3. Jaarrekening

3.1 Exploitatierekening naar programma’s

Terug naar navigatie - Exploitatierekening
bedragen x € 1.000
Programma Rekening 2022 Begroting 2023 incl. begr. wijzigingen Rekening 2023
Waterkeringen 10.889 11.700 11.158
Watersystemen 31.649 34.603 33.457
Wegen 1.387 12.311 12.323
Afvalwaterketen 27.510 28.129 29.038
Bestuur en organisatie 30.619 34.760 33.705
Belasting- en algemene opbrengsten -111.893 -120.410 -121.233
Saldo netto kosten -9.839 1.093 -1.551
Voordeel Voordeel
Inzet reserves 656 -1.093 -228
Saldo / resultaat (voordeel) -9.183 0 -1.779
Voordeel Voordeel

In het jaarverslag (hoofdstuk 2) zijn de toelichtingen per programma opgenomen.

3.2 Begrotingsrechtmatigheid

Terug naar navigatie - begrotingsrechtmatigheid

Financiële beheershandelingen die ten grondslag liggen aan de baten en lasten alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de algemene vergadering zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn (artikel 99, 100 en 101 van de Waterschapswet).
De algemene vergadering heeft in de Financiële verordening bepaald dat voor overschrijdingen van de programma’s tot en met 5% van de netto-kosten geen toestemming vooraf nodig is indien zij passen binnen het vastgestelde beleid. Het begrotingscriterium is verder uitgewerkt in de kadernota Rechtmatigheid 2023 van de commissie BBV. In het Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening zijn de normen/richtlijnen uit de Kadernota overgenomen en nader geconcretiseerd. Er zijn in 2023 geen programma’s waarvan de netto-kosten met meer dan 5% zijn overschreden. 

3.3 Exploitatierekening naar kostendragers

3.3.1 Verdeling van de programmakosten naar taken en categorieën

Terug naar navigatie - 3.3.1 Verdeling van de programmakosten naar taken en categorieën

In de nota Kostentoerekening en onderbouwing tarieven is vastgelegd op welke wijze de kosten van primaire producten worden toegerekend aan taken (kostendragers) en categorieën.

In het volgende overzicht is de verdeling naar de taken en categorieën opgenomen.

Bedragen x € 1.000
Taken Categoriekosten
Programma Begroting 2023 Begroting incl. wijz Jaarrek. 2023 Water- systeem beheer Zuiverings- beheer Ingeze- tenen Gebouwd On- gebouwd Natuur Zuiverings- beheer
Waterkeringen 12.374 11.700 11.158 11.158
Watersystemen 35.604 34.603 33.458 33.060 398
Wegen 6.548 12.311 12.323 12.323
Afvalwaterketen 29.114 28.129 29.038 29.038
Bestuur & organisatie (excl kst heffing/verkiezing) 32.877 31.634 30.447 22.158 8.288
Totale kosten 116.517 118.377 116.424 78.699 37.724 0 0 0 0 0
Dekking kosten:
Overige retributies 330 330 361 361
Opbrengst leges 300 300 438 438
Onvoorzien (per programma opgenomen)
Rente/vpb 22 11 11
Dividend 3.000 4.600 4.604 4.604
algemene- en bestemmingsreserves 1.897 2.157 1.042 2.405 1.363
Totaal dekking 5.527 7.387 6.467 7.819 1.352 0 0 0 0 0
Totaal netto kosten 110.990 110.990 109.957 70.881 39.076 0 0 0 0 0
Categoriekosten:
Kwijtschelding 1.922 1.816 1.820 929 891
Oninbaar 600 300 92 233 -41 9 -109
bijdrage
Verkiezingen 96 96 95 95
Coronacompensatie
Categoriekosten heffingen 2.505 3.030 3.163 615 993 148 28 1379
Tariefsegalisatiereserve 0 1.064 814 172 55 40 10 617
Totaal categoriekosten 5.123 6.306 5.984 0 0 2.044 1.007 117 38 2.778
Te dekken door belastingen: 116.113 117.296 115.941 70.881 39.076 2.044 1.007 117 38 2.778
Totaal opbrengst watersysteemheffing 75.625 76.254 76.299 861 23.590 38.258 13.269 321
Totaal opbrengst zuiveringsheffing 40.488 41.042 41.421 41.421
Totaal opbrengst belastingen 116.113 117.296 117.720 861 0 23.590 38.258 13.269 321 41.421
Jaarrekening totaal taak/categorie 70.020 39.076 21.546 37.251 13.152 283 38.643
Begroting totaal taak/categorie 72.261 37.972 21.678 37.157 13.144 282 37.972
Resultaat per taak/categorie 0 0 1.779 2.241 -1.103 -132 94 7 1 671
voordeel voordeel nadeel nadeel voordeel voordeel voordeel voordeel
In rood zijn de kosten / in groen de opbrengsten opgenomen

3.3.2 Toelichting op exploitatierekening naar kostendragers

Terug naar navigatie - 3.3.2 Toelichting op exploitatierekening naar kostendragers

Welke kosten zijn toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer. Het verschil per taak met de begrote kosten komt ten gunste/laste van de algemene reserves. Het betreft de volgende kosten:

  • De kosten van de programma’s waterkeringen, watersystemen en wegen gaan in zijn geheel naar watersysteembeheer, op de kosten van rioleringsplannen na, die naar zuiveringsbeheer gaan. De kosten van afvalwaterketen gaan volledig naar zuiveringsbeheer;
  • De kosten van het programma Bestuur en organisatie gaan voor een groot deel naar watersysteembeheer. Met name de kosten van beheer keur, vergunningen & meldingen gaan voor het grootste gedeelte naar watersysteembeheer;
  • De kosten van vergunningen & meldingen afvalwaterketen, Wabo adviezen, toezicht afvalwaterketen en een percentage van toezicht (25%)/handhaving algemeen (10%) gaan naar zuiveringsbeheer;
  • De kosten van bestuur en communicatie gaan voor 50% naar watersysteembeheer en voor 50% naar zuiveringsbeheer. De opbrengsten van beheer niet reglementaire taken komen alleen ten goede van watersysteembeheer;
  • De opbrengsten van de dekkingsmiddelen precario, leges en retributies komen ten goede aan het watersysteembeheer;
  • De mutaties in het boekjaar in de algemene reserve en de overige bestemmingsreserves (afhankelijk van het doel waartoe ze gevormd zijn) worden toegerekend aan de taken water-systeembeheer en zuiveringsbeheer. 

Welke kosten worden toegerekend aan de belastingcategorieën:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de belastingcategorieën. Het verschil met de begrote categoriekosten komt ten gunste/laste van de betreffende egalisatiereserve. De categoriekosten bestaan uit:

  • De kosten van belastingheffing en invordering. Deze worden direct aan de betreffende categorieën toegerekend;
  • De kosten van verkiezingen. Deze worden rechtstreeks aan de categorie ingezetenen toegerekend evenals de kosten van kwijtschelding en oninbaar;
  • De belastingopbrengsten komen rechtstreeks ten gunste van de categorieën, de opbrengst verontreinigingsheffing komt ten gunste van het watersysteembeheer;
  • De mutaties in de tariefegalisatiereserves worden aan de categorieën toegerekend.

Voor een toelichting op het verschil tussen de begroting inclusief wijzigingen en de jaarrekening wordt voor de programma’s Waterkeringen, Watersystemen, Wegen, Afvalwaterketen en Bestuur en organisatie verwezen naar de toelichtingen op de programma’s in hoofdstuk 2.

3.4 Bestemming van het resultaat

Terug naar navigatie - Bestemming van het resultaat

Hierna is het voorstel tot de bestemming van het positieve exploitatieresultaat van € 1,460 miljoen opgenomen. Om diverse toekomstige werkzaamheden in de komende periode uit te kunnen voeren zijn diverse bestemmingsreserves noodzakelijk van in totaal € 0,617 miljoen. De te vormen bestemmingsreserves worden in mindering gebracht op het resultaat van de betreffende algemene reserve. Het resterende saldo van € 1,043 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene - en egalisatiereserves.

Bedragen x € 1.000
Taak / categorie Bestemming resultaat 2023
Algemene Reserves
Watersysteembeheer 2.241
Af: aandeel bestemmingsreserve uitgesteld werk -542
Watersysteembeheer (toevoeging) 1.699
Zuiveringsbeheer -1.103
Af: aandeel bestemmingsreserve uitgesteld werk -75
Zuiveringsbeheer (onttrekking) -1.178
Egalisatiereserves
Ingezetenen (onttrekking) -132
Gebouwd (toevoeging) 94
Ongebouwd (toevoeging) 7
Natuur (toevoeging) 1
Zuiveringsheffing (toevoeging) 671
Egalisatiereserves (toevoeging) 641
Totaal algemene- en egalisatiereserves 1.162
Bestemmingsreserves
Uitgestelde werken 2023 617
Totaal bestemmingsreserves (toevoeging) 617
Totaal resultaat 2023 1.779

Toelichting op te vormen bestemmingsreserve uitgestelde werken € 617.000,-:
Diverse beheer-/onderhoudswerkzaamheden, leveringen en diensten uit de begroting 2023 zijn niet (volledig) uitgevoerd in 2023. Hiervoor is in de 5e begrotingswijziging een bestemmingsreserve gevormd van € 1.173.000,-. Daarna hebben in de laatste maanden van het jaar diverse begrote onderhoudswerkzaamheden en leveringen niet meer in 2023 plaatsgevonden maar begin 2024. Gelijk aan voorgaande jaren wordt hiervoor een bestemmingsreserve “uitgestelde werken” gevormd. Vanuit deze bestemmingsreserve kan in 2024 de uitvoering plaatsvinden. Per programma betreft het de volgende posten:

  • Waterkeringen € 221.000,-
    Onderhoudswerkzaamheden kunstwerken, geotechnisch veldwerk en plaatsen peilbuizen.
  • Watersystemen € 246.000,-
    Diverse onderhoudswerkzaamheden baggeren/ maaien/beschoeiing, materialen waaronder frequentieregelaar noodmaterieel, aandrijving stuwen.
  • Wegen € 75.000,-
    Onderhoud wegenbeheer (beplanting).
  • Afvalwaterketen € 75.000,-
    Onderhoud zuiveringsinstallaties.

3.5 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten

Terug naar navigatie - exploitatie naar kosten- opbrengstsoorten
bedragen x € 1.000
Exploitatie rekening naar kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Omschrijving primair Incl wijziging
KOSTEN
A Rente en afschrijvingen 26.797 26.637 25.468 27.047
B Personeelslasten 46.257 50.666 50.030 48.320
C Externe kosten (goederen/diensten/bijdrage derden) 60.122 73.588 78.678 77.873
C Onvoorzien 0 100 100 0
B Toevoeging voorziening (vitaliteit) 334 253 253 221
C Toevoeging voorz (pensioenaangroei) 0 140 140 36
Totaal kosten 133.510 151.384 154.669 153.497
OPBRENGSTEN
A Financiële baten (rente) 326 0 1.728 2.359
C Financiële baten (dividend) 3.837 3.000 4.600 4.604
B Personeelsbaten 368 36 36 306
D Externe kosten (goederen/diensten/bijdrage derden) 26.601 25.605 25.080 25.855
E Waterschapsbelastingen 106.610 113.591 115.180 115.808
B Vrijval voorziening (vitaliteit) 278 263 263 180
D Vrijval voorziening (pensioenaangroei) 444 0 0 0
B Interne verrekeningen (toerekening personeel aan investeringen) 4.885 6.992 6.689 5.937
Totaal opbrengsten 143.349 149.487 153.576 155.049
9.839 -1.897 -1.093 1.552
Voordeel tekort tekort Voordeel
RESERVES
algemene reserves -1.580 250 3.889 3.889
tariefegalisatiereserves -1.718 -250 814 814
overige bestemmingsreserves 3.954 -1897 -5.796 -4.930
Totaal reserves (-/-= onttrekking) 656 -1.897 -1.093 -227
Resultaat 9.183 0 0 1.779
Voordeel Voordeel

De kostensoorten zijn als volgt bij het betreffende programma (gesaldeerd) opgenomen:
A: Rente en Afschrijving
B: Personeelslasten
C: Externe kosten
D: Externe opbrengsten
E: Waterschapsbelastingen

3.6 WNT

Terug naar navigatie - WNT

Per 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) van kracht geworden. De WNT is ook van toepassing op waterschap Scheldestromen. Het voor waterschap Scheldestromen toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2023 € 223.000,-. Dit betreft het algemene bezoldigingsmaximum.

Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband.

De WNT bevat een openbaarmakingsverplichting (publicatie) in het financieel verslaggevingsdocument van de organisatie en inzending aan de (vak)minister van de bezoldiging van:

  1. topfunctionarissen;
    In de wet is opgenomen dat secretarissen van waterschappen als topfunctionaris worden aangemerkt, omdat bij deze functie sprake is van leidinggeven aan de gehele organisatie. Het gaat om de bezoldiging en ontslaguitkeringen. Deze stijgen bij waterschap Scheldestromen niet uit boven de daarvoor gestelde maximum bedragen.
    Voor niet-topfunctionarissen in dienst van het waterschap die ten minste 12 kalendermaanden de functie van topfunctionaris hebben vervuld geldt eveneens een openbaarmakingsverplichting. Voor waterschap Scheldestromen is dit niet van toepassing.
  2. overige functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het maximum;
    Er zijn bij waterschap Scheldestromen geen functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het bezoldigingsmaximum.
  3. uitkeringen van topfunctionarissen wegens het beëindigen van het dienstverband.
    Er is bij waterschap Scheldestromen geen sprake van een uitkering.

Het volgende overzicht van de bezoldiging worden in het kader van de WNT gepubliceerd: Bezoldiging leidinggevende topfunctionaris.

Bedragen x € 1
J. Daane
Functiegegevens Secretaris Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1-1/31-12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1
Dienstbetrekking? Ja
Bezoldiging 2023
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 149.776
Beloningen betaalbaar op termijn 22.402
Subtotaal 172.178
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 223.000
(herrekend naar de omvang en de duur van het dienstverband)
-/- onverschuldigd betaald, nog niet terugontvangen n.v.t.
Totale bezoldiging 2023 172.178
Bedrag van de overschrijding 0
Reden waarom overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t.
Toelichting vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t.
Gegevens 2022
Aanvang en einde functievervulling in 2022 1-1/31-12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1
Dienstbetrekking Ja
Bezoldiging 2022
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 138.644
Beloningen betaalbaar op termijn 21.976
Subtotaal 160.620
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 216.000
Totale bezoldiging 2022 160.620

3.7 Balans met toelichting

Balans

Terug naar navigatie - Balans
bedragen x € 1
Balans
Omschrijving activa en passiva Rekening 31-12-2022 Rekening 31-12-2023
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 7.341.033 7.092.626
Materiële vaste activa 297.787.125 311.270.283
Financiële vaste activa 2.898.377 2.831.443
Totaal vaste activa 308.026.535 321.194.352
Vlottende activa
Vorderingen 81.733.565 231.774.501
Voorraden 9.279.720 7.883.143
Overlopende activa 10.893.381 12.605.174
Liquide middelen 2.963.646 3.402.203
Totaal vlottende activa 104.870.312 255.665.020
totaal activa 412.896.847 576.859.372
PASSIVA
Vaste passiva
Algemene reserve 8.698.562 18.028.188
Tariefegalisatiereserves 4.187.017 8.012.809
Overige bestemmingsreserves 16.141.056 11.941.518
Resultaat 9.183.418 1.778.544
Totaal eigen vermogen 38.210.053 39.761.059
Voorzieningen 4.700.022 4.400.694
Langlopende schulden 308.567.226 473.000.001
Totaal vaste passiva 351.477.301 477.400.694
Vlottende passiva
netto vlottende schulden < 1 jaar 18.590.742 13.360.299
Overlopende passiva 42.828.804 46.337.320
Totaal vlottende passiva 61.419.546 59.697.618
Totaal passiva 412.896.847 576.859.372

Toelichting op de balans

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans

Waarderingsgrondslagen
De algemene vergadering heeft op 6 oktober 2011 de nota waardering en afschrijving van activa 2011 vastgesteld. Deze vormt de basis voor de waarderingsgrondslagen en afschrijvingstermijnen voor vaste activa. Deze nota heeft als ingangsdatum 1 januari 2011 en is niet van toepassing op investeringen die voor 1 januari 2011 gestart of afgerond. Voor deze uitzonderingen zijn nieuwe grondslagen (afschrijven, rekening houdend met een restwaarde) vastgesteld. 

De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de onderscheiden posten en onderdelen zijn als volgt:

  • De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met eventuele subsidies, bijdragen van derden en bijdragen uit voorzieningen. Daarnaast zijn de jaarlijkse afschrijvingen op basis van geschatte economische levensduur (bij materiële activa) in mindering gebracht. Afschrijving van de activa vindt plaats in het jaar volgend op het jaar van feitelijke ingebruikname of volgend op jaar als project voor minimaal 75% is afgerekend. Voor tractie geldt dat de afschrijving start op het moment van levering.  
  • Voor de soorten immateriële activa “bijdragen aan activa in eigendom van derden” en “overige immateriële activa” geldt in principe een afschrijvingstermijn van ten hoogste vijf jaar, tenzij voor deze soorten gemotiveerd een andere periode passender is. 
  • Voor afschrijvingen op nieuwe investeringen geldt dat deze ingaan in het eerste jaar na gereedkomen, met uitzondering op het materieel van beheer centrale tractie, waarop vanaf de maand na aanschaf wordt afgeschreven.
  • De waardering van de financiële activa vindt plaats tegen kostprijs dan wel duurzaam lagere waarde.
  • De waardering van voorraden vindt plaats tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde. 
  • De waardering van de vorderingen en liquide middelen vindt plaats tegen de verkrijgingsprijs. Voor vorderingen wordt voor eventuele oninbaarheid een voorziening gevormd. De waardering van de kortlopende schulden vindt plaats tegen de nominale waarde.
  • De arbeidsgerelateerde voorzieningen per 31 december 2023 zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De voorziening ‘toegezegde bijdragen’ tegen de werkelijk toegezegde bijdrage. Zowel de voorziening debiteuren als de voorziening belastingdebiteuren zijn gewaardeerd op basis nominale waarde en in mindering gebracht op de vorderingen.
  • De langlopende schulden (leningen o/g) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de aflossingen.

Ook voor de verantwoording in de rekening van baten en lasten (exploitatie) is de nominale waarde als grondslag gehanteerd. De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot de ontvangsten en uitgaven in het desbetreffende boekjaar hebben geleid. De verliezen worden opgenomen zodra ze bekend zijn. Ten aanzien van de resultaatbepaling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van lasten en baten.
  • De lasten en baten zijn toegerekend aan de periode waarin ze daadwerkelijk gemaakt zijn.
  • Baten zijn opgenomen voor zover ze zijn gerealiseerd.
  • Verliezen worden als last genomen op het moment dat ze voorzienbaar zijn.

Voor zover eigen personeel een directe bijdrage levert aan projecten (projectgroepsleden) worden de kosten daarvan geactiveerd. Hierdoor ontstaat een goed inzicht in de werkelijke kosten van een project.

Activa

Terug naar navigatie - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Hierop zijn de bestedingen verantwoord in de projecten van onderzoek en ontwikkeling, bijdragen aan activa in eigendom van derden en overige immateriële vaste activa.

De specificatie van deze activa is als volgt:    

bedragen x € 1.000
Soort actief Boekwaarde 1-1-2023 in- / des investering Afschrijving Boekwaarde 31-12-2023
Onderzoek en ontwikkeling 319 135 184
Bijdragen aan activa in eigendom van: 6.439 446 472 6.413
Overige immateriële activa 138 24 143 19
Onderhanden immaterieel 445 43 12 476
Totaal immateriële activa 7.341 513 762 7.092

Voor de investeringen die vóór 2011 in exploitatie zijn genomen zijn de oude afschrijvingstermijnen gehanteerd. Voor de investeringen na 2011 vindt de afschrijving plaats op grond van de door de algemene vergadering op 6 oktober 2011 vastgestelde nota waardering en afschrijving van activa 2011. Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen.

Onderzoek en ontwikkeling bestaat uit de volgende posten:

bedragen x € 1.000
Onderzoek en ontwikkeling Boekwaarde 1-1-2023 in-/des investering Afschrijving Boekwaarde 31-12-2023
Wateropgave algemeen 2018 11 11 0
Wateropgave algemeen 2019 141 70 71
Wateropgave algemeen 2020 145 49 96
Wateropgave algemeen 2021 22 5 17
Eigen plannen watersystemen 319 0 135 184

Verder wordt verwezen naar de betreffende paragrafen bij de toelichtingen op de programma’s, waarin nader wordt ingegaan op de investeringsprojecten en naar paragraaf 2.8 waarin een analyse op de investeringen is opgenomen.

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Materiële vaste activa

De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
Materiële activa boekwaarde Overhevelingen boekwaarde investering subsidies verkoop waarde afschrijving boekwaarde
soort actief 31-12-22 vanuit 2022 01-01-23 correcties 31-12-23
Gronden en tereinen 631 631 27 604
Vervoermiddelen 3.456 4.020 7.476 1.330 230 1.150 7.426
Machines, app., werktuigen 586 393 979 664 - 41 307 1.295
Bedrijfsgebouwen 27.256 68 27.324 863 26.461
Woonruimten - 0 0 0
Grond-weg en wb-werken 186.223 34.118 220.341 49 22 17.150 203.218
Overige mat. Activa 385 385 196 189
totaal exploitatie 218.538 38.598 257.137 2.043 22 271 - 19.693 239.194
Onderhanden werken
grond-weg en wb werken 74.712 -34.119 40.593 70.071 38.332 - - 1.298 71.034
waterkeringen 7.851 -1.634 6.217 41.564 36.082 51 11.648
watersysteem 21.878 -6.176 15.702 9.878 1.677 654 23.249
zuiveringsbeheer 38.201 -22.707 15.494 16.664 397 487 31.274
wegen 6.782 -3.602 3.180 1.965 176 106 4.863
0
Vervoermiddelen (ook peilboot) 4.019 -4.019 0 0
Machines, app., werktuigen 393 -393 0 0
Overige mat vaste activa - 0 747 747
Bedrijfsgebouwen 125 -67 58 237 295
Totaal onderhanden 79.251 -38.598 40.651 71.055 38.332 - - 1.298 72.076
Totaal 297.788 0 297.788 73.098 38.354 271 - 20.991 311.270

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn voor de oude investeringen gelijk aan de termijnen die de voormalige waterschappen hanteerden. Voor investeringen die na de fusie zijn gedaan wordt uitgegaan van de termijnen die in de nota waardering en afschrijving van activa 2011 zijn vastgelegd. Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen.
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de eerder genoemde paragrafen, waarin nader wordt ingegaan op de investeringsprojecten.

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

Deze activa zijn gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs. De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
soort actief Boekwaarde 1-1-2023 mutatie Boekwaarde 31-12-2023
Kapitaalverstrekking aan bedrijven 2.898 67 2.831
Leningen aan openbare lichamen
Overige uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van één jaar en langer
Totaal financiële activa 2.898 67 2.831

Kapitaalverstrekking aan bedrijven
De kapitaalverstrekkingen betreffen de in ons bezit zijnde deelnemingen (aandelen) in de aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V., de aandelen en agio aandelen in SNB en verstrekte waarborgsommen. 
In 2023 heeft een agio terugstorting plaatsgevonden van € 66.934,- (besluit algemene vergadering aandeelhouders van 7-12-2023). De stand van de agioreserve per 31-12-2023 is € 1.606.390,-, hiervan zal jaarlijks (tot en met 2037) een deel worden terugbetaald.

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Vlottende activa

De vlottende activa bestaan uit de kortlopende vorderingen (debiteuren), voorraden, overlopende activa en liquide middelen.

bedragen x € 1.000
Kortlopende vorderingen 1-1-2023 31-12-2023
Uitzettingen bij 's Rijksschatkist 26.121 226.215
verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen 50.000 -
Vorderingen op belastingdebiteuren 3.289 3.530
Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen 5 174
Overige vorderingen 2.319 1.856
Totaal 81.734 231.775

Uitzettingen bij ‘s Rijksschatkist
Betreft de rekeningverhouding met het Rijk inzake het verplichte schatkistbankieren.

Vorderingen op debiteuren
De aanslagen 2023 zijn tijdig verstuurd en het invorderingstraject is tijdig opgestart. De vordering voor de door Sabewa Zeeland opgelegde belastingaanslagen bedraagt € 4.702.000,-. Hiervan is € 1.637.057,- als dubieus opgenomen (voorziening belasting debiteuren). In 2022 zijn de openstaande vorderingen van de invorderingsopbrengsten door Sabewa aan de deelnemers overgedragen. Voor het waterschap betreft dit € 813.580,- aan vorderingen en het aandeel in de voorziening oninbaar ad € 446.553,-. Per 31-12-2023 bedraagt deze debiteurenstand € 861.210,- en is de stand van deze voorziening per 31-12 € 396.157,-. 

Voorziening debiteuren
Aan de voorzieningen debiteuren is in het boekjaar 2023 met €  304.000,- verlaagd en met € 175.000,- toegenomen, per saldo een verlaging van € 129.000,-. Daarnaast is de voorziening invorderingsopbrengsten met € 50.000,- verlaagd. In onderstaande tabel zijn bedragen de belastingdebiteuren (incl. invorderingsdebiteuren) bij Sabewa Zeeland totaal € 5,56 miljoen.

De specificatie per 31-12-2023 van de belastingdebiteuren is als volgt:

bedragen x € 1.000
jaar Eigenaren Gebruikers Bedrijven Overige Invorderingsopbrengsten Totaal
tm /2014 1 19 6 2 28
2015 10 21 16 48
2016 12 35 16 63
2017 26 59 24 109
2018 32 86 37 156
2019 45 112 50 207
2020 74 165 75 313
2021 141 246 178 565
2022 245 434 390 1.069
2023 623 1.309 211 861 3.005
sub-totaal vorderingen 1.210 2.486 1.004 2 861 5.563
voorzieningen -347 -1.096 -194 -396 -2.033
totaal 863 1.390 810 2 465 3.530

Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen
De vorderingen betreffen onder andere de bijdragen aan de oostelijke ontsluiting dijkverzwaring (€ 100.000,-), het onderzoek 'Water tussen Wal' (€ 17.000,-),  en het aandeel Westerscheldegemaal 2023 (€ 39.000,-).

Overige vorderingen
De grootste posten zijn  de overige vorderingen van North Sea Port ( €68.000,-) , de afrekening BOB 2023  gemeente Vlissingen (€ 33.000). Daarnaast zijn er meerdere (kleinere) posten die optellen tot een bedrag van € 1.576.000-.

Terug naar navigatie - Voorraden

Op de balans wordt het saldo van de opgebouwde strategische grondvoorraad verantwoord onder de voorraden. 
In 2023 werd € 128.915,- (Project HWBP Hansweert) aan gronden aangekocht en voor € 1.165.621,05 gronden verkocht/geruild. Daarnaast werd voor € 149.691,08 (FP Roterijdijk) aan waarde overgeboekt naar de projecten (eerst aangekocht en daarna gelijk weer overgeboekt naar project). De (aanschaf)waarde van de in voorraad zijnde gronden bedraagt per 31 december 2023 € 8.243.013,78  (31-12-2022 € 9.279.719,83).

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Overlopende activa

bedragen x € 1.000
Overlopende activa 1-1-2023 af bij 31-12-2023
Nog te ontvangen uitkeringen van:
Europese Unie - 5 5
Rijk 2.475 2.448 2.183 2.210
Provincie 154 825 979
Overige openbare lichamen 642 640 84 86
Nog te ontvangen bedragen: overige 6.466 7.523 9.086 8.029
Vooruitbetaalde bedragen 1.156 655 795 1.296
Totaal 10.893 11.266 12.978 12.605

Nog te ontvangen uitkeringen
Het saldo betreft voornamelijk subsidies ten behoeve van de projecten Roterijdijk-Dreis, de Poel en Kruispolder.

Nog te ontvangen bedragen
In de overige te ontvangen bedragen zijn tevens begrepen de afrekening met Sabewa Zeeland met betrekking tot door te storten belastingontvangsten van € 3.495.000,- en door Sabewa nog op te leggen aanslagen over 2023 voor € 1.089.000,- en over voorgaande jaren voor € 388.000,-. Verder zijn hier onder andere nog te ontvangen bedragen opgenomen voor op te leggen retributies van € 325.000,- en de nog te ontvangen rente van € 779.000,-.

Vooruitbetaalde bedragen
Dit zijn kosten die betrekking hebben op 2024 of later (zoals voorschot T-tags, verzekeringen, huren en software licenties, studiekosten) en in 2023 zijn betaald.

Terug naar navigatie - Liquide middelen

Liquide middelen

bedragen x € 1.000
Liquide middelen 1-1-2023 31-12-2023
Kas 1 1
Bank 2.963 3.401
Totaal 2.964 3.402

De kas betreft het saldo van de kas in Middelburg. De bank betreft het saldo van de NWB- en ING-rekening.

Drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt € 3.027.680,- (het drempelbedrag is gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal).

Het drempelbedrag is in het 4e kwartaal overschreden.

Het bedrag dat in het kader van dit drempelbedrag buiten ’s Rijks schatkist is gehouden:

bedragen x € 1.000
Schatkistbankieren 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 2.860 2.386 2.684 6.172

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

Eigen vermogen

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2022 Onttrekking resultaat 2022 Toevoeging resultaat 2022 Saldo 31-12-2022 na resultaat- bestemming Onttrekking 2023 Toevoeging 2023 Saldo 31-12-2023
Algemene reserves
watersysteembeheer 9.306 4.896 14.203 1.943 5.008 17.268
zuiveringsbeheer -608 544 -63 251 1.075 761
Totaal algemene reserves 8.699 - 5.441 14.139 2.194 6.083 18.028

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2022 is € 4.896.000,- toegevoegd aan de algemene reserve watersysteembeheer en € 544.000,- aan de algemene reserve zuiveringsbeheer. 
De toevoeging aan de algemene reserves watersysteembeheer en zuiveringsbeheer zijn conform de begroting resp. de 1e t/m 5e begrotingswijziging.

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2022 Onttrekking resultaat 2022 Toevoeging resultaat 2022 Saldo 31-12-2022 na resultaat- bestemming Onttrekking 2023 Toevoeging 2023 Saldo 31-12-2023
Bestemmingsreserves
Tariefegalisatiereserves
Watersysteemheffing ingezetenen 585 591 1.176 50 222 1.348
Watersysteemheffing ongebouwd 49 158 207 40 - 167
Watersysteemheffing gebouwd 2.939 998 3.937 170 225 3.992
Watersysteemheffing natuurterreinen 60 17 78 - 10 88
zuiveringsheffing 554 1.247 1.801 - 617 2.418
Totaal tariefegalisatiereserves 4.187 - 3.012 7.199 260 1.074 8.013

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat van 2022 is € 3.012.000,- aan de tariefegalisatiereserves toegevoegd. Verder is in 2023 € 1.074.000,- aan de tariefegalisatiereserves toegevoegd en € 260.000,- aan de tariefegalisatiereserve onttrokken. De toevoeging is conform de verwachte meeropbrengst belastingen die in de begrotingswijziging is verwerkt. De onttrekking was geraamd in de primaire begroting 2023. 

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2022 Onttrekking resultaat 2022 Toevoeging resultaat 2022 Saldo 31-12-2022 na resultaat- bestemming Onttrekking 2023 Toevoeging 2023 Saldo 31-12-2023
Overige bestemmingsreserves
Kapitaallasten fietspaden Zeeuws-Vlaanderen 4.264 4.264 135 - 4.129
Kapitaallasten extra afslag A-58 Goes 451 451 24 - 427
Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal 167 167 - - 167
Peilbesluiten Veerse Meer, steigers 169 169 - - 169
Zandsuppletie Sophiastrand 417 417 - - 417
Groot onderhoud waterkeringen 165 165 - - 165
Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat 204 204 - - 204
Uitgestelde werken en diensten 4.703 731 5.434 5.434 1.173 1.173
Cultuurhistorische duikers en sluizen 482 482 158 - 323
Zichtbaarheid 16 16 16 - -
Innovatie 55 55 - - 55
Veerse Meer (convenant) 65 65 - - 65
Leader 245 245 25 - 220
Kader Richtlijn Water (KRW) 279 279 32 - 247
GGA Wegen 38 38 10 - 27
onderzoek industrieel afvalwater - effluent 62 62 - - 62
informatieveiligheid 1.400 1.400 344 - 1.056
Assetmanagement 1.657 1.657 219 - 1.438
muskusrattenbestrijding 1.303 1.303 192 - 1.111
Arbo maatregelen 2024/2025 - - - 337 337
Kennis en ontwikkeling medewerkers 2024 - - - 150 150
Totaal overige bestemmingsreserves 16.141 - 731 16.872 6.591 1.660 11.942

Afkoopsom overname provinciale wegen Zeeuws-Vlaanderen, kapitaallasten fietspaden
Deze reserve is gevormd om de toekomstige kapitaallasten van het fietspadenplan 2009-2013 Zeeuws-Vlaanderen te dekken. De onttrekking van € 135.000,-betreft de kapitaallasten van de fietspaden. In de algemene vergadering van februari 2024 is besloten deze bestemmingsreserve op te heffen en de kapitaallasten te dekken via de exploitatie. In 2024 zal de laatste onttrekking plaatsvinden.

Kapitaallasten aansluiting A58 bij Goes
Vanuit deze reserve worden de kapitaallasten van extra aansluiting op de A58 bij Goes gedekt, in 2023 een bedrag van € 24.000,-.  In de algemene vergadering van februari 2024 is besloten deze bestemmingsreserve op te heffen en de kapitaallasten te dekken via de exploitatie. In 2024 zal de laatste onttrekking plaatsvinden.

Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal door Zuid-Beveland
Deze bestemmingsreserve betreft de verkregen afkoopsommen in verband met de overdracht van beheer, onderhoud en eigendom van de waterkeringen van het Kanaal door Zuid-Beveland met omliggende wegen, waterlopen en bijkomende werken op basis van overeenkomst ZLD-6171 / 31011336 (€ 966.196,-) en in verband met de overdracht van beheer, onderhoud en eigendom van de damaanzetten van de Oosterscheldekering met bijkomende werken op basis van overeenkomst ZLD-6541 / 31011335 (€ 251.919,-). Beide overeenkomsten zijn afgesloten tussen Rijkswaterstaat Zeeland en voormalig waterschap Zeeuwse Eilanden. In 2010 werd hieraan voor achterstallig onderhoud € 82.000,- en voor regulier onderhoud € 11.250,- onttrokken. 
Vanaf 2011 resteert dan nog voor achterstallig onderhoud € 167.284,- en voor regulier onderhoud (gewenningsbijdrage) € 757.967,-. De gewenningsbijdrage bedraagt jaarlijks € 42.000,-. Conform de Nota weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen is het restant (€ 715.967,-) van de gewenningsbijdrage toegevoegd aan de algemene reserve watersysteembeheer. 
Het deel voor het achterstallig onderhoud wordt extra bij de programmabegroting of via een apart voorstel beschikbaar gesteld. Dit was in 2023 niet aan de orde. 

Peilbesluit Veerse Meer: steigers
Op 24 februari 2010 is de samenwerkingsovereenkomst met Rijkswaterstaat ondertekend. Rijkswaterstaat financiert maatregelen die voortvloeien uit het peilbesluit Veerse Meer 2008 – 2012 waaronder de aanpassing van aanlegsteigers tot een bedrag van € 168.550,-. In 2023 is niet over de reserve beschikt.

Zandsuppletie Sophiastrand
Van Rijkswaterstaat is op basis van een aanvullingsovereenkomst een bedrag van € 417.000,- ontvangen voor de uitvoering van een tweede zandsuppletie op het Sophiastrand Noord-Beveland. De eerste zandsuppletie is door en op kosten van het Rijk uitgevoerd. Voor de toekomstige uitvoering van de suppletie is van het in 2013 ontvangen bedrag een bestemmingsreserve gevormd. In 2023 is niet over de reserve beschikt.

Groot onderhoud waterkeringen
In 2014 is voor groot onderhoud aan de bekleding van waterkeringen een bestemmingsreserve gevormd. In 2023 is niet over de reserve beschikt.

Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat
In 2014 is van een verkregen afkoopsom een reserve gevormd voor toekomstig onderhoud aan de overgenomen waterkeringen. In 2023 is niet over de reserve beschikt. 

Uitgestelde werken en diensten
Deze reserve is deels in de loop van 2022 en deels bij de bestemming van het jaarrekening resultaat 2022 gevormd. Dit bedrag van in totaal € 5.434.000,- in 2023 onttrokken aan de reserve om de werkzaamheden in 2023 uit te voeren. In 2023 is met een begrotingswijziging een bedrag van € 1.173.000,- toegevoegd aan deze reserve voor werkzaamheden die begroot waren in 2023 maar uitgevoerd worden in 2024. Met de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2023 is het voorstel aan deze reserve nog een bedrag van € 617.000,- toe te voegen voor de uitvoering van werkzaamheden in 2024.

Cultuurhistorische duikers en sluizen
In 2017 is een start gemaakt met de voorbereiding van het herstellen van cultuurhistorische duikers. In 2023 is hieraan € 158.000,- onttrokken. 

Zichtbaarheid
Naar aanleiding van het communicatieplan is de wens uitgesproken om de zichtbaarheid van het waterschap in het Zeeuwse landschap te vergroten. Hiertoe is bij de bestemming van het resultaat 2015 een bestemmingsreserve gevormd van € 60.000,-. In 2023 is het restantbedrag van € 16.000,- onttrokken uit deze reserve.

Innovatie
In 2015 is voor de uitvoering van innovatie een bestemmingsreserve gevormd van € 370.000,-. Begin 2023 resteert er nog een bedrag van € 55.000,-. In 2023 heeft geen onttrekking plaatsgevonden.

Veerse Meer (convenant)
Reserve is gevormd vanuit de voormalige algemene reserve Veerse Meer. Hieraan worden de batige saldi vanuit het samenwerkingsconvenant toegevoegd en de nadelige saldi onttrokken.

Kaderrichtlijn Water
Deze bestemmingsreserves is gevormd voor de periode 2022-2023. In 2022 is hieraan € 21.000,- onttrokken, in 2023 € 158.000,-. 

Leader
In 2014 is waterschap Scheldestromen betrokken geweest bij de totstandkoming van de Lokale Ontwikkel Strategieën (LOS) voor Midden Noord Zeeland en Zeeuws Vlaanderen voor het LEADER programma. LEADER is een onderdeel vanuit het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3). Het programma biedt kansen voor het financieren van initiatieven in Midden Noord Zeeland op het gebied van: Levende landbouw, Samenwerking in de vrijetijdseconomie en Burgerinitiatief. Door het leveren van een bijdrage aan de cofinanciering van het LEADER programma wordt voldaan aan de inspanningsverplichting die is aangegaan in 2015. Doordat de verstrekking van cofinanciering enkel plaats vindt als een initiatief bijdraagt aan één of meerdere doelen van het waterschap, is er rechtstreeks profijt van deze inzet. Tevens kan er door middel van deze inzet invulling worden gegeven aan één van de prestaties welke is geformuleerd onder het thema klimaatadaptatie; ‘We ontwikkelen stimuleringsbeleid om kleine betaalbare initiatieven breder bij bewoners en bedrijven onder de aandacht te brengen. In de 1e begrotingswijziging 2021 is er een bestemmingsreserve van € 250.000,- gevormd voor de cofinanciering hiervan.  In 2023 is er een bedrag van € 25.000,- onttrokken uit de bestemmingsreserve.

GGA Wegen
Betreft gebiedsgerichte aanpak wegen voor de periode 2022-2023. In 2023 € 10.000,- aan deze reserve onttrokken.

Onderzoek industrieel afvalwater effluent
Deze reserve is gevormd voor de periode 2022-2027 ad € 15.000,- per jaar. Voor 2023 hebben hieraan geen onttrekkingen plaatsgevonden.

Informatieveiligheid
Voor de implementatie van het beleid informatievoorziening en informatieveiligheid is een bedrag aan eenmalige kosten benodigd van € 1,4 miljoen. In 2023 heeft er geen onttrekking plaatsgevonden van € 344.000,-.

Assetmanagement
In de Strategienota 2015-2019 is opgenomen dat assetmanagement voor zuiveringstechnische werken wordt doorontwikkeld tot op certificeerbaar niveau (ISO55000) in 2020. De andere programma’s maken een start met de implementatie hiervan. Om hier invulling aan te geven is in 2016 een GAP-analyse gemaakt voor de hele organisatie, waarin duidelijk wordt op welke onderdelen het waterschap moet ontwikkelen bij het implementeren van assetmanagement. 
Vanuit het resultaat 2016 is een bestemmingsreserve gevormd van € 375.000,-. en in 2020 is daar € 1.460.000,- aan toegevoegd. Dit is voor de periode 2022-2024 en bestemd voor € 75.000,- externe kosten en 3 formatieplaatsen (incl. overhead) voor deze periode. In 2023 is € 219.000,- aan deze reserve onttrokken.   

Muskusrattenbestrijding
Om de gewenste landelijke doelstellingen in 2033 te behalen en voor de solidariteitsbijdrage in aanmerking te komen, zal er fors meer capaciteit voor de bestrijding ingezet moeten worden. Concreet moeten we in Zeeland de vangsten muskusrat van +/- 5.000 vangsten in 2021 terugbrengen naar <14 vangsten in 2033. Hiervoor is uitbreiding van de huidige formatie met 5 formatieplaatsen nodig. De uitbreiding van capaciteit is tijdelijk en kan met natuurlijk verloop opgevangen worden. De huidige formatie van 15 fte muskusrattenbestrijder gaat naar 20 fte en zal na het behalen van het succes in 2033 nog uit 12 fte bestaan. Voorzien is dan dat met een onderhoudsniveau en grensbewaking de muskusrat in Zeeland onder controle gehouden kan worden (<14 vangsten). Met de geraamde extra kosten ad € 1,3 miljoen heeft de algemene vergadering op 2 juni 2022 ingestemd en besloten deze kosten te dekken vanuit de algemene reserve watersysteembeheer via een te vormen bestemmingsreserve (1e begrotingswijziging 2022). In 2023 is aan deze reserve € 192.000,- onttrokken.

Arbo maatregelen 2024/2025
Het vastgestelde arbobeleid 2017-2021 was verlopen en is geactualiseerd, waarmee het arbobeleid weer voldoet aan de vigerende wet- en regelgeving en de arbocatalogi voor de waterschappen. Gebleken is dat er niet op alle onderdelen een uitwerking is voor het waterschap. Dit zal in de komende planperiode uitgewerkt moeten worden. Hiervoor is een arbo-uitvoeringsplan 2023–2026 opgesteld waarvoor een bestemmingsreserve van € 337.000,- is gevormd.

Kennis en ontwikkeling medewerkers 2024 
Waterschap Scheldestromen hecht er veel waarde aan dat medewerkers over actuele kennis beschikken en zich kunnen ontwikkelen om het waterschapswerk nu en in de toekomst goed uit te kunnen voeren. In 2023 is er een bedrag van € 150.000,- opgenomen in een bestemmingsreserve zodat dit in 2024 kan worden ingezet.

Terug naar navigatie - Vreemd vermogen

Vreemd vermogen

Voorzieningen

bedragen x € 1.000
Voorzieningen Saldo 1-1-2023 Interne verminderingen Externe verminderingen Interne vermeerderingen Externe vermeerderingen Saldo 31-12-2023
Arbeidsgerelateerd
Voormalig personeel 150 66 63 - 21
Ingegane pensioenen personeel 177 45 23 155
Pensioenen bestuurders 3.837 267 78 3.648
Wachtgelden bestuur - 1 1 -
PBB-vitaliteit 536 180 221 577
Totaal 4.700 246 376 323 - 4.401

Voorzieningen voormalig personeel
De werkelijke uitkeringen en het risico daarop in verband met tijdelijk aangesteld personeel zijn in deze voorziening opgenomen. In 2023 zijn de uitkeringen (€ 66.000,-) ten laste van deze voorziening gebracht en is de waarde op basis van een actualisatie verlaagd met € 63.000,-. 

Voorziening ingegane pensioenen personeel
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van voormalig personeel waarvan de diensttijd in het verleden niet in aanmerking kwam voor (ABP-)pensioen. Dit betreft die oud-personeelsleden welke in het verleden alleen (veelal) in de zomermaanden werkzaam waren voor de diverse polderbesturen of waterschappen. 
De provincie heeft voor deze categorie oud-personeelsleden een regeling vastgesteld, waardoor deze ook recht kregen op een ouderdoms- of nabestaandenpensioen. Aan uitkering is dit jaar € 45.000,- betaald. Een berekening van de benodigde omvang van de voorziening resulteerde in een verhoging met € 23.000,-. 

Voorziening pensioenen bestuurders
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van huidige en voormalige bestuurders. De uitkeringen en eventuele overdracht komen ten laste van deze voorziening. In 2023 is ten laste van deze voorziening € 267.000,- uitgekeerd. Het berekenen van de benodigde hoogte van de voorziening resulteerde in een verhoging met € 78.000,-. Voor de toevoegingen moet uitgegaan worden van de uitgangspunten in de circulaire ‘aanpassingen pensioenen en inhoudingen APPA’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze circulaire geeft informatie betreffende de periode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024. De rekenrente voor toekomstige pensioenen is dit jaar 3,160% (2022 2,472%). Voor de reeds ingegane pensioenen zijn de grondslagen voor de wettelijke tarieven gebruikt met een rekenrente van 3,384% (was 3,061%). De benodigde omvang wordt grotendeels berekend door een gespecialiseerd extern bureau.

Voorziening wachtgelden bestuur
Deze voorziening is gevormd voor de wachtgeldrechten van huidige en voormalige bestuurders. Aan wachtgeld is in 2023 € 1.000,- uitgekeerd. Een berekening van de benodigde omvang van de voorziening resulteerde in een verhoging van € 1.000,-.  

Voorziening PBB-vitaliteit
Vanaf 2021 is in de CAO opgenomen dat iedere medewerker voor € 6.000,- (deeltijders naar rato) aan uren kan inzetten voor vitaliteit. De aanvraag kan tot en met 2025 worden ingediend.
Op basis van de aanvragen en verwachte aanvragen is de dotatie aan de voorziening berekend. Dit is grotendeels gebaseerd op ontvangen aanvragen voor vitaliteitsverlof en deels op inschatting van de nog te verwachten aanvragen. In 2023 is een bedrag van € 221.000,- aan deze voorziening worden toegevoegd en een bedrag van € 180.000,- vrijgevallen door opname van uren. In de komende jaren wordt op basis van actualisatie de dotatie bepaald die naar schatting rond de € 200.000,- er jaar ligt.

Terug naar navigatie - Langlopende schulden

Langlopende schulden

bedragen x € 1.000
Schulden > 1 jaar 1-1-2023 31-12-2023
a. Obligatie leningen van:
1. andere openbare lichamen
2. overigen
b. Onderhandse leningen van:
1. Openbare lichamen 20.000 20.000
2. Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
3. binnenlandse banken en overige financiële instellingen 288.567 453.000
4. Binnenlandse bedrijven
5. Overige binnenlandse sectoren
6. Buitenlndse inst., fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
c. Door derden belegde gelden
d. Derivaten op vaste schulden
e. Langlopende financiële lease verplichtingen
f. waarborgsommen
Totaal 308.567 473.000

In 2023 werd voor een totaal bedrag van € 567.000,- afgelost. De aflossingen betreffen een geldlening met een rentepercentage van 3,02%. Het gemiddelde rentepercentage van de ten laste van het boekjaar komende rente is 0,955%.
In de meerjarige vermogensbehoefte is in 2023 voorzien door het afsluiten van vaste geldleningen tot een totaal bedrag van € 165 miljoen. Dit in verband met de verwachte oplopende rente voor de jaren 2023-2026.

Terug naar navigatie - Kortlopende schulden en overlopende passiva

Kortlopende schulden en overlopende passiva

bedragen x € 1.000
Netto vlottende schulden < 1 jaar 1-1-2023 31-12-2023
a. Overige kasgeldleningen
b. derivaten op kortlopende geldleningen
c. negatieve bank saldi - -
d. Schulden aan leveranciers 15.190 10.486
e. Schulden i.v.m. te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies 3.354 2.726
f. overige 47 148
Totaal 18.591 13.360

In 2023 zijn de schulden aan leveranciers, de schulden in verband met belastingen en pensioenpremies en overige schulden afgenomen met in totaal ongeveer € 5.231.000,-. 

bedragen x € 1.000
Overlopende passiva 1-1-2023 af bij 31-12-2023
a. Voorschotten van:
Europese Unie - -
Rijk 26.539 35.382 35.661 26.818
Provincie - 1.190 1.190
Overige openbare lichamen - 137 137
b. Vooruitontvangen bedragen 106 106 179 179
c. Nog te betalen: overige 16.184 10.449 12.278 18.013
Totaal 42.829 45.937 49.445 46.337

De voorschotten per 31 december 2023 betreffen subsidies van Rijkswaterstaat in werken  in het kader van het HWBP (Hansweert ad € 12,9 miljoen), subsidie restbijdrage vooroeverbestortingen (10,5 miljoen) ministerie van Infrastructuur verkeersveiligheidssubsidie (€ 2,0 miljoen) en overige voorschot subsidies. De vooruit ontvangen bedragen zijn diverse posten ontvangen in 2023 waarvan de opbrengst betrekking heeft op 2024 (onder andere huren kantoor en andere rechten van eigendommen). De grootste post in de nog te betalen kosten betreft de rente over langlopende geldleningen (€ 3.436.000,-). Daarnaast zijn er nog te betalen posten voor bijvoorbeeld werken en diensten en verstrekte subsidies. Verder zijn hier de rechten van personeel bestaande uit vakantiegeld en eindejaarsuitkering/IKB en vakantierechten verantwoord.

 

3.8 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Van de meerjarige inkoopcontracten zijn de contractverplichtingen boven de Europese drempelwaarde in onderstaande overzicht opgenomen. Voor deze contractwaarden zijn de Europese aanbestedingsregels van toepassing. Het betreft de verplichting voor de contracten die doorlopen na 2023, hiervan is het volledige bedrag waarover het contract is afgesloten opgenomen. In de contractwaarde zijn de vaste kosten (verplichting) opgenomen. Bij raamcontracten is de waarde niet opgenomen omdat dit afhankelijk is van de afname. Bij de inkooppakketten flexibele arbeid, advies & onderzoek en transport is om voornoemde reden dan ook geen waarde opgenomen in onderstaande tabel. 

bedragen x € 1.000
Hoofdcategorie inkooppakket Totaal per 2023 (excl BTW)
Facilitair 7.741
Automatisering en telecommunicatie 2.735
Flexibele arbeid 0
Advies en onderzoek 0
Transport 0
Gebouwen en gebouw gerelateerde installaties 388
Niet gebouw gerelateerde installaties en openbare ruimten 8.718
Totale contractwaarde (volledige looptijd) 19.582

Gronden die deel uitmaken van inlagen of direct gelegen zijn achter de zeeweringen en overige gronden die niet nodig zijn voor de taakuitoefening, zijn in de balans niet gewaardeerd.

Het waterschap staat garant voor geldleningen (rekening-courant van de Unie van Waterschappen maximaal € 2.000.000,- en ten behoeve van kantoor (oorspronkelijk € 6.013.268,13) tot het bedrag van het procentuele contributie aandeel (algemene vergadering 23 maart 2017).

Voor de Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) staat het waterschap garant voor geldleningen tot maximaal € 55.000.000,- naar rato van het aandelenbezit (7,97% maximaal € 4.383.500,-). Eind 2023 is hiervan € 28.312.500,- afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank. Tegenover deze garantiestelling heeft Waterschap Scheldestromen een recht van hypotheek ontvangen van SNB op de grond, gebouwen en installaties in Moerdijk.

bedragen x € 1.000
Garantstelling AV-besluit ingangsdatum einddatum oorspr. Bedrag percentage restant 1-1 restant 31-12
Geldlening NWB/Unie van Waterschappen 23-3-2017 2-5-2017 2-5-2042 € 6.013.268 2,75% € 4.810.614 € 4.570.083
Rekeningcourant NWB/Unie van Waterschappen 23-3-2017 2-5-2017 n.v.t € 2.000.000 max.
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 23-12-2020 23-12-2026 € 27.000.000 0,00% € 18.000.000 € 13.500.000
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 15-4-2022 15-4-2030 € 6.000.000 1,39% € 5.562.500 € 4.812.500
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 2-2-2023 2-2-2037 € 6.000.000 3,06% € - € 6.000.000
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 2-10-2023 2-10-2037 € 4.000.000 3,04% € - € 4.000.000

Verplichtingen (gesloten overeenkomsten) ten aanzien van grond aan- en verkopen waarvan de akte passeert in 2023 (of later) blijken niet uit de balans. Het betreft een te ontvangen bedrag van € 41.200,-.

In 2023 zijn er 139 schadeclaims behandeld. Het waterschap heeft in 50 gevallen de wederpartij aansprakelijk gesteld. In 89 van de gevallen zijn wij aansprakelijk gesteld.

3.9 Gebeurtenissen na balansdatum

3.10 Single Information Single Audit verklaring

3.11 Overige subsidieverantwoordingen

Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Terug naar navigatie - Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Met deze regeling wordt door de Minister voor Natuur en Stikstof een subsidie beschikbaar gesteld voor de kosten die waterschappen maken voor capaciteit voor de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied in de gebieden van het betreffende waterschap.

Waterschap Scheldestromen heeft in 2023 zowel op landelijk niveau als op regionaal niveau geparticipeerd in trajecten die invulling gaven aan ontwikkelingen in relatie tot NPLG. Op landelijk niveau ging het met name op bijdragen aan landelijke overlegstructuren bijvoorbeeld binnen de Unie van Waterschappen. Regionaal ging het met name om de inzet en afstemming richting provincie bij het opstellen van het Zeeuwse gebiedsprogramma en de uitwerking van koplopermaatregelen.

Bijdrage / kosten NPLG realisatie
2023
bijdrage
Bijdrage Ministerie 300.000
totaal bijdrage 300.000
werkelijke kosten
interne uren 117.671
totaal werkelijke kosten 117.671

3.12 Controleverklaring van de onafhankelijk accountant