3. Jaarrekening

3.1 Exploitatierekening naar programma’s

Terug naar navigatie - Exploitatierekening
bedragen x € 1.000
Programma Rekening 2021 Begroting 2022 incl. begr. wijzigingen Rekening 2022
Waterkeringen 10.707 11.488 10.889
Watersystemen 31.000 33.407 31.649
Wegen 6.076 2.129 1.387
Afvalwaterketen 27.070 28.659 27.510
Bestuur en organisatie 28.723 33.973 30.619
Belasting- en algemene opbrengsten -105.570 -108.876 -111.893
Saldo netto kosten -1.994 780 -9.839
Voordeel Nadeel Voordeel
Inzet reserves -2.366 -780 656
Saldo / resultaat (voordeel) -4.360 0 -9.183
Voordeel Voordeel

In het jaarverslag (hoofdstuk 2) zijn de toelichtingen per programma opgenomen.

3.2 Begrotingsrechtmatigheid

Terug naar navigatie - begrotingsrechtmatigheid

Financiële beheershandelingen die ten grondslag liggen aan de baten en lasten alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de algemene vergadering zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag alsmede het begrotingsjaar van belang zijn (artikel 99, 100 en 101 van de Waterschapswet).
De algemene vergadering heeft in de Financiële verordening bepaald dat voor overschrijdingen van de programma’s tot en met 5% van de netto-kosten geen toestemming vooraf nodig is indien zij passen binnen het vastgestelde beleid. Het begrotingscriterium is verder uitgewerkt in de kadernota Rechtmatigheid 2018 van de commissie BBV. In het Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening zijn de normen/richtlijnen uit de Kadernota overgenomen en nader geconcretiseerd. Er zijn in 2022 geen programma’s waarvan de netto-kosten met meer dan 5% zijn overschreden. 

3.3 Exploitatierekening naar kostendragers

3.3.1 Verdeling van de programmakosten naar taken en categorieën

Terug naar navigatie - 3.3.1 Verdeling van de programmakosten naar taken en categorieën

In de nota kostentoerekening en onderbouwing tarieven is vastgelegd op welke wijze de kosten van primaire producten worden toegerekend aan taken (kostendragers) en categorieën.

In het volgende overzicht is de verdeling naar de taken en categorieën opgenomen.

Bedragen x € 1.000
Taken Categoriekosten
Programma Begroting Begroting incl. wijz Jaarrekening Water Zuiverings- Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd Natuur Zuiverings-
Systeem beheer heffing
beheer
Waterkeringen 10.925 11.488 10.890 10.890
Watersystemen 31.720 33.408 31.648 31.411 237
Wegen 5.753 2.127 1.387 1.387
Afvalwaterketen 26.982 28.660 27.509 27.509
Bestuur & organisatie (excl kst heffing/verkiezing) 30.788 31.329 27.896 19.533 8.363
Totale kosten 106.168 107.012 99.330 63.221 36.109 0 0 0 0 0
Dekking kosten:
Overige retributies 330 330 285 285
Precario 0 0 6 6
Opbrengst leges 300 300 310 310
Onvoorzien (per programma opgenomen) 0 0 0
Rente/vpb -33 -17 -17
Dividend 3.000 3.837 3.837 3.837
Inzet algemene- en bestemmingsreserves 1.618 -938 -2.374 -1.661 -713
Totaal dekking 5.248 3.529 2.031 2.760 -730 0 0 0 0 0
Totaal netto kosten 100.920 103.483 97.299 60.462 36.839 0 0 0 0 0
Categoriekosten:
Kwijtschelding 1.850 1.850 1.733 860 872
Oninbaar 600 600 -97 -168 53 12 6
bijdrage 33 17 16
Verkiezingen 98 98 98 98
Coronacompensatie 845 845 291 554
Categoriekosten heffingen 2.546 2.546 2.625 458 957 151 25 1034
Tariefsegalisatiereserve 0 1.718 1.718 -156 240 -50 1.684
Totaal categoriekosten 5.094 2.531 1.763 0 0 1.096 770 213 25 -342
Te dekken door belastingen: 106.014 106.014 99.062 60.462 36.839 1.096 770 213 25 -342
Totaal opbrengst zuiveringsheffing 37.436 37.436 38.358 38.358
Totaal opbrengst watersysteemheffing 68.578 68.578 69.887 729 21.274 35.340 12.247 297
Totaal opbrengst belastingen 106.014 106.014 108.245 729 0 21.274 35.340 12.247 297 38.358
Jaarrekening totaal taak/categorie 59.733 36.839 20.178 34.570 12.034 272 38.700
Begroting totaal taak/categorie 65.290 37.453 19.587 33.572 11.876 255 37.453
Resultaat per taak/categorie 0 0 9.183 5.557 614 591 998 158 17 1.247
v v v v v v v
In rood zijn de kosten / in groen de opbrengsten opgenomen

3.3.2 Toelichting op exploitatierekening naar kostendragers

Terug naar navigatie - 3.3.2 Toelichting op exploitatierekening naar kostendragers

Welke kosten zijn toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer. Het verschil per taak met de begrote kosten komt ten gunste/laste van de algemene reserves. Het betreft de volgende kosten:

-    De kosten van de programma’s waterkeringen, watersystemen en wegen gaan in zijn geheel naar watersysteembeheer, op de kosten van rioleringsplannen na, die naar zuiveringsbeheer gaan. De kosten van afvalwaterketen gaan volledig naar zuiveringsbeheer.
-    De kosten van het programma Bestuur en organisatie gaan voor een groot deel naar water-systeembeheer. Met name de kosten van beheer keur, vergunningen & meldingen gaan voor het grootste gedeelte naar watersysteembeheer. De kosten van vergunningen & meldingen afvalwaterketen, Wabo adviezen, toezicht afvalwaterketen en een percentage van toezicht (25%)/handhaving algemeen (10%) gaan naar zuiveringsbeheer. 
-    De kosten van bestuur en communicatie gaan voor 50% naar watersysteembeheer en voor 50% naar zuiveringsbeheer. De opbrengsten van beheer niet reglementaire taken komen alleen ten goede van watersysteembeheer.
-    De opbrengsten van de dekkingsmiddelen precario, leges en retributies komen ten goede aan het watersysteembeheer. 
-    De mutaties in het boekjaar in de algemene reserve en de overige bestemmingsreserves (afhankelijk van het doel waartoe ze gevormd zijn) worden toegerekend aan de taken water-systeembeheer en zuiveringsbeheer. 

Welke kosten worden toegerekend aan de belastingcategorieën:

De hieronder genoemde kosten en opbrengsten worden toegerekend aan de belastingcategorieën. Het verschil met de begrote categoriekosten komt ten gunste/laste komt van de betreffende egalisatiereserve. De categoriekosten bestaan uit:

-    De kosten van belastingheffing en invordering. Deze worden direct aan de betreffende categorieën toegerekend. 
-    De kosten (kapitaallasten) van verkiezingen. Deze worden rechtstreeks aan de categorie ingezetenen toegerekend evenals de kosten van kwijtschelding en oninbaar.
-    De belastingopbrengsten komen rechtstreeks ten gunste van de categorieën, de opbrengst verontreinigingsheffing komt ten gunste van het watersysteembeheer.
-    De mutaties in de tariefegalisatiereserves worden aan de categorieën toegerekend.

Voor een toelichting op het verschil tussen de begroting inclusief wijzigingen en de jaarrekening wordt voor de programma’s Waterkeringen, Watersystemen, Wegen, Afvalwaterketen en Bestuur en organisatie verwezen naar de toelichtingen op de programma’s in hoofdstuk 2.

3.4 Bestemming van het resultaat

Terug naar navigatie - Bestemming van het resultaat

Hierna is het voorstel tot de bestemming van het positieve exploitatieresultaat van € 9,183 miljoen opgenomen. Om diverse toekomstige werkzaamheden in de komende periode uit te kunnen voeren zijn diverse bestemmingsreserves noodzakelijk van in totaal € 0,731 miljoen. De te vormen bestemmingsreserves worden in mindering gebracht op het resultaat van de betreffende algemene reserve. Het resterende saldo van € 8,452 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene - en egalisatiereserves.

Bedragen x € 1.000
Taak / categorie Bestemming resultaat 2022
Algemene Reserves
Watersysteembeheer 5.557
Af: aandeel bestemmingsreserves € 731 -661
Watersysteembeheer (toevoeging) 4.896
Zuiveringsbeheer 614
Af: aandeel bestemmingsreserves € 731 -70
Zuiveringsbeheer (toevoeging) 544
Egalisatiereserves
Ingezetenen 591
Gebouwd 998
Ongebouwd 158
Natuur 17
Zuiveringsheffing 1.247
Egalisatiereserves (toevoeging) 3.011
Totaal algemene- en egalisatiereserves 8.452
Bestemmingsreserves
Uitgestelde werken 2022 731
Totaal bestemmingsreserves (toevoeging) 731
Totaal resultaat 2022 9.183

Toelichting op te vormen bestemmingsreserve uitgestelde werken € 731.000,-:
Diverse beheer-/onderhoudswerkzaamheden, leveringen en diensten uit de begroting 2022 zijn niet (volledig) uitgevoerd in 2022. Gelijk aan voorgaande jaren wordt hiervoor een bestemmingsreserve “uitgestelde werken” gevormd. Vanuit deze bestemmingsreserve kan in 2023 de uitvoering plaatsvinden. Per programma betreft het de volgende posten:

Waterkeringen € 80.000,-
•    vernieuwen 2 dijktrappen, onderhoudswerkzaamheden

Watersystemen  € 283.000,-
•    peilschalen ophangen, onderhoudswerkzaamheden baggeren/ maaien/beschoeiing, ZWD projecten, software gemalen

Wegen    € 223.000,-
•    onderhoud wegenbeheer (verharding, beplanting, kunstwerken, lichtmasten), verhardingsonderzoek

Afvalwaterketen  € 70.000,-
•    onderhoud rioolgemalen

Bestuur & Organisatie € 75.000,-
•    groot onderhoud tractiemiddelen Lemmer en ponton

3.5 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten

Terug naar navigatie - exploitatie naar kosten- opbrengstsoorten
bedragen x € 1.000
Rekening 2021 Begroting 2022 Rekening 2022
Omschrijving primair Incl wijziging
KOSTEN
A Rente en afschrijvingen 26.039 25.964 25.964 26.797
B Personeelslasten 42.488 47.279 47.795 46.257
C Externe kosten (goederen/diensten/bijdrage derden) 62.018 63.574 64.736 60.122
C Onvoorzien 0 105 105 0
B Toevoeging voorziening (vitaliteit) 0 0 480 334
C Toevoeging voorz (pensioenaangroei) 736 140 140 0
Totaal kosten 131.281 137.062 139.220 133.510
OPBRENGSTEN
A Financiële baten (rente) 2 0 0 326
C Financiële baten (dividend) 3.455 3.000 3.837 3.837
B Personeelsbaten 706 30 30 368
D Externe opbrengsten 26.123 23.227 25.386 26.601
Goederen/diensten/bijdrage derden
E Waterschapsbelastingen 99.263 103.564 103.564 106.610
B Vrijval voorziening (vitaliteit) 0 0 0 278
D Vrijval voorziening (pensioenaangroei) 0 0 0 444
B Interne verrekeningen (toerekening personeel aan investeringen) 3.725 5.623 5.623 4.885
Totaal opbrengsten 133.274 135.444 138.440 143.349
1.993 -1.618 -780 9.839
Voordeel tekort tekort Voordeel
RESERVES
algemene reserves -3.792 -80 -1.905 -1.580
tariefegalisatiereserves -135 0 845 -1.718
overige bestemmingsreserves 1.561 -1538 280 3.954
Totaal reserves (-/-= onttrekking) -2.366 -1.618 -780 656
Resultaat 4.360 0 0 9.183
Voordeel Voordeel

De kostensoorten zijn als volgt bij het betreffende programma (gesaldeerd) opgenomen:
A: Rente en Afschrijving
B: Personeelslasten
C: Externe kosten
D: Externe opbrengsten
E: Waterschapsbelastingen

3.6 WNT

Terug naar navigatie - WNT

Per 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) van kracht geworden. De WNT is ook van toepassing op waterschap Scheldestromen. Het voor waterschap Scheldestromen toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2022 € 216.000,-. Dit betreft het algemene bezoldigingsmaximum.

Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband.

De WNT bevat een openbaarmakingsverplichting (publicatie) in het financieel verslaggevingsdocument van de organisatie en inzending aan de (vak)minister van de bezoldiging van:
1.    Topfunctionarissen;
In de wet is opgenomen dat secretarissen van waterschappen als topfunctionaris worden aangemerkt, omdat bij deze functie sprake is van leidinggeven aan de gehele organisatie. Het gaat om de bezoldiging en ontslaguitkeringen. Deze stijgen bij Scheldestromen niet uit boven de daarvoor gestelde maximum bedragen.
Voor niet-topfunctionarissen in dienst van het waterschap die ten minste 12 kalendermaanden de functie van topfunctionaris hebben vervuld geldt eveneens een openbaarmakingsverplichting. Voor waterschap Scheldestromen is dit niet van toepassing.
2.    overige functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het maximum;
Er zijn bij waterschap Scheldestromen geen functionarissen met een bezoldiging die uitstijgt boven het bezoldigingsmaximum.
3.    uitkeringen van topfunctionarissen wegens het beëindigen van het dienstverband.
Er is bij waterschap Scheldestromen geen sprake van een uitkering.

Het volgende overzicht van de bezoldiging worden in het kader van de WNT gepubliceerd:

Bezoldiging leidinggevende topfunctionaris

Bedragen x € 1
J. Daane APMA. Vonck HC Jongmans JI Nieskens
Functiegegevens Secretaris Directeur Secretaris Directeur Secretaris Directeur Secretaris Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2022 1-1/31-12 - - -
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 - - -
Dienstbetrekking? Ja - - -
Bezoldiging 2022
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 138.643 - - -
Beloningen betaalbaar op termijn 30.547 - - -
Subtotaal 169.190 - - -
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 216.000 - - -
(herrekend naar de omvang en de duur van het dienstverband)
-/- onverschuldigd betaald, nog niet terugontvangen n.v.t. - - -
Totale bezoldiging 2022 169.190 - - -
Bedrag van de overschrijding 0 - - -
Reden waarom overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t. - - -
Toelichting vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. - - -
Gegevens 2021
Aanvang en einde functievervulling in 2021 15-9/31-12 1-1/30-4 9-4/2-7 3-7/14-9
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1 1 0,9 1
Dienstbetrekking Ja Ja Ja Ja
Bezoldiging 2021
Beloningen plus belastbare onkostenvergoeding 38.331 46.522 31.343 25.327
Beloningen betaalbaar op termijn 6.313 7.272 0 4.261
Subtotaal 44.644 53.794 31.343 29.588
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 61.841 68.712 43.632 42.373
Totale bezoldiging 2021 44.644 53.794 31.343 29.588

3.7 Balans met toelichting

Balans

Terug naar navigatie - Balans
bedragen x € 1
Balans
Omschrijving activa en passiva Rekening 31-12-2021 Rekening 31-12-2022
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 8.135.769 7.341.033
Materiële vaste activa 292.293.612 297.787.125
Financiële vaste activa 3.049.378 2.898.377
Totaal vaste activa 303.478.759 308.026.535
Vlottende activa
Vorderingen 66.851.483 81.733.565
Voorraden 9.279.720 9.279.720
Overlopende activa 7.633.986 10.893.381
Liquide middelen 14.993 2.963.646
Totaal vlottende activa 83.780.182 104.870.312
totaal activa 387.258.941 412.896.847
PASSIVA
Vaste passiva
Algemene reserve 9.833.700 8.698.562
Tariefegalisatiereserves 3.797.239 4.187.017
Overige bestemmingsreserves 10.379.654 16.141.056
Resultaat 4.359.551 9.183.418
Totaal eigen vermogen 28.370.144 38.210.053
Voorzieningen 5.369.715 4.700.022
Langlopende schulden 309.701.676 308.567.226
Totaal vaste passiva 343.441.535 351.477.301
Vlottende passiva
netto vlottende schulden < 1 jaar 18.160.548 18.590.742
Overlopende passiva 25.656.858 42.828.804
Totaal vlottende passiva 43.817.406 61.419.546
Totaal passiva 387.258.941 412.896.847

Toelichting op de balans

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans

Waarderingsgrondslagen
De AV heeft op 6 oktober 2011 de nota waardering en afschrijving van activa 2011 vastgesteld. Deze vormt de basis voor de waarderingsgrondslagen en afschrijvingstermijnen voor vaste activa. Deze nota heeft als ingangsdatum 1 januari 2011 en is niet van toepassing op investeringen die voor 1 januari 2011 gestart of afgerond zijn met uitzondering voor de beide hoofdkantoren en de werkplaatsen/loodsen IJzendijke en Hulst. Voor deze uitzonderingen zijn nieuwe grondslagen (afschrijven, rekening houdend met een restwaarde) vastgesteld. 

De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de onderscheiden posten en onderdelen zijn als volgt:

De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met eventuele subsidies, bijdragen van derden en bijdragen uit voorzieningen. Daarnaast zijn de jaarlijkse afschrijvingen op basis van geschatte economische levensduur (bij materiële activa) in mindering gebracht. Afschrijving van de activa vindt plaats in het jaar volgend op het jaar van feitelijke ingebruikname of volgend op jaar als project voor minimaal 75% is afgerekend. Voor tractie geldt dat de afschrijving start op het moment van levering.  

Voor de soorten immateriële activa “bijdragen aan activa in eigendom van derden” en “overige immateriële activa” geldt in principe een afschrijvingstermijn van ten hoogste vijf jaar, tenzij voor deze soorten gemotiveerd een andere periode passender is. 

Voor afschrijvingen op nieuwe investeringen geldt dat deze ingaan in het eerste jaar na gereedkomen, met uitzondering op het materieel van beheer centrale tractie, waarop vanaf de maand na aanschaf wordt afgeschreven.

De waardering van de financiële activa vindt plaats tegen kostprijs dan wel duurzaam lagere waarde.

De waardering van voorraden vindt plaats tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde. 

De waardering van de vorderingen en liquide middelen vindt plaats tegen de verkrijgingsprijs. Voor vorderingen wordt voor eventuele oninbaarheid een voorziening gevormd. De waardering van de kortlopende schulden vindt plaats tegen de nominale waarde. 
De arbeidsgerelateerde voorzieningen per 31 december 2022 zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De voorziening ‘toegezegde bijdragen’ tegen de werkelijk toegezegde bijdrage. Zowel de voorziening debiteuren als de voorziening belastingdebiteuren zijn in mindering gebracht op de vorderingen.
De langlopende schulden (leningen o/g) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de aflossingen.

Ook voor de verantwoording in de rekening van baten en lasten (exploitatie) is de nominale waarde als grondslag gehanteerd. De baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot de ontvangsten en uitgaven in het desbetreffende boekjaar hebben geleid. De verliezen worden opgenomen zodra ze bekend zijn. Ten aanzien van de resultaatbepaling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- De jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van lasten en baten.

- De lasten en baten zijn toegerekend aan de periode waarin ze daadwerkelijk gemaakt zijn.

- Baten zijn opgenomen voor zover ze zijn gerealiseerd.

- Verliezen worden als last genomen op het moment dat ze voorzienbaar zijn.

Voor zover eigen personeel een directe bijdrage levert aan projecten (projectgroepsleden) worden de kosten daarvan geactiveerd. Hierdoor ontstaat een goed inzicht in de werkelijke kosten van een project.

Activa

Terug naar navigatie - Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa
Hierop zijn de bestedingen verantwoord in de projecten van onderzoek en ontwikkeling, bijdragen aan activa in eigendom van derden en overige immateriële vaste activa.

De specificatie van deze activa is als volgt:    

bedragen x € 1.000
Soort actief Boekwaarde 1-1-2022 in- / des investering Afschrijving Boekwaarde 31-12-2022
Onderzoek en ontwikkeling 489 0 170 319
Bijdragen aan activa in eigendom van:
- Bedrijven
- Openbare lichamen 6.762 0 323 6.439
- Het Rijk
- Overigen
Overige immateriële activa 404 0 266 138
Onderhanden immaterieel 481 84 120 445
Totaal immateriële activa 8.136 84 879 7.341

Voor de investeringen die vóór 2011 in exploitatie zijn genomen zijn de oude afschrijvingstermijnen gehanteerd. Voor de investeringen na 2011 vindt de afschrijving plaats op grond van de door de AV op 6 oktober 2011 vastgestelde nota waardering en afschrijving van activa 2011. Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen.

Onderzoek en ontwikkeling bestaat uit de volgende posten:

bedragen x € 1.000
Onderzoek en ontwikkeling Boekwaarde 1-1-2022 in-/des investering Afschrijving Boekwaarde 31-12-2022
Wateropgave algemeen 2017 34 34 0
Wateropgave algemeen 2018 22 11 11
Wateropgave algemeen 2019 211 70 141
Wateropgave algemeen 2020 194 49 145
Wateropgave algemeen 2021 28 6 22
Eigen plannen watersystemen 489 0 170 319

Verder wordt verwezen naar de betreffende paragrafen bij de toelichtingen op de programma’s, waarin nader wordt ingegaan op de investeringsprojecten en naar paragraaf 2.8 waarin een analyse op de investeringen is opgenomen.

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Materiële vaste activa

De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
Materiële activa boekwaarde mutaties boekwaarde in-/des subsidies verkoop waarde afschrijving boekwaarde
soort actief 31-12-21 2022 01-01-22 investering correcties 31-12-22
Gronden en tereinen 676 - 676 - - - 44 631
Vervoermiddelen 2.668 1.483 4.151 - - 2 692 3.456
Graafmachines - - - - - -
tractoren 649 - - - 77 573
pers. Auto's 3.277 - - 2 596 2.679
vrachtauto's 60 - - - - 60
Boten 106 - - - 12 94
Heftrucs 59 - - - 8 51
machines, app., werktuigen 1.203 842 2.045 - - 1.274 185 586
maaiwerktuigen 483 - - 3 142 338
kipwagens 55 - - - 6 49
wegschaven etc. 49 - - 3 13 32
houtversnipperaars 2 - - - - 2
aanhangwagens 6 - - - - 6
werkt. Gladheidsbestrijding 1.256 - - 1.268 - -12
overig 194 - - - 24 170
Bedrijfsgebouwen 27.243 873 28.116 - - - 859 27.256
woonruimten - - - - - - -
Grond-weg en wb-werken 179.695 22.587 202.282 - - - 9 16.050 186.223
Overige mat. Activa 598 - 598 - - - 213 385
totaal exploitatie 212.083 25.784 237.867 - - 1.277 9 18.044 218.538
Onderhanden werken
grond-weg en wb werken 69.843 -18.728 51.115 45.690 18.738 - 2.518 74.712
waterkeringen 6.457 17.338 15.891 - 52 7.851
watersysteem 13.897 11.991 1.986 - 837 1.187 21.878
zuiveringsbeheer 27.277 12.707 625 - 1.159 38.201
wegen 3.484 3.654 237 - 120 6.782
vervoermiddelen (ook peilboot) 4.167 -1.483 2.684 1.500 - - 164 4.019
machines, app., werktuigen 1.398 -842 556 276 - 356 83 393
overige mat vaste activa - - - - - - -
Bedrijfsgebouwen 4.802 -4.731 71 58 - - 4 125
totaal onderhanden 80.211 -25.784 54.426 47.524 18.738 356 837 2.769 79.250
totaal 292.294 - 292.294 47.524 18.738 1.633 846 20.813 297.787

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn voor de oude investeringen gelijk aan de termijnen die de voormalige waterschappen hanteerden. Voor investeringen die na de fusie zijn gedaan wordt uitgegaan van de termijnen die in de nota waardering en afschrijving van activa 2011 zijn vastgelegd. Duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat in aanmerking genomen.

In de correcties onderhanden werken grond- weg- en waterbouwkundige werken is een bedrag begrepen van € 834.000,- voor extra afschrijving gemaal Paal (Kruispolder). Dit in verband met opbarstrisico van de geplande watergang .  Daarnaast hebben nog correcties plaatsgevonden tot een bedrag van € 12.000,- voor Kleine vispassages (€ 3.500,-)  en Vismigratie Walcheren (€ 8.500,- werken in exploitatie). Deze correcties betreffen de extra-afschrijvingen van de geïnvesteerde bedragen tot en met 2022.

Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de eerder genoemde paragrafen, waarin nader wordt ingegaan op de investeringsprojecten.

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

Deze activa zijn gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs.

De specificatie van deze activa is als volgt:

bedragen x € 1.000
soort actief Boekwaarde 1-1-2022 mutatie Boekwaarde 31-12-2022
Kapitaalverstrekking aan bedrijven 3.049 -151 2.898
Leningen aan openbare lichamen
Overige uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van één jaar en langer
Totaal financiële activa 3.049 -151 2.898

Kapitaalverstrekking aan bedrijven
De kapitaalverstrekkingen betreffen de in ons bezit zijnde deelnemingen (aandelen) in de aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V., de aandelen en agio aandelen in SNB en verstrekte waarborgsommen. 
In 2022 heeft een agio terugstorting plaatsgevonden van € 143.408,- (besluit algemene vergadering aandeelhouders van 15-12-2021) en is een boekverlies geleden van € 7.592,-, stand per 31-12-2022 van de agioreserve is € 1.673.374,-.

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Vlottende activa

De vlottende activa bestaan uit de kortlopende vorderingen (debiteuren), voorraden, overlopende activa en liquide middelen.

bedragen x € 1.000
Kortlopende vorderingen 1-1-2022 31-12-2022
Uitzettingen bij 's Rijksschatkist 59.400 26.121
verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen 50.000
Vorderingen op belastingdebiteuren 3.735 3.289
Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen 1 5
Overige vorderingen 3.715 2.319
Totaal 66.851 81.734

Uitzettingen bij ‘s Rijksschatkist
Betreft de rekeningverhouding met het Rijk inzake het verplichte schatkistbankieren.

Vorderingen op belastingdebiteuren
De aanslagen 2022 zijn tijdig verstuurd en het invorderingstraject is tijdig opgestart. In de vordering is nog € 33.000,- begrepen voor aanslagen precariobelasting welke door het waterschap zelf opgelegd en geïnd worden (2021 € 512.000,-). De precario op kabels en leidingen is met ingang van 2022 vervallen. 
Van de precariobelasting staan eind februari 2022 nog vorderingen open voor een totaalbedrag van € 27.000,-.
De vordering voor de door Sabewa Zeeland opgelegde belastingaanslagen bedraagt € 4.580.000,-. Hiervan is € 1.766.000,- als dubieus opgenomen (voorziening belasting debiteuren). In 2022 zijn de openstaande vorderingen van de invorderingsopbrengsten door Sabewa aan de deelnemers overgedragen. Voor het waterschap betreft dit € 818.550,- aan vorderingen en het aandeel in de  voorziening oninbaar ad € 443.776,-. Per 31-12-2022 bedraagt deze debiteurenstand € 890.339,- en is de stand van deze voorziening per 31-12 € 446.553,-.   

Voorziening belastingdebiteuren
Aan de voorzieningen belastingdebiteuren heeft in het boekjaar een toevoeging plaatsgevonden van per saldo -€ 98.000,- (2021 € 358.000,- ) voor de opgelegde aanslagen. Ten laste van de voorziening werd € 175.000,- (2020 € 286.000,-) aan vorderingen oninbaar verklaard. Aan de voorziening invorderingsopbrengsten is in 2022 € 72.000,- toegevoegd. In onderstaande tabel zijn naast de belastingdebiteuren (incl. invorderingsdebiteuren)  bij Sabewa Zeeland van € 5,4 mln ook de openstaande posten bij het waterschap inzake de precariobelasting opgenomen tot een bedrag van € 33.000,-.

De specificatie per 31-12-2021 van de belastingdebiteuren is als volgt:

bedragen x € 1.000
jaar Eigenaren Gebruikers Bedrijven Overige Investerings opbrengsten Totaal
tm /2013 2 6 2 2 12
2014 23 35 8 1 67
2015 22 49 24 95
2016 26 70 32 128
2017 39 96 36 171
2018 44 129 49 222
2019 60 162 76 298
2020 101 252 135 488
2021 253 442 360 33 1.088
2022 671 1.141 232 890 2.934
sub-totaal vorderingen 1.241 2.382 954 36 890 5.503
voorzieningen -428 -957 -382 -447 -2.214
totaal 813 1.425 572 36 443 3.289

Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen
Betreft een bijdrage van de gemeente Veere ad € 5.263,-.

Overige vorderingen
De grootste posten in de overige vorderingen zijn de verrekening gladheidbestrijding  (€ 521.000,-), afrekening ATS gem. Terneuzen  (€ 821.000,-). Overige betreft meerdere kleinere posten tot een bedrag van € 576.000,-.
Van de kortlopende vorderingen (exclusief belastingdebiteuren Sabewa) was per balansdatum € 125.000,- direct opeisbaar en € 2.229.000,- niet direct opeisbaar. 
Van het saldo staan eind februari  (23-02-2022) nog vorderingen open voor een totaalbedrag van € 368.000,- (excl. belastingdebiteuren Sabewa). Hiervan heeft € 79.000,- betrekking op de retributie zoetwater Tholen en € 27.000,- op de precario. Het is op dit moment niet waarschijnlijk dat er vorderingen oninbaar zijn.

Terug naar navigatie - Voorraden

Voorraden

Op de balans wordt het saldo van de opgebouwde strategische grondvoorraad verantwoord onder de voorraden. In 2022 zijn geen gronden aan- en verkocht of overgeboekt naar de projecten. De (aanschaf)waarde van de in voorraad zijnde gronden bedraagt per 31 december 2022 € 9.280.000,- (31-12-2021 € 9.280.000,-).

Terug naar navigatie - Overlopende activa

Overlopende activa

bedragen x € 1.000
Overlopende activa 1-1-2022 af bij 31-12-2022
Nog te ontvangen uitkeringen van:
Europese Unie - -
Rijk 1.797 1.825 2.503 2.475
Provincie - 154 154
Overige openbare lichamen 595 795 842 642
Nog te ontvangen bedragen: overige 4.621 110.405 112.250 6.466
Vooruitbetaalde bedragen 620 533 1.069 1.156
Totaal 7.633 113.558 116.818 10.893

Nog te ontvangen uitkeringen
Het saldo betreft voornamelijk POP3-subsidies (De Poel) en HWBP-bijdrage verkenningsfase Hansweert.

Nog te ontvangen bedragen
In de overige te ontvangen bedragen zijn tevens begrepen de afrekening met Sabewa Zeeland met betrekking tot door te storten belastingontvangsten van € 3.403.000,- en door Sabewa nog op te leggen aanslagen over 2022 voor € 1.704.000,- en over voorgaande jaren voor € 279.000,-. Verder zijn hier nog te ontvangen bedragen opgenomen voor op te leggen retributies van € 279.000,-, nog te ontvangen rente € 261.000,-, terug te ontvangen energiekosten € 266.000,- en opgelegde boetes € 119.000,-.  

Vooruitbetaalde bedragen
Dit zijn kosten die betrekking hebben op 2023 of later (zoals voorschot T-tags, verzekeringen, huren en software licenties, studiekosten) en in 2022 zijn betaald.

Terug naar navigatie - Liquide middelen

Liquide middelen

bedragen x € 1.000
Liquide middelen 1-1-2022 31-12-2022
Kas 1 1
Bank 14 2.963
Totaal 15 2.964

De kas betreft het saldo van de kas in Middelburg. De bank betreft het saldo van de NWB- en ING-rekening.

Drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt € 2.741.232,- (Het drempelbedrag is gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal).

Het drempelbedrag is in het 4e kwartaal overschreden.

Het bedrag dat in het kader van dit drempelbedrag buiten ’s Rijks schatkist is gehouden:

bedragen x € 1.000
Schatkistbankieren 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 71 1.243 1.290 2.946

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

Eigen vermogen

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2021 Onttrekking resultaat 2021 Toevoeging resultaat 2021 Saldo 31-12-2021 na resultaat- bestemming Onttrekking 2022 Toevoeging 2022 Saldo 31-12-2022
Algemene reserves
watersysteembeheer 11.523 332 11.855 4.761 2.212 9.306
zuiveringsbeheer -1.690 113 -1.577 1.594 2.563 -608
Totaal algemene reserves 9.834 - 445 10.278 6.355 4.775 8.699

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2021 is € 331.958,- toegevoegd aan de algemene reserve watersysteembeheer en € 112.815,- aan de algemene reserve zuiveringsbeheer. 
De toevoeging aan de algemene reserves watersysteembeheer en zuiveringsbeheer zijn conform de begroting resp. de 1e, 3e en 4e begrotingswijziging.

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2021 Onttrekking resultaat 2021 Toevoeging resultaat 2021 Saldo 31-12-2021 na resultaat- bestemming Onttrekking 2022 Toevoeging 2022 Saldo 31-12-2022
Bestemmingsreserves
Tariefegalisatiereserves
Watersysteemheffing ingezetenen 243 185 429 135 291 585
Watersysteemheffing ongebouwd -103 102 -1 - 50 49
Watersysteemheffing gebouwd 2.545 634 3.179 240 - 2.939
Watersysteemheffing natuurterreinen 47 13 60 - - 60
zuiveringsheffing 1.065 1.173 2.238 2.563 879 554
Totaal tariefegalisatiereserves 3.797 - 2.108 5.905 2.938 1.220 4.187

Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat van 2021 is € 2.107.778,- aan de tariefegalisatiereserves toegevoegd. Verder is in 2022 € 1.220.000,- aan de tariefegalisatiereserves toegevoegd en € 2.938.000.000,- aan de tariefegalisatiereserve onttrokken. De onttrekking aan de tariefegalisatiereserve zuiveringsheffing ad € 2.563.000,- is toegevoegd aan de algemene reserve zuiveringsheffing. 

bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves Saldo 31-12-2021 Onttrekking resultaat 2021 Toevoeging resultaat 2021 Saldo 31-12-2021 na resultaat- bestemming Onttrekking 2022 Toevoeging 2022 Saldo 31-12-2022
Overige bestemmingsreserves
Kapitaallasten fietspaden Zeeuws-Vlaanderen 4.396 4.396 132 - 4.264
Kapitaallasten extra afslag A-58 Goes 474 474 23 - 451
Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal 167 167 - - 167
Peilbesluiten Veerse Meer, steigers 169 169 - - 169
Zandsuppletie Sophiastrand 417 417 - - 417
Groot onderhoud waterkeringen 165 165 - - 165
Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat 204 204 - - 204
Uitgestelde werken en diensten - 1.807 1.807 1.807 4.703 4.703
Cultuurhistorische duikers en sluizen 500 500 18 - 482
Erfemissies - - - - -
Zichtbaarheid 16 16 - - 16
Innovatie 55 55 - - 55
Veerse Meer (convenant) 29 29 59 95 65
Leader 250 250 5 - 245
Kader Richtlijn Water (KRW) 300 300 21 - 279
GGA Wegen 50 50 12 - 38
onderzoek industrieel afvalwater - effluent 90 90 28 - 62
informatieveiligheid 1.400 1.400 - - 1.400
Verstrekte subsidies - - - - -
Assetmanagement 1.698 1.698 41 - 1.657
muskusrattenbestrijding - - 30 1.333 1.303
prijsstijgingen (inflatie) 2022 - - 2.500 2.500 -
Totaal overige bestemmingsreserves 10.380 - 1.807 12.187 4.677 8.631 16.141

Afkoopsom overname provinciale wegen Zeeuws-Vlaanderen, kapitaallasten fietspaden
Deze reserve is gevormd om de toekomstige kapitaallasten van het fietspadenplan 2009-2013 Zeeuws-Vlaanderen te dekken. Bij de jaarrekening 2012 is daartoe uit de reserve afkoopsom overname provinciale wegen Zeeuws-Vlaanderen een bestemmingsreserve van € 5.500.000,- gevormd. De onttrekking betreft de kapitaallasten.

Kapitaallasten aansluiting A58 bij Goes
In de 2e wijziging van de programmabegroting 2014 is voor de toekomstige kapitaallasten voor de bijdrage van het waterschap in de aanleg van een extra aansluiting op de A58 bij Goes een bestemmingsreserve gevormd. Het hiermee gemoeide bedrag van € 583.000,- is onttrokken uit de bestemmingsreserve Afkoopsom overname provinciale wegen Zeeuws-Vlaanderen, algemeen. De aanleg van de aansluiting is in 2017 afgerond. Een eerste termijn van de bijdrage is betaald in 2016, een voorschot op de tweede termijn is eind 2017 overgemaakt. De afrekening van de bijdrage heeft in 2018 plaatsgevonden. Omdat de projectkosten lager uitvielen, daalde ook de waterschapsbijdrage. De jaarlijkse kapitaallasten worden onttrokken aan deze reserve.

Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal door Zuid-Beveland
Deze bestemmingsreserve betreft de verkregen afkoopsommen in verband met de overdracht van beheer, onderhoud en eigendom van de waterkeringen van het Kanaal door Zuid-Beveland met omliggende wegen, waterlopen en bijkomende werken op basis van overeenkomst ZLD-6171 / 31011336 (€ 966.196,-) en in verband met de overdracht van beheer, onderhoud en eigendom van de damaanzetten van de Oosterscheldekering met bijkomende werken op basis van overeenkomst ZLD-6541 / 31011335 (€ 251.919,-). Beide overeenkomsten zijn afgesloten tussen Rijkswaterstaat Zeeland en voormalig waterschap Zeeuwse Eilanden. In 2010 werd hieraan voor achterstallig onderhoud € 82.000,- en voor regulier onderhoud € 11.250,- onttrokken. 
Vanaf 2011 resteert dan nog voor achterstallig onderhoud € 167.284,- en voor regulier onderhoud (gewenningsbijdrage) € 757.967,-. De gewenningsbijdrage bedraagt jaarlijks € 42.000,-. Conform de Nota weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen is het restant (€ 715.967,-)  van de gewenningsbijdrage toegevoegd aan de algemene reserve watersysteembeheer. 
Het deel voor het achterstallig onderhoud wordt extra bij de programmabegroting of via een apart voorstel beschikbaar gesteld. Dit was in 2022 niet aan de orde. 

Peilbesluit Veerse Meer: steigers
Op 24 februari 2010 is de samenwerkingsovereenkomst met Rijkswaterstaat (RWS) ondertekend. Rijkswaterstaat financiert maatregelen die voortvloeien uit het peilbesluit Veerse Meer 2008 – 2012 waaronder de aanpassing van aanlegsteigers tot een bedrag van € 168.550,-. In 2022 is niet over (een gedeelte van) de reserve beschikt.

Zandsuppletie Sophiastrand
Van Rijkswaterstaat is op basis van een aanvullingsovereenkomst een bedrag van € 417.000,- ontvangen voor de uitvoering van een tweede zandsuppletie op het Sophiastrand Noord-Beveland. De eerste zandsuppletie is door en op kosten van het Rijk uitgevoerd. Voor de toekomstige uitvoering van de suppletie is van het in 2013 ontvangen bedrag een bestemmingsreserve gevormd.

Groot onderhoud waterkeringen
In 2014 is voor groot onderhoud aan de bekleding van waterkeringen een bestemmingsreserve gevormd. In 2022 is niet over (een gedeelte van) de reserve beschikt.

Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat
In 2014 is van een verkregen afkoopsom een reserve gevormd voor toekomstig onderhoud aan de overgenomen waterkeringen. In 2022 is niet over (een gedeelte van) de reserve beschikt. 

Uitgestelde werken en diensten
Deze reserve is tot en met 2021 gevormd bij de bestemming van het jaarrekening resultaat. Vanaf 2022 vind dit per jaar eind plaats. Voor 2022 is dit opgenomen in de 4e begrotingswijziging voor een totaal bedrag van € 4,7 miljoen. Dit betreft onderhoudswerken waarvan de uitvoering niet kon plaatsvinden in 2022.

Cultuurhistorische duikers en sluizen
In 2017 is een start gemaakt met de voorbereiding van het herstellen van cultuurhistorische duikers in Meliskerke en in Poortvliet. In 2018 is gewerkt aan Oosthavensluis, Sluis Kloosterzande/Biervliet en de Beaufortsluis. De werkzaamheden aan de Beaufortsluis zijn in 2019 afgerond, de subsidie is vastgesteld. Daarnaast is Cadzand afgerond. Door vertraging in de subsidievaststelling Beaufortsluis is het laatste werk (duiker Nieuw- en St. Joosland) in 2020 uitgevoerd. Bij de 2e begrotingswijziging 2021 is besloten € 500.000,- toe te voegen om het beleid inzake cultuurhistorische duikers te kunnen continueren. In 2022 is hieraan € 18.150,- onttrokken. 

Zichtbaarheid
Naar aanleiding van het communicatieplan 2015-2019 is de wens uitgesproken om via bebording bij goed zichtbare waterschapslocaties de zichtbaarheid van het waterschap in het Zeeuwse landschap te vergroten. Hiertoe is bij de bestemming van het resultaat 2015 een bestemmingsreserve gevormd van € 60.000,-. In 2016 is € 20.000,- aan deze reserve onttrokken, in 2017 is € 24.000,- uitgegeven. In 2022 is niet over (een gedeelte van) de bestemmingsreserve beschikt.

Innovatie
In 2015 is voor de uitvoering van innovatie een bestemmingsreserve gevormd van € 370.000,-. In 2016 is € 124.000,- uit de reserve onttrokken, in 2017 is er € 66.000,- uitgegeven aan innovatie, in 2018 € 71.000,- in 2019 € 24.000,-,  in 2020 € 21.000,-.  plaatsgevonden. In 2021 is vervolgens € 10.391,- aan deze reserve onttrokken. In 2022 heeft geen onttrekking plaatsgevonden. Voor verdere informatie over innovatie wordt verwezen naar de toelichting bij het programma Bestuur en Organisatie.

Veerse Meer (convenant)
Reserve is gevormd vanuit de voormalige algemene reserve Veerse Meer. Hieraan worden de batige saldi vanuit het samenwerkingsconvenant toegevoegd en de nadelige saldi onttrokken. 


Kaderrichtlijn Water
2e begrotingswijzing 2021. Gevormd voor de periode 2022-2023. Betreft een bedrag per jaar voor externe kosten van € 150.000,-. In 2022 is hieraan € 21.000,- onttrokken.
  
Leader
In 2014 is waterschap Scheldestromen betrokken geweest bij de totstandkoming van de Lokale Ontwikkel Strategieën (LOS) voor Midden Noord Zeeland en Zeeuws Vlaanderen voor het
LEADER programma. LEADER is een onderdeel vanuit het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3). Het programma biedt kansen voor het financieren van initiatieven in Midden Noord
Zeeland op het gebied van: Levende landbouw, Samenwerking in de vrijetijdseconomie en Burgerinitiatief. Door het leveren van een bijdrage aan de cofinanciering van het LEADER programma wordt voldaan aan de inspanningsverplichting die is aangegaan in 2015. Doordat de verstrekking van cofinanciering enkel plaats vindt als een initiatief bijdraagt aan één of meerdere doelen van het waterschap, is er rechtstreeks profijt van deze inzet. Tevens kan er door middel van deze inzet invulling worden gegeven aan één van de prestaties welke is geformuleerd onder het thema klimaatadaptatie; ‘We ontwikkelen stimuleringsbeleid om kleine betaalbare
initiatieven breder bij bewoners en bedrijven onder de aandacht te brengen. In de 1e begrotingswijziging 2021 is er een bestemmingsreserve van € 250.000,- gevormd voor de cofinanciering hiervan. 
In 2021 is er vanuit de bestemmingsreserve ‘te verstrekken subsidies Leader’ € 125.000,- beschikbaar gesteld voor de cofinanciering. In 2022 zijn toegewezen subsidie aanvragen tot een bedrag van € 5.000,-  waarvoor een onttrekking uit de bestemmingsreserve plaatsvindt. 

GGA Wegen
2e begrotingswijzing 2021. Gebiedsgerichte aanpak wegen, € 25.000,- per jaar voor de periode 2022-2023. In 2022 € 12.000,- aan deze reserve onttrokken.

Onderzoek industrieel afvalwater effluent
2e begrotingswijzing 2021. Gevormd voor de periode 2022-2027 ad € 15.000,- per jaar. Voor 2022 € 28.000,- aan onttrokken.

Informatieveiligheid
2e begrotingswijzing 2021. Voor de implementatie van het beleid informatievoorziening en informatieveiligheid is een bedrag aan eenmalige kosten benodigd van € 1,4 miljoen. Besteding zal in 2022 en 2023 plaatsvinden. In 2022 heeft er geen onttrekking plaatsgevonden.

Verstrekte subsidies
Betreft de in 2020 toegezegde bijdrage aan de aanpak erfemissies in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Bij de bestemming van het batig slot 2020 is deze reserve gevormd. De besteding heeft in 2021 plaatsgevonden. In 2022 geen verdere toezegging opgenomen.

Assetmanagement
In de Strategienota 2015-2019 is opgenomen dat assetmanagement voor zuiveringstechnische werken wordt doorontwikkeld tot op certificeerbaar niveau (ISO55000) in 2020. De andere programma’s maken een start met de implementatie hiervan. Om hier invulling aan te geven is in 2016 een GAP-analyse gemaakt voor de hele organisatie, waarin duidelijk wordt op welke onderdelen het waterschap moet ontwikkelen bij het implementeren van assetmanagement. 
Vanuit het resultaat 2016 is een bestemmingsreserve gevormd van € 375.000,-. In 2017 is € 4.000,- aan deze reserve onttrokken en in 2018 € 29.000,-. In 2019 is er € 53.000,- en in 2020 € 36.000,- uitgegeven. Per 1 januari 2020 zijn er 4 assetmanagementadviseurs aangesteld waardoor het assetmanagement daadwerkelijk vormgegeven kan worden. In de 2e begrotingswijziging is € 1.460.000,- toegevoegd aan deze reserve. Dit is voor de periode 2022-2024 en bestemd voor  € 75.000,- externe kosten en 3 formatieplaatsen (incl. overhead) voor deze periode. In 2022 is € 41.000,- aan deze reserve onttrokken.   

Muskusrattenbestrijding
Om de gewenste landelijke doelstellingen in 2033 te behalen en voor de solidariteitsbijdrage in aanmerking te komen, zal er fors meer capaciteit voor de bestrijding ingezet moeten worden. Concreet moeten we in Zeeland de vangsten muskusrat van +/- 5.000 vangsten in 2021 terugbrengen naar <14 vangsten in 2033. Hiervoor is uitbreiding van de huidige formatie met 5 formatieplaatsen nodig. De uitbreiding van capaciteit is tijdelijk en kan met natuurlijk verloop opgevangen worden. De huidige formatie van 15 fte muskusrattenbestrijder gaat naar 20 fte en zal na het behalen van het succes in 2033 nog uit 12 fte bestaan. Voorzien is dan dat met een onderhoudsniveau en grensbewaking de muskusrat in Zeeland onder controle gehouden kan worden (<14 vangsten). Met de geraamde extra kosten ad € 1,3 miljoen heeft de algemene vergadering op 2 juni 2022 ingestemd en besloten deze kosten te dekken vanuit de algemene reserve watersysteembeheer via een te vormen bestemmingsreserve (1e begrotingswijziging 2022). In 2022 is aan deze reserve € 30.000,- onttrokken.

Prijsstijging(inflatie) 2022   
In de bestuursmonitor mei 2022 is stilgestaan bij de prijsstijgingen en marktontwikkelingen als gevolg van de oorlog in Oekraine en de Covid-maatregelen. In 2e begrotingswijziging is hiervoor € 2,5 miljoen gereserveerd en in de 3e begrotingswijziging is dit bedrag onttrokken en verdeeld over de programma’s. 

Terug naar navigatie - Vreemd vermogen

Vreemd vermogen

Voorzieningen

bedragen x € 1.000
Voorzieningen Saldo 1-1-2022 Interne verminderingen Externe verminderingen Interne vermeerderingen Externe vermeerderingen Saldo 31-12-2022
Arbeidsgerelateerd
Voormalig personeel 176 27 1 150
Ingegane pensioenen personeel 212 14 21 177
Pensioenen bestuurders 4.489 430 222 3.837
Wachtgelden bestuur 13 1 12 -
PBB-vitaliteit 480 278 334 536
Totaal 5.370 723 282 335 - 4.700

Voorzieningen voormalig personeel
De werkelijke uitkeringen en het risico daarop in verband met tijdelijk aangesteld personeel zijn in deze voorziening opgenomen. 
In 2022 zijn de uitkeringen ten laste van deze voorziening gebracht. 

Voorziening ingegane pensioenen personeel
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van voormalig personeel waarvan de diensttijd in het verleden niet in aanmerking kwam voor (ABP-)pensioen. Dit betreft die oud-personeelsleden welke in het verleden alleen (veelal) in de zomermaanden werkzaam waren voor de diverse polderbesturen of waterschappen. 
De provincie heeft voor deze categorie oud-personeelsleden een regeling vastgesteld, waardoor deze ook recht kregen op een ouderdoms- of nabestaandenpensioen. Aan uitkering is dit jaar € 21.000,- betaald. Een berekening van de benodigde omvang van de voorziening resulteerde in een verlaging met € 14.000,-. 

Voorziening pensioenen bestuurders
Deze voorziening is gevormd voor de pensioenrechten van huidige en voormalige bestuurders. De uitkeringen en eventuele overdracht komen ten laste van deze voorziening. In 2022 is ten laste van deze voorziening € 222.000,- uitgekeerd. Het berekenen van de benodigde hoogte van de voorziening resulteerde in een verlaging met € 430.000,-.  Voor de toevoegingen moet uitgegaan worden van de uitgangspunten in de circulaire ‘aanpassingen pensioenen en inhoudingen APPA’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze circulaire geeft informatie betreffende de periode van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023. De rekenrente voor toekomstige pensioenen is dit jaar 2,472% (2021 0,528%). Voor de reeds ingegane pensioenen zijn de grondslagen voor de wettelijke tarieven gebruikt met een rekenrente van 3,061% (was 0,162%). De benodigde omvang wordt grotendeels berekend door een gespecialiseerd extern bureau.

Voorziening wachtgelden bestuur
Deze voorziening is gevormd voor de wachtgeldrechten van huidige en voormalige bestuurders. Aan wachtgeld is in 2022 € 12.000,- uitgekeerd. Een berekening van de benodigde omvang van de voorziening resulteerde in een verlaging van € 1.000,-. 

Voorziening PBB-vitaliteit
Vanaf 2021 is in de CAO opgenomen dat iedere medewerker voor € 6.000,- (deeltijders naar rato) aan uren kan inzetten voor vitaliteit. De aanvraag kan t/m 2025 worden ingediend.
Op basis van de aanvragen en verwachte aanvragen is de totale opname vanaf 2022 geschat op € 1,6 miljoen. Dit bedrag is voor 45% gebaseerd op ontvangen aanvragen voor vitaliteitsverlof van 142 personeelsleden. Het overige betreft een inschatting van de nog te verwachten aanvragen waarbij voor 58+ personeel gerekend is met 90-95% en voor 58- personeel met 25% van € 6.000,- per medewerker.
In 2021 is een bedrag van € 480.000,- aan deze voorziening worden toegevoegd. In 2022 is € 334.000,- toegevoegd en € 278.000,- onttrokken (ingezette uren).

Terug naar navigatie - Langlopende schulden

Langlopende schulden

bedragen x € 1.000
Schulden > 1 jaar 1-1-2022 31-12-2022
a. Obligatie leningen van:
1. andere openbare lichamen
2. overigen
b. Onderhandse leningen van:
1. Openbare lichamen 20.000 20.000
2. Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
3. binnenlandse banken en overige financiële instellingen 289.702 288.567
4. Binnenlandse bedrijven
5. Overige binnenlandse sectoren
6. Buitenlndse inst., fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
c. Door derden belegde gelden
d. Derivaten op vaste schulden
e. Langlopende financiële lease verplichtingen
f. waarborgsommen
Totaal 309.702 308.567

In 2022 werd voor een totaal bedrag van € 1.134.000,- afgelost. De aflossingen betreffen een tweetal jaarlijkse aflossingen.

Het gemiddelde rentepercentage van de ten laste van het boekjaar komende rente is 1,65%.
In de meerjarige vermogensbehoefte 2021 – 2024 is in 2021 voorzien door het afsluiten van vaste geldleningen tot een totaal bedrag van € 70 miljoen. Dit in verband met de verwachte oplopende rente voor de jaren 2022-2024.

In 2022 is € 5,1 miljoen als rentelast voor vaste geldleningen in de exploitatie verantwoord. 
De leningenportefeuille bestaat op 31 december 2022 uit 15 leningen. 
In 1999 zijn bij de Waterschapsbank 4 lineaire roll-over leningen afgesloten, storting in 2000-2003, met een looptijd van 20 jaar. De rente van deze leningen is gebaseerd op 6-maands euribor. Hiervan zijn er per 31-12 inmiddels 3 volledig afgelost. Het restantbedrag van de resterende lening bedraagt op 31 december 2022 € 0,6 miljoen.
Om het risico van een te hoge korte rente af te dekken is destijds een cap gekocht op 5%. 
De koopsom van de cap (€ 3,6 miljoen) is destijds niet direct betaald maar wordt verrekend met een opslag op de te betalen rente. Per balansdatum is de contante waarde ( nog 1 openstaande leningen)  van de in de toekomst te betalen opslagen € 0,-.
De premies worden gedurende de restant looptijd van de lening met de rente betaald waarbij bij de laatste aflossing er geen verplichtingen meer bestaan en de rentecap ook is afgewikkeld. Hierbij wordt kostprijshedge-accounting gehanteerd. De laatste fixing van deze lening heeft op 1 oktober 2022 plaatsgevonden en op 1 april 2023 is deze lening volledig afgelost.

Terug naar navigatie - Kortlopende schulden en overlopende passiva

Kortlopende schulden en overlopende passiva

bedragen x € 1.000
Netto vlottende schulden < 1 jaar 1-1-2022 31-12-2022
a. Overige kasgeldleningen
b. derivaten op kortlopende geldleningen
c. negatieve bank saldi 9.078 -
d. Schulden aan leveranciers 6.277 15.190
e. Schulden i.v.m. te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies 2.799 3.354
f. overige 7 47
Totaal 18.161 18.591

De toename van de kortlopende schuld is € 430.000,-. Tegenover de afname van de rekening-courant schuld staat een toename van de schulden aan leveranciers en schulden in verband met belastingen en pensioenpremies. 

bedragen x € 1.000
Overlopende passiva 1-1-2022 af bij 31-12-2022
a. Voorschotten van:
Europese Unie -
Rijk 12.801 16.256 29.994 26.539
Provincie 330 461 131 -
Overige openbare lichamen 422 422 -
b. Vooruitontvangen bedragen 346 373 133 106
c. Nog te betalen: overige 11.758 17.445 21.871 16.184
Totaal 25.657 34.957 52.129 42.829

a. De voorschotten per 31 december 2022 betreffen subsidies van Rijkswaterstaat in werken  in het kader van het Hoogwater Beschermingsprogramma (Hansweert ad € 12,9 miljoen en St. Annaland € 0,7 miljoen), subsidie restbijdrage vooroeverbestortingen (10,5 miljoen) ministerie van Infrastructuur verkeersveiligheidssubsidie (€ 2,0 miljoen) en overige (€ 0,5 miljoen) waaronder van de RVO voorschot SDE subsidies .
b. De vooruit ontvangen bedragen zijn diverse posten ontvangen in 2022 waarvan de opbrengst betrekking heeft op 2023 (o.a huren kantoor en huren/ en andere rechten van eigendommen).
c. De grootste posten in de nog te betalen kosten betreffen de rente over langlopende geldleningen (€ 3.229.000,-), werken/diensten waarvoor nog geen factuur ontvangen is (€ 8.309.000,-) en verstrekte subsidies (€ 173.000,-) voor o.a. POP3 Waterhouderij Walcheren en fysieke investeringen water agrarische ondernemingen Zeeland 2019 en terug te betalen subsidies Covid ad € 403.000,-. Daarnaast zijn hier de rechten van personeel bestaande uit vakantiegeld en eindejaarsuitkering/IKB (€ 88.000,-) en vakantierechten (€ 3.982.000,-) verantwoord.

3.8 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Van de meerjarige inkoopcontracten zijn de contractverplichtingen boven de Europese drempelwaarde in onderstaande overzicht opgenomen. Voor deze contractwaarden zijn de Europese aanbestedingsregels van toepassing. Het betreft de verplichting voor de contracten die doorlopen na 2022, hiervan is het volledige bedrag waarover het contract is afgesloten opgenomen. In de contractwaarde zijn de vaste kosten (verplichting) opgenomen, voor de raamcontracten is de waarde niet meegenomen omdat dit afhankelijk is van de afname. Bij de inkooppakketten flexibele arbeid, advies & onderzoek en transport is om voornoemde reden dan ook geen waarde opgenomen in onderstaande tabel. 

bedragen x € 1.000
Hoofdcategorie inkooppakket Totaal (excl BTW)
(excl. BTW)
Facilitair 7.017
Automatisering en telecommunicatie 1.929
Flexibele arbeid 0
Advies en onderzoek 0
Transport 0
Gebouwen en gebouw gerelateerde installaties 388
Niet gebouw gerelateerde installaties en openbare ruimten 8.718
Totale contractwaarde (volledige looptijd) 18.052

Gronden die deel uitmaken van inlagen of direct gelegen zijn achter de zeeweringen en overige gronden die niet nodig zijn voor de taakuitoefening, zijn in de balans niet gewaardeerd.

Het waterschap staat garant voor geldleningen (rekening-courant van de Unie van Waterschappen maximaal € 2.000.000,- en ten behoeve van kantoor oorspronkelijk € 6.013.268,13) tot het bedrag van het procentuele contributie aandeel (AV 23 maart 2017). Voor de Slibverwerking Noord-Brabant staat het waterschap garant voor geldleningen tot maximaal € 55.000.000,- naar rato van het aandelenbezit (7,97% maximaal € 4.383.500,-). In 2020 en 2022 is hiervan € 33.000.000,- afgesloten. 

bedragen x € 1.000
Garantstelling AV-besluit ingangsdatum einddatum oorspr. Bedrag percentage restant 1-1 restant 31-12
Geldlening NWB/Unie van Waterschappen 23-3-2017 2-5-2017 2-5-2042 € 6.013.268 2,75% € 5.051.145 € 4.810.614
Rekeningcourant NWB/Unie van Waterschappen 23-3-2017 2-5-2017 n.v.t € 2.000.000 max.
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 21-12-2020 21-12-2026 € 27.000.000 0,00% € 22.500.000 € 18.000.000
Geldlening NWB/Slibverwerking Noord-Brabant 25-6-2020 15-4-2022 15-4-2030 € 6.000.000 1,39% € 5.562.500

Verplichtingen (gesloten overeenkomsten) ten aanzien van grond aan- en verkopen waarvan de akte passeert in 2023 (of later) blijken niet uit de balans. Het betreft een te ontvangen bedrag van € 41.200,-. 

Momenteel zijn er een 12-tal schadeclaims bij het waterschap of onze verzekeraar in behandeling, bedragen variëren van € 150,- tot €  40.000,- c.q. de omvang van de schade moet nog vastgesteld worden. Grotendeels vallen deze claims onder de verzekeringen van het waterschap.
Door uit het samenwerkingsverband RUD te stappen per 1 januari 2024 zal het waterschap een extra bijdrage moeten betalen (schaalnadeel). De hoogte daarvan moet nog worden vastgesteld.

3.9 Gebeurtenissen na balansdatum

Terug naar navigatie - Gebeurtenissen na balansdatum

De oorlog in Oekraïne heeft in 2022 een impact gehad op de prijzen en te leveren materialen. Het verdere verloop is onzeker kan van invloed zijn op de uitgaven in 2023. Het risico van de prijsstijgingen is opgenomen in de risicoparagraaf.

3.10 Single Information Single Audit verklaring

3.11 Controleverklaring van de onafhankelijk accountant