven is in 2016 een GAP-analyse gemaakt voor de hele organisatie, waarin duidelijk wordt op welke onderdelen het waterschap moet ontwikkelen bij het implementeren van assetmanagement. 
Vanuit het resultaat 2016 is een bestemmingsreserve gevormd van € 375.000,-. en in 2020 is daar € 1.460.000,- aan toegevoegd. Per 1 januari 2020 zijn er 4 assetmanagementadviseurs aangesteld waardoor het assetmanagement daadwerkelijk vormgegeven kan worden. Vervolgens is in 2021 € 1.460.000,- toegevoegd aan deze reserve. Dit is ten behoeve van externe kosten en formatieplaatsen (incl. overhead) voor de periode 2022-2024.  In 2024 is er € 239.000,- onttrokken uit de reserve.

Muskusrattenbestrijding
Om de gewenste landelijke doelstellingen in 2033 te behalen en voor de solidariteitsbijdrage in aanmerking te komen, zal er fors meer capaciteit voor de bestrijding ingezet moeten worden. Concreet moeten we in Zeeland de vangsten muskusrat van +/- 5.000 vangsten in 2021 terugbrengen naar <14 vangsten in 2033. Hiervoor is uitbreiding van de huidige formatie met 5 formatieplaatsen nodig. De uitbreiding van capaciteit is tijdelijk en kan met natuurlijk verloop opgevangen worden. De huidige formatie van 15 fte muskusrattenbestrijder gaat naar 20 fte en zal na het behalen van het succes in 2033 nog uit 12 fte bestaan. Voorzien is dan dat met een onderhoudsniveau en grensbewaking de muskusrat in Zeeland onder controle gehouden kan worden (<14 vangsten). Met de geraamde extra kosten ad € 1,3 miljoen heeft de algemene vergadering op 2 juni 2022 ingestemd en besloten deze kosten te dekken vanuit de algemene reserve watersysteembeheer via een te vormen bestemmingsreserve (1e begrotingswijziging 2022). In 2024 is aan deze reserve € 308.000,- onttrokken.

Arbo maatregelen 2024/2025
De reserve is gevormd voor de uitvoering van de Arbomaatregelen. Hiervoor is een arbo-uitvoeringsplan 2023-2026 opgesteld waarvoor een bestemmingsreserve van € 337.000,- is gevormd. In 2024 is er € 64.000,- onttrokken uit de reserve.

Kennis en ontwikkeling medewerkers 2024 
Waterschap Scheldestromen hecht er veel waarde aan dat medewerkers over actuele kennis beschikken en zich kunnen ontwikkelen om het waterschapswerk nu en in de toekomst goed uit te kunnen voeren. In 2023 is er een bedrag van € 150.000,- opgenomen in een bestemmingsreserve. In 2024 hebben er geen onttrekkingen plaatsgevonden.  

Uitgestelde werken en diensten
Ieder jaar worden in de meerjarenraming budgetten toegekend voor geplande werkzaamheden in het betreffende begrotingsjaar. Door verschillende redenen kan het voorkomen dat de werkzaamheden (gedeeltelijk) niet zijn uitgevoerd en het budget niet (volledig) besteed is. Het is mogelijk om de restantmiddelen via de reserve uitgestelde werken opnieuw beschikbaar te stellen in het daaropvolgende jaar of jaren.  In 2024 is er € 1.790.000 onttrokken aan de reserve om de werkzaamheden in 2024 uit te voeren conform de 5e begrotingswijziging en de resultaatbestemming jaarrekening 2023. In november 2024 (5e begrotingswijziging) is ingestemd met een toevoeging van € 1.173.000,- Met de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2024 is het voorstel aan deze reserve nog een bedrag van € 1.277.000,- toe te voegen voor de uitvoering van werkzaamheden in 2025.

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Vreemd vermogen

Vreemd vermogen

Voorzieningen

bedragen x € 1.000
Voorzieningen Saldo 1-1-2024 Interne vermin- deringen Externe vermin- deringen Interne vermeer- deringen Externe vermeer- deringen Saldo 31-12-2024
Arbeidsgerelateerd
Voormalig personeel 21 112 59 50 18
Ingegane pensioenen personeel 154 34 34 154
Pensioenen bestuurders 3.648 267 725 4.106
Wachtgelden bestuur - -
PBB-vitaliteit 577 189 189 577
Totaal 4.401 189 413 1.007 50 4.856

Voorzieningen voormalig personeel
De werkelijke uitkeringen en het risico daarop in verband met tijdelijk aangesteld personeel zijn in deze voorziening opgenomen. In 2024 is 112.000,- betaald aan uitkeringen ten laste van deze voorziening. en is € 59.000,- aan uitkeringen ontvangen en  toegevoegd aan de voorziening. Daarnaast is de voorziening op basis van actualisatie verhoogd met met € 59.000 . 

Voorziening ingegane pensioenen personeel
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van voormalig personeel waarvan de diensttijd in het verleden niet in aanmerking kwam voor (ABP-)pensioen. Dit betreft die oud-personeelsleden welke in het verleden alleen (veelal) in de zomermaanden werkzaam waren voor de diverse polderbesturen of waterschappen. 
De provincie heeft voor deze categorie oud-personeelsleden een regeling vastgesteld, waardoor deze ook recht kregen op een ouderdoms- of nabestaandenpensioen. Aan uitkering is dit jaar € 34.000,- betaald. Een berekening van de benodigde omvang van de voorziening resulteerde in een verhoging met € 34.000,-. 

Voorziening pensioenen bestuurders
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van huidige en voormalige bestuurders. De uitkeringen en eventuele overdracht komen ten laste van deze voorziening. In 2024 is ten laste van deze voorziening € 267.000,- uitgekeerd. Het berekenen van de benodigde hoogte van de voorziening resulteerde in een verhoging met € 725.000,-. Voor de toevoegingen moet uitgegaan worden van de uitgangspunten in de circulaire ‘aanpassingen pensioenen en inhoudingen APPA’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze circulaire geeft informatie betreffende de periode van 1 januari 2024 tot 1 januari 2025. De rekenrente voor toekomstige pensioenen is dit jaar 2,325% (2024 3,160%). Voor de reeds ingegane pensioenen zijn de grondslagen voor de wettelijke tarieven gebruikt met een rekenrente van 2,355% (was 3,384%). De benodigde omvang wordt berekend door een gespecialiseerd extern bureau.

Voorziening wachtgelden bestuur
Deze voorziening is gevormd voor de wachtgeldrechten van huidige en voormalige bestuurders. Momenteel zijn deze er niet zodat er in 2024 dan ook geen sparke is van een onttrekkingen en/of toevoegingen aan deze voorziening

Voorziening PBB-vitaliteit
Vanaf 2021 is in de CAO opgenomen dat iedere medewerker voor € 6.000,- (deeltijders naar rato) aan uren kan inzetten voor vitaliteit. De aanvraag kan tot en met 2025 worden ingediend.
Op basis van de aanvragen en verwachte aanvragen is de dotatie aan de voorziening berekend. Dit is grotendeels gebaseerd op ontvangen aanvragen voor vitaliteitsverlof en deels op inschatting van de nog te verwachten aanvragen. In 2024 is een bedrag van € 189.000,- aan deze voorziening  toegevoegd en een bedrag van € 189.000,- vrijgevallen door opname van uren. Jaarlijks wordt de dotatie voor deze voorziening op basis van actualisatie bepaald.

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Langlopende schulden

Langlopende schulden

bedragen x € 1.000
Schulden > 1 jaar 1-1-2024 31-12-2024
a. Obligatie leningen van:
1. andere openbare lichamen
2. overigen
b. Onderhandse leningen van:
1. Openbare lichamen 20.000 10.000
2. Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
3. binnenlandse banken en overige financiële instellingen 453.000 453.000
4. Binnenlandse bedrijven
5. Overige binnenlandse sectoren
6. Buitenlndse inst., fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
c. Door derden belegde gelden
d. Derivaten op vaste schulden
e. Langlopende financiële lease verplichtingen
f. waarborgsommen
Totaal 473.000 463.000

In 2024 werd voor een totaal bedrag van € 10.000.000,- afgelost. De aflossingen betreffen een geldlening met een rentepercentage van 2,55%. Het gemiddelde rentepercentage van de ten laste van het boekjaar komende rente is 2,08%. In 2024 zijn geen nieuwe leningen afgesloten. 

Terug naar navigatie - 3.5 Balans met toelichting - Kortlopende schulden en overlopende passiva

Kortlopende schulden en overlopende passiva

bedragen x € 1.000
Netto vlottende schulden < 1 jaar 1-1-2024 31-12-2024
a. Overige kasgeldleningen
b. derivaten op kortlopende geldleningen
c. negatieve bank saldi -
d. Schulden aan leveranciers 10.486 21.119
e. Schulden i.v.m. te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies 2.726 2.648
f. overige 148 277
Totaal 13.360 24.043

In 2024 zijn de netto vlottende schulden toegenomen met in totaal ongeveer € 10.683.000,- . De stijging doet zich voornamelijk voor bij de schulden aan leveranciers. Eind 2024 staat o.a. de betaling van de loonheffing aan de belastingdienst open, de afrekening gladheidsbestrijding met rijkswaterstaat, de bijdrage aan Sabewa voor de nieuwe belastingsoftware en diverse termijnbetalingen voor uitgevoerd onderhoud en uitgevoerd werk. 

 

 

bedragen x € 1.000
Overlopende passiva 31-12-2023 Verschuiving tussen cattegoriën 1-1-2024 af ontvangen/ bij 31-12-2024
a. Voorschotten van:
Europese Unie - -
Rijk 26.817 1.322 28.139 37.889 26.492 16.742 -
Overige openbare lichamen 1.327 -1.322 5 5 -
b. Vooruitontvangen bedragen 179 179 116 52 115
c. Nog te betalen: overige 18.015 18.015 20.291 15.544 13.267
Totaal 46.337 - 46.337 58.301 42.088 30.125
alinea
Specificatie ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel 1-1-2024 Verschuiving tussen cattegoriën 1-1-2024 af ontvangen/ bij 31-12-2024
Rijk 26.817 1.322 28.139 37.889 26.492 16.742
Strategisch Plan Verkeersveiligheid 1.861 1.861 330 - 1.532
Keizers bolwerk 28 28 - 9 38
Hoog Water Beschermings Programma (HWBP) 13.602 13.602 36.152 26.258 3.708
Wet Openbare Overheid 136 136 7 - 129
COVID 266 266 207 59
Restopgave vooroeverbestorting 10.591 10.591 10.591
Monsterafnames RIVM drugsonderzoek 1 1 1
Versnellingsprogramma Lachgas 44 44 - 225 269
Project Wij Water (TIK) 237 237 4 233
Nationaal Programma Landelijk Gebied 182 182 182
Onderzoek Waterkwaliteit en optimalisatie 4 4 4 -
Gemaal Zoetendijk (TIK) - 714 714 714 -
Gemaal Spanjaardweg (TIK) - 473 473 473 -
- -
Overige openbare lichamen 1.327 -1.322 5 5 - -
Bijdrage onderzoek Waterkwaliteit en optimalisatie 5 5 5 -
Gemaal Zoetendijk 714 -714 - -
Gemaal Spanjaardweg 473 -473 - -
Wet Openbare Overheid 136 -136 - -
TIK= tijdelijke impulsregeling klimaatadaptie

Voorschotten van het Rijk en overige openbare lichamen:
In de specificatietabel zijn de diverse voorschotten vanuit het Rijk en overige openbare lichamen weergegeven. Op het moment dat de kosten daadwerkelijk gerealiseerd zijn, zijn ze verantwoord onder vrijval.  De nieuw ontvangen subsidiebijdragen zijn verantwoord in de kolom 'ontvangen'.   In 2024 zijn de projecten 'Onderzoek waterkwaliteit en optimalisatie' en de gemalen Zoetendijk en Spanjaardweg afgerond. Voor deze projecten zijn specifieke uitkeringen vanuit het Rijk ontvangen welke zijn opgenomen in hoofdstuk 3.8 betreffende de SISA verantwoording

Vooruitontvangen bedragen:
Hieruit is € 116.000,- vrijgevallen en € 52.000,- toegevoegd. Per eind 2024 staan een 3-tal posten open. 

Nog te betalen overig:
De grootste post in de nog te betalen kosten betreft de rente over langlopende geldleningen (€ 3.298.000,-). Daarnaast zijn er nog te betalen posten voor bijvoorbeeld werken en diensten en verstrekte subsidies. Verder zijn hier de rechten van personeel bestaande uit vakantiegeld en eindejaarsuitkering/IKB en vakantierechten verantwoord.

 

3.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - 3.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Van de meerjarige inkoopcontracten zijn de contractverplichtingen boven de Europese drempelwaarde in onderstaande overzicht opgenomen. Voor deze contractwaarden zijn de Europese aanbestedingsregels van toepassing. Het betreft de verplichting voor de contracten die doorlopen na 2024, hiervan is het volledige bedrag waarover het contract is afgesloten opgenomen. In de contractwaarde zijn de vaste kosten (verplichting) opgenomen. Bij raamcontracten is de waarde niet opgenomen omdat dit afhankelijk is van de afname. Bij de inkooppakketten flexibele arbeid, advies & onderzoek en transport is om voornoemde reden dan ook geen waarde opgenomen in onderstaande tabel. 

bedragen x € 1.000
Hoofdcategorie inkooppakket Totaal per 2024 (excl BTW)
Facilitair 6.499
Automatisering en telecommunicatie 2.735
Flexibele arbeid -
Advies en onderzoek 3.573
Transport -
Gebouwen en gebouw gerelateerde installaties 388
Niet gebouw gerelateerde installaties en openbare ruimten 2.380
Totale contractwaarde (volledige looptijd) 15.575

Gronden
Gronden die deel uitmaken van inlagen of direct gelegen zijn achter de zeeweringen en overige gronden die niet nodig zijn voor de taakuitoefening, zijn in de balans niet gewaardeerd.

Borgstelling Unie van Waterschappen
De Nederlandse Waterschapsbank heeft aan de Unie van Waterschappen een geldlening verstrekt van € 6 miljoen met stortingsdatum 2 mei 2017 tegen een rentepercentage van 2,75%. De lening loopt tot 2 mei 2042. De lening is verstrekt onder voorwaarde van borgstelling door de leden van de Unie van Waterschappen (algemene vergadering 23 maart 2017). Voor de borgstelling geldt een verdeelsleutel die gebaseerd is op de contributiebijdrage 2017. Het aandeel van waterschap Scheldestromen bedraagt 3,89%. Dit komt overeen met een borgstelling van € 159.063
Het waterschap staat daarnaast garant voor de rekening-courant van de Unie van Waterschappen voor maximaal € 2.000.000,- .

Garantiestelling SNB
Voor de Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) staat het waterschap garant voor geldleningen tot maximaal € 55.000.000,- naar rato van het aandelenbezit (7,97% maximaal € 4.383.500,-). Eind 2024 draagt de lening, afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank nog € 31.348.215,-. Tegenover deze garantiestelling heeft Waterschap Scheldestromen een recht van hypotheek ontvangen van SNB op de grond, gebouwen en installaties in Moerdijk.

bedragen x € 1.000
Garantstelling AV-besluit ingangsdatum einddatum oorspr. Bedrag percentage Garantstelling 1-1-2024 Garantstelling 31-12-2024 Garantstelling WSS 1-1-2024 Garantstelling WSS 31-12-2024
Geldlening NWB/Unie van Waterschappen 23-03-17 2-05-17 2-05-42 6.013 2,75% 4.330 4.089 168 159
Rekeningcourant NWB/Unie van Waterschappen 23-03-17 2-05-17 n.v.t 2.000 2.000 2.000 78 78
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 23-12-20 23-12-26 27.000 0,00% 13.500 9.000 1.076 717
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 15-04-22 15-04-30 6.000 1,39% 4.813 4.063 384 324
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 2-02-23 2-02-37 6.000 3,06% 6.000 5.571 478 444
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 2-10-23 2-10-37 4.000 3,04% 4.000 3.714 319 296
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 2-04-24 2-10-37 4.000 2,99% 4.000 319
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-06-20 5-11-24 2-10-37 5.000 2,855% 5.000 399

Schadeclaims
In 2024 zijn er 234 schades behandeld (en nog lopend). Het waterschap heeft 67 schades aan eigendommen gehad, 10 interne vragen gehad en de overige 157 zijn schadeclaims van externen.

3.7 Gebeurtenissen na balansdatum

3.8 Single Information Single Audit verklaring

3.9 Overige subsidieverantwoordingen

Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Terug naar navigatie - 3.9 Overige subsidieverantwoordingen - Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Met deze regeling wordt door de Minister voor Natuur en Stikstof een subsidie beschikbaar gesteld voor de kosten die waterschappen maken voor capaciteit voor de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied in de gebieden van het betreffende waterschap.

Waterschap Scheldestromen heeft in 2023 zowel op landelijk niveau als op regionaal niveau geparticipeerd in trajecten die invulling gaven aan ontwikkelingen in relatie tot NPLG. Op landelijk niveau ging het met name op bijdragen aan landelijke overlegstructuren bijvoorbeeld binnen de Unie van Waterschappen. Regionaal ging het met name om de inzet en afstemming richting provincie bij het opstellen van het Zeeuwse gebiedsprogramma en de uitwerking van koplopermaatregelen.
Conform de subsidie beschikking is voor 15 juli 2024 een verzoek ingediend voor de eindbeschikking. Deze is momenteel nog onderhanden en wordt verwacht in het 1e kwartaal 2025. De werkelijk gemaakte kosten vallen lager uit dan de beschikbaar gestelde bijdrage.

Bijdrage / kosten NPLG realisatie realisatie
2023 2024
bijdrage
Bijdrage Ministerie 300.000 -
totaal bijdrage 300.000 -
werkelijke kosten
interne uren 117.671 -
totaal werkelijke kosten 117.671 -

3.10 Controleverklaring van de onafhankelijk accountant