2. Jaarverslag

2.1 Indeling Programmaverantwoording

Terug naar navigatie - 2.1 Indeling Programmaverantwoording - Programma / Resultaat

De totale kosten zijn verdeeld over 6 programma's. In onderstaand overzicht zijn de netto kosten per programma, de inzet van de reserves en het bruto- en netto resultaat weergegeven. 

Bedragen x € 1.000,-
Programma / Resultaat Rekening 2023 Begroting 2024 incl begr.wijz Rekening 2024
Waterkeringen 11.158 12.298 11.351
Watersystemen 33.458 37.123 36.463
Wegen 12.324 8.258 7.631
Afvalwaterketen 29.037 30.929 29.446
Bestuur en Organisatie 33.705 39.512 38.234
Belastingen-en algemene opbrengsten -121.233 -126.495 -130.427
Voordeel Nadeel Voordeel
Saldo netto kosten -1.551 1.625 -7.302
Reserves -toevoegingen 8.817 14.873 14.873
Reserves -onttrekkingen -9.045 -16.498 -15.745
Reserves -228 -1.625 -872
Voordeel Voordeel
Bruto Resultaat -1.779 0 -8.174
Vorming van Bestemmingsreserve
-uitgestelde leveringen en diensten 617 - 1.331
Voordeel Voordeel
netto resultaat toevoegen aan algemene- en egalisatiereserves -1.162 0 -6.843

2.1.1 Programma Waterkeringen

Overzicht prestaties programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Overzicht prestaties programma Waterkeringen
Primaire taak Prestatie-indicator bestuursperiode 2024-2027 Realisatie rekening 2024
Waterveiligheid We boeken jaarlijks vooruitgang op de prestatie-indicator inrichting- en uitvoeringseisen wettelijke zorgplicht primaire waterkeringen (wordt meetbaar gemaakt in de jaarlijkse waterveiligheidsrapportage).
Waterveiligheid We lopen op schema om de doelstelling van het HWBP voor 2050 te halen zodat alle waterkeringen en kunstwerken binnen het areaal aan de norm voldoen zoals gesteld in de Waterwet (meetbaar in jaarlijkse rapportage herijking programmering HWBP).

Toelichting prestaties programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Toelichting prestaties programma Waterkeringen
  • Jaarlijkse vooruitgang zorgplicht

    Samenvattend kan worden gesteld dat het waterschap de zorgplicht voor de waterkeringen op deskundige wijze uitvoert. De organisatie boekt aantoonbare vooruitgang in het realiseren van de ambities en blijft gericht werken aan verdere verbetering.

  • Doelstelling HWBP 2050
    We lopen nog niet geheel op schema om de doelstelling van het HWBP voor 2050 te halen. Personele capaciteit moet op orde gebracht worden en hiervoor zijn de nodige acties uitgezet binnen de gesteld randvoorwaarden. Het afdekken van kosten van voorfinanciering van projecten is nog onderwerp van gesprek (intern en extern). Daarnaast is er ook nog steeds onzekerheid over financiering op de middellange- en lange termijn van het landelijke HWBP-programma.

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, incl. begr.wijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten 7.184 7.795 7.645
Personeelskosten 4.110 4.538 3.896
Rente en afschrijving 484 447 477
Totaal lasten; 11.778 12.780 12.018
Baten;
Externe opbrengsten -620 -482 -666
Totaal baten; -620 -482 -666
Inzet reserves;
Toevoeging reserves 65 1.604 1.604
Onttrekking reserves -80 -1.408 -1.408
Totaal reserves; -15 196 196
Netto kosten programma waterkeringen 11.143 12.494 11.548

Externe kosten

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Externe kosten

De externe kosten bij het programma Waterkeringen omvatten onder andere het beheer en onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen. Naast de solidariteitsbijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) valt hier ook het onderhoud van duinen, dijken, strandhoofden, strekdammen en kunstwerken onder. Een ander deel van de externe kosten omvat onderzoekskosten die nodig zijn voor de veiligheidsbeoordeling van de primaire waterkeringen en onderzoeken/advisering gerelateerd aan beleidsontwikkeling, zorgplicht en crisisbeheersing.

Middels een begrotingswijziging is gedurende het jaar per saldo € 242.000,- aan de primaire begroting toegevoegd waarmee de begroting inclusief wijzigingen van de externe kosten op € 7.795.000,- komt. De werkelijke externe kosten zijn op totaalniveau € 150.000,- lager dan begroot. 

De grootste verschillen bij de posten die hoger uitvallen:

  • Solidariteitsbijdrage HWBP (€ 216.000,- hoger)
    De oorzaak van deze hogere bijdrage ligt net als voorgaande jaren grotendeels aan het lager uitvallen van de landelijke 10% eigen project-bijdrage waardoor het solidariteitsaandeel voor alle waterschappen stijgt. 
  • Overige verwante belangen (€ 150.000,- hoger)
    Er zijn diverse werkzaamheden uitgevoerd, zoals het ruimen van zand, het vernieuwen van trappen en het repareren van overgangen na hoogwater. Specifiek zijn de trappen bij Wemeldinge en de overgang bij Kustlicht Zoutelande hersteld. Het ruimen van hoeveelheden zand fluctueert door windkracht en richting in combinatie met uitgevoerde suppleties. Hierdoor vindt er meer verstuiving op o.a. de fiets- en wandelpaden plaats.  
  • Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding (€ 148.000,- hoger)
    Als gevolg van een schadevaring bij Ritthem zijn er herstelkosten gemaakt. Deze kosten worden geclaimd bij de veroorzaker of zijn verzekering. 
  • Onderhoud strandhoofden, regionale waterkeringen, duinen, gras en drainage (€ 100.000,- hoger)
    In 2024 zijn er extra kosten gemaakt voor extensiever maaien (maaien en afvoeren) en vervroegd snoeiwerk, dat vanwege het ontbreken van een geldige gedragscode in Q1 2025 naar voren is gehaald. Ook onderhoudskosten voor drainages vielen hoger uit, doordat delen ernstig vervuild waren en deels herstel nodig hadden.
  • Kunstwerken regionale waterkeringen (€ 49.000,- hoger)
    De kosten voor de vervanging van houten schotbalken door aluminium exemplaren in een coupure waren hoger dan geraamd. Op langere termijn worden deze hogere kosten echter gecompenseerd, omdat de coupure nu handmatig kan worden gesloten, waardoor kraaninzet en bijbehorende kosten vervallen. De vervanging van hout door aluminium zetten we door, omdat dit ook voordelen geeft op het gebied van duurzaamheid. 

De grootste verschillen bij de posten die lager uitvallen:

  • Veiligheidstoetsing (€ 441.000,- lager)
    Het verschil wordt veroorzaakt door het slechte weer in het eerste kwartaal van 2024 waardoor een aantal beoogde onderzoeken in het veld niet uitgevoerd konden worden. De aanbesteding van het softwarepakket van ZeeKoe, peilingen van de vooroevers van de primaire waterkeringen, heeft vertraging opgelopen waardoor deze aanbesteding niet in 2024 is afgerond.  De werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2025. 
  • Kunstwerken primaire waterkeringen (€ 247.000,- lager)
    De beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de kunstwerken zijn in 2024 grotendeels volgens planning uitgevoerd. Enkele werkzaamheden liepen uit en zijn als uitgestelde werken opgenomen, zoals de vervanging van de niveaumeting bij Waterdunen.
  • Eigen plannen en plannen van derden (€ 48.000,- lager)
    De kosten voor diensten en onderzoek bij eigen plannen en de bijdragen aan andere overheden voor plannen van derden waren in 2024 iets lager dan begroot. Er zijn minder onderzoeken uitgezet i.v.m. beperkte capaciteit voor begeleiding.
  • Calamiteitenplannen (€ 46.000,- lager)
    Als gevolg van een capaciteitstekort zijn een aantal trainingen en opleidingen doorgeschoven naar 2025. Hierdoor is het beschikbare budget niet volledig besteed.

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten die in de begroting zijn opgenomen bestaan voornamelijk uit bijdragen van derden en vergoedingen voor werkzaamheden aan derden. In de begroting zijn deze opbrengsten voor het grootste deel bijdragen van convenantpartners voor de exploitatie Veerse Meer. 
De opbrengsten vallen € 184.000,- hoger uit dan begroot. 

Hieronder een toelichting op de verschillen:

  • Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding (€ 148.000,- hoger)
    Betreft een nog te ontvangen schadevergoeding voor de gemaakte kosten naar aanleiding van een schadevaring in 2024 bij Ritthem. 
  • Werken/Diensten voor derden (€ 28.000,- hoger)
    Diverse opbrengsten als gevolg van werken/diensten voor derden 
  • Bijdragen Veerse Meer (€ 8.000,- hoger)
    Als gevolg van een hogere indexering dan waarmee bij de begroting is gerekend zijn de opbrengsten uit de bijdragen van de convenantpartners iets hoger dan begroot.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Personeelskosten
  • Personeelslasten € 642.000,- lager.
    De totale personeelslasten op dit programma vallen 14% lager uit dan bij de begroting ingeschat. Dit is deels het gevolg van openstaande vacatures. Hiervoor is wel extra ingehuurd maar omdat deze inhuur doorliep vanuit 2023 en ook begroot was heeft dit niet geleid tot extra kosten ten opzichte van de begroting. Het voordeel is daarnaast ook een gevolg van een lagere urenverantwoording op het programma dan begroot door ondersteunende teams zoals de centrale werkplaats, vergunningverlening en het team calamiteitenzorg. 

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - 2.1.1 Programma Waterkeringen - Rente en afschrijving
  • Rente- en afschrijvingskosten € 30.000,- hoger.
    De kapitaallasten over 2024 zijn iets hoger dan begroot. In de primaire begroting voor 2024 waren de kapitaallasten nog begroot op € 1.83 miljoen in verband met de verwachte rentekosten voor de voorfinanciering van het  project HWBP Hansweert. Omdat in 2024 net als voorgaande jaren ook weer extra subsidievoorschotten zijn ontvangen was er net als voorgaande jaren ook in 2024 geen sprake van voorfinancieringskosten waardoor bij de 4e begrotingswijziging deze post met € 1.39 miljoen is verlaagd naar € 447.000,-.

2.1.2 Programma Watersystemen

Overzicht prestaties programma Watersystemen

Terug naar navigatie - 2.1.2 Programma Watersystemen - Overzicht prestaties programma Watersystemen
Primaire taak Prestatie-indicator bestuursperiode 2024-2027 Realisatie rekening 2024
Voldoende water 95% van de geplande en begrote onderhoudswerkzaamheden van maaien en baggeren in het watersysteem zijn jaarlijks uitgevoerd op schema
Voldoende water De vangstinspanning loopt gelijk op met de landelijke afspraken voor de muskusratbestrijding, zowel in het middel Zeeland als in de grensregio op schema
Schoon water In 2027 hebben we 38,2 kilometer natuurvriendelijke oevers aangelegd, waarmee voor 100% aan de KRW-opgave op dit punt is voldaan. 13,3 km
Schoon water In 2027 hebben we 6 vispassages aangelegd waarmee 60% van ons beheergebied bereikbaar is voor vis, waarmee voor 100% aan de KRW-opgave op dit punt is voldaan. 1

Toelichting prestaties programma Watersystemen

Terug naar navigatie - 2.1.2 Programma Watersystemen - Toelichting prestaties programma Watersystemen
  • Onderhoudswerkzaamheden van maaien en baggeren in het watersysteem:
    In 2024 zijn 93% van de maaiwerkzaamheden en 94% van de reguliere baggerwerkzaamheden uitgevoerd. Resterende werkzaamheden worden voor een deel in Q1 2025 uitgevoerd, waardoor de prestatie-indicator van 95% ruim gehaald wordt. 

  • Vangstinspanning muskusratbestrijding:
    De vangstinspanning is in 2024 met 11% gestegen. Het vangstresultaat gaf met 187 meer vangsten dan in 2023 een lichte stijging. Hiermee blijft de landelijke doelstelling 2034 van de nuloptie in Zeeland haalbaar. Voor 2025 wordt een daling in het vangstresultaat verwacht.

  • Aanleg natuurvriendelijke oevers:
    Van de geplande 38,2 km aan natuurvriendelijke oevers (NVO's) uit het 3e Stroomgebiedsbeheerplan (SGBP3 ) is inmiddels 13,3 km gerealiseerd, terwijl de voorbereiding en uitvoering van nog eens 5,9 km in volle gang is. Daarnaast is circa 86 km overgedragen aan de afdeling Grondzaken met de opdracht om de benodigde gronden te verwerven. Voor ongeveer 26 km zal de inventarisatie nog plaatsvinden.

    Door actief samen te werken met agrariërs en natuur(landbouw)organisaties versterken we het draagvlak en vergroten we de bewustwording rond de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze samenwerking heeft ertoe geleid dat diverse partijen hun gronden uit eigen beweging aanbieden.

    Tegelijkertijd brengen veranderingen in wet- en regelgeving, met name binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, nieuwe uitdagingen met zich mee. De aanleg van natuurvriendelijke oevers biedt voor grondeigenaren steeds minder voordelen, waardoor de bereidheid tot verkoop afneemt.

  • Aanleg vispassages:
    Tot 2027 is de aanleg van zes vispassages gepland, waarmee volledig voldaan wordt aan de KRW-opgave uit het SGBP3. Het geheel verloopt volgens planning.

    De vispassages, natuurvriendelijke oevers en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) maken deel uit van de KRW-maatregelen zoals vastgelegd in het Waterkwaliteitportaal. Er geldt een resultaatverplichting richting de provincie Zeeland en het Rijk. Van de zes geplande vispassages zijn er inmiddels twee opgeleverd: vispassage De Poel en vispassage Lovenpolder. Momenteel is de bouw van vispassage Stuw Dreefken in volle gang, met oplevering gepland in het eerste kwartaal van 2025. De voorbereidingen voor de realisatie van de vispassages Borssele, de Luyster en Nieuwe Sluis zijn in gang gezet, met uitvoering gepland in 2026. Deze drie vispassages komen in aanmerking voor subsidie vanuit Rijkswaterstaat en het Nationaal Samenwerkingsprogramma (NSP). De overeenkomst met Rijkswaterstaat voor een financiële bijdrage is ondertekend en het Dagelijks Bestuur heeft ingestemd met de aanvraag van de NSP-subsidie. 

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.2 Programma Watersystemen - Exploitatie

De netto kosten van het programma watersystemen onderschrijden de herziene begroting met € 524.000,- (1,4%). 

Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten 16.322 19.159 19.135
Personeelskosten 9.194 10.733 10.259
Rente en afschrijving 8.145 7.388 7.243
Totaal lasten; 33.661 37.280 36.637
Baten;
Externe opbrengsten -203 -157 -175
Totaal baten; -203 -157 -175
Inzet reserves;
Toevoeging reserves 240 930 930
Onttrekking reserves -783 -1.050 -913
Totaal reserves; -543 -120 17
Netto kosten programma watersystemen 32.915 37.003 36.479

Externe kosten

Terug naar navigatie - 2.1.2 Programma Watersystemen - Externe kosten

De externe kosten binnen het programma watersystemen betreffen onder andere de kosten voor het bedienen en onderhouden van kunstwerken, het maaien en onderhouden van waterlopen, muskusratbestrijding, bagger- en grondbeheer, peilbeheer, het monitoren en onderzoeken van oppervlaktewater en waterbodems en het ontwikkelen van beleid en plannen.

Middels begrotingswijzigingen is gedurende het jaar per saldo € 288.000,- aan de primaire begroting toegevoegd, waarmee de begroting externe kosten inclusief wijzigingen op € 19.159.000,- uitkomt. De werkelijke externe kosten onderschrijden de begroting met € 24.000,- (0,1%). Er is voor € 254.000 ,- aan uitgesteld werk uit december 2024 opgenomen wat is doorgeschoven naar 2025. Hierdoor komt het verschil met de begroting uit op een overschrijding van € 230.000.- (1,2%).

De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting inclusief wijzigingen worden hieronder toegelicht:

  • Eigen plannen watersystemen € 325.000,- lager dan begroot

    De planvorming wateropgaven heeft concrete invulling gekregen door het opstellen van de nota peilbesluiten en de start van de evaluaties van de bestaande peilbesluiten. Hierbij is aanzienlijke inzet gepleegd door onze medewerkers en gebruik gemaakt van tijdelijke inhuur.

    Zoetwaterprojecten zijn volwaardig onderdeel van het werkpakket geworden. In actieve samenwerking met de Provincie Zeeland wordt onderzoek naar en uitvoering van Zoetwatermaatreglen door derden gestimuleerd, o.a. vanuit het maatregelenpakket uit het Deltaprogramma Zoetwater. De openstelling van de subsidieregeling voor de uitrol van de proeftuin zoetwater schuift door naar 2025. Deze zal volledig gedekt worden uit Europese en Deltafondsmiddelen, waardoor een bijdrage van het waterschap niet nodig is. (reeds gemeld in de septembermonitor). Voor de proeftuin zoetwater hebben we geen aanmeldingen ontvangen, waardoor geen bijdrage van het Waterschap nodig bleek.

    Er is veel energie (lees: personele capaciteit) gestoken in het opstarten en vormgeven van zoetwaterprojecten die een investeringscomponent bevatten en/of waarvan de kosten niet op dit budget landen. Concreet gaat het hier om de projecten: zoete stuw, debietmeting grondwater, Wij-water en het project slim regionaal waterbeheer. Op al deze projecten is in 2024 besluitvorming geweest en daarmee zijn deze projecten zowel budgettair als in de uitvoering ingeregeld.

    Het programmeren van werken, onderzoeken, projecten en monitoring heeft in 2024 veel aandacht gekregen. We kunnen stellen dat het werkpakket voor de komende jaren scherper in beeld is gebracht. We constateren ook dat er afgelopen periode wellicht te vaak optimisme zit in de planning waardoor de daadwerkelijke uitvoering niet of laat is gestart en soms als uitgesteld werk over de jaargrens naar 2025 doorschuift.

  • Verwijderen houtopslag € 269.000,- hoger dan begroot
    In het werkgebied Zuid-Beveland is de inventarisatie voor de begroting 2024 niet in lijn met de werkelijkheid uitgepakt. Het vele werk als gevolg van veel houtopslag maakt dat uitgaven voor realisatie € 166.000,- hoger is dan de begroting. Daarnaast zijn er slecht onderhouden beschermingszones aangepakt om de komende jaren langdurig efficienter onderhoud uit te kunnen voeren. 

  • Monitoring waterkwaliteit en waterkwantiteit € 250.000,- lager dan begroot
    Voor KRW kennisontwikkeling was € 125.000,- begroot. Dit geld is niet benut vanwege een verminderde beschikbaarheid van personele capaciteit voor dit onderwerp, de voorbereiding is doorgegaan en begin 2025 is dit verder opgepakt. Ook is het project 'Kennisimpuls Brakke Wateren' met externe partijen trager opgestart dan voorzien. Wel is er extra onderzoek uitgevoerd van plankton en KRW stoffen. Daar staat tegenover dat er minder onvoorziene uitgaven waren, en dat er bedragen worden ontvangen omdat analyses door het externe laboratorium niet op tijd zijn geleverd (boetes).

  • Maaien talud/oever € 226.000,- hoger dan begroot
    In Schouwen-Duiveland is het maaibestek opnieuw aanbesteed in 2024 en is voor een bedrag van € 186.000,- duurder uitgevallen dan voorzien in 2023. Daarnaast is ook de groei van zoetwaterplanten hoger geweest vanwege de gunstige weersomstandigheden. 

  • Stimulering derden aanpak emissies € 190.000,- lager dan begroot

    Zoals gemeld in de monitor september 2024 is de bijdrage aan Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLB) vertraagd. De oorspronkelijke looptijd was 2024-2028 (en een bedrag van € 218.961,- per jaar), maar de verwachting is dat het project in 2025 van start zal gaan.

  • Beheer gemalen & stuwen € 97.000 hoger dan begroot
    In 2024 zijn er vooral meer kosten voor elektriciteit gemaakt dan begroot. Door stijging van de netwerkkosten maar vooral hoger verbruik dan gemiddeld in 2024. Voor de gemalen en stuwen heeft dit een verhoging van € 73.000 tot gevolg.

  • Onderzoek waterbodems € 90.000,- hoger dan begroot
    Dit wordt veroorzaakt door het naar voren halen van de onderzoeksplanning. Er is dit jaar een onderzoek uitgevoerd voor de baggerjaren 2025 en 2026. Waterbodem onderzoeken gaan vanaf 2024 twee jaar voor de baggerwerkzaamheden plaatsvinden.

  • Mechanisch/elektrisch onderhoud kunstwerken € 28.000 hoger dan begroot
    Wegens een calamiteit in de frequentie omvormer in het gemaal Cadzand is er een deel van 2024 een omvormer gehuurd.  Deze niet begrote kosten hebben geleid tot een overschrijding van € 64.000,-  Hier tegenover staat een onderschrijding door minder overige storingen en minder personeel beschikbaar voor preventief onderhoud. 

  • Beheer en onderhoud gronddepots € 28.000,- hoger dan begroot
    Dit wordt veroorzaakt door het besluit gronddepot Nummer Eén te legaliseren. Tot 2024 was dit depot niet vergund en was het onvoldoende ingericht om de procesvoering te kunnen borgen. Nu is het depot ontruimd, wordt het afdoende ingericht en is een vergunning aangevraagd. De kosten die hiervoor in 2024 zijn gemaakt betreft € 30.000,-.

  • Bagger- en beschoeiingswerk € 27.000,- hoger dan begroot
    De laatste jaren is door droogte en extreme buien de staat van de oevers achteruit gegaan. Er is daarom meer herstelwerk uitgevoerd. Dit herstelwerk is vooral in de gebieden Walcheren, Tholen en Noord-Beveland uitgevoerd. Daar staat tegenover dat er dit jaar geen gerijpte baggerspecie afgezet naar een bodemtoepassing aangezien er geen toepassingslocatie in beeld was. Er is wel overleg met de afdeling Waterkeringen om in de toekomst gerijpte baggerspecie af te zetten in hun projecten. Ook kunnen partijen in de periode 2025-2028 gerijpte baggerspecie af laten zetten in de leeflaag ten behoeve van de BUS-sanering Oostkade Sluiskil. 
  • Overige verschillen € 23.000,- lager dan begroot

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.2 Programma Watersystemen - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten zijn € 18.000,- hoger dan begroot.

Belangrijkste oorzaken zijn een ontvangen schadevergoeding voor een beschadige stuw. Dit betreft een opbrengst van € 11.000,- die niet in de begroting is opgenomen. Ook zijn er enkele bijdragen en subisidies ontvangen van derde partijen die niet in de begroting 2024 zijn opgenomen. Dit betreft een bedrag van € 8.000,- voor het programma Waterkwaliteit en Optimalisatie.

 

 

2.1.3 Programma Wegen

Overzicht prestaties programma Wegen

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Overzicht prestaties programma Wegen
Primaire taak Prestatie-indicator bestuursperiode 2024-2027 Realisatie rekening 2024
Veilige wegen De lengte van de wegbeplantingen langs onze wegen blijft minimaal gelijk aan 2023. + 3.000 meter
Veilige wegen De inrichting van het hoofdwegennet komt overeen met de CROW richtlijnen en heeft een gemiddeld rapportcijfer van 6. (Op basis van de eerste onderzoeksuitkomsten zal een startcijfer worden bepaald). GOW: 2,1 ETW1: 6,5

Toelichting prestaties programma Wegen

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Toelichting prestaties programma Wegen

Het maaien van bermen, het snoeien van bomen, het inspecteren en het beheren en onderhouden van onze wegen, onze verkeersborden en kunstwerken;  er is altijd veel werk aan de weg. De zorg voor veilige wegen en fietspaden in het buitengebied is een belangrijke taak van het waterschap. Met bijna 4.000 kilometer aan plattelandswegen  en fietspaden (3.453 km 60 km / 125 km 80 km wegen / 362 km fietspaden) is het waterschap een van de grootste wegbeheerders in Zeeland. Zoals in het bestuursakkoord staat omschreven is het uitgangspunt dat de wegentaak voor het waterschap behouden moet blijven. Om de verkeersveiligheid (WBP,  blz. 98-103) en een goede doorstroming van ons verkeer te waarborgen dienen we  blijvend te investeren in het beheer en onderhoud van onze wegen. De CROW richtlijnen zijn hierbij leidend.

Door omgevingsfactoren zoals de vestiging van bedrijven en recreatievoorzieningen, intensivering van het verkeer op onze wegen, steeds breder landbouwverkeer, aanscherping van richtlijnen en het veranderende klimaat (warmte en droogte zorgen voor schade aan verhardingen en funderingen) blijft ons werkveld echter constant in beweging. Onze wegen richten we in conform de CROW- richtlijnen. Mocht een weg nog niet de juiste inrichting hebben, dan wordt de inrichting aangepast zodra we er groot onderhoud of een reconstructie uitvoeren. Door adviesbureau Antea Group is in 2023 voor onze gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen type I een vormtoets uitgevoerd. De vormtoets is het instrument om te bepalen of de wegen aan de CROW-richtlijnen voldoen. De data uit de vormtoets zijn aan ons GIS-systeem gekoppeld. Onze gebiedsontsluitingswegen (GOW, snelheidsregime 80 km weg) scoren een 2,1 en onze erftoegangswegen type I (ETW1, snelheidsregime 60 km weg) scoren een 6,5.  Het gemiddelde totaal cijfer over beide type wegen bedraagt een 5,6. De inrichting van ons hoofdwegennet voldoet dus nog niet aan de richtlijnen evenals de gestelde PI. Hierbij kampen we in ons werkgebied met kostenstijgingen en  qua beheer en onderhoud met een sterk achteruitgaand areaal. Om de achterstand in te lopen en verder te beperken dienen we blijvend te investeren in ons areaal. 

In het verlengde van de zorg voor veilige wegen en fietspaden ligt het beheren en onderhouden van onze wegbermen en onze wegbeplanting. Ons groen areaal wordt gekenmerkt door ruim 8.000 km aan wegbermen, 400 km aan singelbeplanting en 125.000 bomen. In het beheer en onderhoud houden we ons aan de geldende wet- en regelgeving en passen we de belangen van de flora en fauna toe. Hierbij lag de nadruk in 2024 op het verder uitrollen van de risico gestuurde aanpak voor de zorgplicht bomen. Op basis hiervan hebben we het afgelopen jaar circa 30.000 bomen gesnoeid. Verder stonden de komst van de gedragscode en de uitvoering van werkzaamheden omtrent de pilot maaien centraal. Om de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van onze wegen te waarborgen dienen we blijvend zorg te dragen voor een veilige wegbeplanting. We houden hierbij rekening met de kostenstijgingen van plantmateriaal.

De PI omvat het streven de hoeveelheid wegbeplanting (uitgedrukt in strekkende meters) langs onze wegen minstens gelijk te houden aan het niveau van 2023. In het seizoen 2024/2025 zijn er meer bomen geplant dan gerooid, per saldo is er daardoor circa 3.000 meter wegbeplanting bijgekomen. Belangrijkste oorzaak is dat bij het project Roterijdijk de beplanting al in het seizoen 2023/2024 is gerooid en na uitvoering van de werkzaamheden in het seizoen 2024/2025 circa 2.400 m. is aangeplant. Op diverse andere locaties is door rooien en planten de wegbeplanting per saldo met circa 600 m. toegenomen.  
Bij de vervanging van onze beplanting hebben we afgelopen jaar meer variatie en meer inheemse soorten toegepast. Dit draagt bij aan de voorkoming van ziektes en plagen. Ook hebben we hierdoor de soortenrijkdom bevorderd en bijgedragen aan een kwaliteitsstimulans van ons Zeeuwse landschap.

De opgaven die er toekomstig liggen vragen om een risico gestuurde aanpak. Vooruitlopend op de organisatiebrede doorontwikkeling van ons assetmanagement is hier afgelopen jaar binnen de afdeling verder invulling aan gegeven. Hiervoor hebben we binnen onze afdeling geïnvesteerd in het verder op orde brengen van onze data waarbij bijzondere aandacht is besteed aan de doorontwikkeling van de asset kunstwerken.  Vanuit onze afdeling zijn we verantwoordelijk voor het beheren en onderhouden van 4.949 kunstwerken.  Hiertoe behoren 4.849 duikers en 100 bruggen. In 2024 hebben we een systematiek bedacht waardoor toekomstig de benodigde data voor een risico gestuurde aanpak is geregistreerd. Deze werkwijze wordt toekomstig verder uitgerold en geïmplementeerd. 

Naast bovengenoemde prestatie-indicatoren waren in het bestuursakkoord ook onderstaande indicatoren opgenomen, hieronder een toelichting op de ontwikkelingen die in 2024 hebben plaatsgevonden.

  • Op basis van de wegcategorisering starten we onderzoek naar de inrichtingsmogelijkheden van de waterschapswegen (2024-2026):
    De landelijke richtlijnen voor een veilige inrichting van wegen gaan we vertalen naar concrete inrichtingsafspraken voor onze waterschapswegen. Afgelopen periode is de categorisering ter sprake gebracht. Huidig worden de interventiemogelijkheden onderzocht. Zodra er in 2025 een besluit is genomen over de herziening van de categorisering brengen we in beeld welke wegen qua inrichting aanpassing nodig hebben, wat dat gaat kosten en hoe we deze werkzaamheden gaan prioriteren.
  • Ontwikkelen van beleid o.b.v. het kostenveroorzakersprincipe wegen (2024):
    Daar waar kan hebben we bij de instandhouding van ons gehele areaal  en de betaalbaarheid voor onze burgers toegewerkt naar een eerlijke verdeling van de kosten met de andere belanghebbenden.  Vanuit het POR (periodiek overleg openbare ruimte) is een werkgroep in 2024 actief aan de slag gegaan om de samenwerking tussen Zeeuwse wegbeheerders te bevorderen. Eén van de acties van afgelopen jaar betrof het tijdig betrekken van belanghebbende partijen bij ontwikkelingen in de regio. In het kader van de Omgevingswet gebeurt dit inmiddels in de vorm van gebiedstafels, maar aanvullend zijn afspraken nodig om te borgen dat alle belanghebbende partijen daadwerkelijk in een vroeg stadium de gelegenheid krijgen om hun mening in te brengen. In het verlengde van deze betrokkenheid hopen we dat er komend jaar afspraken kunnen worden gemaakt over de verdeling van kosten als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen: het kostenveroorzakersprincipe.
  • We stellen een prioritering vast voor de aanpak van knelpunten in het Kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer (2025):
    Het kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer is in 2024 vastgesteld inclusief een knelpuntenlijst. Om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de knelpunten zullen betrokken wegbeheerders een planning moeten maken. Vanwege het grote aantal knelpunten en de beperkte middelen is het ook in 2025 van belang om goed te prioriteren.
  • Vanaf 2024 zijn we  actief aan de slag gegaan met het beheer en onderhoud op basis van de zorgplicht bomen (2024 - 2027):
    Eind 2023 hebben we een project m.b.t. de zorgplicht bomen afgerond. Vervolgens is er in 2024 een werkwijze vastgesteld waarmee we voldoen aan de zorgplicht. De implementatie van de nieuwe werkwijze is eind 2024 afgerond. De implementatie bestaat met name uit het aanpassen van de controlefrequenties van de bomen op basis van risico’s, het introduceren van de module groen van Obsurv, het aanpassen van de inspectie-app en het instrueren van betrokken medewerkers. In 2025 zullen we de risico gestuurde aanpak verder uitrollen en zal er eind 2025 een eerste evaluatie van de nieuwe werkwijze plaatsvinden. Waar nodig zal de werkwijze worden geoptimaliseerd.

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Exploitatie

De netto kosten van het programma Wegen zijn over 2024 € 6.686.000,-. Dat is € 317.000,- lager dan de begroting 2024 inclusief begrotingswijzigingen van € 7.003.000,-.
De totale lasten, bestaande uit de externe kosten, personeelskosten en rente en afschrijvingen waren begroot op € 27.607.000,- en zijn uiteindelijk over 2024 € 27.700.000,- geworden. Dat is € 93.000,- hoger dan begroot.
Bij de baten (opbrengsten) die begroot waren op € 19.349.000,- zijn de werkelijke baten € 20.068.000,-. Per saldo zijn deze € 719.000,- hoger dan begroot.
Verder zijn er diverse toevoegingen (€ 5.363.000,-) en onttrekkingen (€ 6.309.000,-) gedaan uit de reserves. De totale onttrekkingen uit de reserves zijn € 309.000,- lager dan begroot. De lasten en baten van het programma worden onder de tabel verder toegelicht.

Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten 23.665 20.245 20.018
Personeelskosten 4.717 4.888 5.286
Rente en afschrijving 2.716 2.474 2.396
Totaal lasten; 31.098 27.607 27.700
Baten;
Externe opbrengsten -18.774 -19.349 -20.068
Totaal baten; -18.774 -19.349 -20.068
Inzet reserves;
Toevoeging reserves 150 5.363 5.363
Onttrekking reserves -5.156 -6.618 -6.309
Totaal reserves; -5.006 -1.255 -946
Netto kosten programma Wegen 7.318 7.003 6.686

Externe kosten

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Externe kosten

Om blijvend zorg te dragen voor de verkeersveiligheid is het grootste deel van de externe kosten besteed aan onderhoud (en verbetering) van onze wegen. Denk hierbij met name aan de verhardingen (dek- en slijtlagen), de bermverstevigingen (doorgroeistenen) en het beheer en onderhoud van onze bermen en wegbeplanting (maaien, snoeien, rooien en planten). Daarnaast is onderhoud uitgevoerd aan de kunstwerken die behoren tot onze wegen, zijn maatregelen uitgevoerd om knelpunten op te lossen en is onderhoud uitgevoerd aan wegmeubilair, verlichting en markeringen. Ook de uitvoering van gladheidbestrijding is een grote kostenpost. Vanuit de calamiteitenbestrijding wordt het waterschap steeds meer geconfronteerd met illegale lozingen en dumpingen, waarbij de kosten lastig te verhalen zijn. Om achteruitgang van onze wegen (verder) te beperken en ons serviceniveau te blijven borgen is het noodzakelijk blijvend te investeren in ons gehele areaal. 

De begroting inclusief wijzigingen over 2024 voor de externe kosten van het programma Wegen was € 20.245.000,-. Aan de primaire begroting (€ 18.497.000) is via begrotingswijzigingen gedurende het jaar in totaal € 1.748.000,- toegevoegd. Deze wijzigingen bestaan uit de impuls verkeersveiligheid en uitgestelde werken. 

In bovenstaande tabel is te zien dat de totale lasten in 2023 een stuk hoger waren dan in 2024. Dit is het gevolg van een begrotingswijziging in 2023 voor het uitgesteld werk van het deklagenbestek 2022 van € 4.652.000,-. De werkelijke externe kosten en totale lasten van het programma waren hierdoor in 2023 incidenteel een stuk hoger dan andere jaren wat een vertekend beeld geeft van de werkelijke kosten in 2024 ten opzichte van 2023.

De externe kosten zijn over 2024 € 20.018.000,- en komen daarmee op totaalniveau ongeveer € 227.000,- lager uit dan de begroting van € 20.245.000,-. De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting inclusief wijzigingen worden hieronder toegelicht.

De grootste verschillen bij de posten die hoger uitvallen:

  • Aanleg en verwerving van wegen en wegbermen (€ 80.000,- hoger)
    Het deel van de te betalen waterschapsbelastingen wat wordt toegerekend aan Wegen is € 50.000,- hoger dan begroot en de  gewenningsbijdragen die betaald zijn aan derden vanwege het overdragen van weggedeelten vallen € 30.000 hoger uit dan begroot. 
  • Onderhoud bermen (€ 635.000,- hoger)
    De overschrijding wordt voor een groot deel veroorzaakt door de afvoer van verontreinigde bermgrond van depot Kats € 270.000,-. Dit betreft een incidentele uitgave die eerder in de bestuursmonitor is toegelicht. Daarnaast zijn er extra bermverstevigingen aangebracht langs de Poppendamseweg en zijn er hogere kosten gemaakt voor grondonderzoeken. Dit was in totaal circa € 275.000,- hoger dan begroot wat deels wordt gecompenseerd door de lagere kosten bij onderhoud verhardingen. Ook was er een overschrijding van circa € 90.000,- bij het maaien van bermen als gevolg van een hogere indexering op het maaibestek dan voorzien bij de begroting.
  • Onderhoud beplantingen (€ 180.000,- hoger)
    Deze overschrijding bestaat voor circa € 40.000,- uit kosten voor aanleg van beplanting als gevolg van schades. Deze kosten zijn doorberekend aan de veroorzakers en verantwoord bij de opbrengsten. Daarnaast is er als gevolg van de ontwikkelingen omtrent de gedragscode in een aantal werkgebieden vooruitgewerkt waardoor onderhoudswerkzaamheden in 2024 zijn uitgevoerd die op de planning stonden voor het 1e en 2e kwartaal van 2025. Dit veroorzaakte een overschrijding van in totaal circa € 140.000,-.
  • Onderhoud wegmeubilair (€ 100.000,- hoger)
    De kosten voor onderhoud van wegmeubilair zijn in 2024 hoger dan begroot door € 50.000,- hogere kosten van de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NbD) en € 50.000,- voor onderhoud en vervanging van wegmeubilair in de werkgebieden.

Daarnaast zijn er ook enkele posten die lager uitvallen dan begroot: 

  • Onderhoud verhardingen (€ 746.000,- lager) 
    De lagere bestedingen op dit budget zijn grotendeels het gevolg van uitgestelde werken (€ 524.000). Een bedrag van € 258.000,- is als uitgesteld werk opgevoerd voor asfaltreparaties die als gevolg van de weersomstandigheden in het najaar van 2024 niet meer kon worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn verschoven naar 2025. Daarnaast is er € 266.000,- opgevoerd als uitgesteld werk voor het groot onderhoud van de Reigersbossestraat bij Axel. Dit geldt ook voor oppervlakbehandelingen op Walcheren en uitgestelde verhardingsonderzoeken. Ten slotte is circa € 220.000,- gebruikt als compensatie van de overschrijdingen bij onderhoud bermen.
  • Gladheidsbestrijding (€ 128.000,- lager)
    De kosten voor de gladheidsbestrijding zijn dit jaar iets lager dan begroot. De weersomstandigheden zijn hierbij altijd de bepalende factor. Er zijn in 2024 minder acties uitgevoerd dan gemiddeld.
  • Onderhoud kunstwerken (€ 110.000,- lager)
    Er zijn in 2024 diverse duikers en bruggen vervangen zoals de fietsbrug bij de Provincialeweg te Sluis en een brug aan de Golsteinseweg te Middelburg. Door gebrek aan capaciteit is er minder onderhoud uitgevoerd dan gepland en konden we minder inspecties laten uitvoeren. Dit personele knelpunt is begin 2025 structureel opgelost.
  • Beheersinstrumenten wegen (€ 45.000,- lager)
    Voor 2024 stond het opstellen van een beheerplan op de planning, deze werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2025
  • Onderhoud markeringen (€ 40.000,- lager)
  • Verkeersveiligheid (€ 145.000,- lager)
    De kosten voor de verkeersveiligheidsmaatregelen zijn in 2024 meegenomen in de bestekken voor groot onderhoud van verhardingen en bermen. De kosten van deze maatregelen zijn daar ook verantwoord. De lagere besteding bij verkeersveiligheid wordt dan ook gebruikt als compensatie van de overschrijding bij bermen.

Bestemmingsreserve Impuls Verkeersveiligheid:
In 2024 is door het bestuur een extra budget van € 4,5 miljoen beschikbaar gesteld in de vorm van een bestemmingsreserve om de verkeersveiligheid een impuls te geven gedurende de bestuursperiode 2024-2027. Via een begrotingswijziging was in 2024 een eerste deel van € 1.719.000,- uit deze bestemmingsreserve toegevoegd aan de budgetten van het programma wegen. De onderstaande werkzaamheden zijn in 2024 gerealiseerd waarvoor een totaal van € 1.429.000,- uit de reserve wordt onttrokken. 

  • Het herstellen van scheurvorming aan de Vierdedijk/Oude St. Annalandseweg te St. Annaland  en herstel van een verzakking aan de Zwaaksedijk te Kwadendamme voor circa € 620.000,-
  • Asfaltreparaties, ruim 6.000 m2 voor in totaal circa € 300.000,-
  • Aanbrengen van circa 12 kilometer doorgroeistenen in bermen € 360.000,-
  • Extra verkeersveiligheidsmaatregelen (herinrichting van wegen)  € 150.000,-

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Externe opbrengsten

Per saldo is sprake van €719.000 hogere inkomsten dan begroot. Hieronder een toelichting op de belangrijkste verschillen

  • Opbrengsten uit het gemeentefonds € 517.000,- hoger
    De definitieve indexering vanuit de Wet Herverdeling Wegenbeheer is voor 2024 hoger dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met een voorlopige indexering van 3,8%. Het definitieve indexcijfer voor 2024 is in de septembercirculaire van het gemeentefonds vastgesteld op 7,2% waardoor de bijdrage € 517.000,- hoger wordt.
  • Gewenningsbijdragen overdracht lichtmasten € 169.000,- hoger
    In 2024 is met een aantal gemeenten een overeenkomst afgesloten voor overdracht van lichtmasten langs waterschaps- en/of gemeentewegen die nog in beheer en onderhoud waren bij de andere partij. Bij de overdracht van deze lichtmasten wordt een gewenningsbijdrage betaald of ontvangen voor het toekomstig beheer en onderhoud van deze lichtmasten. In 2024 is er € 169.000,- ontvangen als gewenningsbijdragen. Voor het toekomstig onderhoud van de lichtmasten zal in 2025 via een begrotingswijziging aan de AV gevraagd worden om een bestemmingsreserve Lichtmasten te vormen en de in 2024 ontvangen gewenningsbijdragen te storten in de bestemmingsreserve voor het toekomstig beheer en onderhoud van deze lichtmasten.
  • Overige opbrengsten uit schadevergoedingen en werken en diensten voor derden € 33.000,-
    Jaarlijks worden er opbrengsten verkregen door schadevergoedingen naar aanleiding van calamiteiten. Denk hierbij aan geld dat we ontvangen voor schade die door derden veroorzaakt worden aan onze lichtmasten, beplantingen en verontreiniging van wegen met bijvoorbeeld olie. Daar waar kan verhalen we de schade op de veroorzaker. Daarnaast worden er soms werkzaamheden uitgevoerd voor derden. De kosten voor bijvoorbeeld onderhoud, verharding en beplantingen worden in die gevallen doorberekend. Per saldo zijn deze opbrengsten in 2024 € 33.000,- hoger dan begroot.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Personeelskosten
  • Personeelskosten € 398.000,- hoger.
    De totale personeelslasten op dit programma vallen 8% hoger uit dan bij de begroting ingeschat. Er is vanwege vacatureruimte extra ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren, hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel. De belangrijkste verklaring voor de overschrijding van de personeelskosten betreft de organisatiebrede inspanningen en verplichtingen vanuit de participatie wetgeving (€ 180.000,-). Dit heeft geresulteerd in het te werk stellen van vier medewerkers bij de afdeling Wegen. Deze succesvolle start willen we (waar mogelijk) uitbreiden in 2025, al dan niet met andere Sociale Werkbedrijven in de provincie.  

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - 2.1.3 Programma Wegen - Rente en afschrijving
  • Rente- en afschrijvingskosten € 78.000,- lager.
    Een aantal investeringsprojecten waarvan verwacht werd dat deze eind 2023 financieel afgerond konden worden liepen nog door in 2024. Hierdoor is in 2024 nog niet afgeschreven op deze projecten waardoor de totale kosten voor afschrijvingen iets lager zijn dan begroot. Daarnaast is er een rentevoordeel vanuit schatkistbankieren gerealiseerd.

2.1.4 Programma Afvalwaterketen

Overzicht prestaties programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Overzicht prestaties programma Afvalwaterketen
Primaire taak Prestatie-indicator bestuursperiode 2024-2027 Realisatie rekening 2024
Schoon Water De installaties voor het zuiveren van afvalwater functioneren naar behoren. We zorgen ervoor dat de totale zuiveringsprestatie (het rendement waarmee nutriënten en stoffen worden verwijderd op de zuivering) minimaal 80% is. 82,4%
Schoon Water We voldoen aan de nalevingsverplichting zoals opgenomen in de lozingsvergunningen voor het lozen van gezuiverd afvalwater. We streven een nalevingsverplichting van 98% na. 95,3%
Schoon Water We hebben een goed functionerend transportsysteem voor het transporteren van afvalwater vanaf het overnamepunt tot aan de zuiveringen. Nooduitlaten door het technisch falen van het systeem mogen niet voorkomen. 4

Toelichting prestaties programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Toelichting prestaties programma Afvalwaterketen

De afvalwaterketen is in verandering. De context van afvalwaterketen is in de afgelopen jaren sterk veranderd door veranderende wet- en regelgeving, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zullen zich  de komende jaren voortzetten als gevolg van Europees en Nederlands beleid. Dit alles heeft geleid tot een toename van het takenpakket voor de medewerkers werkzaam in de afvalwaterketen, en zal leiden tot verdere toename in de komende jaren. Voorbeelden hiervan zijn onderhoud aan andersoortige en complexere installaties, toename in objecten, meer omgevingsgericht werken en ad hoc werkzaamheden zoals PFAS- en Covid-bemonsteringen.

De haalbaarheid van de prestaties van afvalwaterketen staat als gevolg van deze ontwikkelingen onder druk. Hiervoor zijn plannen opgesteld om de afdeling toekomstbestendig te maken: hierin wordt aangegeven waaraan gewerkt moet worden om te voldoen aan de prestatie-eisen en de risico's te verlagen. 

De rollen en verantwoordelijkheden vanuit de afdelingen afvalwaterketen en projecten bij investeringsprojecten worden verder uitgewerkt. Het tijdig realiseren van renovatie- en nieuwbouwprojecten is belangrijk vanwege de impact die dit heeft op het uitvoeren van de beheers- en onderhoudswerkzaamheden aan deze assets. Gerealiseerde projecten hebben namelijk direct effect op de staat van de assets.

Om de ambities en prestaties van onze zuiveringstaken zoveel als mogelijk te kunnen realiseren vindt inhuur van personeel plaats . De procesoperators worden hierdoor ontlast. Op die manier worden in ieder geval de wettelijke zuiveringstaken uitgevoerd. Het onderhoud aan de gemalen van de gemeente Middelburg, in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, vindt plaats door inhuur van capaciteit. Deze kosten worden in het geheel doorbelast naar de gemeente Middelburg. 
Met name uit het afgelopen jaar blijkt dat binnen afvalwaterketen in de toekomst rekening gehouden moet worden met: schaarste van grondstoffen, levertijden van materialen, inflatie, stijging van loonkosten en prijzen (bijvoorbeeld chemicaliën), capaciteitsproblemen en toekomstige ontwikkelingen als gevolg van veranderende wet- en regelgeving zoals richtlijn stedelijk afvalwater.

De zuiveringsprestatie is een jaardoelstelling van 80% en is een samengestelde prestatie-indicator van rendementen voor chemisch zuurstofverbruik, fosfaat en stikstof over het gehele gebied. De in 2024 gerapporteerde zuiveringsprestatie is 82,4% en daarmee is de jaardoelstelling behaald. 

Het nalevingsverplichting heeft betrekking op de lozingsvergunningen van alle rwzi's. Hierbij vindt een toetsing plaatsvindt op de normen van de vergunningen voor de parameters chemisch zuurstof en biologisch zuurstofverbruik, stikstof, fosfaat en onopgeloste bestanddelen. Elke overschrijding van één van deze parameters van de lozingsvergunningen wordt meegenomen in de berekening van deze prestatie-indicator. Een overtreding van de vergunning per individuele parameters vindt plaats als het voortschrijdend gemiddelde over 365 dagen boven de norm ligt. Dat betekent dat een slecht resultaat van een jaar geleden mee telt in deze berekening. Op de rwzi Retranchement is het voortschrijdend gemiddelde van het fosfaatgehalte 4 keer boven de norm van 2 mg/l uitgekomen. Dit door de verbouwing van  rwzi in 2023. Dit heeft geresulteerd in een nalevingspercentage van 99,5%. Op de rwzi Terneuzen wordt het voortschrijdend gemiddelde voor stikstof vaak overschreden. Met name de denitrificatie (het proces waarbij nitraat wordt omgezet in stikstofgas) verloopt daar minder goed omdat een bron voor makkelijk afbreekbaar organisch materiaal (C-bron: externe koolstofbron) niet voorhanden is. De dosering van de huidige C-bron geeft niet voldoende resultaat.  Een alternatieve C-bron is niet direct voorhanden.  Hiermee komt het nalevingspercentage over 2024 uit op 95,3%. 

Bij het niet technisch functioneren van een rioolgemaal kan een nooduitlaat plaatsvinden. Een nooduitlaat kan negatieve effecten hebben op het oppervlaktewater. De frequentie van elke individuele nooduitlaat wordt geregistreerd. Het inwerking treden van een nooduitlaat is een start van het uitvoeren van een storingsanalyse. De storingsanalyse wordt uitgevoerd om de oorzaak in beeld te brengen indien deze niet duidelijk is. Een storingsanalyse kan aanleiding zijn om modificaties uit te voeren om een dergelijke voorval in de toekomst te voorkomen. Er zijn in 2024 in totaal 4 nooduitlaten inwerking getreden, te weten:
-Rioolgemaal Aagtekerke opvoerkelder; Tijdens regenweer zijn reparatiewerkzaamheden aan de vijzel uitgevoerd. Hierdoor is gedurende een korte periode van circa 8 minuten verdund afvalwater geloosd. 
-Rioolgemaal Spui, Pootersdijk (2 keer); De pompen zijn uitgevallen door de automatische blokkering en gedurende een korte periode van circa 8 minuten is onverdund afvalwater geloosd. Door de korte duur is het effect op oppervlaktewater beperkt gebleven. Een paar dagen later zijn de pompen wederom uitgevallen. Ook hier gaat het om een kortstondige lozing. Echter omdat deze lozing tijdens regenweeraanvoer plaatsvond is verdund afvalwater geloosd. 
-Rioolgemaal Middelburg, Elektraweg; De frequentieomvormer is uitgevallen en deze is vervangen. Hierdoor heeft er tijdelijk een lozing van onverdund afvalwater plaatsgevonden. 

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Exploitatie

De assets van de afvalwaterketen worden door de afdeling beheerd en onderhouden. Het beheer richt zich op het goed functioneren van de assets, zodanig dat wordt voldaan aan afspraken met gemeenten, vergunningseisen in het algemeen en lozingseisen specifiek voor de rwzi’s. De operators voeren dit beheer aan rioolgemalen en rwzi’s uit conform werkprocessen en –instructies. Vanwege de complexiteit van het beheer van de rwzi’s hanteren we de ‘richtlijn monsternames en analyses’, waarin afgesproken bandbreedtes zijn opgenomen van bepaalde sturingsparameters om het zuiveringsproces zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Bij extreme omstandigheden, zoals lange periodes van droog weer of lange periodes van regenwateraanvoer, kan het voorkomen dat de rwzi’s niet kunnen voldoen aan de lozingsnormen (zie prestatie indicatoren). 
Naast het beheer van de assets is het uitvoeren van eerste lijnonderhoud door de operators nodig om de installaties te laten functioneren. Het oplossen van storingen behoort ook bij het eerste lijnsonderhoud. Hierbij gaat het onder andere om het voorkomen en verhelpen van verstoppingen van pompen, schoonmaakacties van de rioolgemalen, controle op de werking van de rioolgemalen en het volgen van trends ter beoordeling van de algemene werking ervan. Vanwege het groot aantal installaties (rioolgemalen en persleidingen) is dit een behoorlijke opgave. Voor de rwzi’s geldt een vergelijkbare inzet van de operators, omdat het binnen een rwzi gaat om een groot aantal bedrijfsmiddelen. Naast het eerste lijnsonderhoud is het volgen en bijstellen van procesparameters, om de rwzi’s optimaal te laten functioneren, een taak van de operators. De storingen richten zich dan niet alleen op het functioneren van de assets, maar ook op het goed verlopen van de zuiveringsprocessen. Hiervoor voeren ze dan ook dagelijks analyses uit. Ze stellen de processen bij indien een verstoring dreigt of indien een verstoring reeds heeft plaatsgevonden. Verstoringen kunnen worden veroorzaakt door gewijzigde omstandigheden, zoals het functioneren van een bedrijfsmiddel, de belasting van de rwzi zowel door regenweeraanvoer als de biologische belasting of een andere samenstelling van het influent (toxiciteit). 
Het tweede lijnsonderhoud wordt uitgevoerd vanuit de centrale werkplaats in Eindewege. Veel van dit tweede lijnsonderhoud wordt als preventief onderhoud uitgevoerd, dat enerzijds is gericht op inspectie van de installaties en anderzijds op het preventief vervangen van onderdelen. Vanuit de inspecties worden bijkomende onderhoudsacties uitgevoerd. Het overige deel van het tweede  lijnsonderhoud bestaat uit correctief onderhoud. Er wordt pas ingegrepen nadat een bedrijfsmiddel niet functioneert. 
De jaarlijkse inspecties van alle civiel-, elektrotechnische en werktuigbouwkundige onderdelen van de verschillende assets bepalen samen de staat van onderhoud. Deze staat van onderhoud is een belangrijk onderdeel van het proces om te komen tot het prioriteren van grootschalige renovatie projecten. Naast de staat van onderhoud wordt in de prioritering van deze projecten ook de functionaliteit meegewogen. Hierbij gaat het dan om capaciteitstoenames of het niet goed functioneren van een installatie, zoals de frequentie van storingen, incidenten, nadere eisen van het bevoegd gezag, energiebesparende maatregelen of procesoptimalisaties om een efficiencyslag te maken. Deze jaarlijkse prioritering is nodig omdat de budgetten en personele inzet beperkt zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met de minimaal benodigde renovatieprojecten om steeds de assets op orde te houden. De laatste jaren hebben echter een groot aantal projecten geen doorgang gekregen, omdat de capaciteit van zowel projectleiders als medewerkers van de afdeling afvalwaterketen, zoals planvormers, elektrotechnici, werktuigbouwkundigen, industrieel automatiseerders en operators, de beperkende factor was. In 2023 zijn we gestart met een inhaalslag en is voortgezet in 2024 en zal in 2025 verder plaatsvinden. Dit laatste legt een groot tijdsbeslag op de medewerkers van de afvalwaterketen en geeft spanning op de planning en uitvoering van de werkzaamheden waarvoor de afdeling afvalwaterketen aan de lat staat. 
Doordat 2024 (921 mm neerslag) in vergelijking met voorgaande jaren weer (2023: 934 mm neerslag) een zeer nat jaar is geweest ten opzichte van een gemiddelde aanvoer (hydraulische belasting) van ca. 800 mm neerslag per jaar is de totaal aangevoerde hoeveelheid licht gedaald met 2,4%. Ook de biologische belasting van de rwzi’s is gedaald (4,7%) met een totale vervuilingswaarde van 484.426 i.e. (1 i.e. is de vervuilingswaarde van 1 persoon per dag). Deze daling kan mogelijk worden verklaard doordat er gemiddelde meer op een regendag is bemonsterd. 

De netto kosten van het programma Afvalwaterketen onderschrijden de herziene begroting met € 1.482.000,- (4,6 %) onderverdeeld in € 1.264.000,- lagere lasten en 
€ 218.000,- hogere opbrengsten. Hieronder worden de afzonderlijke kosten- en opbrengstsoorten toegelicht.

Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten 13.725 14.922 14.130
Personeelskosten 6.397 6.988 6.737
Rente en afschrijving 10.336 10.125 9.904
Totaal lasten; 30.458 32.035 30.771
Baten;
Externe opbrengsten -1.421 -1.106 -1.324
Totaal baten; -1.421 -1.106 -1.324
Inzet reserves;
Toevoeging reserves 718 1.767 1.767
Onttrekking reserves -125 -756 -756
Totaal reserves; 593 1.011 1.011
Netto kosten programma Afvalwaterketen 29.630 31.940 30.458

Externe kosten

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Externe kosten

Het grootste deel van de externe kosten omvat het beheer en onderhoud van de transportstelsels, rioolgemalen, rioolwaterzuiveringsinstallaties en slibverwerkingsinstallaties. De andere component betreft het transporteren en verwerken van slib en overige restproducten. Een relatief gering deel van de kosten wordt gebruikt voor onderzoek en advisering gerelateerd aan beleidsontwikkeling. Middels begrotingswijzigingen is gedurende het jaar per saldo € 557.000,-  aan de primaire begroting toegevoegd, waarmee de begroting externe kosten inclusief wijzigingen op € 14,92 miljoen uitkomt. De werkelijke externe kosten onderschrijden de gewijzigde begroting met € 793.000,-. Er is voor € 130.000 ,- aan uitgesteld werk uit december 2024 opgenomen wat is doorgeschoven naar 2025. De onderbesteding op de externe kosten komt hiermee op € 663.000,-.

De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting inclusief wijzigingen worden hieronder toegelicht:

Afzet Slib € 298.000,- hoger dan begroot
De kosten voor afzet slib bij SNB  zijn hoger door grotere hoeveelheid slib die is verwerkt (deels door aanvoer van extern slib). Het verschil komt vooral door hogere doorberekende kosten SNB (conform de 3e kwartaalrapportage SNB) dan begroot. 

Elektriciteit € 254.000,- lager dan begroot
De lagere energiekosten zijn onderverdeeld in lagere elektriciteitskosten transportstelsels ad € 132.000,- en € 121.000,- voor de zuiveringen. In de begroting 2024 is uitgegaan van forsere prijsstijgingen netwerkkosten en energiebelasting. 

Onderhoud transportstelsels € 212.000,- lager dan begroot
Door het vertrek van twee werkvoorbereiders (uitvoering multidisciplinair onderhoud),  is  voor € 112.000,- minder werk in uitvoering  genomen dan geraamd. Hiervan is € 22.000,- als uitgesteld werk naar 2025 verschoven. Daarnaast zijn minder kosten gemaakt voor de samenwerking met gemeente Middelburg. Er is voor circa € 20.000,- minder voor storingen en vervangingen van pompen uitgegeven.
Het mechanisch/elektrisch onderhoud is €28.000,- lager dan begroot uitgevallen omdat de kosten van diverse werkzaamheden lager zijn uitgevallen dan begroot.  Voor civiel/bouwkundig onderhoud is €52.000,- minder besteed doordat de kosten voor relinen lager uitvielen dan begroot.  

Onderhoud zuiveringen/slibverwerkingsinstallaties € 185.000,- lager dan begroot
Door het vertrek van twee werkvoorbereiders is fors minder werk in uitvoering  genomen dan geraamd: een onderschrijding van € 391.000,-. Hiervan is € 90.000,- als uitgesteld werk opgenomen. Daarentegen zijn de kosten voor Individuele Behandeling Afvalwater (IBA)-inrichtingen €136.000,- hoger dan begroot. Door de vele storingen in besturingen van de installaties zijn de kosten fors hoger. Bij het opstellen van de begroting 2024 is aangegeven dat er voor vervanging extra budget nodig is.
Daarnaast zijn een aantal defecte installatieonderdelen zoals voortstuwers, onderlagers en een centrifuge vervangen welke per saldo hebben geleid tot hogere onderhoudskosten mechanisch/elektrisch van € 70.000,- op de zuiveringsinstallaties en slibontwatering dan was voorzien .

€ 180.000,- lagere belastingen dan begroot
De voorlopige heffing  op rijkswateren regio Zuid 2024 is fors lager. Op basis van betere zuivering zijn een lagere aantal te betalen eenheden aangevraagd en toegekend vanaf 2025. 

Beleidsontwikkeling € 161.000,- lager dan begroot
Veel geplande adviesdiensten in 2024 zijn vertraagd opgepakt. Deze zijn wel gestart in 2024 en  worden in 2025 afgerond.  Een deel hiervan betreft bodembeschermingsrapporten voor de rwzi's. Deze rapporten zijn uitgesteld in verband met landelijke afstemming tussen de waterschappen. Daarnaast is het onderzoek naar optimalisatie van de rwzi Breskens (Nereda) nog niet afgerond. Ook de Optimalisatie Afvalwaterketen Studie Kloosterzande, waar afstemming plaatsvindt tussen de gemeente (inzamelingstaak) en het waterschap (zuiveringstaak), is nog niet afgerond. De adviesdiensten voor het in beeld brengen van de wettelijke verplichtingen van chemicaliën opslagtanks is nog niet afgerond. Er is € 18.000,-  uitgesteld werk voorgesteld naar 2025 te verschuiven.

Chemicaliën € 106.000,- lager dan begroot
Voor chemicaliën zijn voor zowel zuiveringen als slibontwateringen nieuwe contracten afgesloten. Voor enkele soorten werd de prijs lager terwijl deze voor andere producten juist hoger werd. Hierdoor werden de beheerskosten in de ene regio overschreden terwijl er in de andere regio juist een onderschrijding was te zien.

Diverse kleinere verschillen, gesaldeerd € 8.000,- zijn hoger dan begroot.

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten die in de begroting zijn opgenomen, zijn bijdragen en vergoedingen in het kader van samenwerking in de afvalwaterketen en/of werkzaamheden voor derden. De totale externe opbrengsten vallen € 218.000,- hoger uit ten opzichte van de primaire/gewijzigde begroting 2024. 

  • Door de hogere afzet slib van externe partijen (€ 99.000,-) zijn de opbrengsten hoger. De werkelijke opbrengsten zijn nagenoeg conform de bestuursmonitor november.
  • Hogere doorrekening energie MBR € 117.000,- als gevolg van meer verbruik in 2024 .
  • Per saldo diverse kleinere verschillen, gesaldeerd € 2.000,-. 

Personeelskosten

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Personeelskosten

De personeelslasten 2024 resulteren in een voordelig resultaat van € 251.000,-. De extra inhuur om  de investeringsprojecten te realiseren en voor te bereiden is gecompenseerd door het niet ingevuld krijgen van de openstaande vacatures en niet verkrijgen van inhuur. Dit door de krapte op de arbeidsmarkt.

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - 2.1.4 Programma Afvalwaterketen - Rente en afschrijving

De kosten voor rente en afschrijving vallen in 2024 € 221.000,- lager uit dan begroot door een nog hoger rentevoordeel.  Dit nadat in najaar 2024 door een begrotingswijziging € 1.663.000,- door gunstige resultaten schatkistbankieren (€ 1.198.000,-) en lagere afschrijvingen (€  465.000,-) ten gunste van de reserves is gekomen. 

2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie

Overzicht prestaties programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - 2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie - Overzicht prestaties programma Bestuur en Organisatie
Primaire taak Prestatie-indicator bestuursperiode 2024-2027 Realisatie rekening 2024
Bedrijfsvoering Van de aangevraagde vergunningen wordt tenminste 95% binnen vastgestelde termijn behandeld. 83%
Bedrijfsvoering Het waterschap voldoet in 2027 voor 90% aan de Baseline informatiebeveiliging overheid. op schema
Bedrijfsvoering De streefwaarde van het weerstandsvermogen is niveau B (1,4 - 2,0). 4,8

Toelichting prestaties programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - 2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie - Toelichting prestaties programma Bestuur en Organisatie

Algemeen

In 2024 vond de werving en selectie voor ruim 100 vacatures plaats, waarvan circa 3/4e intern of extern succesvol werd ingevuld. De nieuwe medewerkers zijn welkom geheten en wegwijs gemaakt in de organisatie. Diverse software en hardware is in 2024 vernieuwd om te voldoen aan de actuele standaarden voor informatievoorziening en informatieveiligheid. De implementatie van een nieuw personeelsmanagementsysteem is voorbereid en aan de eerste tranche met vereisten vanuit de Wet Open Overheid is op tijd voldaan. Vrijwel alle facturen werden op tijd betaald en bezwaren op tijd afgehandeld. De leden van de rekenkamer zijn benoemd en eerste onderzoeken zijn in 2024 voorbereid / gestart. De interne controlefunctie is versterkt om over het boekjaar 2025 een eigen rechtmatigheidsverantwoording te kunnen afgeven. De Omgevingswet werd in 2024 van kracht en is als zodanig toegepast, hoewel er ook in 2024 aandacht bleef uitgaan naar een goede implementatie. Tot slot was Scheldestromen vaak zichtbaar in de media en op sociale media met grote projecten en een publieksbijeenkomst bereikte een breed publiek. 

Prestatie-indicatoren

Het waterschap voldoet in 2027 voor 90% aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid.

In 2024 is de strategische koers op het gebied van informatiebeveiliging verder vastgelegd en uitgevoerd, wat belangrijk is voor het voldoen aan de landelijke baseline. Voorbeelden van uitgevoerde maatregelen zijn  de uitrol van extra beveiliging op telefoons en servers en het verder optimaliseren van het proces omtrent beveiligingsmeldingen en -incidenten. Op de kantoor- en procesautomatisering zijn testen uitgevoerd om mogelijke kwetsbaarheden in het netwerk in beeld te brengen en vervolgens op te lossen. Voor de afvalwaterketen zijn de plannen verder uitgewerkt met een focus op 'ketengerichte objectclassificatie', wat kortweg inhoudt dat risico's worden bepaald door te kijken naar de rol die een systeem of object heeft in de totale procesvoering.

Van de aangevraagde vergunningen wordt tenminste 95% binnen de vastgestelde termijn behandeld. 

In 2024 is 83% van de aangevraagde vergunningen binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Dat is minder dan het gestelde doel van 95%. Oorzaak hiervan is onder andere het werken onder de nieuwe Omgevingswet, waarbij in het begin van het jaar in het Landelijke Omgevingsloket niet alle benodigde informatie binnenkwam. Het vergde extra tijd de benodigde informatie bij de aanvrager te verkrijgen. Een andere oorzaak is het personeelsverloop en ziekte van medewerkers. In 2024 zijn diverse vacatures ingevuld.

De streefwaarde van het weerstandsvermogen is niveau B (1,4 - 2,0).

We streven op basis van de in de algemene vergadering van 4 april 2024 vastgestelde "nota Weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen" naar een weerstandsvermogen dat ruim voldoende is (waardering B). Dat betekent dat we genoeg algemene reserves hebben om risico’s te kunnen opvangen. Eind 2024 is er sprake van een “A” waardering (Uitstekend). Dit betekent dat er sprake is van een surplus aan weerstandsvermogen, dit surplus kan, conform de vastgesteld nota worden ingezet bij de begroting en meerjarenraming. Bij de begroting 2025 en meerjarenraming is hiermee ook rekening gehouden waardoor er op termijn sprake zal zijn van een ratio "B".

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten 17.035 19.905 20.673
Personeelskosten 17.700 20.894 19.889
Rente en afschrijving 3.008 2.699 2.632
Totaal lasten; 37743 43498 43194
Baten;
Externe opbrengsten -4.038 -3.986 -4.960
Totaal baten; -4038 -3986 -4960
Inzet reserves;
Toevoeging reserves 487 474 474
Onttrekking reserves -446 -2.236 -1.930
Totaal reserves; 41 -1.762 -1.456
Netto kosten programma Bestuur en Organisatie 33.746 37.750 36.778

Externe kosten

Terug naar navigatie - 2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie - Externe kosten

De externe kosten binnen het programma bestuur en organisatie betreffen onder andere de kosten voor tractie (tractoren, kranen, vrachtwagen en toebehoren), wagenpark, gebouwen, personeel en organisatie, juridische zaken, bestuur, communicatie, arbo, financiële administratie, ict en facilitair. 

Middels een begrotingswijziging is gedurende het jaar per saldo € 1.213.000,- aan de primaire begroting toegevoegd waarmee de begroting inclusief wijzigingen op € 19.905.000,- komt. De werkelijke externe kosten zijn op totaalniveau € 768.000,- hoger dan begroot. Een niet-beïnvloedbare toevoeging aan voorzieningen voor pensioenen van het bestuur verklaart het grootste deel van de afwijking (€ 717.000,-). 

De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting inclusief wijzigingen worden hieronder toegelicht:

  • Bestuur: € 717.000,- hoger.  Dit wordt met name verklaart door de pensioenen van het bestuur die zijn overgegaan naar een andere pensioenbeheerder. Conform de door de beheerder gehanteerde berekeningsmethode is er een extra toevoeging aan de voorziening gedaan.
  • Facilitaire dienst € 408.000,- hoger. De hogere kosten zijn met name toe te schrijven aan het wagenpark. De brandstofkosten waren aanzienlijk hoger door accijnsverhogingen en een hogere brandstofprijs als gevolg van geopolitieke spanningen en verstoringen in wereldwijde olieproductie. Ook stegen de leaseprijzen, belastingen omtrent BPM en CO2 en was er een toename van verbruik bij brandstof en laden van voertuigen. De toename van het verbruik lijkt met name te verklaren door groei van het personeelsbestand. De onderhoudskosten aan het wagenpark stegen meer dan verwacht door hogere uurtarieven, materiaalprijzen en technische problemen aan voertuigen.
  • Informatisering en gegevensbeheer € 328.000,- hoger: Circa helft van de overschrijding wordt verklaard doordat diverse licentiekosten in afwijking op de begroting nu op dit budget worden verantwoord, op andere posten leidt dit tot een voordeel. Door de toename van het aantal medewerkers zijn de kosten voor softwarelicenties gestegen. Daarnaast blijken de implementatiekosten voor nieuwe (versies van) software te laag ingeschat. Wel zijn voor geografische informatie minder kosten gemaakt, omdat minder landmeetkundige opdrachten ten laste van de exploitatie zijn uitgevoerd (opdrachten ten behoeve van een investering komen ten laste van het investeringskrediet).
  • Personeel en organisatie € 273.000,- lager:  De beoogde activiteiten rondom het onderzoek naar het werkgeversmerk en de bijbehorende arbeidsmarktstrategie en -communicatie hebben niet in 2024 plaats kunnen vinden en zijn doorgeschoven naar 2025. Reden hiervoor is dat gezien het aantal vacatures in 2024 (>100) de capaciteit zoveel mogelijk is ingezet op werving en selectie. Het waarderen, werven en selecteren van een aantal functies ten behoeve van het HWBP is eveneens doorgeschoven naar 2025. Licentiekosten voor het personeelssysteem worden voortaan onder informatisering verantwoord. Er zijn ook kostenstijgingen: Ten opzichte van de realisatie reis- en verblijfkosten in 2023 is de begroting voor 2024 te voorzichtig opgesteld. Er worden meer reisbewegingen gemaakt voor studie- en informatiebijeenkomsten. Dit hangt onder meer samen met het groeiende personeelsbestand.
  • Automatisering € 216.000,- lager:  Door aanschaf van nieuwe apparatuur uit het daarvoor begrote investeringsbudget hoefde in de exploitatie minder uitgegeven te worden aan vervanging en onderhoud van apparatuur. Doordat medewerkers gedeeltelijk thuis mogen werken en veel gebruik maken van hun eigen wifi vallen de kosten voor telefonie en data lager uit dan verwacht. 
  • Kosten in relatie tot belastingheffing €188.000 hoger: De bijdrage aan Sabewa was in 2024 hoger dan voorzien. De extra bijdrage is beperkt gebleven dankzij  de bestemming van het positieve jaarresultaat 2023 van Sabewa.
  • Bestuursondersteuning € 145.000,- lager: kosten voor de bestuurlijke vergadersoftware worden anders dan begroot verantwoord onder informatisering. Verder zijn er lagere kosten voor externe ondersteuning ten behoeve van de interne controle, onder meer omdat de eigen interne controlefunctie in 2024 verder op orde is gebracht. 
  • Kwaliteitszorg en Arbo € 82.000,- lager:  Kosten voor benodigde arbo-aanpassingen aan rioolgemalen zijn lager uitgevallen. De implementatie van een app voor veilig alleen werken is doorgeschoven naar 2025. Vanuit doelmatigheidsoverwegingen zijn externe kosten voor de implementatie van procesgericht werken komen te vervallen en is minder gebruik gemaakt van adviesdiensten.
  • Financiën  / Comptabiliteit € 69.000,- hoger: Door de accountant zijn er tijdens de jaarrekeningcontrole 2023 diverse aanvullende onderzoeken uitgevoerd in het kader van de rechtmatigheid. Hierdoor zijn er meer uren gemaakt. Op het gebied van functioneel beheer voor de planning en control applicatie is aan de leverancier om ondersteuning gevraagd. 
  • Juridische zaken (incl. grond- en eigendommenbeheer) € 67.000,- lager: Een aantal rechtszaken waarvan werd verwacht dat deze in 2024 werden afgerond lopen door in 2025. Ook zijn te betalen belastingen voor het grond- en eigendommenbeheer lager uitgevallen dan verwacht. Deels staan hier ook hogere kosten tegenover: De advieskosten ten behoeve van een langlopend erfpachtdossier zijn hoger uitgevallen dan begroot.  Ook zijn taxaties van gebouwen uitgevoerd voor de brandverzekering, wat niet was begroot.
  • Bestuurlijke handhaving € 67.000,- lager: De kosten voor monsternames zijn fors minder dan begroot. Dit komt doordat er minder analyses zijn uitgevoerd dan verwacht. Een begrote audit voor de Wet Politiegegevens (WPG) bleek niet nodig doordat een her-audit van 2023 voldeed aan de verplichtingen.
  • Inkoopcoördinatie € 56.000,- lager: uitgaven voor de implementatie van contractmanagement zijn vanwege een te kort aan capaciteit (onder andere door het pas begin 2025 invullen van de vacature adviseur contractmanagement) doorgeschoven naar 2025.
  • Engineering € 41.000,- lager: Er zijn aanzienlijk minder kosten voor voorbereiding en toezicht van werken ten laste van de exploitatie gekomen.
  • Tractie buitendienst: €35.000,- hoger. Onderhoudskosten van de vrachtwagen waren hoger dan voorzien vanwege de vertraging in levering van de nieuwe vrachtwagen. Daarnaast waren er allerlei kleinere afwijkingen op de kosten van machines en toebehoren.
  • Communicatie en educatie: nihil verschil, maar wel een verschuiving van kosten van educatie (minder aanvragen van scholen) naar externe communicatie (met o.a. de  publieksbijeenkomst van 7 oktober en meer communicatie t.b.v. de dijkversterkingen)

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.5 Programma Bestuur en Organisatie - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten die in de begroting zijn opgenomen bestaan voornamelijk uit verhuur van kantoorruimte, dienstverlening aan huurders, jacht- pacht- en visrecht, verkoop van gronden, verkoop van verouderde ICT-middelen, subsidies van het Rijk en vergoeding voor geleverde diensten aan derden.


De externe opbrengsten vallen € 974.000,- hoger uit dan begroot

Hieronder een toelichting op de verschillen:

  • Hoofdkantoren € 441.000,- hoger: De verlenging van enkele aflopende huurcontracten in kantoor Terneuzen was niet voorzien en leidt daardoor tot een voordeel dat tenminste nog in een deel van 2025 doorloopt. De opbrengst uit een ander huur- en dienstverleningscontract waarvan verlenging wel was voorzien maar in gewijzigde vorm, blijkt achteraf te voorzichtig zijn ingeschat. In kantoor Middelburg zijn extra werkplekken verhuurd aan een nieuwe huurder.
  • Aan- en verkoop van onroerende zaken € 247.000,- hoger:  Dit betreft hogere opbrengsten door het eerder dan verwacht passeren van een kavelruil.
  • Jacht-, pacht- en visrecht € 99.000,- hoger: Meer opbrengsten door omzetten van een aantal pachtovereenkomsten naar huur en een aantal nieuwe erfpachtovereenkomsten die niet met voldoende zekerheid te begroten waren.
  • Automatisering € 60.000,- hoger: De dienstverlening aan (nieuwe) huurders bracht meer op dan vooraf mocht worden aangenomen. Daarnaast zijn er hogere opbrengsten door de verkoop van verouderde iPads en iPhones.
  • Juridische ondersteuning € 44.000,- hoger: Onder meer als gevolg van de ontvangen subsidies in het kader van de Wet open overheid (Woo) en het verhalen van de kosten voor de inzet van juridische ondersteuning bij een schadevaring. Voor Hydrografie is er door de inzet van de peilboot bij de schadevaring een hogere opbrengst van € 29.000,-.

Per saldo leveren de externe kosten en -opbrengsten van het programma Bestuur & Organisatie een voordeel op van € 206.000,- ten opzichte van de begroting (incl begrotingswijzigingen).

2.1.6 Belastingen en algemene opbrengsten

Exploitatie

Terug naar navigatie - 2.1.6 Belastingen en algemene opbrengsten - Exploitatie

De "Belastingen en algemene opbrengsten" zal vanaf  2025 "dekkingsmiddelen" gaan heten. Hierop zijn o.a. de belastingopbrengsten, dividendopbrengsten, retributies en leges verantwoord.

Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2023 Begroting 2024, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2024
Lasten;
Externe kosten -23 0 -22
Totaal lasten; -23 0 -22
Baten;
Externe opbrengsten -798 -630 -651
Dividendopbrengst -4.604 -4.600 -4.604
Belastingopbrengst (inclusief oninbaar en kwijtschelding) -115.808 -121.265 -125.150
Totaal baten; -121.210 -126.495 -130.405
Netto kosten programma belasting- en algemene opbrengsten -121.233 -126.495 -130.427

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - 2.1.6 Belastingen en algemene opbrengsten - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten hebben betrekking op leges en retributies. De werkelijke opbrengsten vallen € 21.000,- hoger uit dan begroot. 

Hieronder een toelichting op de verschillen:

  • leges: € 104.000,- hogere opbrengst. De te ontvangen leges zijn afhankelijk van het aantal vergunningen en van het soort vergunning dat wordt aangevraagd.
  • retributies: € 53.000,- lagere opbrengst. Dit betreft de retributies voor zoetwater, dit is afhankelijk van het gebruik.

2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen

Belastingopbrengst

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Belastingopbrengst

Hieronder zijn de totale belastingopbrengsten opgenomen, een hogere opbrengst ten opzichte van de begroting van ruim € 3,89 miljoen. De hogere opbrengst wordt voornamelijk veroorzaakt door de meeropbrengst zuiveringsheffingsheffing, watersysteemheffing gebouwd en de lagere kwijtscheldings- en oninbaar kosten. In het onderdeel 'Analyse resultaat belastingopbrengsten' worden de oorzaken toegelicht. De algemene vergadering is periodiek geïnformeerd over de belastingopbrengsten door middel van de bestuursmonitoren. In de laatste monitor was al sprake van een geprognosticeerde  meeropbrengst.

De bruto opbrengsten van de waterschapsbelasting zijn per categorie als volgt:
Bedragen x € 1.000,-
Waterschapsbelasting Begroting Jaarrekening verschil
Watersysteemheffing ingezetenen 24.601 24.929 328
Watersysteemheffing gebouwd 39.454 40.277 823
Watersysteemheffing ongebouwd 14.082 14.039 -43
Watersysteemheffing natuurterreinen 315 323 8
Zuiveringsheffing 44.335 46.320 1.985
Verontreinigingsheffing 814 819 5
Kwijtschelding / oninbaar -2.336 -1.557 779
Totaal 121.265 125.150 3.885
De opbrengsten (belastingjaar) zijn gebaseerd op onderstaande eenheden:
Belastingeenheden Begroting eenheden Jaarrekening eenheden
Woonruimten 173.000 174.467
WOZ-waarden in € 1 miljoen 74.879 75.905
Hectares ongebouwd 144.000 143.291
Hectares natuurterreinen 29.500 29.999
Vervuilingseenheden Zuiveringsheffing 564.000 573.610
Veruilingseenheden Verontreinigingsheffing 10.400 11.199

Analyse resultaat belastingopbrengsten

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Analyse resultaat belastingopbrengsten

Er is een meeropbrengst van belastingen gerealiseerd van € 3,885 miljoen. Al eerder werd aangegeven bij welke onderdelen er sprake is van de hogere opbrengst. Hieronder wordt aangegeven waardoor de meeropbrengst veroorzaakt word. 

  • Watersysteemheffing gebouwd valt hoger uit doordat objecten hoger getaxeerd zijn dan aanvankelijk ingeschat.
  • Zuiveringsheffing huishoudens valt hoger uit door een hoger aantal vervuilingseenheden dan begroot. Door een betere bestandskwaliteit zijn meer objecten in beeld. 
  • Zuiveringsheffing bedrijven valt hoger uit doordat de prognose is bijgesteld naar een hoger aantal vervuilingseenheden op basis van de werkelijke waterverbruiken over 2022 en 2023. Deze aantallen waren ten tijde van het opstellen van de begroting 2024 nog niet bekend . 
  • Kwijtschelding en oninbaar valt lager uit.  Het aantal kwijtscheldingen is lager dan geraamd. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren. Sabewa Zeeland heeft vanaf boekjaar 2024 de benodigde omvang van de voorziening dubieuze debiteuren aan de hand van een andere berekeningsmethodiek bepaald.  In voorgaande jaren werd de omvang van de voorziening vastgesteld door, afhankelijk van de ouderdom van de openstaande posten, een bepaald geschat percentage als oninbaar te beschouwen.  De huidige berekeningsmethodiek van Sabewa is gebaseerd op ervaringscijfers omtrent het betalingsgedrag van belastingdebiteuren.  De percentages oninbaar per jaar zijn hierdoor accurater. Als gevolg van deze schattingswijziging valt de benodigde omvang van de voorziening een stuk lager uit waardoor een vrijval van de voorziening heeft plaatsgevonden. De berekeningsmethodiek van Sabewa Zeeland is afgestemd met zowel de accountant van Sabewa Zeeland als de accountant van het waterschap.  
Ingezetenen Bedragen x € 1.000
meer opbrengst 2024 209
meer opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 72
hogere invorderingsopbrengsten 47
Totaal meer opbrengst Ingezetenen 328

Heffingseenheden

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Heffingseenheden

In de volgende tabel is de ontwikkeling van de heffingseenheden voor de watersysteemheffing van ingezetenen vanaf 2013 weergegeven.

Ingezetenen Begroot Werkelijk
jaar eenheden eenheden
2013 163.530 164.143
2014 163.530 165.131
2015 164.000 165.700
2016 165.500 166.275
2017 165.500 166.621
2018 166.000 167.606
2019 167.000 168.688
2020 168.000 169.366
2021 169.500 170.829
2022 171.000 172.315
2023 172.000 173.655
2024 173.000 174.467

Waardeontwikkeling Gebouwd

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Waardeontwikkeling Gebouwd

In de volgende tabel is de waarde ontwikkeling gebouwd weergegeven en de afwijking ten opzichte van de begrote waarde.                        

Bedragen x € 1 miljoen
Gebouwd Begroot Werkelijk Afwijking
jaar WOZ-waarde WOZ-waarde %
2013 47.660 47.264 -0,83%
2014 46.080 45.006 -2,33%
2015 45.617 48.551 6,43%
2016 46.061 46.364 0,66%
2017 46.361 46.591 0,50%
2018 47.866 48.465 1,25%
2019 50.257 50.895 1,27%
2020 53.046 53.586 1,02%
2021 55.530 56.853 2,38%
2022 60.651 61.714 1,75%
2023 70.179 70.211 0,05%
2024 74.879 75.905 1,37%

Heffingseenheden Ongebouwd en Natuur

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Heffingseenheden Ongebouwd en Natuur

In het volgende overzicht is de ontwikkeling van het aantal heffingseenheden ongebouwd en natuur weergegeven.               

Watersysteemheffing ongebouwd ha. Totaal belast ha. Ongebouwd Watersysteem natuur belast ha. Watersysteemhef. Totaal ha.
jaar vol tarief wegen totaal ongebouwd
2013 143.341 nvt 143.341 24.682 168.023
2014 134.062 9.726 143.788 153.514 25.002 168.790
2015 133.301 9.647 142.948 152.595 26.914 169.862
2016 132.781 9.709 142.490 152.199 28.152 170.642
2017 132.859 9.708 142.567 152.275 26.560 169.127
2018 134.042 8.174 142.216 150.390 27.699 169.915
2019 136.783 4.672 141.455 146.127 27.720 169.175
2020 136.613 4.667 141.280 145.947 28.229 169.509
2021 136.675 4.630 141.305 145.935 28.187 169.492
2022 136.030 4.563 140.593 145.156 28.633 169.226
2023 135.394 4.555 139.949 144.504 29.507 169.456
2024 133.923 4.684 138.607 143.291 29.999 168.606

Aantal vervuilingseenheden

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Aantal vervuilingseenheden

Voor de huishoudens zijn in 2024 4.610 vervuilingseenheden (ve’s) meer opgelegd dan begroot (begroot 425.000 ve's). Voor bedrijven zijn in 2024 5.000 ve's meer opgelegd dan begroot (139.000 ve's begroot).  Op basis van de ontwikkeling bij de meet- en contractbedrijven is als prognose voor 2024 144.000 ve's opgenomen. 

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het aantal ve's weergegeven voor zowel de zuiveringsheffing huishoudens als bedrijven.                        

Zuiverings heffing Huishoudens Bedrijven Totaal
jaar eenheden eenheden eenheden
2013 426.973 144.874 571.847
2014 415.780 141.090 556.870
2015 415.240 141.097 556.337
2016 415.318 138.650 553.968
2017 415.199 139.835 555.034
2018 416.566 147.648 564.214
2019 417.670 142.924 560.595
2020 418.338 131.778 550.116
2021 420.787 139.626 560.413
2022 424.951 137.619 562.570
2023 427.929 136.864 564.793
2024 429.610 144.000 573.610
2024 Begroot 425.000 139.000 564.000
Verschil 4.610 5.000 9.610
op basis prognose

Aantal vervuilingseenheden

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Aantal vervuilingseenheden

In de volgende tabel is de ontwikkeling van het aantal vervuilingseenheden (v.e.'s) weergegeven voor de zuiveringsheffing bedrijven, gespecificeerd naar de meetbedrijven (incl. contract en tabelbedrijven op basis van bemonstering) en de overige bedrijven (tabel op basis bijlage II klasse indeling en forfaitaire bedrijven).

jaar meetbedrijven * overige bedrijven totaal
2013 33.972 110.902 144.874
2014 32.340 108.750 141.090
2015 29.437 111.660 141.097
2016 27.569 111.080 138.650
2017 26.141 113.694 139.835
2018 30.594 117.054 147.648
2019 27.840 115.085 142.924
2020 26.152 105.626 131.778
2021 32.392 107.234 139.626
2022 30.642 106.977 137.619
2023 31.166 105.698 136.864
2024 23.735 120.265 144.000
* incl. contractbedrijf

Verleende Kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Verleende Kwijtscheldingen

In de volgende tabellen is vanaf het jaar 2011 een overzicht opgenomen over de werkelijk verleende kwijtscheldingen. In 2014 is het beleid en in 2017 is de leidraad kwijtschelding aangepast, zie voor verdere toelichting onderdeel Kwijtscheldingsbeleid van deze pargraaf. Vanaf 2019 heeft Sabewa Zeeland de behandeling van kwijtscheldingsverzoeken uitbesteed.               

Overzicht verleende kwijtschelding per boekjaar Bedragen x € 1,-
Verleende kwijtschelding
Ingezetenen Zuiveringsheffing Subtotaal Totaal
jaar dienstjaar voorgaand jaar dienstjaar voorgaand jaar dienstjaar voorgaand jaar jaar
2011 471.000 21.000 592.000 35.000 1.063.000 56.000 1.119.000
2012 500.000 13.000 630.000 24.000 1.130.000 37.000 1.167.000
2013 509.015 14.081 624.986 25.054 1.134.001 39.135 1.173.136
2014 484.455 25.107 589.304 34.534 1.073.759 59.641 1.133.400
2015 528.422 72.283 643.425 73.365 1.171.847 145.648 1.317.495
2016 611.657 63.483 650.002 133.686 1.261.659 197.169 1.458.828
2017 685.420 27.230 693.941 53.825 1.379.361 81.055 1.460.416
2018 546.651 34.460 516.010 42.140 1.062.661 76.600 1.139.261
2019 804.633 136.962 816.741 164.402 1.621.374 301.364 1.922.738
2020 805.022 28.138 806.171 36.020 1.611.192 64.158 1.675.350
2021 818.520 35.950 829.916 46.495 1.648.436 82.445 1.730.881
2022 850.000 34.572 850.000 46.667 1.700.000 81.239 1.781.239
2023 939.479 38.058 901.025 49.989 1.840.504 88.047 1.928.551
2024 956.265 51.351 943.735 65.064 1.900.000 116.415 2.016.415
Overzicht werkelijk verleende kwijtschelding in € en eenheden naar belastingjaar Bedragen x € 1,-
Werkelijk verleende kwijtschelding
Ingezetenen Zuiveringsheffing Totaal
jaar eenheden eenheden
2011 484.000 5.991 616.000 11.765 1.100.000
2012 514.081 6.363 655.054 12.329 1.169.135
2013 534.122 6.503 659.520 12.413 1.193.642
2014 556.738 6.778 662.669 12.231 1.219.407
2015 591.905 7.067 777.111 13.989 1.369.016
2016 638.887 6.772 703.827 12.631 1.342.714
2017 719.880 7.229 736.081 12.777 1.455.961
2018 683.613 6.497 680.412 11.679 1.364.025
2019 832.771 7.722 852.761 14.220 1.685.532
2020 840.972 7.493 852.666 13.673 1.693.637
2021 853.092 7.418 876.583 13.509 1.729.675
2022 888.058 7.230 899.989 13.270 1.788.047
2023 990.830 7.342 966.089 13.403 1.956.919
2024 956.265 6.753 943.735 12.056 1.900.000

Mutatie Voorziening Oninbaar

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Mutatie Voorziening Oninbaar
Bedragen x € 1,-
Voorziening oninbaar Belastingen Debiteuren-
Jaar afgeboekt toegevoegd Stand per 31-12 stand per 31-12
2011 302.298 150.425 457.634 1.416.865
2012 324.505 206.460 339.589 1.729.428
2013 198.483 345.728 486.834 2.147.403
2014 13.541 474.185 947.478 8.038.221
2015 20.849 275.025 1.201.654 5.559.489
2016 206.744 272.385 1.267.295 4.675.084
2017 175.978 232.289 1.323.606 4.727.939
2018 708.541 564.968 1.180.033 5.060.906
2019 384.511 727.934 1.523.456 4.415.397
2020 521.022 964.396 1.966.830 4.482.533
2021 285.838 357.825 2.038.817 5.262.431
2022 174.628 -97.694 1.766.495 4.579.753
2023 129.437 - 1.637.058 4.701.637
2024 478.167 - 1.158.891 5.188.857
Voorziening oninbaar Invorderingsopbrengsten Debiteuren-
Jaar afgeboekt toegevoegd Stand per 31-12 stand per 31-12
2022 - 446.563 446.563 890.339
2023 50.406 - 396.157 861.210
2024 91.398 61.400 366.158 840.619

In de tabel is te zien dat de benodigde omvang van de voorziening voor 2024 een stuk lager uitvalt dan het jaar daarvoor. Zoals al eerder aangegeven is de berekening van de  benodigde omvang van de voorziening vanaf boekjaar 2024 belegd bij Sabewa Zeeland aangezien Sabewa Zeeland beter inzicht heeft in het debiteurenbestand. De gehanteerde berekeningssystematiek voor het bepalen van de omvang van de voorziening is zowel met de accountant van Sabewa Zeeland afgestemd als met de accountant van het waterschap. 

meer-minder opbrengst

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - meer-minder opbrengst

Per saldo is per belastingsoort (inclusief kwijtschelding en oninbaar) de volgende meer- of minder opbrengst te zien. Dit resulteert in een hogere netto belastingopbrengst van € 3,89 miljoen.

Bedragen x € 1.000
Belastingsoort Meer-/minder opbrengst
Ingezetenen 328 hogere opbrengst
Gebouwd 823 hogere opbrengst
Ongebouwd -43 lagere opbrengst
Natuur 8 hogere opbrengst
Zuiveringsheffing 1.985 hogere opbrengst
Verontreinigingsheffing 5 hogere opbrengst
Kwijtschelding 141 lagere kosten
Oninbaar 637 lagere kosten
totaal 3.884 hogere opbrengst

Waterschapsbelastingen - Beschrijving kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Waterschapsbelastingen - Beschrijving kwijtscheldingsbeleid

Het kwijtscheldingsbeleid wordt door Sabewa Zeeland uitgevoerd aan de hand van de door de algemene vergadering vastgestelde kwijtscheldingsnormen. Deze is vastgesteld op 100%. Dat wil zeggen dat in de regel kwijtschelding wordt verleend aan belastingschuldigen met een inkomen op of onder bijstandsniveau. In beginsel is deze norm 90% maar het waterschap Scheldestromen kent een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid door de norm te stellen op 100%. Alle gemeenten in Zeeland hanteren dezelfde norm. Sabewa Zeeland voert ook voor de niet aangesloten gemeenten het kwijtscheldingsbeleid uit. Door samen te werken wordt bereikt dat het indienen en afhandelen van verzoeken om kwijtschelding eenvoudiger is. De belastingschuldige hoeft maar één aanvraagformulier (met bijlagen) voor kwijtschelding van gemeentelijke - en waterschapsbelastingen in te dienen.

De algemene vergadering heeft op 13 november 2013 besloten om met ingang van 2014 de kwijtscheldingsnormen te verruimen voor ondernemers (eenmansbedrijven) voor belastingschulden met betrekking tot de privéhuishouding, met de netto-kosten van kinderopvang en voor personen van 65 jaar en ouder de kwijtscheldingsnorm te verhogen tot 100% van de van toepassing zijnde netto AOW-bedragen. 

In 2016/2017 heeft een werkgroep de Leidraad kwijtschelding beoordeeld. Dit met het doel deze zo mogelijk te verduidelijken en/of te vereenvoudigen. De aangepaste Leidraad kwijtschelding is op 27 januari 2017 door het dagelijks bestuur van Sabewa Zeeland vastgesteld. 

In 2019 is de Leidraad opnieuw door Sabewa Zeeland beoordeeld en waar nodig aangepast. Hierbij is ook vooral gekeken naar de juistheid van de informatie in de Leidraad en de leesbaarheid. Ook zijn in deze aanpassingen in de bepalingen omtrent het autobezit aangepast.

Het recht op kwijtschelding wordt aan het begin van het belastingjaar beoordeeld door toezending van persoonsgegevens van die belastingplichtigen die het voorgaande jaar kwijtschelding hebben ontvangen aan de Stichting Inlichtingenbureau. Deze Stichting is een onderdeel van het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid en toetst aangeleverde gegevens aan de wettelijke normen voor inkomen, vermogen en voertuigbezit, een en ander volgens de daarvoor geldende landelijke regeling.

De kwijtscheldingsregelgeving is met ingang van 2023 gewijzigd ten aanzien van de vermogensnormen. Sabewa Zeeland heeft hiervoor een voorstel ter vaststelling toegestuurd aan de deelnemers. Dit om eenduidigheid in de regelgeving te bewerkstelligen met ingang van 2023. Op 14 december 2022 is de verordening Kwijtschelding waterschapsbelasting vastgesteld, waarin naast de bestaande regelingen of normen de wijziging van de vermogensnormen met ingang van 1-1-2023 is opgenomen.   

Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing – en verontreinigingsheffing huishoudens. 

Waterschapsbelastingen - Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Waterschapsbelastingen - Kostendekkendheid

De netto kosten zijn toegerekend aan de belastingcategorieën en worden grotendeels gedekt door de waterschapsbelastingen. De opbouw van de verschillende belastingtarieven kan als volgt worden weergegeven. Om het dekkingspercentage te berekenen worden de kosten per eenheid tarief gedeeld door het tarief.

Alle onttrekkingen uit de reserves hebben conform de besluitvorming plaatsgevonden. Voor een specificatie van de inzet van de investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk 2.4.1.4 weerstandcapaciteit, risico's en weerstandsratio of hoofdstuk 3.5 balans.

Bedragen x € 1
Inzet reserves: Watersysteemheffing zuiverings- heffing
ingezetenen gebouwd (%) ongebouwd natuur- terreinen
Tarief exclusief inzet reserves: € 143,07 0,06890% € 97,32 € 10,96 € 77,57
Inzet reserves:
Algemene reserve € -5,76 -0,00228% € -4,20 € -0,44 € -6,47
Bestemmingsreserves € 5,44 0,01723% € 3,96 € 0,41 € 1,48
Tariefegalisatiereserve € 1,79 0,00149% € 0,20 € 0,20 € 4,29
Subtotaal € 1,47 0,01644% € -0,03 € 0,18 € -0,71
Tarief € 141,60 0,05246% € 97,35 € 10,78 € 78,28
Dekkingspercentage tarieven rekening 2024 98,97% 76,14% 100,03% 98,37% 100,91%
Dekkingspercentage tarieven begroting 2024 97,26% 95,36% 97,52% 97,64% 99,33%

Waterschapsbelastingen - Tarieven 2024 en tariefontwikkeling

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Waterschapsbelastingen - Tarieven 2024 en tariefontwikkeling

In onderstaande tabel is de tariefontwikkeling over de afgelopen jaren weergegeven voor de verschillende belastingsoorten. 

Bedragen x € 1.000
Belastingtarieven Begroot 2021 Begroot 2022 Begroot 2023 Begroot 2024
Watersysteemheffing ingezetenen per woonruimte € 115,00 € 122,83 € 134,96 € 141,60
Watersysteemheffing gebouwd % van de WOZ-waarde 0,05745% 0,05677% 0,05708% 0,05246%
Watersysteemheffing ongebouwd per hectare € 77,68 € 83,29 € 91,52 € 97,35
Watersysteemheffing natuurterreinen per ha. € 9,50 € 10,25 € 10,88 € 10,78
Zuiveringsheffing per vervuilingseenheid € 64,89 € 67,82 € 72,08 € 78,28
Verontreinigingsheffing per vervuilingseenheid € 64,89 € 67,82 € 72,08 € 78,28

Kwijtschelding publieke schulden in het kader van hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Kwijtschelding publieke schulden in het kader van hersteloperatie kinderopvangtoeslag

In 2024 zijn er in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag geen kwijtscheldingen geweest. 

bedragen x €1
Jaar aantal gedupeerden waterschap (paragraaf 3.3 uitkeringsregeling) berekend bedrag uitvoeringskosten (gedupeerden*€ 100,-) (paragraaf 3.3 uitkeringsregeling) kwijtgescholden bedragen (paragraaf 3.2 uitkeringsregeling)
2021 161 16.100 -
2022 30 3.000 14.386
2023 - - -
2024 - - -

Waterschapsbelastingen - Nieuw belastingstelsel

Terug naar navigatie - 2.2 Realisatie en toelichting belastingopbrengsten Belastingen - Waterschapsbelastingen - Nieuw belastingstelsel

Eind 2020 heeft de Ledenvergadering van de Unie een aantal besluiten genomen over de toekomst van het belastingstelsel van de waterschappen. De besluitvorming had betrekking op een pakket aan voorstellen om daarmee een aantal knelpunten op te lossen en het meenemen van vier zogenaamde meekoppelkansen.

In 2021 zijn de Unievoorstellen ingebracht bij het ministerie van I & W. Na de behandeling in de Tweede Kamer is het wetsvoorstel op 14 mei 2024 ingediend bij de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft in maart 2025 voor de wetsvoorstellen gestemd. De aangepaste wetgeving zal met ingang van 2026 in werking treden.

Dit betekent dat de waterschappen er in 2025 voor moeten zorgen dat de nodige stappen worden gezet zodat in 2026 in overeenstemming met de nieuwe regelgeving wordt gehandeld. De wijzigingen hebben zowel betrekking op de watersysteemheffing als de zuiverings- en verontreinigingsheffing. De Unie van Waterschappen faciliteert de waterschappen door het opstellen van verschillende handreikingen en modelverordeningen.

Binnen de watersysteemheffing treedt er een verandering op in de kostentoedelingssystematiek. In de huidige kostentoedelingssystematiek zijn met name de waardes van gebouwd, ongebouwd en natuur sterk bepalend voor de kostenaandelen. Dat betekent dat er weinig te sturen valt in de tarieven en de kostenaandelen voor de watersysteemheffing. In de aangepaste belastingwetgeving spelen de zogenaamde gebiedskenmerken een belangrijke rol. Voor het ingezetenenaandeel blijft de bevolkingsdichtheid bepalend. Het kostenaandeel ongebouwd is in de gewijzigde wetgeving het resultaat van de relatie tussen het aantal hectares ongebouwd en bevolkingsdichtheid (aantal ha ongebouwd per 1.000 inwoners). Voor natuur wordt uitgegaan van de natuurdichtheid ( aantal ha natuur per 1.000 inwoners).

Verder zullen er vanaf 2026 binnen de categorie gebouwd verschillende tarieven gehanteerd worden, namelijk voor woningen en niet woningen. Deze verschillende tarieven werden eerder “tariefdifferentiatie gebouwd” genoemd. De benaming “tariefdifferentiatie” is evenwel onjuist. De term tariefdifferentiatie suggereert dat er ten aanzien van de hoogte van de verschillende tarieven iets te kiezen valt. Dat is niet het geval. De aanpassing in de wet beoogt er voor te zorgen dat er voor zowel woningen als niet woningen sprake is van een gelijkmatige lastenontwikkeling. Voor de tarieven gebouwd 2026 moet gekeken worden naar de peildatum 1-1-2024. Als bijvoorbeeld de waardeverhouding op de peildatum 80% woningen en 20% niet woningen is, dan moet op basis van een inschatting van de waardeontwikkeling en volumeontwikkeling in 2025 van zowel woningen als niet-woningen in de afzonderlijke tariefstelling gezorgd worden voor de handhaving van deze verdeling.

De nieuwe wetgeving biedt ook in de mogelijkheid om een tariefdifferentiatie van maximaal 100% in te voeren voor zogenaamde plusvoorzieningen: het waterschap doet dan meer dan waartoe het wettelijk verplicht is. Bij de tariefdifferentiatie ontstaat de belastingplicht vanwege het verondersteld belang bij de wateraanvoerprojecten van het waterschap. Dit ziet op onze situaties voor Tholen St Philipsland en de Reigersbergsche polder waar we met wateraanvoerprojecten extra’s doen ten opzichte van andere gebieden. Voor de invoering van een dergelijke tariefdifferentiatie moet een draagvlakmeting uitgevoerd worden. Die verplichting bestaat ook voor de bestaande wateraanvoerprojecten. De potentieel belastingplichtigen mogen zich dan uitspreken over het wateraanvoerproject. De tariefdifferentiatie kan ingevoerd worden als de draagvlakmeting positief uitvalt. Daarvoor is een minimale respons vereist van 50% en 2/3 aan positieve reacties. De tariefdifferentiatie vindt zijn juridische neerslag in de kostentoedelingsverordening.

Onderstaand zijn de wijzigingen voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing weergegeven:

  1. Er wordt een nieuwe heffingsformule geïntroduceerd om het gebruik van mens- en milieubelastende stoffen zo veel mogelijk te beperken met daaraan gekoppeld een afwijkprotocol;
  2. Er komt een nieuwe toepassing van de tabel afvalwatercoefficiënten;
  3. De zogenaamde separate afvalwaterstromen die niet op de gemeentelijke riolering worden geloosd maar op een leiding of zuivering van het waterschap, kunnen alleen nog via de privaatrechtelijke weg bekostigd worden. Met betrokken bedrijven en particulieren moeten privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten worden;
  4. Er is een korting mogelijk op de zuiveringsheffing als er waardevolle stoffen in het afvalwater aanwezig zijn;
  5. De kosten van maatregelen die leiden tot een beperking van hemelwater op rwzi’s kunnen uit de zuiveringsheffing worden gedekt.

Voor een aantal onderwerpen is er ruimte voor bestuurlijke afwegingen. De AV zal daarbij  nadrukkelijk in het proces worden betrokken. Het betreft daarbij met name:  

  •  het opstellen van een nieuwe kostentoedelingsverordening, waarbij de kostenaandelen voor de verschillende belastingcategorieën en de plaatsen binnen de bandbreedtes voor de categorieën ongebouwd en natuur moeten worden bepaald;
  • het bepalen van de tariefdifferentiatie voor de zoetwateraanvoerprojecten Tholen en St Philipsland en de Reigersbergsche polder. Tariefdifferentiaties voor de zoetwatervoorzieningen zijn mogelijk voor de extra kosten die het waterschap maakt tot maximaal 100% van het tarief ongebouwd;

Eind 2025 zal de AV, na het doorlopen hebben van een inspraaktraject, de nieuwe Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer moeten vaststellen alsook nieuwe Verordeningen op de watersysteemheffing, zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing. Het implementatie van het belastingstelsel wordt binnen de organisatie projectmatig opgepakt.

2.3 Gerealiseerd Resultaat

2.3.1 Resultaatbestemming

Terug naar navigatie - 2.3.1 Resultaatbestemming - Tekstveld 3

Hierna is het voorstel tot de bestemming van het positieve exploitatieresultaat van € 8,175 miljoen opgenomen. Om diverse werkzaamheden, gepland in 2024, in 2025 uit te kunnen wordt een bestemmingsreserves gevormd van in totaal € 1,331 miljoen. De te vormen bestemmingsreserves worden in mindering gebracht op het resultaat van de betreffende algemene reserve. Het resterende saldo van € 6,844 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene - en egalisatiereserves.

Bedragen x € 1.000
Taak / categorie Bestemming resultaat 2024
Algemene Reserves
Watersysteembeheer 2.730
Af: aandeel bestemmingsreserve uitgesteld werk -1.201
Watersysteembeheer (toevoeging) 1.529
Zuiveringsbeheer 1.812
Af: aandeel bestemmingsreserve uitgesteld werk -130
Zuiveringsbeheer (toevoeging) 1.682
Egalisatiereserves
Ingezetenen (toevoeging) 679
Gebouwd (toevoeging) 841
Ongebouwd (onttrekking) -14
Natuur (onttrekking) -6
Zuiveringsheffing (toevoeging) 2.133
Egalisatiereserves (toevoeging) 3.633
Totaal algemene- en egalisatiereserves 6.844
Bestemmingsreserves
Uitgestelde werken 2024 1.331
Totaal bestemmingsreserves (toevoeging) 1.331
Totaal resultaat 2024 8.175
Terug naar navigatie - 2.3.1 Resultaatbestemming - Toelichting bestemming

Toelichting op te vormen bestemmingsreserve uitgestelde werken € 1.331.000,-:
Diverse beheer-/onderhoudswerkzaamheden, leveringen en diensten uit de begroting 2024 zijn niet (volledig) uitgevoerd in 2024. Hiervoor is in de 5e begrotingswijziging een bestemmingsreserve gevormd van € 1.173.000,-. Daarna hebben in de laatste maanden van het jaar diverse begrote onderhoudswerkzaamheden en leveringen niet meer in 2024 plaatsgevonden maar begin 2025. De uitgestelde werken van € 1.331.000,- worden eveneens aan de bestemmingsreserve 'uitgestelde werken' toegevoegd, zodat de uitvoering alsnog in 2025 kan plaatsvinden. 

Per programma betreft het de volgende posten:

  • Waterkeringen € 310.000,-
    Uitvoering van een slugtest, vervanging van stijlen aan een kaai en diverse niveaumetingen van getijdeduikers.
  • Watersystemen € 203.000,-
    Latere levering en plaatsing van materieel (stuwen, debietmeters, elektrokast en vacuümpompen) en de aanleg inclusief grondaankoop voor een waterloop.
  • Wegen € 688.000,-
    Onderhoud wegenbeheer (beplanting , oppervlaktebehandelingen en asfaltreparaties), opstellen beheerplan en verhardingsonderzoeken.
  • Afvalwaterketen € 130.000,-
    Latere levering materieel (o.a. pompen en dempers) en uitloop onderhoud zuiveringsinstallaties.

2.4 Realisatie investeringen

Algemeen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Algemeen

In 2024 was een besteding voorzien van € 94,6 mln. bruto, waarvan € 76,6 mln. is gerealiseerd. In 2024 is er daarnaast € 48,5 mln. aan subsidies verantwoord (begroot € 43,1 mln.). Van een aantal subsidies ontvangen we in het 1e halfjaar van 2025 de definitieve subsidie vaststellingsbeschikking.
Voor wat betreft de HWBP projecten is er in 2024 bruto € 44,9  mln. geïnvesteerd (begroot € 43,9 mln.) en hebben we een rijksbijdrage ontvangen van € 40,9 mln., waarmee een netto investering resteert van € 4 mln. (begroot € 7,1 mln.) . 
De investeringen betreffen de eigen investeringsprojecten (nieuwbouw en renovatie), groot onderhoud, aanschaf tractie en materieel en bijdragen aan derden in het kader van o.a. het bekostigen van maatregelen stedelijke wateropgaven etc. Het verschil blijft behouden binnen de beschikbaar gestelde kredieten en wordt komende jaren ingezet om de investeringen te realiseren. De besteding in 2024 ligt aanzienlijk lager dan de begrote besteding. Voor de eigen investeringsprojecten heeft dit vooral te maken met het kasritme van de projecten/subsidies (diverse betalingen lopen over de jaargrens heen). Slechts enkele projecten hebben te maken met vertraging in voorbereiding en/of latere levering van materialen en er is minder geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen zoals tractie dan voorzien.  
De voortgang van de projecten is hierna per project opgenomen waarbij, indien van toepassing, afwijkingen in het krediet of technische afronding van het project zijn toegelicht.

De afdeling Projecten heeft als opgave het voorbereiden en realiseren van (investerings)projecten/werken voor alle taken van het waterschap (waaronder ook de HWBP projecten). De afdeling krijgt de opdrachten vanuit de programma's Waterkeringen, Watersysteem, Wegen, Afvalwaterketen en Bestuur & Organisatie.
In 2024 is hard gewerkt aan de verdere professionalisering van de organisatie. Het werken in processen en risico gestuurd werken is verder ontwikkeld. Als gevolg van veranderende/nieuwe wet- en regelgeving, het uitvoeren van (aanvullende) onderzoeken en afstemming met derden is er in sommige gevallen sprake van langere voorbereidingstijden. Daarnaast is de krapte in personele bezetting zowel bij het waterschap als bij uitvoerende partijen ook nog steeds een probleem/risico. Ondanks dat zijn er in 2024 diverse vacatures ingevuld binnen de afdeling Projecten.

Programma AV-krediet bruto Werkelijke besteding t/m 2023 bruto Werkelijke besteding 2024 bruto Werkelijke besteding Totaal bruto Nog te realiseren krediet na 31-12-2024
1 programma waterkeringen 195.717 72.777 46.272 119.049 76.668
2 programma watersystemen 65.064 30.415 14.708 45.123 19.941
3 programma wegen 10.856 3.238 4.846 8.084 2.772
4 programma afvalwaterketen 68.215 33.375 9.143 42.518 25.697
5 programma bestuur en organisatie 15.549 4.905 1.578 6.483 9.066
Eindtotaal 355.401 144.710 76.547 221.257 134.144
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Kredieten

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Kredieten

In de programmabegroting 2024 was in totaal voor 2024 bruto € 18,531 miljoen aan nieuwe kredieten opgenomen . Dit bedrag bestond voor € 14,073 miljoen uit machtigingsinvesteringen en het andere deel van € 4,457 miljoen betrof investeringen waarvoor separate voorstellen waren aangekondigd. De kredieten van de 33 machtigingsinvesteringen zijn verstrekt bij de vaststelling van de programmabegroting 2024. Van de 7 separate kredieten zijn er 5 kredieten niet aangevraagd. Dit betreft het project voor Groot onderhoud Kazematten, verbreding fietspaden Klaasses- en Werend en de renovatie van de rioolgemalen Magrette, Zuiddorpe en Axel.

Financieel afgeronde/onderhanden investeringen en voorbereidingskrediet 2024
bedragen x € 1.000
Programma Alg Voorb krediet AV-krediet bruto AV-krediet subs AV-krediet netto Werkelijke t/m 2024 Bruto Werkelijke t/m 2024 Subsidie Werkelijke t/m 2024 Netto
financieel afgerond - 38.953 -2.944 36.009 32.850 -3.275 29.574
1 waterkeringen - 4.999 -1.948 3.051 4.619 -1.896 2.723
2 watersystemen - 11.026 -746 10.280 7.059 -996 6.063
3 wegen - 613 -195 418 466 -195 271
4 afvalwaterketen - 18.879 - 18.879 17.725 -58 17.667
5 bestuur en organisatie - 3.436 -55 3.381 2.981 -130 2.851
onderhanden investeringen - 316.448 -172.481 143.966 185.524 -114.456 71.068
1 waterkeringen - 190.718 -157.688 33.030 113.965 -100.923 13.042
2 watersystemen - 54.038 -8.561 45.477 36.807 -8.858 27.948
3 wegen - 10.243 -2.291 7.952 6.678 -2.147 4.531
4 afvalwaterketen - 49.336 -3.466 45.870 24.572 -2.528 22.045
5 bestuur en organisatie - 12.113 -475 11.638 3.502 - 3.502
algemeen voorbereidingskrediet 3.164 - - - 2.823 -93 2.730
1 waterkeringen 449 - - - 463 - 463
2 watersystemen 1.744 - - - 1.251 -93 1.159
3 wegen 688 - - - 939 - 939
4 afvalwaterketen 283 - - - 169 - 169
Intern in voorbereiding - - - - 60 - 60
1 waterkeringen - - - - 2 - 2
2 watersystemen - - - - 6 - 6
3 wegen - - - - - - -
4 afvalwaterketen - - - - 52 - 52
Eindtotaal 3.164 355.401 -175.425 179.975 221.257 -117.824 103.433
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen
Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Financieel afgeronde investeringen/ onderhanden/ voorbereiding

Financieel afgeronde investeringen
Er zijn in totaal 34 projecten technisch en financieel afgerond opgenomen in de jaarrekening, waarvan 9 vervallen projecten. Voor 4 van deze vervallen projecten was nog geen AV krediet beschikbaar gesteld, De bestedingen op het totaal aantal afgeronde projecten valt met € 6,44 binnen de verstrekte kredieten. De grootste onderbestedingen zijn gerealiseerd op een 3-tal projecten binnen watersystemen, namelijk de baggerprojecten en een 2-tal projecten binnen programma afvalwaterketen, namelijk de RWZI Retranchement en Relinen afvalwaterleidingen.
Hieronder is per programma de inhoudelijke toelichting op de financieel afgeronde projecten opgenomen  omdat de investeringen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen binnen de programma’s.

Onderhanden investeringen
Per eind 2024 zijn er 146 onderhanden investeringen met een bruto verwachte besteding van € 269,8 miljoen. Hiervan lopen 15 projecten binnen het programma Waterkeringen, 47 projecten binnen het programma Watersystemen, 13 projecten binnen het programma Wegen, 39 projecten binnen programma Afvalwaterketen en 19 projecten binnen Bestuur en Organisatie. Hiervoor is of een AV krediet verstrekt of een algemeen voorbereidingskrediet. Daarnaast zijn er 13 projecten intern in voorbereiding. Er zijn per eind 2024 geen projecten welke de norm van 10% en/of € 250.000,- overschrijden van het netto verstrekte krediet.

Voorbereidingskrediet
Alle investeringen die in de programmabegroting /meerjarenraming en het meerjareninvesteringsprogramma (MIP) zijn opgenomen, kunnen worden voorbereid vanuit het algemene voorbereidingskrediet van € 3,50 miljoen. Hiertoe heeft de algemene vergadering het dagelijks bestuur gemachtigd. De voorbereiding bestaat uit alles wat nodig is om het project gereed te maken voor de uitvoering. Dit is onder andere de grondaankoop, vergunningverlening, onderzoek- en bestekvoorbereiding. Per eind 2024 is er voor 37 projecten een algemeen voorbereidingskrediet verstrekt met een totaal krediet van €  € 3,16 miljoen. Dit valt binnen het door de Algemene Vergadering  goedgekeurde krediet van € 3,5 miljoen. Voor een specificatie van de inzet van het voorbereidingskrediet per project wordt verwezen naar onderstaande toelichtingen per programma.

Investeringen Programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Investeringen Programma Waterkeringen
Bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
1 programma waterkeringen
Financieel afgerond
PRJ1176C Aanpassingen getijdenduiker 1-12-23 27-12-24 2.223 -1.303 920 2.071 -1.241 830
PRJ1440D Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2023 1-12-23 10-06-24 320 -30 290 314 -40 274
PRJ1513 Muur van Altena 1-12-23 1-12-23 2.156 -615 1.541 2.235 -615 1.619
PRJ1527 Groot onderhoud kademuren Vlissingen
PRJ1577 Aankoop primaire waterkeringen 2024 1-12-24 1-12-24 300 300
totaal financieel afgerond 4.999 -1.948 3.051 4.619 -1.896 2.723
Onderhanden investeringen
PRJ1440E Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2024 1-12-24 30-04-25 310 310 183 -2 181
PRJ1530 Planvorming keersluis Zierikzee 1-12-24 31-03-25 250 250 173 173
PRJ1568 Fietspad Cadzand 1-12-27 1-12-27 72 72
PRJ1569 Bijdrage Oprit dijk bij Baalhoek 1-12-23 16-12-24 120 120
PRJ1440F Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2025 4-07-25 4-07-25 328 328 51 51
PRJ1578 Aankoop primaire waterkeringen 2025 31-12-25 31-12-25 300 300
PRJ1527A Gr.ond.Kademuren Keizersbolwerk 31-12-25 31-12-25 1.339 -63 1.276 101 101
totaal onderhanden investeringen 2.719 -63 2.656 509 -2 507
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1566 Herstel Kleidijk Zwin 3-12-26 30 30 72 72
PRJ1499 Vooroeververdediging cluster 4.0 26-11-27 60 60 252 252
PRJ1440G Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2026 31-12-26 25 25 6 6
PRJ1600 Duinherstel Vlissingen-Dishoek 21-12-26 31 31 9 9
totaal algemeen voorbereidingskrediet 146 146 339 339
Intern in voorbereiding
PRJ1527B Gr.ond.Kademuren Vlissingen Overig 1-12-29 2 2
totaal intern in voorbereiding 2 2
Totaal programma waterkeringen 7.864 -2.011 5.853 5.469 -1.898 3.571
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen
Bedragen x € 1.000
Project HWBP Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
1 programma waterkeringen
Financieel afgerond
PRJ1013D HWBP Hansweert-Kerncentrale (24S-2)
PRJ1013I HWBP Aansl kerncentr-Tennet (24S-3)
totaal financieel afgerond
Onderhanden investeringen
PRJ1013H HWBP Hansweert (24S-1) 1-12-26 1-07-27 174.109 -145.124 28.985 109.939 -97.756 12.182
PRJ1013L HWBP St. Annaland (24AK) 1-09-24 30-04-25 4.045 -3.641 404 1.600 -1.440 161
PRJ1582A HWBP Zak Zuid-Bev.Verkenning 30-04-26 30-04-26 9.845 -8.860 985 1.916 -1.725 192
totaal onderhanden investeringen 187.999 -157.625 30.374 113.456 -100.921 12.535
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1447A HWBP Buitenhaven Vliss. Verkenning 31-12-28 303 303 124 124
totaal algemeen voorbereidingskrediet 303 303 124 124
Intern in voorbereiding
xxx
totaal intern in voorbereiding
Totaal programma waterkeringen HWBP 188.301 -157.625 30.676 113.579 -100.921 12.659
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Toelichting investeringen programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Toelichting investeringen programma Waterkeringen

Hieronder is een overzicht opgenomen van de investeringen, onderverdeeld in financieel afgeronde - en onderhanden investeringen.

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1013D HWBP Hansweert-Kerncentrale (24S-2) / PRJ1013I : HWBP Aansluiting Kerncentrale-Tennet (24S-3)
De projecten ‘S2 en S3’ zijn samengevoegd en gaan verder onder de naam ‘PRJ1582 HWBP Zak van Zuid-Beveland’. De gemaakte voorbereidingskosten van deze 2 projecten zijn in 2024 overgeboekt naar PRJ1582 en de personeelslasten van het programma Waterkeringen. De verkenningsfase van PRJ1582 is inmiddels gestart en wordt verder toegelicht bij de onderhanden werken.

PRJ1176C Aanpassingen getijdenduiker (Waterdunen)
Bij de ingebruikname van de getijdenduiker is gebleken dat deze in combinatie met het achterliggend projectgebied niet voldoet aan de nieuwe wettelijke normering voor waterveiligheid. Bovendien zijn een aantal tekortkomingen aan de getijdenduiker geconstateerd waarvoor de aannemer in gebreke is gesteld. Naast het oplossen van de tekortkomingen zijn ook verbetermaatregelen voor de getijdenduiker nodig waarmee voldaan kan worden aan de normen voor waterveiligheid en wateroverlast. In dit  project is de getijdenduiker aangepast zodat aan alle (wettelijke) normen wordt voldaan, alsmede ook aan de eisen voor ecologie in het plangebied Waterdunen. Voor de de verbetermaatregelen is een financiële bijdrage ontvangen van de Provincie Zeeland. Het project is in 2024 zowel technisch als financieel afgerond binnen het beschikbaar gestelde krediet.

PRJ1440D Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2023
De skisteiger in de Oostwatering is in 2023 vervangen. Daarnaast zijn er eind 2023 drie zwemsteigers bij de Schotsman vervangen en is er één zwemsteiger bij de Schotsman verwijderd. In 2024 is nog een extra bestorting bij de Skisteiger Oostwatering aangebracht waarna het project technisch en financieel is afgerond binnen het beschikbaar gestelde krediet. 

PRJ1513 Muur van Altena
De Muur van Altena in Vlissingen is onderdeel van de primaire waterkering en betreft een Rijksmonument. Uit inspecties is gebleken dat groot onderhoud aan de muur noodzakelijk was. Het groot onderhoud bestaat hoofdzakelijk uit het vervangen van weggevallen stenen en loszittend metselwerk, het herstellen van scheuren en het vervangen van voegwerk volgens de uitvoeringsnormen en richtlijnen voor restauratiewerkzaamheden. Voor de werkzaamheden is een subsidie aangevraagd en toegekend in het kader van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten. De eerste fase van dit project is in 2022 uitgevoerd en na een pauze van de werkzaamheden als gevolg van het stormseizoen is in 2023 de tweede fase van het project uitgevoerd. 
In 2024 is de subsidieverantwoording ingediend bij de Provincie Zeeland en is de subsidie vastgesteld op € 615.329,- zoals aangevraagd. Hiermee is het project ook financieel afgerond met een netto overschrijding van het beschikbaar gestelde krediet van € 78.000,-. Omdat deze overschrijding valt binnen 10% van het netto krediet is geen aanvullend krediet gevraagd maar is de overschrijding wel gemeld bij de toelichtingen op onderhanden investeringen in de bestuursmonitors van 2023 en 2024.

PRJ1527 Groot onderhoud kademuren Vlissingen
Dit project is in 2024 gesplitst in 2 deelprojecten, PRJ1527A Groot onderhoud Kademuren Keizersbolwerk en PRJ1527B Groot onderhoud Kademuren Vlissingen Overig.  Het project PRJ1527A is inmiddels gestart en wordt verder toegelicht bij de onderhanden werken. De interne kosten voor personeel die tot 2024 op PRJ1527 geboekt zijn, zijn overgeboekt naar PRJ1527A omdat deze betrekking hadden op de voorbereiding van het onderdeel Keizersbolwerk.

PRJ1577 Aankoop primaire waterkeringen 2024
Het DB is gemachtigd tot aankoop van gronden voor primaire waterkeringen tot een maximum bedrag van € 300.000,- per jaar waarbij de aankopen achteraf geformaliseerd worden door de AV. In 2024 zijn geen percelen aangekocht. Hierdoor hoeft er dus formeel geen krediet beschikbaar gesteld te worden en kan het project worden afgesloten. 

 

Toelichting onderhanden investeringsprojecten

Projecten Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Projecten die onderdeel zijn van het Hoogwaterbeschermingsprogramma worden voor 90% gesubsidieerd op basis van voorcalculatie. Voor projecten waarbij een subsidiebeschikking is vastgesteld wordt deze subsidie ook opgenomen in de (jaarlijkse) bestedingen. Voor projecten, die nog geen beschikking hebben ontvangen, wordt deze subsidie niet verantwoord.

PRJ1013H HWBP Hansweert (24S-1)

De dijk bij Hansweert zal over een lengte van ruim vijf kilometer worden versterkt. Dit omdat deze niet voldoet aan de waterveiligheidsnorm. De HWBP-projecten kennen drie fasen, te weten de verkennings-, planuitwerkings- en realisatiefase.  Sinds 2021 bevindt het zich in de realisatiefase en de werkzaamheden verlopen voorspoedig.
De dijksecties 1, 2 en 3 in de Kanaalzone zijn opgeleverd en in gebruik genomen. Ook de rotonde Boomdijk en het gemaal Schore zijn opgeleverd en in gebruik genomen. De betonnen keermuur is geplaatst, de damwanden zijn aangebracht en al het zand en klei zijn aangevoerd. Daarom is een van de beide aanlandingen reeds buiten bedrijf gesteld. De dijk nadert haar hoogste punt. De werkzaamheden nabij het dorp Hansweert zijn afgerond en hebben zich verplaatst naar dijkvak 4 t/m 7 in het Landelijk gebied. In 2024 is wederom zichtbare voortgang bereikt en waren we op een positieve manier zichtbaar in de media. De Dag van de Bouw was een groot evenement met vele bezoekers. We zijn volop bezig met het aanbrengen van de steenbekleding aan de zeezijde en dit wordt ook opgemerkt door de schippers en zeevarenden op de Westerschelde. De samenwerking met de aannemer verloopt goed en de tevredenheid is verder toegenomen onder belanghebbenden, bewoners en gebruikers van het gebied.

In de kredietaanvraag van september 2022 is aangegeven dat er bij de programmering in het HWBP-programma 2023-2028/2034 een overschrijding was van het jaarlijks beschikbare programmabudget waaruit volgt dat € 52,9 miljoen van de subsidiabele projectkosten voorgefinancierd moet worden tot en met 2034. We zijn sindsdien aan de slag gegaan om die voorfinanciering terug te dringen. Dit heeft ertoe geleid dat in 2022, 2023 en 2024 aanvullende voorschotten ontvangen zijn van in totaal ruim € 39,1 miljoen.  In 2025 wordt op basis van de fysieke voortgang van het project opnieuw een aanvraag ingediend voor bevoorschotting en aanvullend voorschot om daarmee de voorfinanciering verder te kunnen verlagen. 

PRJ1013L HWBP Sint Annaland (24AK)
De scope van het project betreft het realiseren van een waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare waterkering rond de haven van Sint-Annaland (tussen Dp 780-785), inclusief overgangsconstructies op de aansluitende waterkering. Na realisatie van het project voldoet het dijktraject aan de waterwet, met een zichttermijn/ontwerpperiode die aansluit op de ontwikkelingen die in de omgeving van de waterkering worden verwacht.  In september 2024 is gestart met de uitvoering door het aanbrengen van een voorbelasting en inmiddels is gestart met de daadwerkelijke dijkversterking. De technische afronding van de werkzaamheden zal naar verwachting in April 2025 zijn.

PRJ1582A HWBP Zak van  Zuid-Beveland Verkenningsfase
Dit project betreft de verkenningsfase van de dijkversterking Zak van Zuid-Beveland, waarvoor een plan van aanpak is opgesteld. De totale scopelengte is 15,85 km. Voor de verkenningsfase is een kostenraming (SSK) opgesteld, die afgerond € 9,85 miljoen bedraagt. De bestuurlijke vaststelling van het plan van aanpak met daaraan gekoppeld de kredietaanvraag heeft in het 2e kwartaal 2024 plaatsgevonden. De subsidieaanvraag is eind mei 2024 ingediend bij het HWBP en eind juli is de subsidiebeschikking ontvangen. Het resultaat van de verkenningsfase is een bestuurlijk vastgesteld voorkeursalternatief, dat naar verwachting eind 2026 bekend zal zijn. 

Overige projecten programma Waterkeringen:

PRJ1440E Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2024
In 2024 is binnen dit project  gestart met het vernieuwen van de trailerhelling Kortgene.  De verwachting is dat het project in het voorjaar van 2025 technisch wordt afgerond en vervolgens financieel afgerond ruim binnen het beschikbaar gestelde krediet.

PRJ1440F Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2025
Voor de jaarlijkse investering in aanlegvoorzieningen rondom het Veerse Meer staat voor 2025 de afmeervoorziening en damwandkade aan de Sabbingeplaat op de planning. De voorbereidingen van dit project zijn eind 2023 gestart. Het werk is eind 2024 aanbesteed en de verwachting is dat de werkzaamheden in mei/juni 2025 worden uitgevoerd.

PRJ1527A Groot onderhoud kademuren Keizersbolwerk
Het Keizersbolwerk te Vlissingen is een rijksmonument dat in beheer is bij het waterschap. Uit inspecties is gebleken dat onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Deze werkzaamheden bestaan hoofdzakelijk uit het vervangen van weggevallen stenen en loszittend metselwerk, het herstellen van scheuren en het vervangen van voegwerk volgens uitvoeringnormen en richtlijnen voor restauratiewerkzaamheden. Vanwege het stormseizoen (1 oktober - 1 april) zullen de werkzaamheden in april 2025 aanvangen en naar verwachting in december 2025 (technisch) worden opgeleverd.

PRJ1530 Planvorming keersluis Zierikzee
De betrouwbaarheid van de sectordeuren keersluis Zierikzee is belangrijk voor de waterveiligheid van Schouwen-Duivenland. Storingen bij de bediening van de keersluis en aantasting van de keersluisdeuren leiden tot een afnemende betrouwbaarheid en eventueel uitval van de keersluis. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de sectordeuren moet daarom veilig gesteld worden. Als voorbereiding op het groot onderhoud aan de keersluis Zierikzee worden diverse inspecties uitgevoerd om de staat van onderhoud van de keersluis in beeld te brengen. Op basis van deze inspectie worden modificaties doorgevoerd en groot onderhoud uitgevoerd met inachtneming van de eisen aan milieu en veiligheid. De planvorming is in 2023 gestart en loopt verder in 2025. Doelstelling daarbij is om in het 1e kwartaal van 2025 de planvorming gereed te hebben zodat aansluitend de afdeling Projecten kan starten met de verdere voorbereiding van het groot onderhoud. 

PRJ1568 Fietspad Cadzand
Het project is nog in voorbereiding door de gemeente Sluis, de verwachting is dat de kosten nog zullen stijgen als gevolg van algemene prijsstijgingen en wetgeving met betrekking tot stikstofuitstoot. Omdat nog niet duidelijk is wat deze kostenstijgingen voor gevolgen zullen hebben op de bijdrage van het waterschap is de prognose nog niet aangepast.  

PRJ1569 Bijdrage oprit bij Baalhoek
De dijkoprit voor fietsers bij Baalhoek is een meekoppelkans van het project Kruispolder. In juli 2023 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Zeeland, gemeente Hulst en waterschap Scheldestromen ondertekend. In 2024 is de oprit gerealiseerd en het project wordt in 2025 financieel afgerond.

Toelichting projecten algemeen voorbereidingskrediet

PRJ1440G Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2026
Voor de jaarlijkse investering in aanlegvoorzieningen rondom het Veerse Meer staat voor 2026 de damwandkade Schelphoekplaat en de steiger aan de St. Felixweg op de planning. De voorbereidingen van dit project zijn eind 2024 gestart. 

PRJ1447A HWBP Buitenhaven Vlissingen Verkenningsfase
Dit project heeft een lengte van 1,7 km en is bij voorrang opgestart, omdat dit deel van de dijkversterking invloed heeft op het nieuw te bouwen justitieel complex te Vlissingen. Er worden verschillende oplossingsrichtingen onderzocht, om uiteindelijk te komen tot een voorkeursalternatief. Hierbij wordt natuurlijk gekeken naar waterveiligheid, duurzaamheid, kosten en draagvlak in de omgeving, maar wordt ook nauwkeurig gelet op uitvoerbaarheid, vergunbaarheid en beheerbaarheid. De aanvraag voor het uitvoeringskrediet van de verkenningsfase staat gepland voor het 2e kwartaal van 2025.

PRJ1499 Vooroeververdediging cluster 4.0 (voorheen Restopgave vooroeverbestortingen)
Eind 2018 is met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een overeenkomst afgesloten voor het uitvoeren van verschillende vooroeverbestortingen. In 2023 is een herijking van de scope uitgevoerd. Geconstateerd is dat op basis van de bodemontwikkeling over de periode 2011-2021 en waterveiligheid er op korte termijn op slechts 4 van de 11 trajecten maatregelen nodig zijn. De overige trajecten worden doorgeschoven en periodiek gemonitord. Eén traject wordt uitgebreid omdat hier in 2021 en 2022 oevervallen zijn opgetreden. De uit te voeren trajecten met de uitbreiding vraagt ca. € 5,6 miljoen aan extra middelen, die voor het grootste deel gefinancierd kunnen worden vanuit project PRJ1531A Groot onderhoud vooroevers 2026 wat reeds op het meerjareninvesteringsprogramma staat. Momenteel wordt samenwerking gezocht met Rijkswaterstaat om de opgave van beide organisaties gezamenlijk uit te voeren. Voor dit project is een algemeen voorbereidingskrediet verstrekt voor de externe voorbereidingskosten. Het grootste deel van de bestedingen in 2024 betreft personeelskosten waar geen krediet voor wordt verstrekt.

PRJ1566 Herstel kleidijk zwin
In 2019 is in het kader van ontpoldering het natuurgebied het Zwin uitgebreid. Bij deze inrichting is de huidige kleidijk aangelegd. Het ontwerp van deze dijk is door het waterschap getoetst en goedgekeurd. Er is nu op het ondertalud van de dijk schade ontstaan aan de grasmat en plaatselijk is de kleilaag geërodeerd. De aangelegde kleidijk is onderhevig aan erosie/afkalving. Het ontwerp van de teenconstructie blijkt niet te voldoen aan de waterveiligheidseisen en correctief onderhoud is benodigd. Enkele stormen in het begin van 2022 hebben tot vergroting van de schade geleid. Er worden regelmatig kleinschalige herstelwerkzaamheden uitgevoerd om de veiligheid van de waterkering te kunnen blijven garanderen. De werkzaamheden zullen starten in 2025 en de verwachting is dat deze in maart 2027 technisch worden afgerond. Voor dit project is een algemeen voorbereidingskrediet verstrekt voor de externe voorbereidingskosten. Het grootste deel van de bestedingen in 2024 betreft personeelskosten waar geen krediet voor wordt verstrekt.

Investeringen Programma Watersystemen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Investeringen Programma Watersystemen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
2 programma watersystemen
Financieel afgerond
PRJ1153N Krooshekreiniger pg Oosterland 1-12-22 1-12-23 275 275 267 267
PRJ1153O Krooshekreiniger pg Postweg 1-03-23 1-12-23 300 300 300 300
PRJ1391 BOB Zeeuws Vlaanderen
PRJ1431A Baggeren Vinkenisse-en Bathsekreek17 1-12-19 31-12-19 1.900 1.900 1.142 1.142
PRJ1431C Baggeren het Koegat '17 1-12-19 1-12-19 1.000 1.000 745 745
PRJ1434 Baggeren grote wateren v.a. 2027 1 1
PRJ1456B Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2022 1-12-23 1-06-24 1.725 1.725 1.717 1.717
PRJ1458A Uitv WB21/KRW/GGOR Oude Haven 1-12-23 31-12-24 350 350 272 -250 22
PRJ1459A Baggeren Stierskreek 1-12-21 1-11-21 5.295 -746 4.549 2.531 -746 1.785
PRJ1508D Uitvoering SWO Schoondijke 1-12-24 1-12-24 97 97
PRJ1509B Bijdrage SWO Schoondijke 1-12-24 1-12-24 84 84 84 84
totaal financieel afgerond 11.026 -746 10.280 7.059 -996 6.063
Onderhanden investeringen
PRJ1088 Gemaal Zoetendijk Oud-Vossemeer 1-10-24 15-10-24 3.153 -774 2.379 3.102 -1.739 1.363
PRJ1129 Gemaal de Poel,capaciteitsvergroting 1-12-23 1-06-24 9.170 -3.350 5.820 8.443 -3.350 5.093
PRJ1153J Gemaal de Luyster 1-07-22 1-12-23 400 400 420 420
PRJ1153P Renovatie poldergemaal Baarland 31-12-25 31-12-25 826 826 48 48
PRJ1153S Renovatie Poldergemaal Zuidwatering 1-12-24 30-06-25 1.151 1.151 11 11
PRJ1153U vervangen FO pg Cadzand 1-12-24 1-12-24 325 325 279 279
PRJ1153Y renovatie pg's freq. reg. 2024 1-12-24 31-01-25 200 200 182 182
PRJ1167A Vispassage gemaal Lovenpolder 1-10-24 1-10-24 1.255 -429 826 1.016 -435 581
PRJ1168C Kruispolder-voorbereiding 1-12-23 1-12-23 2.965 -287 2.678 3.122 -250 2.872
PRJ1168D Kruispolder visp stuw Dreefken 1-10-24 31-05-25 755 -219 536 436 -219 217
PRJ1168E Kruispolder-uitvoer 1-12-25 1-12-25 3.965 -1.148 2.817 3.193 -1.148 2.045
PRJ1428A Uitvoering KRW oevers 2024 1-12-25 1-06-26 1.250 1.250 4 4
PRJ1428B Uitvoering KRW oevers 2025 1-12-26 1-12-26 1.250 1.250
PRJ1453 Gemaal Waarde 1-10-24 30-06-25 1.225 1.225 22 22
PRJ1455 Gemaal Spanjaardweg winter Braakman 1-10-24 31-01-25 2.279 -504 1.775 1.906 -504 1.402
PRJ1456C Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2023 1-12-24 1-06-25 1.725 1.725 996 996
PRJ1456D Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2024 1-12-25 1-06-26 1.725 1.725
PRJ1459 Baggeren uitwat. kanaal Cadzand 1-12-22 1-05-23 9.900 -1.100 8.800 10.097 -1.213 8.884
PRJ1491A Bag. Smedek.brugge Kreek 1-12-25 1-12-25 1.177 -25 1.152 596 596
PRJ1491B Baggeren grote wateren Bonte Kof 1-12-24 27-12-24 1.247 1.247 1.163 1.163
PRJ1491C Bag. Boschkreek De Sluis 1-12-25 1-12-25 1.961 1.961 443 443
PRJ1492 Uitv.WB-21/KRW/GGOR 2022 1-12-24 1-06-25 1.005 1.005 561 561
PRJ1498B Verv.best.techn.inst. Opmal 24 1-06-24 31-12-25 50 50 2 2
PRJ1504 Uitvoer.stedelijke waterplannen 2021 1-12-23 1-10-25 467 467 143 143
PRJ1506 Uitvoering SWO Heikant 2023 1-12-24 1-04-25 151 151 21 21
PRJ1508A Uitvoering SWO Vogelw Bresk.H.pl 1-12-24 31-12-25 694 694 283 283
PRJ1508B Uitvoering SWO Kortgene 1-12-25 1-12-25 184 184 6 6
PRJ1509A Bijdrage SWO Vr.pl s-Gravenp Krabb 1-12-24 13-12-25 400 400
PRJ1532A Vispassages voorbereidingskrediet 1-12-23 636 636 175 175
PRJ1550 Slim regionaal waterbeheer 31-12-26 31-12-26 1.300 -325 975
PRJ1560 Restauratie duikers Buthdijk (Axel) 31-10-24 31-03-25 575 575 136 136
PRJ1153Z frequentiereg. pg NR1 en Braakman 31-12-25 31-12-25 200 200
PRJ1605 Zoete stuw 31-12-24 31-12-25 472 -400 72
totaal onderhanden investeringen 54.038 -8.561 45.477 36.807 -8.858 27.948
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1065A Poldergemaal Prunje 28 28 19 19
PRJ1153Q Renovatie poldergemaal Coudorpe 31-12-26 50 50 12 12
PRJ1153R Poldergemaal Quarlespolder 1-04-25 50 50 17 17
PRJ1168F Gemaal Walsoorden 1-06-29 45 45 39 39
PRJ1170B Klimaatrobuust watermanagement 1-05-26 299 299 392 -48 344
PRJ1491 Bag. Sint Kruiskreek 1-12-26 250 250 348 348
PRJ1491D Baggeren Passageule (vervolg)+Pyrami 215 215
PRJ1493A Baggeren Goese Vesten + oevers 2025 100 100 46 46
PRJ1493C Baggeren Axel zuid 2026 210 210
PRJ1519A Uitvoering gemaal Othene 1-09-29 46 46 59 59
PRJ1519B Renovatie gemaal Othene 1-10-26 50 50 86 86
PRJ1520A Wij-Water/uitv. gml nol 7 343 343 212 -45 167
PRJ1561 Nieuw poldergemaal Wilheminadorp 37 37
PRJ1498D ren. Opmalingen/stuwen 2027 31-12-27 21 21 21 21
totaal algemeen voorbereidingskrediet 1.744 1.744 1.251 -93 1.159
Intern in voorbereiding
PRJ1098A Vispassage gemaal van Borssele 1-12-26 2 2
PRJ1153T Renovatie Poldergemaal Kadijk 1 1
PRJ1153X Renovatie pg Joh. Glerum 31-12-27 1 1
PRJ1509 Bijdrage stedelijke waterplan 2023ev
PRJ1532 Vispassage De Luyster 1-12-26 1 1
PRJ1509C Bijdr. SWO Hoofdplaat 1 1
totaal intern in voorbereiding 6 6
Totaal programma watersystemen 66.808 -9.307 57.501 45.123 -9.947 35.176
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Toelichting investeringen Programma Watersystemen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Toelichting investeringen Programma Watersystemen

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1153J Gemaal de Luyster
Gemaal De Luyster is een poldergemaal gelegen aan de Zuiddijk te Sint Philipsland. Van dit gemaal was de bestaande krooshekreiniger toe aan vervanging. Tegelijkertijd is ook een deel van de elektrische installatie aangepast. Vanwege de natte weersomstandigheden in het najaar 2023 heeft het project vertraging opgelopen maar in november 2024 heeft de financiële afronding plaatsgevonden. Het project is niet binnen de vastgestelde planperiode afgerond. Financieel is het project afgerond met een overschrijding van minder dan 10% en/of € 250.000,- .

PRJ1153N Krooshekreiniging poldergemaal Oosterland en PRJ1153O Krooshekreiniginger poldergemaal Postweg
Het op peil houden van de polders vindt plaats met poldergemalen. Met het polderwater wordt allerlei drijvend materiaal meegevoerd. Dit drijvend materiaal wordt voor het poldergemaal tegengehouden door middel van een krooshek om te voorkomen dat de pomp verstopt en daardoor te allen tijde kan draaien. Het krooshek is voorzien van een automatische reiniger die het drijvend materiaal verwijdert, zodat het polderwater altijd vrij toestroomt naar het poldergemaal. Vanwege de natte weersomstandigheden in het najaar 2023 heeft het project vertraging opgelopen maar in oktober 2024 heeft de financiële afronding plaatsgevonden. Het project is niet binnen de vastgestelde planperiode maar wel binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1167A Vispassage gemaal Lovenpolder
Gemaal Lovenpolder is de scheiding tussen waterlichaam Braakman en de achterliggende polder. De visstand in de achterliggende polder was te laag wat opgelost is met de aanleg van een vispassage. De vispassage heeft het gemaal tweezijdig passeerbaar gemaakt voor de doelsoorten aal en stekelbaars. Niet alle vispassages in het beheer van het waterschap zijn tweezijde passeerbaar. Hierdoor kan de glasaal en stekelbaars in het voorjaar migreren naar de polder en kan de volgroeide vis in het najaar weer richting zee trekken door dezelfde leiding. Door de polder als leefgebied voor vis bij waterlichaam Braakman te trekken zal ook in de Braakman de visstand verbeteren.
Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1391 BOB Zeeuws Vlaanderen
Dit projectnummer vervalt. Betreft het baggeren van de Vesten Hulst. Dit project is in de begroting  2025/meerjarenraming 2026-2029 opgenomen als exploitatieproject ten gevolge van de nieuwe verslagleggingsregels voor waterschappen per 1 januari 2025.

PRJ1431A Baggeren Vinkenisse-en Bathsekreek17 
Dit project betreft het baggeren van de Vinkenissekreek en Bathsekreek ten behoeve van het verbeteren van de doorstroming (waterkwantiteit WB21, GGOR) en het bereiken van een goede waterkwaliteit (GGOR/KRW). Het zijn twee wateren uit het programma Baggeren grote wateren. Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1431C Baggeren het Koegat '17
Het project betreft het baggeren van het Koegat nabij Vogelwaarde ter verbetering van de doorstroming (waterkwantiteit WB21, GGOR). Het betreft een project uit het programma Baggeren grote wateren. Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1434 Baggeren grote wateren vanaf 2027
Dit projectnummer vervalt. De nieuwe baggerprojecten zijn in de begroting  2025/meerjarenraming 2026-2029 opgenomen als exploitatieproject ten gevolge van de nieuwe verslagleggingsregels voor waterschappen per 1 januari 2025.

PRJ1456B Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2022
Het aanpassen van het watersysteem door het vergroten/verruimen van waterlopen, duikers en stuwen om daarmee te voldoen aan de normering voor Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en aan de norm voor een Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR). Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1458A Uitv WB21/KRW/GGOR Oude Haven
Het inrichten van natuurvriendelijke oevers in het gebied Campen om daarmee te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1459A Baggeren Stierskreek
Dit betreft het baggeren van de Stierskreek bij Aardenburg. Door het baggeren is de waterafvoer en de waterkwaliteit verbeterd. Voor dit project is een subsidie in het kader van POP3 aangevraagd en verkregen. Het project is binnen de vastgestelde planperiode en binnen het beschikbaar gestelde krediet gerealiseerd.

PRJ1508D Uitvoering SWO Schoondijke / PRJ1509B Bijdrage SWO Schoondijke.
Projectnummer PRJ1508D  is komen te vervallen. De werkzaamheden zijn volledig uitgevoerd door gemeente Terneuzen. De bijdrage in de werkzaamheden is verantwoord op PRJ1509B Bijdrage SWO. Schoondijke.

Toelichting belangrijkste afwijkingen bij de onderhanden investeringsprojecten

PRJ1088 Gemaal Zoetendijk Oud-Vossemeer
Het project betreft de bouw van een nieuwe onderbemaling aan de Zoetendijk te Oud-Vossemeer en het geschikt maken van de toevoerende waterloop door verruiming en vervangen van wegduikers. Het project is onderdeel van onze totale wateropgave in het kader van Waterbeheer 21e eeuw (WB21) uit het watergebiedsplan Tholen. Op dit project is een subsidiebijdrage voorzien vanuit Europa (POP3) en een nationale subsidie (Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptie). 
Het project is reeds technisch afgerond. De financiële afronding staat gepland voor december 2025 en binnen het beschikbaar gesteld krediet.

PRJ1129 Gemaal de Poel, capaciteitsvergroting
Doel van deze maatregel is de afvoercapaciteit voor het onderbemalingsgebied De Poel zo goed te maken dat extreme omstandigheden niet leiden tot onacceptabele wateroverlast. De bemalingscapaciteit van deze onderbemaling moet door middel van volledige nieuwbouw worden verhoogd. Deze capaciteitsuitbreiding moet een belangrijke bijdrage leveren in het klimaatbestendig (WB21-proof) maken van het achterliggende gebied. Goede waterkwaliteit is een tweede doel van dit project. Een goede visstand is onderdeel van een goede waterkwaliteit. Daartoe moet het gemaal goed passeerbaar worden gemaakt voor vissen. Dat betekent dat het gemaal van het lage naar het hoge pand voor vis veilig passeerbaar moet zijn en andersom. Het uiteindelijk gewenste resultaat van het project is een voorziening waarbij alle aanwezige vis in het systeem stroomopwaarts kan trekken en terug. Het project is reeds technisch afgerond. De financiële afronding staat gepland voor december 2025 en binnen het beschikbaar gesteld krediet.

PRJ1153U vervangen frequentieomvormer poldergemaal Cadzand
De frequentieomvormer van het poldergemaal is cruciaal voor de aansturing van de pompen en wordt vervangen om de bedrijfszekerheid te garanderen. Voor de huidige frequentieomvormer zijn geen onderdelen meer leverbaar en daarmee is de risico tot uitval sterk toegenomen.  Naar verwachting wordt het project binnen het beschikbaar gesteld krediet gerealiseerd met een uitloop van minder dan 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning.

PRJ1153Y renovatie poldergemalen frequentieomvormer 2024
Van meerdere frequentieomvormers van een aantal poldergemalen zijn geen onderdelen meer leverbaar en daarmee is de risico tot uitval sterk toegenomen. We gaan in de komende jaren naast die van het poldergemaal Cadzand deze frequentieomvormers vervangen. Hierbij starten we bij de meest kritische poldergemalen en of frequentieomvormers.
Naar verwachting wordt het project binnen het beschikbaar gesteld krediet gerealiseerd met een uitloop van minder dan 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning.

PRJ1168C Kruispolder-voorbereiding, PRJ1168D vispassage stuw Dreefken en PRJ1168E Kruispolder-uitvoer
Begin 2022 is het duidelijk geworden dat de plannen voor de Herinrichting Kruispolder en de uitbreiding van gemaal Paal zoals voorgesteld in het begrotingsplan vanwege opbarstgevaar geen doorgang konden vinden. In de tweede helft van 2022 zijn we tot een herzien ontwerp gekomen waarbij de gestelde doelen GGOR en KRW binnen de Kruispolder kunnen worden gerealiseerd. De planning was om het werk binnen de Kruispolder uit te voeren voor eind 2024 vanwege de beschikbaarheid van de toegezegde subsidie. In dit herzien ontwerp is de bouw van het gemaal Paal (WB21 opgaaf) komen te vervallen inclusief de waterloop. Deze WB21 opgaaf wordt nu op een later moment ingevuld door de bouw van een gemaal bij Walsoorden (PRJ1168F). Dit project is in de meerjarenbegroting opgenomen voor uitvoering in 2026. Wegens technische problemen bij de vloer van de stuwput van stuw Dreefken (PRJ1168E) is de planning herzien en is de aanname dat de technische afronding in het tweede kwartaal van 2025 plaatsvindt. Het project Kruispolder-uitvoer loopt wel volgens planning en zal in 2025 volledig worden afgerond.

PRJ1455 Gemaal Spanjaardweg winter Braakman
Het doel van dit project is een verbetering in de drooglegging voor twee peilgebieden. Daarnaast gaat het gebied, na uitvoering van de maatregelen, voldoen aan de inundatienormen en blijft de bestaande zoetwateraanvoer in het groeiseizoen voor het peilgebied gehandhaafd. Er is subsidie aangevraagd in het kader van de Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptie. Het project is reeds technisch afgerond. De financiële afronding staat gepland voor december 2025 en binnen het beschikbaar gesteld krediet.

PRJ1456C Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2023 / PRJ1456D Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2024
Het aanpassen van het watersysteem door het vergroten/verruimen van waterlopen, duikers en stuwen om daarmee te voldoen aan de normering voor Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en aan de norm voor een Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR). Betreft een taakstellend budget, waarbij de projecten 1 jaar overlappen. Door onder andere langere doorlooptijden met grondverwerving zijn er nog geen uitgaven gedaan op PRJ1456D. In de eerste helft van 2025 wordt met dit project gestart. 

PRJ1492 Uitv.WB-21/KRW/GGOR 2022
Doel van dit project is het inrichten van natuurvriendelijke oevers om daarmee te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. De verwachting is dat dit binnen het beschikbaar gesteld krediet kan worden afgerond met een uitloop van 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning. De reden van uitloop betreft een vertraging in de grondaankoop.

PRJ1498B Vervanging bestaande technische installatie Opmal 24
Het project betreft de vervanging van het gemaal Oranjeplaat. Dit gemaal stond al jarenlang op voor amovering, maar is vanwege ontwikkelingen van het Waterpark Veerse Meer meerdere keren uitgesteld. Verdere uitstel van de elektrotechnische renovatie is echter niet meer mogelijk. De verwachting is dat dit binnen het beschikbaar gesteld krediet kan worden afgerond maar met een uitloop van minimaal 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning.

PRJ1506 Uitvoering SWO Heikant 2023
Het stedelijk waterbeheer wordt geoptimaliseerd door in overleg met verschillende gemeenten maatregelen te nemen door het aanpassen van stuwen en duikers, zodat de afvoer van neerslag uit het stedelijk gebied adequaat kan plaatsvinden. De verwachting is dat dit binnen het beschikbaar gesteld krediet kan worden afgerond. De uitvoering van het project staat op dit moment gepland op het eerste en tweede kwartaal van 2025. Dit betekend een uitloop van 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning. De reden van uitloop betreft een vertraging in de grondaankoop.

PRJ1508A Uitvoering SWO Vogelwaarde Breskens Hoofdplaat
Het stedelijk waterbeheer wordt geoptimaliseerd door in overleg met verschillende gemeenten maatregelen te nemen door het aanpassen van stuwen en duikers, zodat de afvoer van neerslag uit het stedelijk gebied adequaat kan plaatsvinden. Locatie Hoofdplaat is in 2024 afgerond en locatie Vogelwaarde staat gepland voor uitvoering in het eerste en tweede kwartaal van 2025. Deze twee locaties zullen naar verwachting binnen het beschikbaar gestelde krediet worden afgerond.
Locatie Breskens is uitgelopen door een scopewijzing en technische oplossing, wegens een onmogelijke grondaankoop en aangetroffen asbestverontreiniging. De verwachting is dat hiervoor in 2025 extra krediet zal moeten worden aangevraagd. Vanwege het aangepaste ontwerptraject is de verwachting dat locatie Breskens in het derde of vierde kwartaal van 2025 uitgevoerd zal worden.

PRJ1509A Bijdrage SWO Vrouwenpolder-'s Gravenpolder en Krabbendijke
Betreft een bijdrage voor het optimaliseren van het stedelijk waterbeheer. Voor 's Gravenpolder is het ontwerp gereed en zijn de  uitvoeringsplanning momenteel onderhanden.
Krabbendijke bevind zich in de voorbereidingsfase. De uitvoering staat gepland voor 2025-2026.

PRJ1550 Slim regionaal waterbeheer
Dit project is onderverdeeld in een aantal deelprojecten. De uitvoering staat gepland voor 2025-2026

PRJ1605 Zoete Stuw
Door de hogere kosten bij de aanbesteding heeft de opdrachtverstrekking later plaatsgevonden dan gepland, waardoor de oplevering per 31 december 2024 niet haalbaar is gebleken. De uitvoering vind in 2025 plaats.

Investeringen Programma Wegen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Investeringen Programma Wegen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
3 programma wegen
Financieel afgerond
PRJ1497D Gebiedsgerichte aanpak Borsele-Oost 1-12-22 1-09-23 459 -195 264 370 -195 175
PRJ1497L Bijdrage passeerstroken Schoondijke 1-12-24 31-12-24 54 54
PRJ1514D Gr.onderhoud kunstwerken wegen 2023 1-10-23 1-03-24 100 100 96 96
totaal financieel afgerond 613 -195 418 466 -195 271
Onderhanden investeringen
PRJ1299 Fietspad Roterij-Zuiddijk(Dreischor) 31-12-24 1-12-24 3.473 -2.291 1.182 3.217 -2.145 1.072
PRJ1497K Fietspad Zanddijk/GGA 1-12-25 1-12-25 650 650 400 400
PRJ1514E Gr.onderhoud kunstwerken wegen 2024 30-04-25 1-05-26 600 600 213 213
PRJ1554 Reconstructies Wegen 2023 31-12-24 11-07-25 2.727 2.727 835 -2 833
PRJ1555 Reconstructies Wegen 2024 1-12-25 22-12-25 2.793 2.793 2.013 2.013
totaal onderhanden investeringen 10.243 -2.291 7.952 6.678 -2.147 4.531
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1462A Reconstructie Vrijstraat Sas v. Gent 31-12-26 20 20 7 7
PRJ1497E Verbr.fietspaden Klaasses- en Werend 1-05-26 266 266 493 493
PRJ1497F Verbreding fietspad Doeleweg 17-09-27 110 110 44 44
PRJ1497H Verbreding fietspad Provincialeweg 31-12-26 120 120 74 74
PRJ1497I Verbreding fietspad Turkeijeweg 31-12-26 30 30 25 25
PRJ1514B Gr.onderhoud kunstwerken wegen 25-26 1-11-26 60 60 198 198
PRJ1573 Reconstructies wegen 2025 31-12-26 62 62 79 79
PRJ1514C Aanpak fietsbruggen Walcheren 25-26 3-11-25 20 20 20 20
totaal algemeen voorbereidingskrediet 688 688 939 939
Intern in voorbereiding
xxxx
totaal intern in voorbereiding
Totaal programma wegen 11.544 -2.486 9.058 8.084 -2.342 5.742
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Toelichting investeringen Programma Wegen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Toelichting investeringen Programma Wegen

Hieronder is een overzicht opgenomen van de investeringen, onderverdeeld in financieel afgeronde - en onderhanden investeringen.

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1497D Gebiedsgerichte aanpak Borsele-Oost
Door de groei van bedrijven stijgt de verkeersintensiteit rondom Hoedekenskerke. Het gaat hierbij zowel om toeristen als vrachtverkeer die elkaar over delen van het traject moeten passeren. Om de verkeersveiligheid te waarborgen zijn wij in het najaar van 2022 gestart met de volgende werkzaamheden:
- Verbreding van de wegen om de mogelijkheid tot passeren te verbeteren
- Instellen van adviessnelheden op onoverzichtelijke wegdelen
- Aanpak van twee kruispunten om de oversteek van voetgangers veiliger te maken
Dit project is uitgevoerd in samenwerking met de provincie Zeeland en de gemeente Borsele. Ook deze partijen hebben werkzaamheden uitgevoerd om de verkeersveiligheid in het gebied te optimaliseren. Voor het onderdeel verbreden van de wegen hebben we een financiële bijdrage van de gemeente Borsele ontvangen. De eerste fase van het project is in 2022 afgerond en de tweede fase (het groot onderhoud aan de weg) is uitgevoerd in het najaar van 2023. Het project is in 2024 technisch en financieel afgerond binnen het beschikbaar gestelde krediet.

PRJ1497E Verbreden fietspaden Klaassesweg en Werendijkseweg
Het project betreft het verbreden van het fietspad en de rijbaan van de Werendijkseweg en de Klaassesweg ten zuidoosten van Zoutelande. De voorbereidingen van dit project lopen nog en worden naar verwachting in 2025 afgerond waarna de uitvoering kan starten in het najaar van 2025. Voor dit project is een algemeen voorbereidingskrediet verstrekt voor de externe voorbereidingskosten. Het grootste deel van de bestedingen tot en met 2024 betreft personeelskosten waar geen krediet voor wordt verstrekt.

PRJ1497L Bijdrage passeerstroken Schoondijke
De provincie was in 2024 van plan om twee passeerstroken voor landbouwverkeer aan te leggen langs de rondweg Schoondijke. Het waterschap en de gemeente Sluis waren gevraagd om financieel bij te dragen in de kosten van de realisatie van deze passeerstroken. De provincie heeft ons echter eind 2024 medegedeeld dat de twee passeerstroken niet meer worden aangelegd omdat voor het project een middenspanningskabel moet worden verlegd. De kosten voor het verleggen van deze kabel zijn dermate hoog dat de provincie ervoor heeft gekozen om de passeerstroken niet meer aan te leggen. Er wordt momenteel gewerkt aan een alternatieve oplossing waarbij landbouwverkeer wordt toegestaan op de rondweg Schoondijke zonder passeerstroken via een verkeersbesluit. Omdat de passeerstroken niet worden aangelegd komt de financiële bijdrage te vervallen en kan het project worden afgesloten.

PRJ1514B Gr.onderhoud kunstwerken wegen 25-26
Binnen dit project worden een aantal bruggen en duikers vervangen. De voorbereidingen lopen momenteel nog. Voor dit project is een algemeen voorbereidingskrediet verstrekt voor de externe voorbereidingskosten. Het grootste deel van de bestedingen in 2024 betreft personeelskosten waar geen krediet voor wordt verstrekt.

PRJ1514D Groot onderhoud kunstwerken 2023
In 2023 hebben we het houten rijdek en de houten leuningen van de fiets- en voetgangersbrug in de Havenweg bij Ritthem vervangen. Vanwege de slechte weersomstandigheden is het niet gelukt de slijtlaag op het rijdek eind 2023 aan te brengen. Dit is nu in het voorjaar van 2024 uitgevoerd waarna het project technisch is afgerond in april 2024. Het project is financieel afgerond binnen het beschikbaar gestelde krediet.

Toelichting onderhanden investeringsprojecten

PRJ1299 Fietspad Roterijdijk-Zuiddijk (Landbouwroute Dreischor)
In dit project wordt een fietspad aangelegd langs de Roterij- en de Zuiddijk tussen de aansluiting met de Kloosterweg (N654) bij Schuddebeurs en de aansluiting met de Bogerdweg bij Dreischor. De aanleg van het fietspad wordt gecombineerd met de herinrichting van aansluitingen met de aanliggende wegen en tevens worden een aantal wegen (deels) verbreed. Door de aanpassingen wordt de verkeersveiligheid van fietsers verbeterd en wordt het doorgaande verkeer, dat in de huidige situatie door Dreischor rijdt, om het dorp heen geleid. Voor de uitvoering is een Europese subsidie aangevraagd in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3) en een Rijkssubsidie in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023. Daarnaast draagt ook de gemeente Schouwen-Duiveland financieel bij aan het project. De werkzaamheden zijn in 2024 technisch afgerond waarna in 2025 het project financieel wordt afgerond na vaststelling van de subsidies. 

PRJ1497K Fietspad Zanddijk / GGA
In het bestuurlijk overleg met de Provincie Zeeland en de gemeente Reimerswaal is afgesproken dat waterschap Scheldestromen een bijdrage van € 650.000,- zal leveren aan de Provincie Zeeland voor het project Zanddijk om de werkzaamheden aan fietsinfrastructuur en onze wegen uit te voeren bij de herinrichting van de Zanddijk bij Yerseke en het verbeteren van de fietsveiligheid rondom de nieuwe weg naar het bedrijventerrein Olzendepolder. In 2023 is conform afspraken een eerste bijdrage van € 400.000,- betaald aan de Provincie Zeeland. De resterende bijdrage van € 250.000,- wordt in 2025 betaald. 

PRJ1514E Groot onderhoud kunstwerken wegen 2024
Het project betreft het renoveren van vier fietsbruggen op Walcheren en het vervangen van vier betonduikers onder de Werendijkseweg en Klaassesweg bij Zoutelande. De renovatie van de vier bruggen is conform planning in oktober 2024 technisch afgerond. Het vervangen van de 4 betonduikers wordt opgeschoven naar 2026. De vervanging van de duikers wordt in 2026 meegenomen met de uitvoering van project PRJ1497E Verbreden fietspaden Klaassesweg en Werendijkseweg en niet meer voorafgaand zoals tot voor kort het voornemen was. 

PRJ1554 Reconstructies wegen 2023
Voor dit project stonden wegreconstructies van 4 locaties op de planning, de Annavosdijk/Oudelandsedijk in de gemeente Tholen, de Reeweg in de gemeente Reimerswaal, de Oudelandsepolderdijk in de gemeente Borsele en de Heidedijk en Zwingelweg in de gemeente Hulst. De Oudelandsepolderdijk is in 2023 uitgevoerd en de Reeweg in 2024. De uitvoering van locatie Annavosdijk/Oudelandsedijk wordt verschoven naar het voorjaar van 2025. De belangrijkste oorzaak van deze vertraging was het verleggen van kabels en leidingen door DNWG wat gepland was voor de zomer van 2024. Uitvoering van de werkzaamheden in het najaar is niet gewenst vanwege de weersomstandigheden waardoor de werkzaamheden verschoven zijn naar het voorjaar 2025. De uitvoering van locatie Heidedijk/Zwingelweg  is zoals in de bestuursmonitor al aangegeven verschoven naar PRJ1555 Reconstructies 2024.

PRJ1555 Reconstructies wegen 2024
Dit project bestaat uit de reconstructie van 3 locaties: Heidedijk/Zwingelweg, Roterijdijk en Kijkuit. Alle 3 de locaties zijn inmiddels aanbesteed. De uitvoering van de Heidedijk/Zwingelweg en de Roterijdijk zijn in 2024 technisch afgerond. De onderhoudstermijn van deze 2 projecten loopt door in 2025. De locatie Kijkuit is aanbesteed en de uitvoering start in 2025 en wordt naar verwachting eind 2025 technisch afgerond. De financiële afronding volgt dan in 2026.

 

Toelichting investeringen algemeen voorbereidingskrediet

PRJ1462A Reconstructie Vrijstraat (Sas van Gent)
De uitvoering van deze reconstructie stond gepland voor 2024 en de voorbereiding wordt nu samen met de gemeente Terneuzen en de gemeente Assenede (B) opgepakt. Echter kan de gemeente Assenede (B) momenteel nog geen zekerheid geven over het budget wat nodig is voor uitvoering van het Belgische deel van het project. Dit betekent dat de reconstructie in verband met de voorbereidingstijd nu doorschuift naar 2027 of later. Door middel van het uitvoeren van (klein) onderhoud wordt ervoor gezorgd dat er in de tussenliggende periode geen gevaarlijke situaties ontstaan.

PRJ1497E Verbreden fietspaden Klaassesweg en Werendijkseweg
Het project betreft het verbreden van het fietspad en de rijbaan van de Werendijkseweg en de Klaassesweg ten zuidoosten van Zoutelande inclusief de verbreding van het fietspad wat hierop aansluit tussen de Bergweg en de Strandweg. De verbreding van de fietspaden volgt uit de beleidsnotitie Verkeersveiligheid en de prioriteringssystematiek die is opgesteld voor de projecten die volgen uit deze beleidsnotitie. De fietspaden hebben een breedte van 2,30 meter en worden waar mogelijk verbreed naar 3,50 meter. De rijbaan wordt verbreed van 3,50 meter naar 4,50 meter. De voorbereidende werkzaamheden zoals het rooien van beplantingen en het verleggen van kabels en leidingen zijn in 2024 gestart en worden in het voorjaar van 2025 afgerond. We verwachten dat in het najaar van  2025 wordt gestart met de verbreding met een technische en financiële afronding in 2026.

PRJ1497F Verbreding fietspad Doeleweg
Het project omvat de verbreding van het fietspad langs de Doeleweg tussen de bebouwde kom van Middelburg en de bebouwde kom van Arnemuiden. Het pad heeft een breedte van 2,70 meter en een lengte van circa 1.345 meter. Het pad is onderdeel van het provinciale utilitaire fietsnetwerk en dient te worden verbreed naar 3,50 meter. Dit betekent een verbetering van de verkeersveiligheid en verkleint de kans op verkeersongevallen. Als gevolg van vertraging in de grondaankopen zijn de voorbereidingen momenteel stopgezet. Zodra er meer duidelijkheid is betreffende de grondverwerving wordt het project weer opgepakt.  De realisatie van het project is vooralsnog uitgesteld naar 2027. 

PRJ1497H Verbreding fietspad Provincialeweg
Dit project betreft het verbreden van het fietspad langs de Provincialeweg ten zuiden van Axel tussen de uitrit van bedrijventerrein Drieschouwen en de aansluiting met de Blijpolderseweg naar een breedte van 3,00 meter. Tevens wordt de berm tussen het fietspad en de rijbaan van de Provincialeweg verbreed naar 2,00 meter. Het fietspad heeft een lengte van circa 800 meter. Het project komt voort uit de beleidsnotitie Verkeersveiligheid uit 2018. De voorbereidingen zijn in 2024 gestart en de verwachting is dat we eind 2025 gaan starten met de uitvoering. Aan het project is door het Rijk een bijdrage in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023 verleend.  

PRJ1497I Verbreding fietspad Turkeijeweg
Het betreft de verbreding van het fietspad langs de Turkeijeweg tussen de parallelweg van de N61 en de Gouden Polderdijk. De Turkeijeweg ligt ten oosten van Oostburg. Het fietspad heeft een breedte variërend van 2,00 tot 2,70 meter en een lengte van circa 2.470 meter. Het fietspad is onderdeel van het provinciale utilitaire fietsnetwerk en zal worden verbreed naar 3,00 meter. Dit betekent een verbetering van de verkeersveiligheid en verkleint de kans op verkeersongevallen. De voorbereidingen zijn in 2024 gestart en het project wordt naar verwachting in 2026 gerealiseerd.  

PRJ1514B Groot onderhoud kunstwerken 2025-2026
Binnen dit project worden de duiker in de Zandweg bij Ritthem en de duiker in de Domeinplaatweg bij ’s-Heer Arendskerke vervangen. Daarnaast worden ook de bruggen in de Everseweg en Reeweg bij Yerseke vervangen door duikers. De voorbereidingen zijn eind 2023 gestart en de start van de uitvoering staat gepland voor 2025.

PRJ1514C Aanpak fietsbruggen Walcheren 25-26
Dit project betreft het renoveren van vier fietsbruggen op Walcheren, de fietsbrug bij de Mariekerkseweg bij Grijpskerke, de fietsbrug aan de Snouck Hurgronjeweg bij Veere en de fietsbrug Oost- en Westzijde aan de Kreekweg bij Veere. Dit project is momenteel nog in voorbereiding en de uitvoering zal starten in 2025. De werkzaamheden bestaan uit het vervangen van het houten rijdek, vervangen van leuningen, beschoeiiing en taludverdediging en bij brug aan de Oostzijde van de Kreekweg worden ook de stalen liggers vervangen.

PRJ1573 Reconstructies wegen 2025
Binnen dit project wordt voor 2025 de reconstructie van het fietspad langs de Rijksweg op St. Philipsland aangepakt. De voorbereidingen zijn in 2024 gestart en de verwachting is dat de uitvoering na de zomer van 2025 kan starten.

Investeringen Programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Investeringen Programma Afvalwaterketen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
4 programma afvalwaterketen
Financieel afgerond
PRJ1187A Aanp. vrijvervalstelsel Westerschouw 13-12-24
PRJ1223O Ombouw rioolgemaal Borssele 1-12-23 1-06-23 790 790 659 659
PRJ1223P Ombouw rioolgemaal Wilhelminadorp 1-12-23 1-03-23 530 530 470 470
PRJ1233P Groot onderhoud gashouder rwzi Wal 1-08-24 1-08-24 300 300 224 224
PRJ1245 Rwzi Retranchement, uitbreiding hydr 1-05-23 1-05-23 13.376 13.376 12.941 -58 12.883
PRJ1521A Relinen afvalwaterleidingen perc 1SD 1-11-23 1-12-23 2.003 2.003 1.778 1.778
PRJ1562B Renovatie rg Kwadendamme 1-06-25 1-12-24 720 720 720 720
PRJ1562C Renovatie rg Kruiningen, Groeneweg 1-06-24 1-12-24 810 810 840 840
PRJ1562H Windketel Waterpark Veerse Meer 1-12-23 1-12-27 250 250
PRJ1562T Coaten kelder rg Koewacht, Emmabaan 1-12-24 1-12-24 100 100 94 94
totaal financieel afgerond 18.879 18.879 17.725 -58 17.667
onderhanden investeringen
PRJ1187B Relinen vrijverval hulst/Westd/Koew. 1-12-27 1-12-27 3.400 3.400 84 84
PRJ1187D Relinen afvalwaterleidingen perc 2SD 1-12-27 1-12-27 5.950 5.950 1.182 1.182
PRJ1223T Renovatie rg Goes 1-01-25 31-01-25 3.550 3.550 2.328 2.328
PRJ1233K Rwzi Verseput, renovatie E/W 1-11-23 1-04-25 8.100 8.100 7.342 -14 7.328
PRJ1233L Brandmeldinstal. rwzi TER+WAL+WAP 1-12-23 31-12-24 900 900 395 395
PRJ1233O Vervanging slibbuffer rwzi Mastgat 1-12-25 1-12-25 550 550 2 2
PRJ1233Q Vervanging Zeefbandpers rwzi Wal voorber 30-06-25 1-12-26 545 545 129 129
PRJ1234A Rwzi WA-polder, verv.E-instal + fakk 1-06-24 31-12-25 2.500 2.500 135 135
PRJ1244 Renovatie RWZI Hulst voorber 1-05-24 1-04-25 850 850 465 465
PRJ1521B Relinen afvalwaterleidingen perc 2ZV 1-11-23 1-12-23 7.378 -2.400 4.978 5.880 -2.514 3.366
PRJ1521C Relinen afvalwaterleidingen perc 2Te 1-12-27 1-12-25 1.048 -679 369 1 1
PRJ1522 Aanleg zonnepanelen zuiveringen 1-12-21 1-10-22 5.263 5.263 4.743 4.743
PRJ1541 Verduurzamen bijgebouw rwzi WAL/WAP 1-12-24 1-06-25 350 350 180 180
PRJ1543D Relinen vrijverval overdracht Tern. 1-12-27 1-03-25 700 700 682 682
PRJ1562D Renov. rg Bruinisse, Molenweg/Wilma 1-07-25 1-07-25 1.615 1.615 110 110
PRJ1562E Renovatie rg Philippine 1-12-25 30-05-25 965 965 165 165
PRJ1562G Renovatie rg Koewacht, Klapstraat 1-06-25 1-12-25 830 830 74 74
PRJ1562I Renovatie rg Waarde 1-06-25 1-06-25 865 865 93 93
PRJ1562K Renovatie rg Ellewoutsdijk 1-06-25 1-06-25 690 690 75 75
PRJ1572 Afdekken slibbuffers W'schouwen Vers 1-06-23 30-10-24 500 500 505 505
PRJ1580 Verleggen persleiding Hansweert 1-12-24 1-12-24 300 300
PRJ1581 Verleggen persleiding Terneuzen 1-12-24 1-12-24 800 800
PRJ1233R rwzi WAL verv cyclonen 31-12-25 31-12-25 100 100
PRJ1233T rwzi THO ren. Perf.rooster 31-12-25 31-12-25 100 100
PRJ1233X rwzi WAP ren. gashouder 1-12-25 1-12-25 250 250
PRJ1496B Phario PHA2SCALE-project 31-12-26 31-12-26 252 -52 200
PRJ1562W rg Yerseke, Steeweg verv. windketel 31-12-25 31-12-25 150 150
PRJ1562X Coaten kelder rg Domburg 31-12-25 31-12-25 150 150
PRJ1603 Apparatuur versn.prog. Lachgas 31-12-25 31-12-25 685 -335 350
totaal onderhanden investeringen 49.336 -3.466 45.870 24.572 -2.528 22.045
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1543A Renovatie rg Magrette 1-03-26 20 20 36 36
PRJ1543B Renovatie rg Zuiddorpe Hoofdweg Zuid 1-02-26 25 25 27 27
PRJ1543C Renovatie rg Axel, Justaasweg 1-01-26 20 20 22 22
PRJ1562A Renovatie rg Stavenisse 1-06-26 50 50 5 5
PRJ1562J Renovatie rg Sirjansland 1-08-26 24 24 4 4
PRJ1562N Renovatie rg Nieuwerkerk 24 24 31 31
PRJ1562O Renovatie rg Ouwerkerk 1-12-26 24 24 38 38
PRJ1562P Renovatie rg Clinge 24 24 2 2
PRJ1562Q Renovatie rg Hulst 48 48 4 4
PRJ1562V Ren.rg Stationsbuurt zrg74 24 24
totaal algemeen voorbereidingskrediet 283 283 169 169
Intern in voorbereiding
PRJ1187C Vervang. appendages transportstelsel 31-12-27
PRJ1243A Rwzi Kloosterzande, uitbreiding 1-12-28 2 2
PRJ1562 Aanpassing/vervanging rg's 46 46
PRJ1562F Renovatie rg Paal 1 1
PRJ1562L Renovatie rg Scherpenisse 3 3
PRJ1562M Renovatie rg Wissenkerke
totaal intern in voorbereiding 52 52
Totaal programma afvalwaterketen 68.498 -3.466 65.032 42.518 -2.586 39.932
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Toelichting investeringen Programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Toelichting investeringen Programma Afvalwaterketen

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1187A    Aanp. vrijvervalstelsel Westerschouw
Het projectnummer komt te vervallen. Dit project is opgedeeld in een viertal projecten, namelijk PRJ1187B, PRJ1187D, PRJ1521C en PRJ1543D. 

PRJ1223O Ombouw rioolgemaal Borssele
Dit project omvat de vervanging van de mechanische en elektrische installatie,  conservering van de kelder een nieuwe coating en er wordt een pig-lanceervoorziening gecreëerd t.b.v. het reinigen van achterliggende persleidingen. Het project is technisch en financieel afgerond met 16 % budget onderschrijding. De reden hiervan is dat de enorme prijsstijgingen van Corona en de geopolitieke ontwikkelingen zijn meegenomen in het aangevraagde uitvoeringskrediet maar weer afgevlakt waren tijdens de aanbesteding en uitvoering van het project.

PRJ1223P Ombouw rioolgemaal Wilhelminadorp
In dit project zijn de mechanische en bijna volledige elektrische installatie vervangen. Ook zijn  enkele bouwkundige aanpassingen gedaan (afsluiters, kelderdek). De kelder is geconserveerd middels een nieuwe coating. Het project heeft volgens opdracht een volledig gerenoveerd rioolgemaal  opgeleverd dat voldoet aan de afnameverplichting met een (technische) levensduur van ca. 20 jaar als projectresultaat.  Het project is medio 2023 technisch afgerond en is medio 2024 financieel afgerond. Het perceel is heringericht met inheemse beplanting zodat het een positieve bijdrage geleverd wordt aan het vergroten van de biodiversiteit.  Aanvullend op de scope is er een extra pig-lanceer installatie gerealiseerd om problemen in de persleiding te verhelpen. De prijsstijgingen door Covid en de oorlog in Oekraine zijn beperkt gebleven waardoor de projectuitgaven 11,4 % onder het beschikbaar gestelde krediet zijn gebleven. 

PRJ1233P Groot onderhoud gashouder rwzi Walcheren 
Het project viel 25,3 % lager uit omdat het te coaten oppervlak, in de gashouder, minder groot was dan berekend.  Het project is in 2024 technisch en financieel afgerond conform planning.

PRJ1245 Rwzi Retranchement, uitbreiding hydraulisch
In de algemene vergadering van 27 januari 2022 is als gevolg van prijsontwikkelingen, een te lage raming en aanpassingen in het ontwerp,  een aanvullend krediet verstrekt van € 3,2 miljoen waardoor € 12,1 miljoen beschikbaar was om het project te kunnen realiseren in 2022/2023. Vervolgens is in de Algemene Vergadering van 17 november 2022  een aanvullend krediet aangevraagd van € 1,28 miljoen als gevolg van de extreme marktontwikkelingen in 2022. Het project is binnen de gestelde termijn technisch afgerond in 2023 en financieel afgerond in 2024. Van het toegekende krediet (€ 13,38 mln.) is 4,2 % minder uitgegeven doordat niet alle risico's zich hebben voorgedaan.  

PRJ1521A Relinen afvalwaterleidingen Schouwen -Duiveland
Dit project betreft een onderdeel van het project renovatie vrijvervalstelsels van de gemeente Schouwen-Duiveland. Het project omvat in grote lijnen het renoveren van het rioleringsstelsel (vrijverval), waarbij betonnen buizen binnenin worden voorzien van een nieuwe kunststof kous. Dit zodat deze strengen weer minimaal 50 jaar kunnen worden gebruikt voor het transporteren van afvalwater. Het project is onderdeel van de Optimalisatiestudies AfvalwaterSysteem (OAS)-overeenkomst met de gemeente Schouwen-Duiveland. Het werk is technisch (conform planning in 2023) en financieel gereed in 2024 met 10,3 % onderschrijding.  Dit doordat conform het  oorspronkelijk voorgenomen tracé is gerenoveerd en er geen onvoorziene zaken hebben plaatsgevonden. 

PRJ1562B Renovatie rioolgemaal Kwadendamme
De technische installaties van rioolgemaal Kwadendamme  was verouderd, waardoor de kans op storingen en uitval toenam. Om het functioneren van het rioolgemaal te kunnen waarborgen zijn de verouderde componenten vernieuwd en is het rioolgemaal tevens aangepast aan de hedendaagse eisen.  Het project is financieel en technisch conform planning afgerond .  Het project is nagenoeg binnen budget gebleven.

PRJ1562C Renovatie rioolgemaal Kruiningen, Groeneweg
Dit rioolgemaal stond eerst op voor 2022, maar door gebrek aan capaciteit is het project begin 2024 opgepakt voor uitvoering.  De geplande technische afronding is gehaald en het project is volledig afgerond (zowel technisch als financieel). Het project budget is overschreden met 3,6 %. Doordat het project circa 2 jaar later is opgepakt zijn de kosten toegenomen. 

PRJ1562H    Windketel Waterpark Veerse Meer
Dit projectnummer vervalt. Dit zal later opnieuw in de investeringsraming opgenomen worden zodra er meer bekend is over de uitbreiding waterpark Veerse meer.

PRJ1562T Coaten kelder rioolgemaal Koewacht Emmabaan
Voor de instandhouding van de kelder van het rioolgemaal is een coating aangebracht om de levensduur van het civieltechnisch deel te verlengen.  Het project is in 2024 uitgevoerd met een onderschrijding van  6,5 % binnen het beschikbaar gestelde krediet. Conform planning is het project volledig in 2024 uitgevoerd. 

Toelichting onderhanden investeringsprojecten

PRJ1233K Rwzi Verseput renovatie Elektrisch/Werktuigbouwkundig
De uitvoering van het project is gestart in 2023 met 8,1 miljoen beschikbaar gesteld krediet. Het project wordt naar verwachting binnen de vastgestelde planperiode gerealiseerd (medio april 2025) en afgerond met een verwachte overschrijding van 1,2 % hoofdzakelijk door de niet geraamde aanschaf van een analyzer.

PRJ1233L Brandmeldinstallaties rwzi Terneuzen/Walcheren/Willem Anna Polder
De zuiveringen Terneuzen, Walcheren en WAP worden voorzien van brandmeld- en ontruimingsinstallaties, gekoppeld aan het SCADA-netwerk van de locatie. Het project is vertraagd in 2024 i.v.m. inzetbaarheid  personeel.  Planning is nu afronding in 2025 (1 1/2 jaar later dan gepland) binnen beschikbaar krediet. 

PRJ1234A Rwzi Willem Annapolder, vervanging elektrische installatie en fakkel
De elektra en installaties van de RWZI Willem Annapolder zijn dusdanig verouderd dat de kans op storingen en eventueel uitval van de zuivering te groot is geworden. De elektra en installaties moeten daarom vervangen worden, waarbij tegelijkertijd voldaan kan worden aan de hedendaagse eisen.  Tevens wordt een gasaffakkelinstallatie geplaatst om overtollig gas conform wet en regelgeving veilig te kunnen affakkelen. Het project was gepland voor uitvoering 2023/2024 maar is naar 2024/2025 verschoven door capaciteitsgebrek. 

PRJ1521B Relinen afvalwaterleidingen Zeeuws-Vlaanderen
Momenteel is er nog een discussie met een aangelande over de vergoeding voor de gebruikte/beschadigde werkstrook. Tevens loopt er ook nog een discussie met aannemer over na oplevering geconstateerde schades. Oplevering van alle werken heeft plaatsgevonden. De financiële afwikkeling  van alle lopende zaken volgt in 2025, net als de laatste afrekening met de gemeente Terneuzen.

PRJ1522 aanleg Zonnepanelen
In 2023  is het project technisch afgerond.  De administratieve afwikkeling dient nog te worden opgepakt. 

PRJ1572 Afdekken slibbuffers Westerschouwen / Verseput
Beide locaties zijn technisch afgerond.  Alleen de Gebruikersvergunning voor De Verseput is nog een lopend traject met de gemeente (loopt al sinds december 2023) waardoor de financiële afronding in 2024 niet is gelukt. 

PRJ1580  Verleggen persleiding Hansweert
De kosten voor het verleggen van de persleiding zijn opgenomen in het HWBP project dijkversterking Hansweert. De verlegging is in het kader van dit project tijdig afgerond en daarmee komt dit afzonderlijke project te vervallen.

PRJ1581  Verleggen persleiding Terneuzen
In de stadsontwikkeling Terneuzen in de wijk Othene wordt de persleiding verlegd. Dit betreft alleen de materiaalkosten, dit project is naar 2026 gezet. Er moet nog grond aangekocht worden door de gemeente Terneuzen, mogelijk verschuift dit project nog verder naar achteren.  Er zijn nog gesprekken gaande met de gemeente Terneuzen over kostenverdeling. Planning van de gemeente is op dit moment nog niet gewijzigd.

PRJ1233R rwzi WAL vervanging cyclonen, PRJ1233T rwzi Tholen renovatie rooster, PRJ1233X rwzi Willem Anna Polder renovatie gashouder, PRJ1496B Phario PHA2SCALE-project, PRJ1562W rioolgemaal Yerseke, Steeweg vervanging windketel, PRJ1562X coaten kelder rioolgemaal Domburg, PRJ1603 Apparatuur versnellingsprogramma Lachgas
Deze projecten zijn projecten uit de begroting 2025 waarvoor in november 2024 door de Algemene Vergadering uitvoeringskrediet is verstrekt.

Toelichting investeringen algemeen voorbereidingskrediet

PRJ1543A renovatie rg Magrette/ PRJ1543B Renovatie rg Zuiddorpe Hoofdweg Zuid/ PRJ1543C Renovatie rg Axel, Justaasweg
De overeenkomst tussen gemeente Terneuzen en waterschap Scheldestromen is nog niet rond.  Zodra dit rond is zal een (separaat) uitvoeringskrediet voor de 3 projecten worden aangevraagd.  De projecten staan nu  in begroting 2025 als separaat aan te vragen maar naar verwachting wordt het project pas uitgevoerd in 2026. 

Investeringen Programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Investeringen Programma Bestuur en Organisatie
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2024 bruto t/m 2024 subs t/m 2024 netto
5 programma bestuur en organisatie
Financieel afgerond
PRJ1338 Vervangen peilboot Meermin III 1-11-22 1-08-22 2.540 2.540 2.697 2.697
PRJ1517 Tractiemiddelen 2023 1-12-23 1-03-24 896 896 284 284
PRJ1517A Inruil tractiemiddelen 2023 1-12-23 1-12-23 -55 -55 -130 -130
totaal financieel afgerond 3.436 -55 3.381 2.981 -130 2.851
Onderhanden investeringen
PRJ1425 Hoofdk.Terneuzen, vervang cv-ketels 1-12-23 1-12-25 213 213
PRJ1516 Aank./vervangen tractiemiddelen 2022 1-12-22 30-06-25 2.506 -308 2.198 1.304 1.304
PRJ1518 Aank./vervangen tractiemiddelen 2024 1-12-24 1-12-25 566 -46 520 109 109
PRJ1544 Inf.Veiligheid:fysieke toegangscontr 30-12-25 30-12-25 2.100 2.100
PRJ1545 Vervanging bedrijfsm (pc mob tabbl.) 1-12-23 31-12-24 1.250 1.250 1.204 1.204
PRJ1546 Aank./verv. tractiemiddelen 2025 31-12-25 31-12-25 1.070 1.070
PRJ1585 Kantoor Terneuzen: verv. regelkast 1-12-24 1-12-25 240 240
PRJ1586 Kantoor Terneuzen: vervanging lift 1-12-24 30-06-25 110 110 15 15
PRJ1587 Overige gebouwen: verv. werkplekken 1-12-24 31-12-25 168 168 7 7
PRJ1588 Fysieke beveiliging: hardware 2024 1-12-24 31-12-25 360 360 83 83
PRJ1589 Kantoor automatisering: netwerk 2024 1-12-24 31-12-25 587 587 587 587
PRJ1590 Kantoor automatisering: netwerk 2025 31-12-25 31-12-25 510 510
PRJ1591 PA automatisering: netwerk 2024 1-12-24 31-12-25 460 460 183 183
PRJ1592 PA automatisering: netwerk 2025 31-12-25 31-12-25 420 420
PRJ1594 Werkplekken: hardware 2025 31-12-25 31-12-25 600 600
PRJ1597 Revisie ponton de Meerkracht 1-12-24 1-12-25 275 275 10 10
PRJ1546A Inruil tractiemiddelen 2025 31-12-25 31-12-25 -121 -121
PRJ1618 Verv meubilair kantoor Middelburg 31-12-25 31-12-25 402 402
PRJ1619 Verwarmen/koelen sp Eindewege 31-12-25 31-12-25 276 276
totaal onderhanden investeringen 12.113 -475 11.638 3.502 3.502
Totaal programma bestuur en organisatie 15.549 -530 15.019 6.483 -130 6.353
Totaaltellingen kunnen afwijkingen i.v.m. afrondingen op duizendtallen

Toelichting investeringen Programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - 2.4 Realisatie investeringen - Toelichting investeringen Programma Bestuur en Organisatie

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1517 Tractiemiddelen 2023 / PRJ1517A Inruil tractiemiddelen 2023
Betreft de vervanging van tractiematerieel. Dit materieel wordt ingezet om het onderhoud van de afdeling watersystemen, wegen en waterkeringen uit te kunnen voeren. In het 1e kwartaal 2024 is het materieel geleverd wat voorzien was vanuit dit krediet. 

PRJ1421A Inruil auto's 2024
Dit betreft het inruilen van dienstauto's.

PRJ1338 Vervangen peilboot Meermin III
Het project betreft de bouw van een nieuwe peilboot ter vervanging van de huidige peilboot Meermin III. Het project heeft vertraging opgelopen onder andere door latere leveringen van benodigde motoren en uit te voeren systeemtesten. In november 2022 is de peilboot officieel overgedragen aan het Waterschap. Het project is met een uitloop van meer dan 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning technisch afgerond en met een budgetoverschrijding < 10% en minder dan € 250.000,-. In samenspraak met de werf was de onderhoudsperiode om restpunten op te lossen  verlengd. Vanwege het verlengen van de onderhoudsperiode, zal dit project in 2025 financieel worden afgerond en intern worden gedragen aan de beheerder.

Toelichting onderhanden investeringsprojecten

PRJ1425 Hoofdkantoor Terneuzen, vervanging CV-ketels
Beide CV-ketels in kantoor Terneuzen zijn aan het einde van de technische levensduur. Door goede staat van onderhoud functioneren de ketels nog steeds goed, maar onderdelenvoorziening wordt steeds moeilijker.  Onderzocht wordt  of in plaats van de “1 op 1” vervanging van de huidige gasgestookte ketels het kantoor Terneuzen gasloos gemaakt kan worden. Deze investering is in 2024 aangehouden in afwachting van besluitvorming door de AV over het aanhouden van Terneuzen als hoofdkantoor. 

PRJ1544  Informatie veiligheid:fysieke toegangscontrole
Het doel van dit project is het versterken van onze fysieke toegangscontrolemaatregelen om onbevoegde toegang tot fysieke locaties, apparatuur en gegevens te voorkomen. Hierdoor krijgen alleen geautoriseerde personen toegang tot specifieke gebieden. Het sleutelplan zal vervangen worden door een digitale toegangsbeheeroplossing waar bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van traditionele sleutels, digitale sleutels en methoden voor toegangsverificatie. Op basis van een risicobeoordeling wordt bepaald welke maatregelen waar worden getroffen. Het kredietbedrag is daarbij taakstellend. De nieuwe projectleider voor Bedrijfsvoering moet dit gaan uitvoeren en wordt in 2025 geworven.

PRJ1545 Vervanging bedrijfsmiddelen (pc's, mobile telefoons en tabblets)
Er is een bedrag van € 250.000,- toegevoegd aan deze investering voor de aanschaf van hardware, die voorheen uit de exploitatiebegroting werd bekostigd. Met een begrotingswijziging is dit bedrag extra op de investering opgevoerd. In oktober 2023 is de aanbesteding voor de hardware afgerond en zijn mobiele telefoons aangeschaft. De laatste levering die voorzien was in dit project vindt plaats in het eerste kwartaal 2025.

PRJ1516 Aankoop en vervangen tractiemiddelen 2022
In 2022 zijn 4 nieuwe tractoren (PRJ1516) volgens planning aanbesteed. Vanwege oplopende levertijden zijn deze tractoren in 2023 geleverd. De levering van de geplande vrachtauto heeft in 2024 niet plaatsgevonden en wordt nu in het tweede kwartaal van 2025 verwacht. 

PRJ1518 Aank./vervangen tractiemiddelen 2024 / PRJ1518A Inruil tractiemiddelen 2024
Vanwege de onduidelijkheid over de impact van de nieuwe gedragscode is de vervangingsaanschaf van klepelmaaiers niet doorgegaan in 2024.  Inruil van oude klepelmaaiers is hierdoor ook niet doorgegaan.  Twee tractiemiddelen uit deze investering blijken technisch langer mee te kunnen dan voorzien en worden daarom pas in 2026 vervangen.

PRJ1585 Kantoor Terneuzen: verv. regelkast
De regelkast van kantoor Terneuzen nadert einde levensduur. Als de regelkast uitvalt, kunnen we bijvoorbeeld de temperatuur en de luchtventilatie alleen op één vaste stand instellen. In afwachting van het onderzoek naar de twee hoofdkantoren, dat in het bestuursakkoord 2023-2027 is vastgelegd, is dit project in 2024 niet uitgevoerd.

PRJ1586 Kantoor Terneuzen: vervanging lift
De vervanging van de lift (PRJ1586) moet worden uitgevoerd gezien het risico van het falen van de installatie en de langdurige impact daarvan op het gebruik van het gebouw. Het project is in 2024 voorbereid en de daadwerkelijke vervanging van de lift vindt in het tweede kwartaal van 2025 plaats.

PRJ1587 Overige gebouwen: verv. werkplekken
In 2024 is gestart met een inventarisatie van het bestaande en exact benodigde meubilair op de buitendienstlocaties. In 2025 zal het meubilair besteld en naar verwachting ook geleverd worden.

PRJ1588 Hardware 2024 (werkplek/fysieke beveil.)
Door gebrek aan personeel bij de installateur en uitstellen van werkzaamheden bij de afvalwaterketen is de vervanging van de apparatuur in 2024 niet volledig afgerond. De werkzaamheden zullen in 2025 verder afgerond worden. 

PRJ1589 Kantoor automatisering: netwerk 2024
De levering van de apparatuur heeft plaatsgevonden in 2024 en de implementatie loopt door in 2025.

PRJ1591 PA automatisering: netwerk 2024
De aanschaf van hardware voor vernieuwen van het procesautomateringsnetwerk heeft vertraging opgelopen.  Het goed uitvoeren van een 'proof of concept' (waarbij de werking van een oplossing moet worden aangetoond) koste aanvankelijk meer tijd dan gepland en leverde vervolgens niet de gewenste uitkomst op. Daarom wordt begin 2025 een onderzoek naar een andere oplossing uitgevoerd.  Dit project is gekoppeld aan PRJ1592.

PRJ1597 Revisie ponton de Meerkracht
De aanbesteding van het onderhoud voor het ponton en een boot loopt. De gunning staat gepland voor de eerste helft van 2025.

PRJ1619  Verwarmen/koelen sp Eindewege
De installatie voor het verwarmen en koelen op de locatie Eindewege is einde levensduur, werkt niet meer naar behoren waardoor de temperatuur moeilijk te regelen is en er veel storingen zijn. Deze wordt daarom vervangen.  De  uitvoering is voorlopig gepland in 2026.

2.5 Indeling paragrafen

2.5.1 Financiële positie

2.5.1.1 Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - 2.5.1.1 Financiering - Financiering

Het doel van de paragraaf Financiering, rente en schuldpositie is het bevorderen en transparant maken van het financierings- en treasurybeleid, het verbeteren van de besluitvorming daarover en het beter mogelijk maken van een goede beoordeling daarvan door de toezichthouder. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vermogensbehoefte, de renteontwikkeling en het risicobeheer.

De vermogenstoename of afname in het afgelopen jaar kan bepaald worden door het verschil tussen herkomst en bestedingen van middelen.

In 2024 is voor € 10.000.000,- afgelost en zijn geen vaste financieringsmiddelen aangetrokken gezien de geldlening van € 165.000.000,- die in 2023 is afgesloten voor meerdere jaren. 

bedragen x € 1.000
Vermogensmutaties Herkomst Besteding Mutaties
Vaste activa: Afschrijvingen 21.063
Subsidies/bijdragen van derden 48.493
Verkopen en fin. Activa 61
Bruto uitgaven 76.606
Eigen vermogen: Toevoegingen 15.746
Onttrekkingen 14.873
Voorzieningen: Toevoegingen 1.057
Besteding (incl. vrijval) 602
Lang lopende schulden: Stortingen -
Aflossingen 10.000
Totaal 95.965 92.536
Vermogensmutatie 3.429

2.5.1.2 Renteschema, renterisiconorm en kasgeldlimiet

Renteschema

Terug naar navigatie - 2.5.1.2 Renteschema, renterisiconorm en kasgeldlimiet - Renteschema

Renteschema
In onderstaand schema zijn conform de Notitie rente de rentelasten en rentebaten in beeld gebracht, Het rente saldo wordt op basis van de berekende omslagrente toegerekend aan de investeringen binnen de betreffende taakvelden.  
De berekening van de omslagrente vindt plaats over de boekwaarde per 1 januari 

Renteschema Rekening 2024 Begroting 2024
Rente lang geld 9.687.518 5.115.000
Rente lang geld (voorgenomen financiering HWBP) 3.567 275.000
Rente kort geld 198 1.159.000
1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering + 9.691.283 6.549.000
2 De externe rentebaten (idem) -/- 8.095.422 169.000
saldo rentelasten en rentebaten 1.595.861 6.380.000
3 rentelasten die specifiek moeten worden toegerekend -/- 0 1.159.000
4 rentebaten die specifiek worden toegerekend + 0 0
aan de taken toe te rekenen externe rente via rente omslag 1.595.861 5.221.000
aan de taken toegerekende rente (rente omslag)
watersysteem- en zuiveringsbeheer -/- 1.595.861 5.221.000
5 Renteresultaat 0 0
Taken Boekwaarde % Boekwaarde %
watersysteem- en zuiveringsbeheer 320.375.830 0,498% 331.588.742 1,575%

In de begroting 2024 was rekening gehouden met de financiering van € 20 miljoen tegen 3,5%. Na het opstellen van de begroting is eind 2023 een geldlening van € 165 miljoen afgesloten tegen een lager rentepercentage. De geldlening van € 165 miljoen was bedoeld voor meerjarige financiering en een eventuele voorfinanciering van HWBP. Als decentrale overheid is het waterschap verplicht voor de niet ingezette liquide middelen deel te nemen aan het schatkistbankieren (SKB). De ontvangen rente van het schatkistbankieren is hoger dan de rentekosten van de geldlening waardoor er per saldo een voordeel is van € 4,8 miljoen ten opzichte van de primaire begroting 2024. De renteomslag komt hiermee uit op 0,498%.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - 2.5.1.2 Renteschema, renterisiconorm en kasgeldlimiet - Renterisiconorm

Om de risico’s te beperken is het treasurybeleid defensief en risicomijdend. Het beleid is er op gericht om toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven. Het risicobeheer bestaat uit o.a. renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico, waarbij voor het waterschap het renterisico het belangrijkste is.
De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico’s voor de organisatie. Hierbij geldt dat het niveau van renterisico’s in de komende jaren de wettelijke normen (de kasgeldlimiet en de renterisiconorm), zoals vastgelegd in de Wet Fido, niet overschrijdt.

Renterisiconorm
De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm is voor de waterschappen vastgesteld op 30% van het begrotingstotaal bij aanvang van het betreffende jaar. Het waterschap heeft geen leningen met een renteherziening. 

Renterisiconorm Norm 2024
1 Totale lasten programmabegroting 153.323
2 Renterisiconorm (30% van 1) 30% 45.997
3 Betaalde aflossingen 10.000
Ruimte (2-3) 35.997

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 2.5.1.2 Renteschema, renterisiconorm en kasgeldlimiet - Kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het maximum dat gesteld is aan de mate waarin van korte financiering (looptijd maximaal één jaar) gebruik mag worden gemaakt. In de ‘Uitvoeringsregeling Fido' is dit maximum voor de waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. Voor het waterschap betekent dit voor 2024 € 35,3 miljoen. In 2024 is het waterschap binnen de kader van de kasgeldlimiet gebleven.

bedragen x € 1.000
periode (eind van het) Vlottende schuld (-/-) middelen Kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet
Begrotingstotaal 2024 153.323
Norm kasgeldlimiet 23%
1e kwartaal -1.696 35.264 36.961
2e kwartaal -3.522 35.264 38.786
3e kwartaal -2.137 35.264 37.401
4e kwartaal -765 35.264 36.030

2.5.1.3 Reserves en voorzieningen

Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - 2.5.1.3 Reserves en voorzieningen - Reserves en voorzieningen

De omvang en mutaties van de algemene reserves, bestemmingsreserves en voorzieningen in de rekening 2024 zijn in de volgende tabellen weergegeven. De toelichtingen hierop zijn opgenomen in paragraaf 3.5 'Balans met toelichtingen'.

Bedragen x € 1.000,-
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2023 voor resultaat- bestemming Toevoeging resultaat 2023 Saldo 31-12-23 na resultaat- bestemming Onttrekking 2024 Toevoeging 2024 Saldo 31-12-2024 Voorstel bestemming resultaat 2024 Saldo 31-12-2024 na resultaat- bestemming
Algemene reserves
watersysteembeheer 17.268 1.699 18.966 -1.824 5.145 22.287 1.528 23.816
zuiveringsbeheer 761 -1.178 -418 -194 3.845 3.233 1.682 4.915
Totaal algemene reserves 18.028 520 18.548 -2.018 8.990 25.520 3.211 28.731
Bestemmingsreserves
Tariefegalisatiereserves
watersysteemheffing ingezetenen 1.348 -132 1.216 -309 907 679 1.586
watersysteemheffing ongebouwd 167 7 174 -29 145 841 986
watersysteemheffing gebouwd 3.992 94 4.086 -1.112 2.974 2.133 5.107
watersysteemheffing natuurterreinen 88 1 89 -6 83 -6 76
zuiveringsheffing 2.418 671 3.089 -2.418 671 -14 657
Totaal tariefegalisatiereserves 8.013 641 8.654 -3.874 - 4.780 3.633 8.413
Overige bestemmingsreserves
kapitaallasten fietspaden Zeeuws-Vl. 4.129 4.129 -4.129 - -
kapitaallasten extra afslag A58 Goes 427 427 -427 - -
Impuls verkeersveiligheid -1.429 4.500 3.071 3.071
damaanzetten O'sch.kering&kanaal Zuid-B. 167 167 -167
peilbesluit Veerse Meer, steigers 169 169 -169 - -
zandsuppletie Sophiastrand 417 417 -417 - -
groot onderhoud waterkeringen 165 165 -165 - -
overname waterkeringen Rijkswaterstaat 204 204 -204 - -
cultuurhistorische duikers en sluizen 323 323 323 323
Innovatie 55 55 -40 15 15
Veerse Meer 65 65 210 275 275
te verstrekken subsidies (Leader) 220 220 -25 195 195
Kader Richtlijn Water (KRW) 247 247 - 247 247
GGA wegen 27 27 -18 9 9
effluent - onderzoek industrieel afvalw. 62 62 - 62 62
informatieveiligheid 1.056 1.056 -263 793 793
Assetmanagement 1.438 1.438 -239 1.199 1.199
Muskusrattenbestrijding 1.111 1.111 -308 803 803
Arbo maatregelen 2024-2026 337 337 -64 273 273
Kennis en ontwikkeling medewerkers 2024 150 150 - 150 150
Baggeren Grote Wateren - -
Uitgestelde werken en diensten 1.173 617 1.790 -1.790 1.173 1.173 1.331 2.504
Totaal overige bestemmingsreserves 11.942 617 12.559 -9.854 5.883 8.588 1.331 9.919
Totaal bestemmingsreserves 19.954 1.258 21.213 -13.728 5.883 13.368 4.964 18.332
Totaal reserves 37.983 1.779 39.761 -15.746 14.873 38.888 8.175 47.063

De omvang en mutaties van de voorziening in de rekening 2024 is in onderstaande tabel weergegeven. De toelichtingen hierop zijn opgenomen in paragraaf 3.5 'Balans met toelichtingen'.

bedragen x € 1.000
Voorzieningen Saldo 1-1-2024 Interne vermin- deringen Externe vermin- deringen Interne vermeer- deringen Externe vermee- rderingen Saldo 31-12-2024
Personele voorzieningen 4.401 189 413 1.007 50 4.856
Totaal 4.401 189 413 1.007 50 4.856

2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio

Weerstandsvermogen, -capaciteit en risico’s

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Weerstandsvermogen, -capaciteit en risico’s

Bij de taakuitoefening en in de bedrijfsvoering loopt het waterschap risico’s van uiteenlopende aard. Tegen een deel van deze risico’s kan een waterschap zich verzekeren, of moeten er voorzieningen worden gevormd, of kunnen anderszins worden opgevangen. Voor een deel van de risico’s is dit echter niet het geval. Daarnaast wordt er soms voor gekozen om voor bepaalde verzekerbare risico’s eigen risicodrager te worden door zich bewust niet voor deze risico’s te verzekeren. De niet verzekerde risico’s kunnen, als ze zich voordoen, (grote) financiële consequenties hebben. Het is dus zaak voor het waterschap, dat ze zich bewust is van de risico’s die ze loopt en ze beheerst. Het uitsluiten van risico’s is echter niet mogelijk. Niet verzekerde risico’s die zich voordoen, moet het waterschap opvangen met het eigen vermogen (reserves), door belastingverhoging of door ombuigingen binnen de begroting. 

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

  • de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
  • alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

De weerstandscapaciteit is te omschrijven als de omvang van de direct beschikbare financiële middelen om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Het is als het ware een buffer om ervoor te zorgen dat bestaand beleid en voorzieningen niet in gevaar komen als risico’s werkelijkheid worden.
Binnen de organisatie zijn er assetmanagementadviseurs die zorgen voor de ontwikkeling van het assetmanagement. Met assetmanagement maken we keuzes over te nemen maatregelen, die keuzes dragen bij aan het verbeteren van de risicopositie. Met risicomanagement trachten we inzicht te verkrijgen in de risicopositie om vervolgens passende maatregelen te nemen. Om dit te kunnen doen voeren we risicoanalyses uit. Met deze risicoanalyses krijgen we input voor het nemen van beheersmaatregelen.
In het Waterschapsbeheerprogramma is als doelstelling opgenomen om in 2027 ISO 55001 (assetmanagement) gecertificeerd te zijn. Met assetmanagement zorgen we voor een optimale balans tussen behalen van prestaties, de kosten die daar mee gemoeid zijn en het beheersen van risico’s.

In de AV van 4 april 2024 is de Nota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen vastgesteld. Met deze beleidsnota is in de onderstaande berekening van het weerstandsvermogen rekening gehouden.

Berekening weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Berekening weerstandscapaciteit

In de weerstandscapaciteit worden alleen die middelen opgenomen die in een begrotingsjaar en de daarop volgende begrotingsjaren vrij aanwendbaar zijn zonder dat dit effect heeft op de gewenste kernactiviteiten van het waterschap en de gewenste ontwikkeling van de lastendruk. Dit geldt voor de algemene reserve en het niet bestemde deel van de tariefegalisatiereserves. De aanwezige overige bestemmingsreserves maken geen deel uit van de weerstandscapaciteit. Deze worden ingezet voor het doel waarvoor deze gevormd zijn. Er is een mogelijkheid om de belastingcapaciteit in te zetten en daarmee de weerstandscapaciteit te vergroten. In het jaar 2024 was dit niet het geval en is hier niets opgenomen.
De totale weerstandscapaciteit per ultimo van het jaar is als volgt bepaald:

Bedragen x € 1.000,-
Beschikbaar begroot rekening
Stille reserve p.m. p.m.
Belastingcapaciteit p.m. p.m.
Onvoorzien 100 100
Algemene reserves 17.822 25.520
Tariefsegalisatiereserves 5.013 4.780
Totaal 22.935 30.401

Strategische risico’s & ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Strategische risico’s & ontwikkelingen

Strategische risico’s zijn het gevolg van de gekozen strategische koers van de organisatie of het gevolg van gemaakte keuzes die leiden tot een strategische koerswijziging. Ze hebben impact op de strategische doelstelling van een organisatie. Vaak zijn de kans van optreden en de impact van deze risico’s niet goed (financieel) te kwantificeren en niet direct te managen. Hierna wordt nader ingegaan op de strategische risico’s en een relevante aantal ontwikkelingen.

Onvolledig beeld omvang benodigd onderhoud van assets 
De staat van de assets rioolgemalen/transportstelsels, zuiveringen, kunstwerken en het benodigd onderhoud zijn niet altijd goed in beeld. Aan dit risico kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Voorbeelden hiervan zijn inspectieopgaven die nog niet volledig zijn uitgevoerd, preventief onderhoud dat niet (volledig) uitgevoerd is, het verlies van kennis door medewerkers die met pensioen gaan en het ontbreken van niet goed of volledig ingerichte databeheersystemen. Data speelt daarbij een belangrijke rol. Deze ontwikkeling kan tot gevolg hebben dat de in kaart gebrachte onderhoudsopgave groter blijkt te zijn dan in eerste instantie gedacht (en begroot) op basis van historische data en visuele inspecties. Dit kan financiële gevolgen hebben in de vorm van hogere onderhoudskosten en/of schadeclaims. Er zouden ook gevolgen kunnen zijn voor het veilig en naar behoren functioneren van assets voor de omgeving van het waterschap. Wel kunnen we concluderen dat de afgelopen jaren is gebleken dat de assets van het waterschap goed hebben gefunctioneerd. Hierdoor kunnen we onze taken op een adequate wijze uitvoeren. Een verdere professionalisering van het onderhoud en de vervanging van onze assets willen we bereiken met assetmanagement. Dit is nodig gezien het grote aantal bij het waterschap in beheer en onderhoud zijnde objecten. Het gaat hierbij om een methode voor het optimale beheer van onze ‘assets’ zodat we in de toekomst nog beter keuzes kunnen maken die gebaseerd zijn op de optimale balans tussen prestaties, risico’s en kosten, gedurende de gehele levenscyclus van een asset. Voor de assets van de afvalwaterketen zijn diverse data in het onderhoudsbeheersysteem (OBS) niet voldoende op orde om een juiste afweging te maken tussen prestaties, kosten en risico’s en om adequaat onderhoud uit te voeren. Voor de korte termijn wordt het op orde brengen van data in het onderhoudsbeheersysteem ter hand genomen. Parallel hieraan worden diverse preventieve onderhoudsactiviteiten nader in beschouwing genomen om te onderzoeken of alle assets adequaat worden onderhouden. We hopen hiermee een efficiencyslag te kunnen maken.
In 2023 en 2024 hebben we de kenmerken van al onze bruggen in beeld gebracht. Omdat de houten bruggen het meest kwetsbaar zijn, hebben we hier als eerste ook de onderhoudstoestand van in beeld gebracht. Inmiddels zijn we bezig om dit ook van de overige bruggen in beeld te brengen. Dit zal in 2025 worden afgerond. Het in beeld brengen van de duikers volgt later omdat deze over het algemeen veel minder risico met zich meebrengen. Vervolgens ontwikkelen we voor het inspecteren en onderhouden van zowel de bruggen als de duikers een systematische werkwijze conform wegverhardingen en -beplantingen. Met het aantrekken van een beleidsmedewerker kunstwerken hopen we hier voldoende capaciteit voor te krijgen. Op dit moment betekent het ontbreken van betrouwbare data en een systematische werkwijze dat we nog te maken hebben met een verhoogd risico. 

Uitvoering projecten en regulier werk onder druk
Bij de programmering en voorgenomen realisatie van projecten wordt als uitgangspunt de beschikbare personele capaciteit en het financieel kader gehanteerd. In 2024 is evenals in 2023 vooruitgang geboekt in de invulling van openstaande vacatures. Niettemin moeten er nog meerdere vacatures worden ingevuld, vooral ook voor HWBP projecten. We hebben nog steeds te maken met krapte op de arbeidsmarkt. De voorbereiding van (nieuwe) projecten vraagt steeds meer tijd. Strengere en wijzigende wet- en regelgeving (stikstof, Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging, enz.), langere doorlooptijd bij verleggen kabels en leidingen, gevolgen van netcongestie bij het aanvragen van nieuwe of verzwaren van elektriciteitsaansluitingen etc. zijn factoren die meer tijd kosten en vertragend werken in de doorlooptijd. Deze risico’s zijn actueel voor meerdere kerntaken. 
Beheersing van het risico van krapte in de personele capaciteit vindt onder andere plaats door op cruciale openstaande posities inhuurkrachten in te zetten. Voor de HWBP opgave is de keuze om, gezien de omvang van de projecten, naast een basisbezetting op de personele capaciteit de benodigde capaciteit vooral ook op projectniveau te organiseren met inzet van inhuurkrachten en samenwerking met marktpartijen en/of uitzetten van opdrachten bij ingenieursbureaus. Een beheersmaatregel ten aanzien van de langere doorlooptijden om een project voor te bereiden is het nog eerder kunnen beschikken over de projectscope/startdocument en daarmee de voorbereiding tijdig te starten. Er wordt nu 2-2,5 jaar gehanteerd. Gezien de ontwikkelingen moet er meer rekening worden gehouden met minimaal drie jaar. Overigens betekent dit ook extra personele capaciteit (meer projecten in voorbereiding) en zal er sprake zijn van een overgangsperiode (inhaalslag) om dit mogelijk te maken. In de voorjaarsnota 2025 willen we aangeven wat hierin nodig is en wat dit betekent voor een verdere uitbreiding van de personele capaciteit. Uitgangspunt hierbij is het Meerjaren InvesteringsProgramma (MIP). Daarnaast willen we ook onderzoeken of de ontwikkeling naar meer programmatisch aanbesteden efficiencyvoordelen voor het waterschap op kan leveren.
De uitvoering van projecten vergt ook een behoorlijke inspanning van de collega’s van de afdeling Afvalwaterketen. Een project kan enkel gerealiseerd worden indien rekening gehouden wordt met het feit dat na het project het beheer en onderhoud van de assets wordt uitgevoerd door medewerkers van de afvalwaterketen binnen hun eigen kerntaak, maar ook als service provider voor de andere afdelingen. Zowel aan de voorkant, tijdens en bij overdracht van een project moeten alle assets worden voorzien van standaard uitgangspunten, (OBS-)data, (informatie)veiligheidsnormen, enz. om in de beheerfase zo efficiënt mogelijk te kunnen werken binnen de financiële kaders en gewenste prestaties.

KRW doelen worden niet tijdig behaald
Het jaar 2027 is in de wetgeving opgenomen als deadline voor de KRW. Op dat moment moeten er verschillende maatregelen gerealiseerd zijn en doelen behaald worden. Voorbereiding, uitvoering en oplevering van de maatregelen zal in deze ‘begrotingsperiode’ moeten plaatsvinden. Bij prioritering van inzet en middelen is hier zoveel als mogelijk rekening mee gehouden, bij afwegingen komende jaren is het zaak de KRW maatregelen prioriteit te blijven geven. 

Onvoldoende mensen met een beperking in dienst 
De Wet Banenafspraak verplicht werkgevers voldoende banen te scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers uit de sector Overheid zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van 25,000 banen. Waterschap Scheldestromen had in 2024 de verplichting om 17,8 banen van 25,5 uur te realiseren. Het aantal gerealiseerde banen bedroeg op 31 december 2024 9,88. Momenteel ligt er een wetsvoorstel met als doel de Wet Banenafspraak te vereenvoudigen. Als werkgevers de afgesproken aantallen van de banenafspraak niet halen komt er een quotumregeling. Het kabinet wil af van de heffing bij de quotumregeling. In plaats daarvan komt er de inclusiviteitsopslag. Deze opslag wordt geheven via een bestaande premie. Het kabinet houdt nu al rekening met dit nieuwe systeem. Daarom wordt de quotumheffing voorlopig niet doorgevoerd.

Omgevingswet
De implementatie van de Omgevingswet (in werking treding definitief 1 januari 2024) ontmoette vele obstakels. Ontbrekende functionaliteiten van ondersteunende programma's en inzet toepasbare regels en daarvoor opnieuw aanpassing Waterschapsverordening zijn er enkele. In 2024 zijn extra kosten voor de inbedding van de Omgevingswet gemaakt. Daarnaast was er het risico van het niet tegelijkertijd aan kunnen van / raadplegen door een grote aantal gebruikers van het DSO vanaf de inwerkingtreding. Inmiddels is er één werkend programma met alle functionaliteiten. Tot op heden kan de DSO de aantallen aanvragen aan, waarmee het risico niet langer van toepassing is.

Stijgende kosten kust- en dijkversterkingen
Als gevolg van de uitkomsten van de wettelijke beoordeling van de primaire waterkeringen aan de hand van de nieuwe waterveiligheidsnormen en de effecten van klimaatverandering en zeespiegelstijging neemt de opgave van de benodigde dijkversterkingen toe. We zijn alert op de toekomstige kosten van de waterveiligheidsopgave. Deze mogen niet leiden tot een onevenredige lastenverzwaring voor de Zeeuwse burger. Een evaluatie van de huidige financieringsregeling is gestart in 2024 en wordt voortgezet in 2025. De (landelijke) spanning op het HWBP-programma zorgt voor onzekerheid op het tijdstip van de verstrekking van de subsidie voor de projecten van Scheldestromen. Bij de uitvoering van kust- en dijkversterking onderzoeken we verschillende scenario’s om de meest haalbare en betaalbare oplossing te bepalen. De wettelijke beoordeling van de primaire waterkeringen is afgerond en toont aan dat ruim 25% van de Zeeuwse primaire waterkeringen niet voldoet aan de ondergrens van de huidige wettelijke veiligheidsnorm. Er is naar schatting minimaal € 1,5 miljard (waarvan 10% voor rekening van het waterschap) nodig tot 2050 om de afgekeurde dijkvlakken te versterken zodat ze voldoen aan de norm. Er is hierbij ook sprake van een capaciteitsrisico om het beoogde doel te kunnen realiseren.

Baseline Basis op orde
Bestuurlijke Terugblik 2024: Digitalisering en de Baseline Basis op Orde
In 2024 heeft waterschap Scheldestromen verdere stappen gezet om de digitale basis op orde te brengen. In 2024 hebben we ons gericht op het implementeren van relevante wet- en regelgeving en het versterken van onze digitale weerbaarheid. De implementatie van de Wet Open Overheid en de Omgevingswet heeft onze aandacht gevraagd en is volgens planning verlopen. Via de bestuursmonitors is de AV in 2024 geïnformeerd over de voortgang. Tegelijkertijd blijven compliance en datamanagement uitdagingen vormen, mede door wijzigingen in wetgeving en de snelle technologische ontwikkelingen. 0-metingen en (externe) audits droegen bij inzicht in risico’s en benodigde ontwikkelingen. Door een risico-gestuurde aanpak hebben we prioriteit gegeven aan verplichtingen met harde deadlines, wat heeft bijgedragen aan een gecontroleerde implementatie en minimalisering van risico’s. 

Schade als gevolg van cyber-aanvallen op de digitale infrastructuur
In 2024 is het waterschap geconfronteerd gebleven met een blijvende dreiging van cybercriminaliteit, mede als gevolg van toenemende georganiseerde cyberaanvallen en veranderende geopolitieke verhoudingen. Door de inzet van uitgebreide technologische en organisatorische maatregelen zijn cyberdreigingen effectief beheerst. De digitale infrastructuur, waaronder netwerken en geautomatiseerde assets zoals stuwen, poldergemalen en zuiveringen, is gedurende het jaar operationeel en veilig gebleven. De bewustwording van medewerkers rondom cybersecurity blijft een belangrijk aandachtspunt. De menselijke factor blijft echter een aandachtspunt binnen de algehele cyberweerbaarheid. Gedurende 2024 hebben zich binnen het waterschap geen incidenten voorgedaan als gevolg van cyberaanvallen. Hierdoor zijn er geen directe financiële schadeposten ontstaan die verband houden met cybercriminaliteit. Wel is er blijvend geïnvesteerd in maatregelen om de digitale veiligheid te waarborgen, in lijn met de toenemende complexiteit van cyberdreigingen.

Onzekere marktomstandigheden hebben effect op het energiecontract
De energieprijzen voor 2025 zijn vastgeklikt. Op basis van het nieuwe contract worden ook de prijzen voor 2026  geklikt. De grote onzekerheid zit dan nog in de netwerkkosten. Deze zijn voor 2026 nog niet in beeld. De uiteindelijk kosten worden dan nog bepaald door het energieverbruik. De onzekerheidsmarge hiervoor is 25%. Bij veel neerslag kan de stijging van het energieverbruik hiermee toenemen. De kans van optreden is gerubriceerd in de categorie “midden”.

Operationele risico's

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Operationele risico's

De benodigde weerstandscapaciteit. Operationele risico’s kunnen optreden bij de uitvoering van de bedrijfsfuncties van de organisatie als gevolg van ontoereikende of niet succesvolle interne processen, mensen en systemen, of externe gebeurtenissen. Nu heeft een gekwantificeerde analyse van de operationele risico’s plaatsgevonden. Voor deze analyse zijn de volgende typen risico’s buiten beschouwing gelaten:

  • projectrisico’s waarvoor binnen het project al een voorziening is getroffen;
  • strategische risico’s die niet goed (financieel) te kwantificeren zijn.

Het waterschap werkt er aan om de risico’s bij de uitvoering van de kerntaken op een meer systematische eenduidige wijze te gaan beheersen. Als start hiervan is in 2020 de bedrijfswaardenmatrix opgesteld waarmee het risiconiveau van een gebeurtenis kan worden vastgesteld. Risico’s worden uitgedrukt als kans x effect. Door de kans van voorkomen van een ongewenste gebeurtenis en het bijbehorende gevolg (effect) tegen elkaar af te zetten in de matrix, wordt het risiconiveau bepaald. Het risiconiveau geeft aan of het waterschap een risico acceptabel vindt of niet. Op basis daarvan kunnen vervolgens maatregelen ontworpen worden om risico’s te verkleinen door de kans van optreden of het effect te verkleinen. Voor de restrisico’s die dan nog resteren en waarbij sprake kan zijn van financiële tegenvallers, is er een bepaalde weerstandscapaciteit nodig. Als die risico’s zich vervolgens manifesteren kan de weerstandscapaciteit worden aangewend.

In het hierna opgenomen geconsolideerde risico-overzicht is de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen. Daarvoor zijn eerst de belangrijkste operationele risico’s binnen de vijf programma’s geïnventariseerd. Er is gekeken naar de restrisico’s - na beheersing - met een maximaal financieel gevolg van meer dan € 100.000.-. Vervolgens zijn de risico’s gekwantificeerd in ‘kans van optreden’ en het ‘maximale financiële gevolg’. De financiële impact van het risico is bepaald door deze twee waarden met elkaar te vermenigvuldigen. Deze exercitie leidt tot de volgende tabel met gekwantificeerde operationele risico’s, waarmee de benodigde weerstandscapaciteit is bepaald. De operationele risico’s zullen in de toekomst periodiek worden geëvalueerd.

Bedragen x € 1.000,-
Risico overzicht: Begroting 2024 Actualisatie 2024
begroot 2024 rekening 2024 Operationeel risico Programma Kans van optreden [1] Impact x € 1.000,- [2] Kans van optreden [1] Impact x € 1.000,- [2]
1. Renterisico Schatkistbankieren Alle - - Groot 2.250
1. 2. Personeelskosten: extra kosten inhuur doordat vacatures niet kunnen worden ingevuld Alle Groot 1.245 Groot 1.500
2. vervallen kostenstijgingen en marktontwikkelingen bij aanbestedingen Alle Groot 996 - 0
3. 3. Mogelijke uitval of onderbreking van ICT middelen en processen Alle Klein 850 Klein 850
4. 5. Schade aan waterkeringen door extreme omstandigheden Waterkeringen Klein 510 Klein 510
5. 4. Extra energiekosten riool- en polder gemalen door extreme neerslag Afvalwaterketen/ Watersystemen Midden 483 Midden 600
6. vervallen Mogelijke Btw-plichtigheid SNB Afvalwaterketen Midden 320 - -
7. 6. Calamiteiten door uitstel projecten rioolgemalen, poldergemalen en zuiveringen Afvalwaterketen/ watersystemen Groot 249 Groot 249
8. 7. Zomerschade aan Wegen Wegen Groot 166 Midden 166
9. 8. Schending van de AVG Privacywet Bestuur & Organisatie Klein 71 Klein 71
9. Aanbesteden waterlopen valt mogelijk hoger uit Watersystemen - - Midden 56
10. 10. Extra inzet gladheidsbestrijding bij extreem winterweer Wegen Klein 51 Klein 50
TOTAAL TOP 10 4.941 6.302
[1] De kans van optreden kan worden gekwantificeerd als: klein (impact-17%), midden (impact-50%) en groot gevolg (impact-83%).
[2] Impact = kans x financieel gevolg in €.

Gekwantificeerde operationele risico's

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Gekwantificeerde operationele risico's

De gekwantificeerde operationele risico’s worden hieronder verder toegelicht. Hierbij is de volgorde van de geactualiseerde risico's (rekening 2024) aangehouden.

1. Renterisico schatkistbankieren
Eind 2023 zijn langjarige leningen afgesloten om de investeringsportefeuille voor de periode tot en met 2027 te financieren. Dat geld is in een keer ontvangen, maar wordt de komende jaren geleidelijk uitgegeven. De liquide middelen die op enig moment nog niet nodig zijn voor de financiering van investeringen moeten we uitzetten bij het schatkistbankieren van de Rijksoverheid. De vergoeding op het schatkistbankieren is in 2024 hoger gebleken dan waarmee in de begroting rekening gehouden was. Een negatief renterisico heeft zich dus niet voorgedaan. 
In de begroting 2025 is de aanname gedaan dat de rentebaten op het schatkistbankieren gelijk zijn aan de rentekosten van de afgesloten leningen (ca 2,9%). De rente op het schatkistbankieren op dit moment dalende. Afhankelijk van de renteontwikkeling op het schatkistbankieren kan dit tot een voordeel (als de rente gemiddeld hoger blijft dan 2,9%) of een nadeel (als de rente gemiddeld lager wordt dan 2,9%) leiden. Het risico wordt gekwantificeerd op €4.500.000,- gebaseerd (geen renteopbrengst), het risico wordt ingeschat op "midden". 

2. Onzekerheid loonontwikkeling en krapte arbeidsmarkt 
De CAO stijging in 2024 bedroeg 3% salarisverhoging per 1 januari en 2% per juli 2024. In de begroting 2024 was rekening gehouden met een loonontwikkeling van 5,6% op jaarbasis. Ten opzichte van de begroting 2024 leidde dit tot een beperkt financieel voordeel. 
Er waren in 2024 ongeveer 100 vacatures waarvan circa 3/4e gedurende het jaar intern of extern succesvol werd ingevuld. Op een deel van de openstaande vacatures is ingehuurd. In 2024 is een contract met een broker afgesloten voor inhuur om maximaal bereik te hebben in de huidige schaarse arbeidsmarkt en spoedig en rechtmatig in te huren om de continuïteit van het werk te waarborgen. De inhuurkosten konden in 2024 worden opgevangen binnen de financiële ruimte die ontstond door openstaande vacatures. 
Voor 2025 is in de begroting 2025 een loonstijging (CAO en sociale lasten) opgenomen van 5,6% op basis van de CPB indexcijfers. Bij het opstellen van deze jaarrekening zijn de onderhandelingen voor een nieuwe CAO voor 2025 nog niet afgerond. Ook zijn er in 2025 nog vele vacatures in te vullen, door de krappe arbeidsmarkt is er naar verwachting extra inhuur noodzakelijk voor cruciale functies. De omvang van de onzekerheid loonontwikkeling en de krapte op de arbeidsmarkt is ingeschat op € 3.000.000,-. De kans van optreden is als “midden” gerubriceerd.

3. Mogelijke uitval of onderbreking van ICT middelen en processen
In 2024 is wederom veelvuldig gebruik gemaakt van ICT-middelen en geautomatiseerde processen binnen het waterschap. Gedurende het jaar is aandacht besteed aan de risico’s die samenhangen met het gebruik van deze systemen, zoals de mogelijke uitval van systemen, cyberaanvallen en de belasting van de ICT-infrastructuur. Gedurende het jaar hebben zich enkele incidenten voorgedaan maar deze hadden geen invloed op de continuïteit van de bedrijfsvoering. Hierbij ging het onder andere geopende phishing mail, tijdelijke verstoringen van systemen en verhoogde dreigingen op het gebied van cybersecurity. Het voldoen aan de Baseline Informatieveiligheid Overheden (BIO) bleef een belangrijk aandachtspunt. Waar nodig zijn mitigerende maatregelen genomen om risico’s te beperken en de impact van eventuele verstoringen te minimaliseren. De omvang van dit risico wordt geschat op € 5.000.000,-, de kans van optreden is als klein gerubriceerd.

4. Extra energiekosten riool- en poldergemalen door extreme neerslag 
Een risico dat samenhangt met de klimaatverandering is de kans op hogere energiekosten door extreme neerslag. Extreme neerslag heeft dan vooral invloed op de energiekosten van riool- en poldergemalen. Voor 2024 hebben we € 3,8 mln. aan elektriciteitskosten voor de riool- en poldergemalen. In de begroting 2025 is uitgegaan van ca. € 4,8 mln. aan electriciteitskosten voor de riool- en poldergemalen. Op basis van historische feiten kan er bij dit risico een maximale afwijking van 25% optreden in het geval het waterschap te maken krijgt met extreme neerslag. Dit leidt dan tot een financieel gevolg c.q. hogere energiekosten van € 1.200.000,-. De kans van optreden is gerubriceerd in de categorie “midden”.

5. Schade aan waterkeringen door extreme omstandigheden
Het waterschap heeft meerdere keren per jaar te maken met stormen variërend van licht tot zeer zwaar. Daarbij kan de periode tussen meerdere stormen kort zijn. De soms (grote) schade die een storm tot gevolg kan hebben betreft voornamelijk de waterkeringen assets. Er moet worden gedacht aan schade aan duinen, glooiingen, steenzettingen en kreukelbermen. Indien er sprake is van schade moeten er acute herstelwerkzaamheden worden gepleegd. Daarnaast kan ook extreem laag water zorgen voor schade aan waterkeringen en vooroevers. Dit zorgt voor onvoorziene kosten in het begrotingsjaar. Dit risico, waarvan wordt ingeschat dat de kans van optreden klein is, wordt geschat op € 3.000.000.-

Vervallen: Mogelijke BTW-plichtigheid SNB
SNB mag in overleg met de belastingdienst gebruik blijven maken van de koepelvrijstelling waardoor een geen sprake is van BTW heffing over de prestaties aan de aandeelhoudende waterschappen. Dit risico is daarmee komen te vervallen.

6. Calamiteiten/extra (exploitatie) kosten door uitstel projecten rioolgemalen, poldergemalen en zuiveringen/niet uitgevoerd (preventief onderhoud)
De afgelopen jaren is veelvuldig geschoven met projecten aan polder- en rioolgemalen. Dit zorgt voor een langer in stand houden van de installaties wat vaak verhoogde kosten met zich meebrengt. Daarnaast is de investeringsplanning aangepast op beschikbare capaciteit voor voorbereiding en uitvoering van projecten. Dit kan gevolgen hebben voor de exploitatiekosten. 
Het beheer van het noodmaterieel is op dit moment niet georganiseerd. Op basis van het noodplan bemaling wordt reparatie dan wel vervanging voorzien in 2026 en verder. Inzet van noodvoorzieningen zijn hierdoor niet gegarandeerd. Door bovengenoemde zaken wordt de kans op uitval / calamiteiten steeds groter totdat deze zaken zijn gerealiseerd, blijft deze kans bestaan. Indien dit optreedt worden de financiële gevolgen ingeschat op € 200.000,-. De kans van optreden is gerubriceerd in de categorie "groot".

7. Zomerschade aan Wegen 
Als gevolg van langdurige periodes van droogte en hitte kan er schade ontstaan aan wegen. Dit vraagt om herstelwerkzaamheden: van het vervangen van betonplaten en zout strooien op slijtlagen (hitteschade), scheuren vullen tot frezen en inleggen. Schade aan de fundering die zou kunnen ontstaan is echter minder goed zichtbaar. Op basis van een eerdere schade inventarisatie wordt bij het optreden van het risico uitgegaan van een schadebedrag tot € 200.000,- . De kans van optreden wordt als groot gezien. In 2024 zijn er geen langdurige periodes van droogte en hitte geweest waardoor het risico zich niet heeft voorgedaan.

8. Schending van de AVG Privacywet

Uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vloeien verplichtingen voort voor alle organisaties, waaronder waterschap Scheldestromen. Niet-naleving kan leiden tot boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en schadeclaims van betrokkenen, zoals burgers of medewerkers. In 2024 heeft zich geen overtreding voorgedaan die heeft geleid tot een boete van de AP of schadeclaims van betrokkenen. 
Voor de berekening de van de benodigde weerstandscapaciteit is het financieel risico ingeschat op € 415.000,- met een kleine kans van optreden.

9. Aanbesteding maaien waterlopen valt duurder uit
Het is nog onvoldoende bekend hoeveel effect de gedragscode Flora en Fauna zal hebben op de maaimethode. Voor een deel zullen werkzaamheden anders uitgevoerd moeten worden met de daarbij behorende verhoging van kosten. Vervolgrisico is het draagvlak in de streek om het maaisel op een andere wijze te ontvangen.   

10. Extra inzet gladheidbestrijding als gevolg van extreem winterweer
Ondanks de klimaatverandering en stijgende temperaturen, is er altijd nog kans op extreem winterweer. Dit kan er toe leiden dat extra inzet in het kader van de gladheidbestrijding nodig is om de veiligheid van de wegen van het waterschap te waarborgen. Gemiddeld wordt voor een strooiseizoen in de begroting rekening gehouden met 26 preventieve acties, 10 bruggenacties en 5 curatieve acties. De totale kosten voor gladheidbestrijding is in de begroting opgenomen voor € 1,75 miljoen. De financiële gevolgen bij extreem winterweer zijn ingeschat op € 300.000,- hogere kosten. De kans van optreden werd als klein gezien en heeft zich in 2024 niet voorgedaan.

Overige operationele risico’s (niet kwantificeerbaar)

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Overige operationele risico’s (niet kwantificeerbaar)

Waterkeringen

  • Schade aan waterkeringen door droogte.
    Door droge periodes is er schade ontstaan aan waterkeringen. Het is nog niet duidelijk hoe groot de schade is, maar er zijn wel maatregelen nodig. In 2024 zijn geen schades ontstaan door droogte aan de waterkeringen.
  • Er is een start gemaakt met betrekking tot het opstellen van beleid voor recreatief medegebruik en cultuurhistorie, dat is gekoppeld aan de assets van het waterschap. Gemaakte kosten voor onderhoud  zijn voor alsnog voor het waterschap.
  • Bij projecten en werkzaamheden dient grond dat PFAS bevat nauwkeurig te worden afgevoerd. Door het ontbreken van een Bodem Kwaliteits Kaart (BKK) op een groot deel van de dijktrajecten, ontstaat er mogelijk vertraging en zijn extra maatregelen nodig. 
  • Verouderde techniek bij kunstwerken vereist, net als in 2023,  veel menskracht . Er zijn in 2024 geen calamiteiten opgetreden. 
  • Beoordeling regionale en primaire waterkeringen (LBO-2) onder druk. Voor de regionale waterkeringen is in 2024 ingezet op extra capaciteit. Dit wordt in 2025 voortgezet. Voor de primaire waterkeringen zijn in 2024 de hydraulische randvoorwaarden nog niet afgegeven door het Rijk.

Watersystemen

  • Schade in waterlopen door extremere weersomstandigheden, en daarmee hogere kosten voor beheer en onderhoud, de omvang zal duidelijk worden uit de inventarisaties voor het reguliere onderhoud.
  • Personeelstekort & (brandstof)kostenstijging, met als risico uitval van onze onderaannemers. Risico is dat het onderhoud van de sloten en watergangen niet op het afgesproken niveau (of zelfs helemaal niet) uitgevoerd wordt. Gevolg is dan een slechter werkend watersysteem, doorschuiven en stapeling van werk en zekerheid over toename van kosten.

Afvalwaterketen

  • Projecten die door derden worden aangedragen. Er komen regelmatig projecten op de organisatie af die aangedragen of opgelegd worden door derden.  Voorbeeld hiervan is een nieuw te bouwen rioolgemaal te Perkpolder voor het vakantiepark Waterzande in 2024/2025. In de ontwikkeling van het park Waterzande wordt voorzien in de realisatie van woningen en overige voorzieningen zoals een restaurant enz. Hierdoor neemt het aanbod aan afvalwater toe, dat naar de rwzi Kloosterzande wordt getransporteerd. Hiervoor wordt een rioolgemaal gebouwd en een persleiding gelegd door de projectontwikkelaar. Een overeenkomst moet voorzien in de aanleg van dit transportsysteem op kosten van de projectontwikkelaar. Afspraken uit het verleden zijn onduidelijk en realisatie door het ontbreken van een projectleider is onzeker. Externe ondersteuning zal nodig zijn om onze eisen aan dit transportsysteem te regelen. Aanpassing van de rwzi Kloosterzande is reeds voorzien in de meerjarenraming. Het waterschap zal externe deskundigen moeten inhuren voor projectleiding en toezicht omdat deze capaciteit niet voorhanden is binnen het waterschap.
  • Onderhoudskosten nemen toe door leeftijd assets zoals bijvoorbeeld de Individuele Behandeling Afvalwater) IBA's (Industriële Behandeling Afvalwater). Gemeenten gaan de komende jaren investeren in nieuwe IBA's, maar dit proces is traag en kosten nemen vanaf 2023  fors toe. In 2024 was € 136.000,- meer nodig dan begroot. Er zullen onderhandelingen met gemeenten opgestart moeten worden om kosten te herverdelen.
  • De haalbaarheid van de prestaties van afvalwaterketen staat onder druk vanwege problemen met betrekking tot personele capaciteit. Hierin spelen niet-ingevulde vacatures een rol en ook de benodigde inzet voor de afdeling projecten. Door de afdeling projecten wordt nog een stevig beroep gedaan op medewerkers van de afvalwaterketen. In het kader van het door ontwikkelen van de organisatie, het uniformeren van de werkwijze projectrealisatie, en het realiseren van een personele bezetting die past bij de opgave wordt, indien mogelijk, een beroep gedaan op inhuur om de ambities en prestaties van onze zuiveringstaken toch zoveel als mogelijk te kunnen realiseren. 
  • Doordat projecten later uitgevoerd worden is er kans op voortijdige uitval bij 2 installaties. Bij de zeefbandpers rwzi Walcheren vanwege slijtage van niet vervangbare onderdelen. Dit zou dan resulteren in extra kosten om het slib te laten ontwateren door derden.  Bij voortijdige uitval van de gasmotor op de rwzi Willem Annapolder vanwege slijtage zal extra energie ingekocht moeten worden.  

Wegen

  • Gebiedsgerichte aanpak (GGA) in samenwerking met gemeenten en Provincie
    De gebiedsgerichte aanpak (GGA) in samenwerking met gemeenten en Provincie heeft nog onvoldoende planning en structuur vanuit het waterschap. De kans bestaat hierdoor dat het waterschap pas laat betrokken wordt bij gebiedsplannen en zo minder invloed kan uitoefenen. Met weer als gevolg dat zo door derden kosten kunnen worden opgelegd aan het waterschap, in het geval van wegenschade in het gebied.
    In 2024 heeft de ambtelijke werkgroep ‘optimalisatie wegbeheer’ dit onderwerp besproken maar gezien de prioriteitstelling wordt dit in 2025 verder uitgewerkt. In dit voorstel zal ook het kostenveroorzakersprincipe worden meegenomen. 

Berekening waardering weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Berekening waardering weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. In de nota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen is bepaald dat het weerstandsvermogen van waterschap Scheldestromen moet voldoen aan de waardering B, ruim voldoende.

Bij beoordelen van het weerstandsvermogen wordt gebruik gemaakt van onderstaande tabel. 

Waardering Verhouding Betekenis
A >2,0 Uitstekend
B 1,4 - 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1,0 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

Classificering

Terug naar navigatie - 2.5.1.4 Weerstandscapaciteit, risico's en weerstandsratio - Classificering

Op basis van deze indeling is het weerstandsvermogen als volgt geclassificeerd. Op basis van het nieuwe reservebeleid, vastgesteld in 2024, kan het surplus van de weerstandscapaciteit (surplus is boven de ratio 2) worden ingezet. Hierbij is in de begroting 2025 en meerjarenraming 2026-2029 rekening gehouden. Bij het opstellen van de begroting 2026 en meerjarenraming zal dit opnieuw worden beoordeeld.

Bedragen x € 1.000,-
begroot rekening
Risico's 4.941 6.302
Weerstandscapaciteit 22.935 30.401
Weerstandsvermogen 4,6 4,8
Waardering A A

2.5.1.5 Schuldpositie

Schuldpositie

Terug naar navigatie - 2.5.1.5 Schuldpositie - Schuldpositie

De netto schuld als aandeel van de inkomsten (netto schuldquote) geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Anders gezegd: kan het waterschap zijn schulden wel dragen?  In de beoordeling van de schuldpositie dient de taakuitoefening uitdrukkelijk betrokken te worden. Het waterschap moet in het beheersgebied investeren om een goede uitvoering van de waterschapstaken te garanderen. Deze netto schuldquote geeft, naast andere kengetallen, aan dat veel vreemd vermogen van het waterschap vast zit in met name de materiële vaste activa.  

Bedragen x € 1.000,-
Netto schuldquote Rekening 2022 Rekening 2023 Rekening 2024 Begroting 2024
a Vaste schulden 308.567 473.000 463.000 341.300
b Netto vlottende schuld 18.591 13.360 24.043 18.600
c Overlopende passiva 42.829 46.337 30.125 16.300
Subtotaal schulden 369.987 532.698 517.168 376.200
d Financiële activa 2.898 2.831 2.765 2.898
e Uitzettingen < 1 jaar - -
f Kortlopende vorderingen 81.734 231.775 215.973 5.700
g Liquide middelen 2.964 3.402 123 3.000
h Overlopende activa 10.893 12.605 16.138 10.900
Subtotaal vorderingen 98.489 250.613 234.998 22.498
Netto schuld 271.498 282.084 282.170 353.702
i Totaal belastingopbrengsten 106.586 115.808 125.029 121.265
Netto schuldquote (netto schuld/belastingopbrengsten) 255% 244% 226% 292%
j wegenuitkering, precario, dividend * 21.714 23.066 24.395 24.504
Netto schuldquote conform beleid waterschap Scheldestromen (AV 30-05-2018) 212% 203% 189% 243%
*tbv berekening schuldquote conform vastgesteld AV besluit dd 30-05-2018 Vanaf jaarrekening 2024 wordt de schuldquote conform de herziene richtlijnen van de waterschapsbesluit gepubliceerd

De netto schuldquote voor waterschap Scheldestromen bedraagt 226% gebaseerd op de uitkomsten van de jaarrekening 2024. Indien rekening gehouden wordt met structurele opbrengsten uit belastingen, uitkering gemeentefonds  en dividend conform het besluit in de in de algemene vergadering van 30 mei 2018 komt de schuldquote uit op 189% bij een begroting van 243%. De schuldquote valt lager uit doordat de netto schuld € 71,5 miljoen lager is dan voorzien in de primaire begroting en de belastingopbrengsten € 3,6 miljoen hoger. 
Ondanks het feit dat de schulden hoger liggen dan voorzien, doordat eind december 2023 een lening is afgesloten van € 165,0 miljoen, heeft dit ook geleid tot een hogere vordering. Dit doordat dit geld gestald wordt op schatkistbankieren en het een hogere rentebaat heeft opgebracht dan voorzien. Daarnaast hebben de hogere belastingopbrengsten, de hogere externe opbrengsten, de lagere personeelslasten en het lager netto investeringsvolume eveneens tot gevolg dat de kortlopende vorderingen hoger uitvallen dan voorzien, wat een verlagend effect heeft op de schuldquote. 

De doelstelling in het beleid is een schuldquote die kleiner is dan 250%. 
Ten opzichte van 2023 valt de schuldquote eveneens lager uit dan in 2023, doordat de belastingopbrengsten  (incl. wegenuitkering en dividend) € 10,6 miljoen hoger uitvallen.

 In hoofdstuk 2.2 worden de belastingopbrengsten nader toegelicht en in hoofdstuk 2.4 de investeringen.

2.5.1.6 Emu saldo

Emu saldo

Terug naar navigatie - 2.5.1.6 Emu saldo - Emu saldo

In het kader van een verantwoorde ontwikkeling van de economie in het monetaire stelsel binnen de landen die deelnemen aan de Economisch Monetaire Unie, is in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt over gezonde overheidsfinanciën. Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort van een lidstaat niet meer mag bedragen dat 3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Voor de bepaling van het tekort tellen ook de uitgaven van de lagere overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) mee.
Op grond van de Wet hof (houdbare overheidsfinanciën) moeten de vier overheden samen invulling geven aan de eisen die vanuit de Europese Unie ten aanzien van met name het EMU-saldo en de EMU-schuld worden gesteld. Om de voor hun kerntaken noodzakelijke investeringen uit te kunnen voeren, hebben de lagere overheden een zekere ruimte in het Nederlandse EMU-saldo nodig. De Wet hof kent als systematiek dat een kabinet aan het begin van zijn regeerperiode afspraken met IPO, VNG en Unie maakt over de ruimte voor de decentrale overheden in het EMU-tekort gedurende de gehele regeerperiode.  

De macroreferentie waarde per bestuurslaag voor 2024:

  • gemeenten             0,34%
  • provincies               0,10%
  • waterschappen    0,06%

a. een aandeel voor de provincies gezamenlijk dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,10 procent van het bruto binnenlands product;
b. een aandeel voor de gemeenten gezamenlijk dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,34 procent van het bruto binnenlands product;
c. een aandeel voor de waterschappen gezamenlijk dat voor 2024 tot en met 2026 wordt vastgesteld -0,06 procent van het bruto binnenlands product.

De op basis van deze verdeling berekende individuele referentiewaarde voor het waterschap bedraagt € 21,5 miljoen voor 2024.

Het gerealiseerde EMU saldo voor Waterschap Scheldestromen overschrijdt het toegestane tekort niet. Dit in tegenstelling tot de verwachtingen in de begroting. Het verschil wordt veroorzaakt door het gerealiseerde exploitatiesaldo en door een lager netto investeringsvolume. De bruto investeringsuitgaven liggen € 18,0 miljoen lager en de investeringssubsidies komen € 3,5 miljoen hoger uit.

Omschrijving Rekening Begroting Rekening
2023 2024 2024
1 EMU exploitatiesaldo 1.778 - 8.174
(saldo exploitatiebegroting kosten/opbrengstensoorten
+ Dotaties aan reserves 2.000 14.873
-/- Onttrekkingen aan reserves -228 -5.268 -15.746
Totaal EMU exploitatiesaldo 1.550 -3.268 7.301
2 Invloed investeringen
-/- Bruto investeringsuitgave (incl. geactiveerde lasten) -73.613 -94.583 -76.606
+ Investeringssubsidies en –bijdragen 38.016 43.130 48.493
+ Verkoop van vaste activa 338 - 61
+ Afschrijvingen 21.754 21.049 20.996
Totaal invloed investeringen -13.505 -30.404 -7.056
3 Invloed voorzieningen
+ Toevoeging aan voorzieningen 257 393 1.057
-/- Onttrekkingen aan voorzieningen (vrijval) -180 -413
-/- Onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen -311 -503 -189
Totaal invloed voorzieningen -234 -110 455
4 Deelnemingen en aandelen
-/- Boekwinst - -
+ Boekverlies - 67
Totaal invloed deelnemingen en aandelen - 67
EMU-saldo -12.189 -33.782 767
Maximaal EMU-tekort o.b.v. macroreferentiewaarde -16.700 -21.500 -20.800
Verschil (ruimte + /tekort -) 4.511 -12.282 21.567

2.5.1.7 Incidentele baten en lasten

Incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - 2.5.1.7 Incidentele baten en lasten - Incidentele baten en lasten

In onderstaande tabel staan de incidentele lasten en baten in 2024. Er is gekozen om naast de mutaties uit de reserves enkel bedragen boven de € 100.000,- op te nemen. Dit bedrag is gelijk aan het afgesproken rapportagebedrag voor het rapporteren van fouten en onzekerheden. Daarnaast is het verplicht alle reservemutaties (ook kleiner dan € 100.000,-) op te nemen als incidenteel.

De hieronder opgenomen incidentele baten en lasten zijn in de begroting 2024 (na wijziging) opgenomen en daarmee niet van invloed op het jaarrekeningresultaat. 

Voor een toelichting op de in de tabel opgenomen incidentele posten wordt verwezen naar het betreffende programma.

Incidentele baten en lasten per programma(groter dan € 100.000,-)

Terug naar navigatie - 2.5.1.7 Incidentele baten en lasten - Incidentele baten en lasten per programma(groter dan € 100.000,-)
In onderstaande tabel staan de incidentele lasten en baten in 2024.Er is gekozen om naast de mutaties uit de reserves enkel bedragen boven de € 100.000,- op te nemen, dit bedrag is gelijk aan het afgesproken rapportagebedrag voor het rapporteren van fouten en onzekerheden.
bedragen x € 1.000
Rekening 2024
Incidentele baten en lasten per programma (groter dan € 100.000,-) Lasten Baten
Waterkeringen
- uitgestelde werken 2023 (dekking uit bestemmingsreserve) 286
- uitgestelde werken 2024 (toevoeging bestemmingsreserve) 44
- nadere onderzoeken n.a.v. WBI rapportages (begroot € 375) 365
Watersystemen
- uitgestelde werken 2023 (dekking uit bestemmingsreserve) 462
- uitgestelde werken 2024 (toevoeging bestemmingsreserve) 254
- Subsidie Leader (dekking uit bestemmingsreserve) 25
- muskusrattenbestrijding (dekking uit bestemmingsreserve) 308
- assetmanagement (dekking uit bestemmingsreserve) 78
- innovatie (dekking uit bestemmingsreserve) 40
Wegen
- uitgestelde werken 2023 (dekking uit bestemmingsreserve) 225
- uitgestelde werken 2024 (toevoeging bestemmingsreserve) 538
- assetmanagement (dekking uit bestemmingsreserve) 81
- Gebiedsgerichte aanpak Wegen (dekking uit bestemmingsreserve) 18
- Pilot maaien biodiversiteit (begroot € 100) 105
Afvalwaterketen
- uitgestelde werken 2023 (dekking uit bestemmingsreserve) 676
- uitgestelde werken 2024 (toevoeging bestemmingsreserve) 104
- Assetmanagement (dekking uit bestemmingsreserve) 80
Bestuur en organisatie
- uitgestelde werken 2024 (toevoeging bestemmingsreserve) 233
- arbomaatregelen (dekking uit bestemmingsreserve) 64
- kosten informatieveiligheid (ontrekking bestemmingsres) 263
- implementatie nieuw e-hrm systeem 277
- bijdrage nieuw belastingpakket SABEWA (onttrekking tariefegalisatiereserve) 874
Waterschapsbreed
- uitgestelde werken 2023 (dekking uit bestemmingsreserve) 141
Mutaties in reserves
Algemene reserves (watersysteembeheer en zuiveringsbeheer) -2.018 -8.990
Egalisatiereserves - 3.874
Bestemmingsreserve (m.u.v. bestemmingsreserves voor kapitaallasten) 5.883 9.700
Totaal toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 3.865 4.584
Totaal 8.233 5.757
Saldo incidentele baten en lasten -2.476

2.5.2 Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - 2.5.2 Bedrijfsvoering - Bedrijfsvoering

De bedrijfsvoering kenmerkt zich door kosteneffectiviteit en een sturingsprincipe waaraan continue verbetering inherent is. In Het bestuursakoord 2023-2027 zijn de doelstellingen vertaald in prestatie-indicatoren. Dit is financieel vertaald in de begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027.

Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de professionalisering van de organisatie. De wijze van besturing van de ambtelijke organisatie is in 2022 vastgelegd in een besturingsfilosofie.  De organisatiestructuur is eveneens in 2022 ingericht. De ontwikkeling van de organisatiecultuur is echter nooit af. Hiertoe worden medewerkers niet alleen geworven op kennis en kunde, maar ook op  de competenties uit het medewerkers- en/of leiderschapsprofiel. Leidinggevenden nemen deel aan een leiderschapsprogramma en in 2024 is een nieuwe gesprekscyclus ontwikkeld als vervanging van de oude ambitie- en beoordelingsgesprekken. 

Ondertussen was er in 2024 onverminderd aandacht voor procesmatig-, omgevingsgericht- en risico gestuurd werken om de dienstverlening voor de Zeeuwse burgers, recreanten en bedrijven te optimaliseren. Procesmatig werken geeft conform de besturingsfilosofie duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, wat er van medewerkers wordt verwacht en hoe dat bijdraagt aan de doelen van de organisatie. Op basis van de PDCA-keten richten we ons werk in. Een gezamenlijk beeld van de doelen en aanpak (Plan), uitvoering van het werk op basis van het proces en ieders vakbekwaamheid (Do) en geleerde lessen benoemen en toepassen (Check-Act) zijn voor alle werkzaamheden het uitgangspunt.

In alle processen wordt daarbij continu gezocht naar mogelijkheden om ze beter en efficiënter uit te voeren. Wat inhoudt dat zowel bij plannen, uitvoering als bijsturing keuzes gemaakt worden op basis van het te verwachten en gerealiseerd effect. Hiervoor is digitaal een monitor beschikbaar die een integraal beeld geeft van de prestatiedoelstellingen, investeringen, exploitatie en bijbehorende risico’s. Hierover wordt de algemene vergadering tweemaal tussentijds geïnformeerd. Deze informatie vormt de basis voor de (bij)sturing binnen de organisatie. In de jaarrekening vindt de eindverantwoording plaats.

2.5.3 Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - 2.5.3 Verbonden Partijen - verbonden partijen

Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de mate van de financiële betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden waarin het waterschap participeert en waarin het tevens een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen. Het gaat hierbij om banden met derde partijen, waarbij realiseren van een publiek belang centraal staat.
Per partij is sprake van een financieel en bestuurlijk belang. Onder een bestuurlijk belang wordt verstaan: vertegenwoordiging in het bestuur van een verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat, dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
De onderstaande verbonden partijen zijn van toepassing:

1.    Nederlandse Waterschapsbank N.V. 
2.    N.V. Slibverwerking Noord-Brabant
3.    Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (HWH)
4.    Gemeenschappelijke regeling SaBeWa Zeeland
5.    Unie van Waterschappen

Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB)
Vestigingsplaats Den Haag
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum 19849
Participanten Aandeelhouders: Staat der Nederlanden, 9 provincies en alle waterschappen.
Publiek belang Als huisbankier van de waterschappen levert de NWB diensten op het gebied van betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Doelstelling van de bank is het zo gunstig mogelijk en exact op maat aanbieden van de gewenste financieringen.
Het waterschap is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), naar rato van het aantal aandelen heeft het waterschap hierin stemrecht (6%). Ieder aandeel A heeft recht op 1 stem en ieder aandeel B geeft recht op 4 stemmen.
Financieel belang Het waterschap is aandeelhouder van 6,0% van het nominale aandelenkapitaal (4.380 aandelen A en 166 aandelen B). Op basis van het gestort aandelenkapitaal is er een financieel belang van 7,67%.
De AVA heeft besloten vanaf 2019, over het boekjaar 2018, weer dividend uit te keren (vanaf 2012 gestopt om te voldoen aan kapitaaleisen Basel III). Over het boekjaar 2024 is in 2025 € 3.835.000,- ontvangen aan dividend.
Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2023) 01-01 € 1.995,- mln. € 70.964,- mln.
31-12 € 2.060,- mln. € 73.523,- mln.
Gerealiseerd resultaat (na belastingen) 2023 € 126,0 mln. (2022 € 143,0 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Maatschappelijke relevantie (lagere lasten voor de burger en verduurzaming), hoge kwaliteit, een sterke financiële positie en integriteit zijn de hoekstenen van het beleid van de bank.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Geen
Risico’s Volgens de verwachtingen zijn de economische ontwikkelingen in Nederland positief. Internationaal blijven de onzekerheden bestaan die de Nederlandse en Europese economie raken.
Relatie met programma Belasting- en algemene opbrengsten
Bestuurlijke vertegenwoordiger Ir. C.J.C. Michielsen
N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB)
Vestigingsplaats Moerdijk
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum 2010
Participanten Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, De waterschappen Aa en Maas, De Dommel, Brabantse Delta, Vechtstromen, Limburg, Scheldestromen.
Publiek belang Duurzame oplossing op het gebied van het verwerken van zuiveringsslib tegen zo laag mogelijke kosten.
Missie van SNB luidt: een voorbeeldfunctie bij de verwerking van zuiveringsslib. Zij garandeert continuïteit in slibverbranding met maximaal respect voor mens en milieu tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Bestuurlijk belang Het waterschap is vertegenwoordigd in de Raad van commissarissen en de aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang Waterschap Scheldestromen heeft met ingang van 2018 een aandeel van 7,97% in SNB. De waarde van de aandelen bedraagt € 354.083-.
Ter financiering is in de vorm van een storting in de agioreserve een totaal bedrag van ruim € 7,9 miljoen (7,97%) ingebracht door waterschap Scheldestromen. Binnen de bedrijfseconomische resterende levensduur wordt de agioreserve terugbetaald. De agio bedraagt eind 2024 € 1,539 miljoen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2023) 01-01 € 15,2 mln. € 30,0 mln.
31-12 € 14,7 mln. € 34,6 mln.
Resultaat (na belastingen) 2023 -€ 1,57 mln. (2022 -€ 1,86 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij In de AVA van 17 december 2020 is het Ondernemingsplan SNB 2021 -2026 vastgesteld. In het ondernemingsplan wordt invulling gegeven aan de uitgangspunten vergroten van de ondernemingswaarde, het verder verduurzamen van de slibketen en het verder optimaliseren en intensiveren van de samenwerking met de waterschappen. SNB wil dit realiseren langs de sporen van “excellente dienstverlener”,  “duurzame ketenbouwer” en “innovatieve scout”.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen zoals o.a. de bezettingsgraad van de installatie.
Risico’s Onderbezetting van de installaties, BTW risico
Relatie met programma Programma: Afvalwaterketen
Bestuurlijke vertegenwoordiger Vertegenwoordiger aandeelhoudersvergadering: ing. M.J. Poissonier-Dekker
Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (HWH)
Vestigingsplaats Amersfoort
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum 2012 (Stichting 2005)
Participanten De waterschappen
Publiek belang HWH is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 21 waterschappen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. HWH heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van HWH spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven.
Bestuurlijk belang Van elk deelnemend waterschap is één dagelijks bestuurslid afgevaardigd in het algemeen bestuur van HWH. Deze leden kiezen uit hun midden de voorzitter en de andere vier leden van het dagelijks bestuur.
Financieel belang De financiële bijdrage van waterschap Scheldestromen bedraagt in 2025 € 1.223.255.
Vermogen Eigen vermogen Vaste passiva
(jaarrekening 2023) 01-01 € - mln. € 10,2 mln.
31-12 € - mln. € 11,5 mln.
Gerealiseerd resultaat 2023 vóór bestemming € 7,2 mln. (2022 € 4,4 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Meer concreet heeft HWH, als gezamenlijke ICT-dienst van de waterschappen tot doel om de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de waterschappen te verbeteren, de ICT-processen efficiënter te maken en kosten te besparen, de innovatieve slagkracht te vergroten, het imago van de waterschappen als professionele moderne overheid te versterken en bredere facilitaire samenwerking van de waterschappen te stimuleren. Hiertoe zal HWH 2.0 verder uitgewerkt worden, met als doel het verminderen van de bijdragen van de deelnemers.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen gaat, evenals voorgaande jaren, alle HWH-programma’s kritisch bekijken en bezien op nut en noodzaak.
Risico’s -
Relatie met programma Paragraaf: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars
Gemeenschappelijke regeling SaBeWa Zeeland
Vestigingsplaats Terneuzen
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum 1-10-2012
Participanten De gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Tholen, Reimerswaal, Sluis, Terneuzen en Hulst en waterschap Scheldestromen.
Publiek belang SaBeWa staat voor Samenwerking Belastingen en Waardebepaling en verzorgt de heffing en invordering van de gemeentelijke en waterschapsbelastingen en de uitvoering van de Wet WOZ.
Bestuurlijk belang Van elke deelnemer is één dagelijks bestuurslid afgevaardigd in het algemeen bestuur van SaBeWa Zeeland. Het dagelijks bestuur bestaat uit 1 lid namens het waterschap en 2 leden namens de gemeenten. Deze 3 leden worden gekozen uit het algemeen bestuur.
Financieel belang De kostenverdeelsleutels voor de deelnemers zijn:
- uitvoering Wet onroerende zaken: aantal WOZ-objecten
- onderdeel Heffen : het aantal aanslagregels
- onderdeel Innen : het aantal aanslagregels
De financiële bijdrage 2025 bedraagt € 949.880,-.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2023) 01-01 € 0,2 mln. € 7,6 mln.
31-12 -€ 0,1 mln. € 12,2 mln.
Gerealiseerd resultaat 2023 -€ 0,3 mln. (2022 € 0,1 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Optimaliseren van de organisatie en processen.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Het waterschap zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen.
Risico’s -
Relatie met programma Programma: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars
Unie van Waterschappen (UvW)
Vestigingsplaats Den Haag
Rechtsvorm Vereniging
Ingangsdatum 1927
Participanten De waterschappen
Publiek belang De vereniging heeft tot doel de leden individueel en collectief bij te staan bij de vervulling van hun bestuurstaken. De Unie treedt namens de waterschappen op als vertegenwoordiger naar het parlement, de Rijksoverheid, IPO, VNG en Europa.
Bestuurlijk belang Het waterschap heeft zitting in de ledenvergadering (voorzitters van alle waterschappen).
Financieel belang Voor 2024 is een contributie € 526.778,-, daarnaast een bijdrage van € 117.944,- voor de bestrijding bever-/muskusratten en € 6.050,- voor de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en een bijdrage van € 6.905,- voor Het Waterschap. Over 2023 heeft waterschap Scheldestromen een solidariteitsbijdrage muskus-/beverratten ontvangen van € 98.619,-.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2023) 01-01 € 2,7 mln. € 22,2 mln.
31-12 € 2,2 mln. € 22,6 mln.
Gerealiseerd resultaat 2023 -€ 0,5 mln. (2022 -€ 0,4 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij De Unie van Waterschappen ondersteunt ook in 2024 de waterschappen waar mogelijk bij het realiseren van hun ambities, bijvoorbeeld door op politiek-bestuurlijk niveau afspraken te maken, zaken te agenderen, belemmeringen weg te nemen en samenwerkingen te initiëren.
In de begroting 2024 zijn de volgende speerpunten benoemd:
·        Water en bodem zijn sturend bij ruimtelijke keuzes;
·        Voor de transitie van het landelijke gebied wordt een ferme draai gegeven aan de 'Waterknop';
·        Het Hoogwaterbeschermingsprogramma staat voor een grote opgave;
·        Versneld verbeteren van de waterkwaliteit;
·        Het aanpassen van het belastingstelsel;
·        Toewerken naar klimaatneutraliteit;
·        Leren uit het buitenland op het vlak van klimaatadaptie;
·        Duurzame opdrachtgeverschap;
·        Digitale transformatie;
·        Inwerkingtreding Omgevingswet;
·        Uitwerken nieuwe koers publiekscommunicatie;
Dit alles kan alleen maar als er ook binnen de vereniging, met en tussen de 21 waterschappen, een goede onderlinge verbinding is. Door elkaar regelmatig te ontmoeten, onderwerpen zowel in formele als informele setting te bespreken en de verenigingsstructuur te gebruiken om breed gedragen standpunten en besluiten (in) te nemen. Juist dan kan de in de afgelopen jaren gegroeide positie van de waterschappen verder worden versterkt.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen.
Risico’s -
Relatie met programma Programma: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars

2.5.4 Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - 2.5.4 Openbaarheidsparagraaf - openbaarheidspargraaf

In deze paragraaf wordt de Wet open overheid (Woo) en de 10% projectgebonden eigen bijdrage van HWBP-projecten toegelicht.

Wet open overheid (Woo)
De Wet open overheid (Woo) is 1 mei 2022 in werking getreden. Op grond van de Woo verplichte openbaarheidsparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de Woo in het verslagjaar 2024. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar zeven thema’s.

1. De actieve openbaarmakingsplicht voor de elf verplichte categorieën documenten (artikel 3.3 Woo)
De Woo verplicht overheden om – gefaseerd - actief documenten uit elf informatie categorieën te publiceren. Verwachting was deze verplichting in 2023 zou ingaan. Gezien de vele verduidelijkingsvragen met betrekking tot de afbakening van verschillende informatie-categorieën is de verplichting gepauzeerd. Lopende 2023 en ook in 2024 blijft de projectgroep de publicatie toetsen aan de werkdefinities van de categorieën vanuit het ministerie Binnenlandse zaken. We volgen de landelijke lijn rondom het gefaseerd implementeren van de informatie categorieën.

In onderstaande tabel wordt weergegeven welke documenten het waterschap al publiceerde in 2024 via de verschillende platforms en de landelijke Woo-index.

Nr. Art. Woo Naar verwachting verplicht per Omschrijving Platform
1 3.3, 1a, 1b en 1c - Wet- en regelgeving, overige besluiten algemene strekking en ontwerpen waarover extern advies is gevraagd. Landelijke voorziening Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP)
2 3.3, 1d en 1e - Inzicht in de organisatie/werkwijze, de bereikbaarheid, en de wijze waarop een informatieverzoek kan worden ingediend Dit is terug te vinden op www.scheldestromen.nl en linkt door naar www.overheid.nl
3 3.3, 2a en 2c - Vergaderstukken en verslagen van het algemeen bestuur en zijn commissies en de bij het algemeen bestuur ingekomen stukken Deze zijn terug te vinden op www.scheldestromen.nl
4 3.3, 2d - Agenda's en besluitenlijsten van het dagelijks bestuur -
5 3.3, 2e - Adviezen met betrekking tot de ontwerpen uit categorie 1 en adviezen van adviescommissies die niet zien op individuele zaken -
6 3.3, 2f - Convenanten -
7 3.3, 2g - Jaarplannen en jaarverslagen Deze zijn terug te vinden op www.scheldestromen.nl
8 3.3, 2i - Woo-verzoeken (incl. beslissing en verstrekte informatie) -
9 3.3, 2j - Onderzoeksrapporten -
10 3.3, 2k 3.3a - Beschikkingen Vergunningen zijn gepubliceerd op www.overheid.nl
11 3.3, 2l - Klachtoordelen -
Terug naar navigatie - 2.5.4 Openbaarheidsparagraaf - openbaarheidsparagraaf

2. De inspanningsverplichting tot openbaarmaking voor andere documenten dan de zeventien vermelde categorieën (artikel 3.1 Woo)
In 2024 zijn geen documenten gepubliceerd op basis van de inspanningsverplichting.

3. De passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek; hoofdstuk 4 Woo)
In 2024 zijn 16 Woo- verzoeken gedaan.

4. De informatiehuishouding In 2024 is een start gemaakt met de inrichting van Sharepoint, als centrale opslaglocatie voor informatie. 
De verdere implementatie van de Woo wordt door een interdisciplinaire projectgroep uitgevoerd onder leiding van de hiervoor nieuw aangestelde projectleider.

5. De aanstelling en het in dienst hebben van een Woo-contactpersoon 
Het waterschap beschikte heel 2024 over een Woo-contactpersoon.

6. Eventuele andere activiteiten om de Woo te implementeren In 2024 is het management meegenomen in de ontwikkelingen omtrent de Woo. 
Ten behoeve van de implementatie van de Woo is actief kennis gedeeld met andere waterschappen en collega-overheden. Hieruit zijn lokale en landelijke werkgroepen ontstaan, die op specifieke onderwerpen samenkomen. Vanuit het waterschap werkten we mee aan de verduidelijking van de werkdefinities voor de informatiecategorieën in het BZK-Programma Open Overheid.

7. Besteding incidentele en structurele subsidie 
De rijksoverheid stelt incidentele middelen beschikbaar om de Woo te implementeren. Het waterschap heeft voor € 198.568,- (2024) aan incidentele en structurele middelen ontvangen om de implementatie en uitvoeringskosten te dekken.

De toegezegde bijdragen / kosten zijn in onderstaande tabel opgenomen:

Bijdrage / kosten Woo gerealiseerd toegezegde bijdrage
2022 2023 2024 2025 2026 2027
bijdrage via Unie
incidenteel 42.126 42.126 80.126 75.087 42.126 -
structureel 118.442 118.442 139.392 139.392 139.392
totaal bijdrage 42.126 160.568 198.568 214.479 181.518 139.392
werkelijke kosten 24.636 238.695
Terug naar navigatie - 2.5.4 Openbaarheidsparagraaf - HWBP

Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) 10% projectgebonden eigen bijdrage

Op grond van afspraken in het Bestuursakkoord Water van 2011 en de formele vastlegging daarvan in de Waterwet is een belangrijk onderdeel van de financiering van het HWBP dat de projectwaterschappen op basis van voorcalculatie 90% subsidie (50% Rijk, 40% solidariteitsbijdrage van alle waterschappen) ontvangen en zelf een Projectgebonden Eigen Bijdrage (PGEB) van 10% van de subsidiabele uitgaven dragen. Een onderzoek in 2022 wees uit dat de PGEB van de toen afgeronde projectfasen gemiddeld circa 1% was. De onderzoeksresultaten betekenen dat er in de onderzochte periode niet volledig is voldaan aan de in de Waterwet vastgelegde verhouding in de financiering van het HWBP van 50:40:10. Op grond van het voorgaande heeft het Programmabestuur in september 2022 uitgesproken dat de werkelijke PGEB bezien over het gehele programma tot en met 2050 uiteindelijk moet aansluiten bij de beoogde 10% PGEB. 

Om hieraan te voldoen is door de Ledenvergadering Unie van Waterschappen en het Programmabestuur HWBP in december 2023 besloten dat:

  • Na afronding van de HWBP projecten in de periode tot en met 2050 de 10% PGEB zoveel als mogelijk wordt gerealiseerd conform de in de Waterwet beoogde verhouding van 50:40:10
  • Vanaf 2023 de overschotten of tekorten per projectfase ten opzichte van de 10% PGEB geoormerkt blijven voor de bestemming waarvoor deze waren bedoeld, namelijk subsidiabele kosten van (nieuwe) HWBP-projectfasen.
  • In het jaarverslag 2023 de verschillen tussen de daadwerkelijke PGEB en een PGEB van 10% van afgeronde projectfasen in de periode 2014 tot en met 2022 inzichtelijk worden gemaakt. Dit is bedoeld om transparant te zijn over de stand van de projectresultaten, richting het eigen bestuur en de andere partners in de alliantie.

In onderstaande tabellen zijn de verschillen van alle afgeronde projectfasen in de periode 2014 tot en met 2024 inzichtelijk gemaakt. De verschillen van de periode 2014 tot en met 2022 zijn ter informatie en worden niet meer verrekend met nieuwe projecten. Op basis van de vastgestelde subsidiebeschikkingen voor de periode 2014 tot en met 2022 ( € 11.646.166,-) zou de 10% PGEB € 1.164.617,- bedragen. De werkelijke eigen bijdrage bedraagt € 171.449,-.  Dit is € 993.168,- minder ten opzichte van de 10% PGEB op basis van de  toegekende beschikkingen.

Vanaf 2023 krijgen we een ander beeld te zien. In 2023 zijn de planuitwerkingsfases van de projecten Hansweert en Sint Annaland afgerond. Met name de kosten voor de planuitwerkingsfase Hansweert zijn met een bedrag van € 9.119.986,- fors hoger dan het beschikte bedrag van € 6.918.150,-. De 10% PGEB wordt voor deze fase van het project met € 1.433.153,- overschreden. Doordat de kosten van de planuitwerkingsfase Sint Annaland lager uitvielen ten opzichte van de vastgestelde beschikking, bedraagt het totaal van de overschrijding van de 10% PGEB voor de projecten in 2023 € 1.213.304,-.  

De overschotten en/of tekorten vanaf het jaar 2023 blijven beschikbaar voor de opvolgende HWBP-projectfasen. Het verschil van de planuitwerking Sint Annaland blijft op de balans staan onder "Vooruitontvangen bedragen van het Rijk" en blijft beschikbaar voor een mogelijk tekort bij de realisatiefase van dit project. 

In 2024 zijn er geen vaststellingen geweest van HWBP-projectfasen waardoor onderstaande tabellen niet zijn gewijzigd ten opzichte van 2023.

Bedragen x € 1,-
Periode 2014-2022
Projectnaam Jaar en Fase 100% vaststelling Ontvangen subsidie Werkelijke kosten 10% Eigen bijdrage Werkelijke eigen bijdrage Verschil
Emanuelpolder 2014 Verkenning 27.115 24.404 27.115 2.712 2.712 -
Emanuelpolder 2014 Planuitwerking 27.115 24.404 27.115 2.712 2.712 -
Burgsluis-Schelphoek 2018 Verkenning 45.157 40.641 40.040 4.516 -601 5.117
Burgsluis-Schelphoek 2018 Planuitwerking 129.252 116.327 122.581 12.925 6.254 6.671
Burgsluis-Schelphoek 2018 Realisatie 1.300.194 1.170.175 1.256.829 130.019 86.654 43.365
Flaauwershaven-Borendamme 2018 Verkenning 36.190 32.571 26.877 3.619 -5.694 9.313
Flaauwershaven-Borendamme 2018 Planuitwerking 133.409 120.068 126.556 13.341 6.488 6.853
Flaauwershaven-Borendamme 2018 Realisatie 1.469.053 1.322.148 1.480.946 146.905 158.798 -11.893
Zierikzee-Bruinisse 2018 Verkenning 48.874 43.987 47.837 4.887 3.850 1.037
Zierikzee-Bruinisse 2018 Planuitwerking 103.309 92.978 94.881 10.331 1.903 8.428
Zierikzee-Bruinisse 2018 Realisatie 844.480 760.032 759.908 84.448 -124 84.572
Hansweert 2019 Verkenning 3.640.441 3.276.397 3.298.442 364.044 22.045 341.999
Emanuelpolder 2022 Realisatie 3.136.167 2.822.550 2.646.460 313.617 -176.090 489.707
Sint Annaland 2022 Verkenning 705.410 634.869 697.411 70.541 62.542 7.999
Totaal 11.646.166 10.481.549 10.652.998 1.164.617 171.449 993.168
Bedragen x € 1,-
Vanaf 2023
Projectnaam Jaar en Fase 100% vaststelling Ontvangen subsidie Werkelijke kosten 10% Eigen bijdrage Werkelijke eigen bijdrage Verschil
Hansweert 2023 Planuitwerking 7.686.833 6.918.150 9.119.986 768.683 2.201.836 -1.433.153
Sint Annaland 2023 Planuitwerking 720.781 648.703 500.932 72.078 -147.771 219.849
Totaal 8.407.614 7.566.853 9.620.918 840.761 2.054.065 -1.213.304