2. Jaarverslag

2.1 Programma's

Terug naar navigatie - Programma / Resultaat

De totale kosten zijn verdeeld over 6 programma's. In onderstaand overzicht zijn de netto kosten per programma, de inzet van de reserves en het bruto- en netto resultaat weergegeven

Bedragen x € 1.000,-
Programma / Resultaat Rekening 2021 Begroting 2022 incl begr.wijz Rekening 2022
Waterkeringen 10.707 11.488 10.889
Watersystemen 31.000 33.407 31.649
Wegen 6.076 2.129 1.387
Afvalwaterketen 27.070 28.659 27.510
Bestuur en Organisatie 28.723 33.973 30.619
Belastingen-en algemene opbrengsten -105.570 -108.876 -111.893
Voordeel Nadeel Voordeel
Saldo netto kosten -1.994 780 -9.839
Inzet reserves 2.366 780 656
Voordeel Nadeel
Bruto Resultaat -4.360 0 -9.183
Vorming van Bestemmingsreserve
-uitgestelde leveringen en diensten 1.807 - 731
Voordeel Voordeel
netto resultaat toevoegen aan algemene- en egalisatiereserves -2.553 0 -8.452

Programma's

Terug naar navigatie - Programma's

Per programma wordt in paragraaf 2.2 tot en met 2.9 een toelichting gegeven op de prestaties, de externe kosten en opbrengsten, de personeelskosten, de kapitaallasten (rente en afschrijving) en de financieel afgeronde investeringen.

2.2 Programma Waterkeringen

Overzicht prestaties programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties programma Waterkeringen

Wij zorgen voor sterke dijken en duinen. Als beheerder van de meeste Zeeuwse waterkeringen, is veiligheid prioriteit nummer 1. We houden rekening met zeespiegelstijging op basis van reële klimaatscenario’s zodat veilig wonen in Zeeland haalbaar en betaalbaar blijft. (Bron: Strategienota 2019-2023)

Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
425 km primaire waterkeringen, inclusief kunstwerken, is beoordeeld o.b.v. de wettelijke veiligheids-normering (%) 100% 100%
De organisatie voldoet aan de inrichtingseisen van de Zorgplicht op de primaire waterkeringen (%) 100% 92%
De organisatie voldoet aan de uitvoeringseisen van de Zorgplicht op de primaire waterkeringen (%) 100% 85%
560 km regionale waterkeringen, inclusief kunstwerken, is beoordeeld o.b.v. de nieuwe provinciale veiligheidsnormering (%) * ** **
* Prestatie-indicator gebaseerd op aanpassing in Evaluatie en actualisatie Strategienota 2019-2023 ** De norm wordt pas in 2023 vastgesteld

Waterveiligheid - Primaire keringen op orde brengen

Terug naar navigatie - Waterveiligheid - Primaire keringen op orde brengen

- 425 km primaire waterkeringen, inclusief kunstwerken, is beoordeeld o.b.v. de wettelijke veiligheidsnormering (%)

In juli 2022 zijn de beoordelingsrapportages van de 25 normtrajecten van de primaire waterkeringen (totaal 425 km) inclusief de kunstwerken ingediend bij de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Om dit mogelijk te maken is gewerkt met een daartoe ingericht beoordelingsteam bestaande uit waterschapsmedewerkers in combinatie met medewerkers van diverse ingenieursbureaus. Tussentijds is intern en extern gerapporteerd over de kwantitatieve en kwalitatieve voortgang van dit meerjarige project. Eind 2022 zijn alle primaire waterkeringen voorzien van een veiligheidsoordeel op basis van de in 2017 vastgestelde wettelijke veiligheidsnorm. Hiermee is de doelstelling gehaald. In totaal is 114 km waterkering afgekeurd. Verder zijn 6 kunstwerken afgekeurd. 

Waterveiligheid- Primaire keringen in stand houden

Terug naar navigatie - Waterveiligheid- Primaire keringen in stand houden

-De organisatie voldoet aan de inrichtingseisen van de Zorgplicht op de primaire waterkeringen 

-De organisatie voldoet aan de uitvoeringseisen van de Zorgplicht op de primaire waterkeringen

Het nieuwe waterveiligheidsbeleid dat in 2017 van kracht is geworden en het gewijzigde toezicht namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat door Inspectie Leefomgeving en Transport op de primaire waterkeringen is aanleiding voor het implementeren van het wettelijk kader zorgplicht. Doelstelling uit de Strategienota 2019-2023 is dat het waterschap eind 2021 werkt conform het wettelijk kader zorgplicht, passend bij de eigen organisatieontwikkeling en de landelijke richtlijnen. Jaarlijks wordt over de inrichting en uitvoering van de zorgplichtactiviteiten gerapporteerd in een Waterveiligheidsrapportage.

8 van de 12 zorgplichtactiviteiten van de inrichting voldoen nog niet geheel aan de beoogde voortgang in de strategienota. De zorgplichtactiviteiten calamiteitenzorg en toezicht en handhaving scoren matig. Het aantal aanvragen van de vergunningen voor waterkeringen ligt in Zeeland hoog. Dit betekent een behoorlijke werkdruk op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook op het gebied van crisisbeheersing is een toename van werk te zien. De droogte, de coronacrisis en de dreiging van cyberaanvallen hebben een behoorlijke impact op de benodigde bezetting van het crisisteam. Veel verbeterpunten zijn opgepakt. De laatste verbeterpunten komen moeilijk tot uitvoering, doordat openstaande vacatures niet tijdig ingevuld konden worden. Verschillende acties zijn in gang gezet, de resultaten hiervan en daarmee de veranderingen in de percentages zullen op zijn vroegst begin 2023 zichtbaar zijn. Hiermee zijn de doelen uit de Strategienota 2019-2023 voor kalenderjaar 2022 niet behaald. 

Waterveiligheid-Regionale waterkeringen en noodvoorzieningen op orde brengen/houden

Terug naar navigatie - Waterveiligheid-Regionale waterkeringen en noodvoorzieningen op orde brengen/houden

-560 km regionale waterkeringen, inclusief kunstwerken, wordt beoordeeld o.b.v. de nieuwe provinciale veiligheidsnormering (%).

Voor de regionale waterkeringen vindt de herziening van de ligging van het stelsel van regionale waterkeringen en de normstelling door de provincie plaats. De normering van de natte regionale waterkeringen is in 2018 afgerond. In 2021 is gestart met de herziening van de normering en ligging van het stelsel van de droge regionale waterkeringen om zodoende bestuurlijke besluitvorming daarover af te ronden. Betreffende besluitvorming is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet die in 2024 wordt verwacht. In het verlengde hiervan wordt ook de legger Waterkeringen aangepast.

Afspraak met de provincie is dat de toetsing van de regionale waterkeringen pas van start gaat na vaststelling van de provinciale verordening. De provinciale verordening (incl. stelsel regionale waterkeringen) zal naar verwachting inwerking treden met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Omgeving- Veerse Meer en recreatief medegebruik

Terug naar navigatie - Omgeving- Veerse Meer en recreatief medegebruik

Waterkeringen zijn beeldbepalend in het Zeeuwse landschap. Zij bieden kansen voor recreatie, natuur en economie. Dit mag niet ten koste gaan van waterveiligheid (primair belang). 

-Veerse Meer
In 2023 zal een nieuw convenant Veerse Meer worden opgesteld en zullen nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met watersportverenigingen, recreatiebedrijven en commerciële jachthavens worden afgesloten. Het waterschap draagt bij in de exploitatie van het Veerse Meer.

-Voorzieningen recreatief medegebruik
Een deel van de voorzieningen voor recreatief medegebruik heeft het waterschap zelf in beheer zoals bijvoorbeeld opengestelde onderhoudswegen. Het beheer en onderhoud van deze voorzieningen zullen we sober maar doelmatig invullen. Gezien de ontwikkelingen die de laatste jaren met name aan de kust hebben plaatsgevonden, voeren we met de gemeenten overleg om te komen tot herziening en actualisatie van de afspraken over het beheer en onderhoud ten behoeve van het recreatief medegebruik en/of de aanwezige recreatieve voorzieningen. Het overleg zal in 2023 worden voortgezet. Daarbij gaat het om het gewenste kwaliteitsniveau en de bijbehorende financieringsafspraken.

Omgeving- Eigen plannen

Terug naar navigatie - Omgeving- Eigen plannen

Met het oog op de toekomstige uitvoering van de HWBP-projecten vindt ook de doorontwikkeling plaats van de Projectorganisatie Waterveiligheid. Eind 2021 is besloten om de vigerende samenwerkingsovereenkomst (SOK) aan te passen. In 2022 is gewerkt aan het opstellen van een nieuwe SOK. Deze aanpassing zal naar verwachting in 2023 worden afgerond.

Net als in 2021 zijn in 2022 de nodige onderzoeken uitgevoerd die nodig zijn voor de voorbereiding van de uit te voeren versterkingswerken in het kader van het HWBP.
Naast het uit te voeren reguliere onderhoud vindt er ook groot onderhoud plaats. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van eigen en door derden uitgevoerde jaarlijkse inspecties. In 2020 is gestart met het ontwikkelen van de werkwijze van risico gestuurd inspecteren en onderhoud en dit heeft in 2021 een vervolg gekregen. Dit is in 2022 verder geoptimaliseerd.

Omgeving- Plannen van en met derden voor waterkeringen

Terug naar navigatie - Omgeving- Plannen van en met derden voor waterkeringen

Op diverse plaatsen in Zeeland was sprake van gebiedsontwikkeling, dan wel initiatieven van derden, die een relatie hebben met de waterkeringen. Met initiatiefnemers heeft het nodige overleg plaatsgevonden en zijn plannen beoordeeld. Te noemen zijn o.a. Zeeuwse en Vlaamse Kustvisie, uitwerking van de Visie Veerse Meer, gebiedsontwikkeling Hedwige, het opstellen van een landelijke waterveiligheidsvisie, uitgangspunten voor de waterveiligheidsfilosofie van Scheldestromen en het nader uitwerken van de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta. Ook het beoordelen van vergunningsaanvragen viel hieronder. De randvoorwaarden zoals vastgelegd in de Strategienota zijn het kader voor onze opstelling in de genoemde planvorming en beoordeling van c.q. medewerking aan initiatieven.

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, incl. begr.wijzigingen Rekening 2022
Externe kosten 7.059 7303 7136,47068000002
Externe opbrengsten -546 -493 -773
Personeelskosten 3.772 4.197 3.989
Rente en afschrijving 422 481 537
Netto kosten programma waterkeringen 10707 11.488 0

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

De externe kosten bij het programma Waterkeringen omvatten onder andere het beheer en onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen. Naast de solidariteitsbijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) valt hier ook het onderhoud van duinen, dijken, strandhoofden, strekdammen en kunstwerken onder. Een ander deel van de externe kosten omvat onderzoekskosten die nodig zijn voor de veiligheidsbeoordeling van de primaire waterkeringen en onderzoeken/advisering gerelateerd aan beleidsontwikkeling, zorgplicht en crisisbeheersing.

De totale externe kosten vallen in 2022 een fractie (2%) lager uit dan begroot. Hieronder een toelichting op de belangrijkste oorzaken van de lagere besteding.

De solidariteitsbijdrage voor het HWBP valt iets hoger uit dan begroot, de oorzaak hiervan is dat zoals in eerdere jaren de 10% eigen project-bijdrage landelijk lager uitvalt waardoor het solidariteitsaandeel voor alle waterschappen stijgt. De kosten voor externe onderzoeken en advisering in het kader van beleidsontwikkeling zijn hoger dan geraamd. Er is onder andere extern onderzoek verricht naar verkitting (aan elkaar kleven van gronddeeltjes) in de thermisch gereinigde grond die bij Perkpolder is aangebracht. De onderzoeken voor de wettelijke beoordeling van primaire waterkeringen laten lagere kosten zien. Ook de kosten gerelateerd aan de crisisorganisatie vallen lager uit. Er zijn trainingen verzorgd voor de informatiecoördinatoren en er is een nieuw OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen) traject en jaarplan opgesteld.

Als gevolg van project Zwakke Schakels Vlissingen is een verzoek voor nadeelcompensatie ingediend voor problemen met overwaaiend zand op tennisbanen. Er is overeenstemming bereikt over het schadebedrag en de schadevergoeding is ten laste van 2022 verantwoord.

De kosten voor het reguliere onderhoud aan waterkeringen en kunstwerken zijn lager dan begroot. Het geplande beheer en onderhoud is grotendeels uitgevoerd zoals voorzien. Maaiwerk is minder nodig geweest in alle gebieden door het relatief droge jaar 2022. Gemiddeld zijn er 2 maairondes minder nodig geweest dan geraamd. De vervanging van paalhoofden (slechte of verdwenen palen) heeft niet kunnen plaatsvinden aan de Walcherse kust. Met name doordat het gebied niet gesprongen explosieven kan bevatten is nader onderzoek nodig. Dat was niet realiseerbaar in 2022 door onvoldoende interne capaciteit. 

De exploitatie Veerse Meer laat op totaal niveau een klein voordeel zien. Wat betreft de kosten zien we over 2022 een grotere afvalproductie waardoor hiervoor meer financiële middelen nodig waren. Deze hogere kosten voor afval zijn gecompenseerd binnen de begroting Veerse Meer door het bijstellen van de onderhoudsplanning. Algeheel zien we afgelopen jaren een toename van de afvalkosten en op langere termijn blijvend compenseren vanuit het geplande onderhoud zal leiden tot achteruitgang van de objecten en een grotere vervangingsopgave doordat te laat onderhoud wordt uitgevoerd. 

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten die in de begroting zijn opgenomen bestaan voornamelijk uit bijdragen van derden en vergoedingen voor werkzaamheden aan derden. In de begroting zijn deze opbrengsten voor het grootste deel gerelateerd aan het Veerse Meer en de Projectorganisatie Waterveiligheid. De totale externe opbrengsten zijn veel hoger dan begroot (57%). Deze hogere opbrengsten bestaan grotendeels uit niet begrote incidentele opbrengsten zoals een schadevergoeding voor schade aan paalhoofden nabij ’t Killetje bij Breskens uit 2021 (€ 44.000,-) en diverse uitgevoerde diensten voor derden (€ 59.000,-). 

In 2022 heeft de subsidievaststelling van het in 2015 uitgevoerde project HWBP Emanuelpolder plaatsgevonden. De vastgestelde subsidie is hoger dan de werkelijk gerealiseerde uitgaven. Dit komt doordat bij de uitvoering minder inzet van personeel nodig was dan voorzien en de werkzaamheden gecombineerd konden worden met een dijkversterkingtraject van project Zeeweringen. Hierdoor is een efficiencyvoordeel gerealiseerd waardoor er een overschot op de subsidie is ontstaan van € 172.000,-. Dit overschot is in de exploitatie verantwoord.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - Personeelskosten

De totale personeelslasten op dit programma vallen lager uit dan bij de begroting ingeschat. Voor het programma Waterkeringen is een formatie begroot van 33,4 fte waarvan eind 2022 3,4 fte niet is ingevuld. Er is vanwege de vacatureruimte in 2022 extra ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren. De extra inhuurkosten vallen € 160.000,- hoger uit. Hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel van € 370.000,-. 

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - Rente en afschrijving

De rente en afschrijvingskosten zijn hoger dan de begrote kosten. In de jaarrekening worden de Westhavendam Breskens en Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2020 al afgeschreven omdat deze vorig jaar al 75% gereed waren.

Investeringen Programma Waterkeringen

Terug naar navigatie - Investeringen Programma Waterkeringen
Bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Techn afgerond cf AV besluit Geplande techn. afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2022 bruto t/m 2022 subs t/m 2022 netto netto in 2022
1 programma waterkeringen
Financieel afgerond
PRJ1011 HWBP Emanuelpld 1-10-15 1-10-15 5.125 -4.613 513 2.701 -2.701
PRJ1440B Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2021 1-12-21 1-12-21 360 360 359 -3 356 3
PRJ1512 Westhavendam Breskens 1-08-21 1-10-21 1.600 1.600 1.337 -6 1.331 21
PRJ1556 Aankoop primaire waterkeringen 2022 300 300
totaal financieel afgerond 7.385 -4.613 2.773 4.397 -2.710 1.687 24
Onderhanden investeringen
PRJ1013D HWBP Hansweert-Kerncentrale (24S-2) 542 -488 54 193 193 103
PRJ1013H HWBP Hansweert (24S-1) 31-12-26 174.109 -145.124 28.985 28.488 -24.351 4.137 -241
PRJ1013HA HWBP Hansweert Innovatie 1-12-22 1-03-23 575 -543 32 555 -523 32
PRJ1013I HWBP Aansl kerncentr-Tennet (24S-3) 70 -63 7 3 3
PRJ1013L HWBP St. Annaland (24AK) 1-09-24 1-09-24 1.800 -1.619 181 801 -635 166 131
PRJ1176C Aanpassingen getijdenduiker 31-12-23 1-12-23 2.223 -1.303 920 761 761 604
PRJ1440C Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2022 1-12-22 1-12-22 320 320 257 257 217
PRJ1440D Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2023 31-12-23 1-12-23 320 -30 290 122 122 122
PRJ1513 Muur van Altena 1-12-23 1-12-23 2.156 -615 1.541 1.067 -615 451 394
PRJ1530 Planvorming keersluis Zierikzee 31-12-24 250 250
PRJ1567 Haven Streijenham 30-11-23 120 120
PRJ1569 Bijdrage Oprit dijk bij Baalhoek 31-12-23 100 100
totaal onderhanden investeringen 182.585 -149.785 32.800 32.248 -26.124 6.123 1.330
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1440E Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2024 1-12-24 35 30 30 30
PRJ1499 Restopgave vooroeverbestortingen 1-01-26 35 63 63 63
totaal algemeen voorbereidingskrediet 70 93 93 93
Totaal programma waterkeringen 190.040 -154.398 35.572 36.738 -28.835 7.903 1.447

Toelichting investeringen

Terug naar navigatie - Toelichting investeringen

Hieronder is een overzicht opgenomen van de investeringen, onderverdeeld in financieel afgeronde - en onderhanden investeringen.

Toelichting afgeronde investeringen:

PRJ1011 HWBP Emanuelpolder
Uit onderzoek is gebleken dat het dijkvak Emanuelpolder bij Waarde en Gawege niet voldeed aan de veiligheidsnormen. De grasmat op de dijk was over een lengte van 2,6 kilometer niet stevig genoeg. Er is daarom een nieuwe kleilaag aangebracht en de voet van de dijk is verstevigd. In 2015 is het project uitgevoerd en technisch afgerond. De financiële eindverantwoording van dit project is in 2022 ingediend bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Door een efficiënte inzet van personeel en door het werk te combineren met een dijkversterkingsproject van projectbureau Zeeweringen bij de Sint-Pieterspolder waren de kosten lager dan oorspronkelijk begroot. De vastgestelde subsidie is als gevolg hiervan hoger dan de werkelijk gerealiseerde projectkosten waardoor de netto projectkosten nihil zijn. Het subsidie overschot is verantwoord als opbrengst in de exploitatie 2022 van het programma Waterkeringen.

PRJ1440B Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2021
De scope van dit project bestond uit het vernieuwen van de bestaande damwandkade van de haven Mosselplaat en het vernieuwen van de trailerhelling bij de Piet. Begin 2022 bleek dat het beschikbaar gestelde krediet van € 320.000,- overschreden zou gaan worden. In de AV van 7 april 2022 is daarom € 40.000,- extra krediet aangevraagd en beschikbaar gesteld. De overschrijding was grotendeels veroorzaakt door diverse meerkosten op het bestek zoals verbeteringen in de constructies ten opzichte van het originele ontwerp, de uitvoeringswijze en de stijging van kosten voor leveranties (hout) tijdens de uitvoering. De werkzaamheden zijn in 2022 technisch en financieel afgerond.

PRJ1512 Westhavendam Breskens
De in begin jaren zestig aangebrachte asfaltbekleding van de Westhavendam voldeed niet meer aan de huidige toetsregels voor bekleding van primaire waterkeringen. Het vernieuwen van de asfaltbekleding stond op de planning voor 2022 maar om de overlast voor de omgeving te beperken is het project grotendeels in 2021 uitgevoerd gelijktijdig met de bouw van een groot appartementencomplex. De werkzaamheden zijn eind 2021 afgerond waarna de onderhoudstermijn is gestart. In het voorjaar van 2022 is op een aantal plaatsen nog nieuwe duinbeplanting aangebracht waarna het werk financieel is afgerond. Financieel is het project binnen het beschikbare krediet gerealiseerd.

PRJ1556 Aankoop primaire waterkeringen 2022
Het DB is gemachtigd tot aankoop van gronden voor primaire waterkeringen tot een maximum bedrag van € 300.000,- per jaar waarbij de aankopen achteraf geformaliseerd worden door de AV. In 2022 zijn geen percelen aangekocht. Hierdoor hoeft er dus formeel geen krediet beschikbaar gesteld te worden en kan het project worden afgesloten.

Toelichting belangrijkste afwijkingen bij de onderhanden investeringsprojecten:

Algemeen : Projecten Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Projecten die onderdeel zijn van het Hoogwaterbeschermingsprogramma worden voor 90% gesubsidieerd op basis van voorcalculatie. Voor projecten waarbij een subsidiebeschikking is vastgesteld wordt deze subsidie ook opgenomen in de (jaarlijkse) bestedingen. Voor projecten, die nog geen beschikking hebben ontvangen, wordt deze subsidie niet verantwoord.

PRJ1013H : HWBP Hansweert (24S-1) 
De dijk bij Hansweert zal over een lengte van ruim vijf kilometer worden versterkt. Dit omdat deze niet voldoet aan de waterveiligheidsnorm. De HWBP-projecten kennen drie fasen, te weten de verkennings-, planuitwerkings- en realisatiefase. In 2018 is de verkenningsfase afgerond waarbij een aantal kansrijke alternatieven voor het uitvoeren van de maatregelen zijn bepaald. Deze alternatieven zijn aan de interne en externe stakeholders gepresenteerd. De kansrijke alternatieven zijn in 2019 verder uitgewerkt tot het voorkeursalternatief dat bestuurlijk is vastgesteld. Voor de algemene voorbereiding van het project en de verkenningsfase is in 2017 in totaal een krediet van € 3.883.000,- verstrekt. De kosten van de verkenningsfase bedragen € 3.640.441,- en zijn 90% subsidiabel waardoor de netto kosten van deze fase € 364.044,- zijn.

In 2019 is vervolgens gestart met de planuitwerkingsfase die in het najaar van 2021 is afgerond (afronding definitief ontwerp). De subsidievaststelling van de planuitwerkingsfase is begin 2023 ingediend bij het HWBP. Voor deze fase was een krediet van € 7.250.000,- en een aanvullend krediet van € 3.825.000,- beschikbaar gesteld. Het aanvullende krediet is uiteindelijk niet volledig benut. De gerealiseerde kosten van deze fase bedragen € 9.119.986,-. Bij de aanvraag van het aanvullend krediet is aangegeven dat getracht zou worden om een deel van de aanvullende kosten alsnog subsidiabel te krijgen. Bovenop de reeds toegezegde subsidie van € 6.527.333,- is in overleg met het HWBP een aanvullende subsidie van € 390.817,- aangevraagd. De netto eigen bijdrage voor de planvormingsfase wordt dan € 2.201.836,-.

Eind 2021 zijn de voorbereidingen van de realisatiefase gestart. Omdat de subsidieaanvraag voor deze realisatiefase pas in 2022 is ingediend bij het HWBP, is voor de tussenliggende periode bij de algemene vergadering in oktober 2021 een overbruggingskrediet van € 9.800.000,- aangevraagd. Er is een bouwteam ingericht voor dit project (samenwerkingsverband van waterschap, ingenieursbureau en aannemer). In de algemene vergadering van 7 september 2022 is ingestemd met de kredietaanvraag van € 149.350.961,- voor de realisatiefase van het project. In de kredietaanvraag is aangegeven dat er bij de programmering in het HWBP programma 2023-2028/2034 een overschrijding was van het jaarlijks beschikbare programmabudget waaruit volgt dat een groot deel van de subsidiabele projectkosten voorgefinancierd moet worden tot en met 2034. Dit zou een aanzienlijk bedrag aan rentekosten tot gevolg hebben voor onze jaarlijkse exploitatie. Van deze voorziene voorfinanciering is echter voor het jaar 2022 nog geen sprake. Na ontvangst van de subsidiebeschikking is eind september 2022 een eerste voorschot ontvangen van ruim € 18,4 miljoen op basis van een lineaire verdeling van het subsidiebedrag. In overleg met de subsidieverstrekker is op basis van de fysieke voortgang van het project eind november 2022 nog een voorschot ontvangen van ruim € 8,6 miljoen. Het geraamde bedrag van de voorfinanciering van € 52,9 miljoen wordt hierdoor met € 8,6 miljoen verlaagd.

Van de ontvangen subsidievoorschotten is op basis van de bruto bestedingen in de realisatiefase een bedrag van € 14,1 miljoen verantwoord op het project en het overige deel (€ 12,9 miljoen) van het voorschot is verantwoord in de overlopende passiva van de balans onder de ontvangen voorschotten van het Rijk (zie ook Hoofdstuk 3.7 Balans met toelichting). In 2023 wordt op basis van de fysieke voortgang van het project opnieuw een aanvraag ingediend voor een aanvullend voorschot om zo de voorfinanciering te verlagen en tot een minimum te beperken.

De netto besteding van het project in 2022 is negatief. Dit is het gevolg van kosten die in 2021 gemaakt zijn voor de voorbereidingen van de realisatiefase maar waarover op dat moment nog geen subsidie is verantwoord. Een subsidie wordt pas verantwoord na ontvangst van een subsidiebeschikking. De subsidiebeschikking voor de realisatiefase is in 2022 ontvangen en de subsidie over deze kosten die in 2021 gemaakt zijn, is in 2022 verantwoord. 

PRJ1013HA : HWBP Hansweert Innovatie
Binnen het project Hansweert is een aantal innovatieve maatregelen voorbereid. Het betreft onder andere de toepassing van zetsteen die vervaardigd is uit baggerspecie. De proefopstelling met de blokken is aangebracht op de locatie (Hansweert) en de monitoring vanuit verschillende disciplines is gestart. De verwachting is dat het project aan het eind van het 1e kwartaal van 2023 technisch wordt afgerond. De kosten voor innovatie zijn 100% subsidiabel door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het verstrekte netto krediet van € 32.000 betreft voorbereidingskosten voor de niet innovatieve oplossingen (duurzaamheid) die onderdeel zijn van de voorbereidingskosten voor de dijkversterking Hansweert.

PRJ1013D HWBP Hansweert-Kerncentrale (24S-2) / PRJ1013I : HWBP Aansluiting Kerncentrale-Tennet (24S-3)
Deze 2 projecten bevinden zich nog in de initiatieffase. Er wordt momenteel een voorverkenning uitgevoerd om te komen tot een stabiele scope. Er wordt daarnaast besproken of het mogelijk is om deze 2 projecten samen te voegen tot 1 project. De gemaakte kosten tot nu toe zijn (geactiveerde) personeelslasten. Het IPM-team zal na afronding van deze fase starten met de verkenningsfase, inclusief de aanvraag van de subsidie bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma. 

PRJ1013L : HWBP Sint Annaland (24AK) 
De scope van het project betreft het realiseren van een waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare waterkering rond de haven van Sint-Annaland (tussen Dp 780-785), inclusief overgangsconstructies op de aansluitende waterkering. Het project moet uiterlijk 31 december 2024 zijn afgerond, waarbij er een bestuurlijk en maatschappelijk gedragen project gerealiseerd is, dat afgestemd is op de ontwikkelingen in de omgeving. Omdat de gemeente Tholen in dezelfde omgeving bezig is met een gebiedsontwikkeling, wordt geprobeerd zoveel als mogelijk samen te werken. Na realisatie van het project voldoet het dijktraject aan de waterwet, met een zichttermijn/ontwerpperiode die aansluit op de ontwikkelingen die in de omgeving van de waterkering worden verwacht. In 2021 is het IPM-team gestart met de verkenningsfase die in 2022 is afgerond. In 2022 is gestart met de planuitwerkingsfase waarin het voorkeursalternatief technisch verder wordt uitgewerkt. Deze fase wordt naar verwachting in 2023 afgerond waarna gestart kan worden met de realisatie van het project. Het krediet voor deze planuitwerkingsfase is via de machtiging bij de begroting 2023 verstrekt. Voor de planuitwerkingsfase is in november 2022 van het Hoogwaterbeschermingsprogramma een subsidiebeschikking ontvangen voor 90% van de geraamde kosten. De tot nu toe gemaakte kosten bestaan uit (geactiveerde) personeelslasten en onderzoeks- en advieskosten. 

PRJ1176C : Aanpassingen getijdenduiker (Waterdunen)
Bij de ingebruikname van de getijdenduiker is gebleken dat deze in combinatie met het achterliggend projectgebied niet voldoet aan de nieuwe wettelijke normering voor waterveiligheid. Bovendien zijn een aantal tekortkomingen aan de getijdenduiker geconstateerd waarvoor de aannemer in gebreke is gesteld. Naast het oplossen van de tekortkomingen zijn ook verbetermaatregelen voor de getijdenduiker nodig waarmee voldaan kan worden aan de normen voor waterveiligheid en wateroverlast. In dit nieuwe project wordt de getijdenduiker aangepast zodat aan alle (wettelijke) normen wordt voldaan, alsmede ook aan de eisen voor ecologie in het plangebied Waterdunen. Na verstrekking van het krediet in de AV van oktober 2022 zijn de opdrachten voor de aanpassingen van de getijdenduiker verstrekt. De aanpassingen worden momenteel uitgevoerd en zijn naar verwachting eind 2023 technisch afgerond. De financiële afronding zal vervolgens in 2024 plaatsvinden.

PRJ1440C : Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2022
Voor het vernieuwen van de aanlegvoorzieningen in het Veerse Meer wordt jaarlijks bij de begroting een krediet van € 320.000 gevraagd en verstrekt. De scope van 2022 bestond uit het vernieuwen van de damwandkade Schutteplaat en het vernieuwen van de steiger bij Katse Heule. Door de regelval in het najaar konden de laatste werkzaamheden zoals het verdichten van het zandpakket achter de damwandkade niet op tijd worden afgerond. De werkzaamheden worden nu voor 1 mei 2023 afgerond. De werkzaamheden aan steiger Katse Heule zijn technisch afgerond. De prognose is dat het project financieel wordt afgerond in 2023 binnen het beschikbaar gestelde krediet.

PRJ1513 Muur van Altena
De Muur van Altena in Vlissingen is onderdeel van de primaire waterkering en betreft een Rijksmonument. Uit inspecties is gebleken dat groot onderhoud aan de muur noodzakelijk is. Het groot onderhoud bestaat hoofdzakelijk uit het vervangen van weggevallen stenen en loszittend metselwerk, het herstellen van scheuren en het vervangen van voegwerk volgens de uitvoeringsnormen en richtlijnen voor restauratiewerkzaamheden. Voor de werkzaamheden is een subsidie aangevraagd en toegekend in het kader van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten. De eerste fase van dit project is in 2022 uitgevoerd en na het stormseizoen (2022/2023) zal de tweede fase van dit project worden uitgevoerd. De werkzaamheden worden eind 2023 technisch afgerond. De financiële afronding zal in 2024 plaatsvinden na het vaststellen van de restauratiesubsidie.

PRJ1530 Planvorming keersluis Zierikzee
De betrouwbaarheid van de sectordeuren keersluis Zierikzee is belangrijk voor de waterveiligheid van Schouwen-Duivenland. Storingen bij de bediening van de keersluis en aantasting van de keersluisdeuren leiden tot een afnemende betrouwbaarheid en eventueel uitval van de keersluis. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de sectordeuren moet daarom veilig gesteld worden. Als voorbereiding op het groot onderhoud aan de keersluis Zierikzee worden diverse inspecties uitgevoerd om de staat van onderhoud van de keersluis in beeld te brengen. Op basis van deze inspectie worden modificaties doorgevoerd en groot onderhoud uitgevoerd met inachtneming van de eisen aan milieu en veiligheid. De planvorming heeft nog niet plaatsgevonden in 2022. Hoewel de urgentie zeer hoog is, was er geen capaciteit beschikbaar om de planvorming uit te voeren. De prognose is nu dat de planvorming in 2023 wordt uitgevoerd. Doelstelling daarbij is om begin 2024 de planvorming gereed te hebben zodat aansluitend de afdeling Projecten kan starten met de verdere voorbereiding van het groot onderhoud. 

Toelichting projecten algemeen voorbereidingskrediet

PRJ1440E Aanlegvoorzieningen Veerse Meer 2024
Voor het vernieuwen van aanlegvoorzieningen in het Veerse Meer wordt jaarlijks bij de begroting een krediet van € 320.000,- gevraagd en verstrekt. Voor 2024 is de scope van dit project de vernieuwing van de trailerhelling Kortgene. De voorbereidingen voor dit project zijn in 2022 gestart. 

PRJ1499 Restopgave vooroeverbestortingen
Eind 2018 is met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een overeenkomst afgesloten voor het uitvoeren van verschillende vooroeverbestortingen. Op dit moment staat de omvang van de scope en het aantal uitvoeringslocaties ter discussie. De verwachting is dat we in het 2e kwartaal 2023 de scope kunnen vaststellen. Daarna zal gestart worden met de verdere voorbereiding. 

2.3 Programma Watersystemen

Overzicht prestaties programma Watersystemen

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties programma Watersystemen

Water is zo vanzelfsprekend dat het pas opvalt als er een tekort of een overschot is. Er zijn dag en nacht waterschappers in de weer om te zorgen voor een goed waterbeheer. Kortere periodes met hevige neerslag en langere periodes met droogte komen steeds vaker voor. Samen met overheden, ondernemers en inwoners werken we aan een watersysteem dat tegen een stootje kan. (Bron: Strategienota)

Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor macrofauna (%) 75%-80% 41%
KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor macrophyten (%) 75%-80% 3%
KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor fytoplankton (%) 75%-80% 10%
KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor vis (%) 75%-80% 74%
Watersystemen zijn bereikbaar voor vis (% t.o.v. de oppervlakte van het totale beheergebied) 47% 53%
Natuurvriendelijke oevers aangelegd (in km) 3,0 2,9
KRW-waterlichamen voldoen aan de normen voor de chemische waterkwaliteit (%) 80% 0%
Planvorming Wateropgave afgerond: het gebied is doorgerekend op basis van de inundatienormen (%) 100% 100%
De maatregelen om het beheersgebied voor wateroverlast (WB21) op orde te brengen zijn uitgevoerd (%) 87% 60%
(tussen haakjes het percentage van de oppervlakte van het beheergebied dat voldoet aan de normen voor WB21) (99,7%) (99,5%)
Het gebied heeft een actueel vastgesteld peilbesluit (%) 100% 83%
De maatregelen om het beheersgebied voor peil-beheer (GGOR) op orde te brengen zijn uitgevoerd (%) 72% 63%
(Tussen haakjes het oppervlakte van het beheergebied dat voldoet aan de normen voor GGOR) (97,4%) (96,8%)
Aantal afwijkingen van de bandbreedte in het peilgebied door technisch falen <=5 1

Gezond water- Goede ecologische waterkwaliteit

Terug naar navigatie - Gezond water- Goede ecologische waterkwaliteit

Het watersysteem is ecologisch gezond. Zo draagt het bij aan een goede omgeving voor mens en dier

- KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor macro-fauna 
- KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor macrofyten 
- KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor fytoplankton
- KRW-waterlichamen voldoen aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor vis

Ecologische waterkwaliteit:
We streven naar een goede ecologische waterkwaliteit in al onze oppervlaktewateren in 2027, in lijn met de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). In 2022 is de eindrapportage van de landelijke Kennisimpuls Brakke Wateren afgerond. Hoewel de Kennisimpuls Brakke Wateren verschillende inzichten heeft opgeleverd, bleek het doorgaans nog niet voldoende om in 2022 beter passende doelen te onderbouwen voor onze watersystemen. Alleen voor vis was dit eerder al wel gelukt. Eind 2022 is daarom aanvullend een onderzoek gestart in samenwerking met bureau RH-DHV voor het uitvoeren van een doelafleiding met de kennis die voorhanden is. Daar waar mogelijk worden aangepaste doelen in de loop van 2023 opgenomen in de actualisatie van het Stroomgebiedsbeheerplan 2022-2027. Er is geld beschikbaar gesteld om komende jaren meer onderzoek te doen naar haalbare doelen en meer passende maatregelen, om doelbereik aan het einde van de 3e KRW-periode in 2027 mogelijk te maken.

Macrofauna en fytoplankton:
De resultaten van deze bemonsteringen worden steeds in het jaar na het meetjaar gerapporteerd tijdens het uitvoeren van de KRW toestandbepalingen. De resultaten verschijnen in het waterkwaliteit portaal medio 2023 met de cijfers over 2022. Naar verwachting wordt deze doelstelling nagenoeg gehaald. Zoals hierboven beschreven wordt onderzocht of de doelen voor brakke wateren bijgesteld moeten/kunnen worden op basis van nieuwe kennis over brakke watersystemen. Dit omdat brakke systemen anders functioneren dan zoete watersystemen.

Macrophyten:
De resultaten van deze bemonsteringen worden steeds in het jaar na het meetjaar gerapporteerd tijdens het uitvoeren van de KRW toestandbepalingen. De resultaten verschijnen in het waterkwaliteit portaal medio 2023 met de cijfers over 2022. Naar verwachting wordt deze doelstelling niet gehaald. Zoals hierboven beschreven wordt onderzocht of de doelen voor brakke wateren bijgesteld moeten/kunnen worden op basis van nieuwe kennis over brakke watersystemen. Dit omdat brakke systemen anders functioneren dan zoete watersystemen.

Vis:
De resultaten van deze bemonsteringen worden steeds in het jaar na het meetjaar gerapporteerd tijdens het uitvoeren van de KRW toestandbepalingen. De resultaten verschijnen in het waterkwaliteit portaal medio 2023 met de cijfers over 2022. De bemonsteringen die tot dusver bekend zijn geven aan dat 74% van de KRW-lichamen voldoet aan de doelen voor ecologische waterkwaliteit voor vis. De verwachting is dat het einddoel in 2027, na uitvoering van de resterende vispassages, haalbaar is.

Gezond water- Leefruimte voor biologie

Terug naar navigatie - Gezond water- Leefruimte voor biologie

- Watersystemen zijn bereikbaar voor vis (% t.o.v. de oppervlakte van het totale beheergebied)
- Natuurvriendelijke oevers aangelegd (in km)

Bereikbaarheid voor vis:
Waterschappen hebben een resultaatverplichting voor het nakomen van afspraken in het Stroomgebiedbeheerplan. In het Stroomgebiedbeheerplan Schelde 2022-2027 is de aanleg van 6 vispassages opgenomen. Voor vispassages is de voortgang op orde (53% tov doelstelling 47%). Er is in 2022 gewerkt aan de voorbereiding van twee vispassages. Voor de einddoelstelling van 60% in 2027 worden vispassages geplaatst bij poldergemalen en stuwen in de periode tot 2027. 

Aanleg natuurvriendelijke oevers:
In het Stroomgebiedbeheerplan Schelde 2022-2027 (SGBP) is de aanleg van 38,2 km natuurvriendelijke oevers opgenomen als resultaatverplichting. Dit is een bijgestelde en lagere doelstelling dan het voorgaande Stroomgebiedbeheerplan. Voor de periode 2022 - 2027 leggen we alleen natuurvriendelijke oevers aan waar ook een doelstelling voor GGOR (goed peilbeheer) en/of WB21 (bestrijding wateroverlast) van toepassing is. Er wordt daartoe gewerkt met een concreet zoekgebied. 
In het Waterbeheerprogramma 2022-2027 is de doelstelling verdeeld over de jaren. Voor 2022 is er een concrete doelstelling van 3 km natuurvriendelijk in te richten oever. In 2022 is deze doelstelling nagenoeg behaald. Er is 2,9 km natuurvriendelijke oever bijgekomen. Daarnaast is er ruim 3 km waar grond inmiddels is verworven en uitvoering verder wordt voorbereid.
 
De doelstelling in het SGBP is verlaagd omdat de concrete resultaten (met name voldoende ondergedoken waterplanten) achterblijven. Er zijn mogelijk wel positieve effecten op de macrofauna, maar dat is moeilijk aantoonbaar. Dat geldt ook voor de andere soortgroepen. Natuurvriendelijke oevers vervullen desondanks ook een functie als foerageer-, vlucht-, voortplanting- en verblijfplaats voor fauna én kunnen bijdragen aan het verminderen van emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater. 
 
Het behalen van de doelstelling voor 2027, de inrichting van 38,2 km natuurvriendelijke oever is risicovol. Het wordt steeds lastiger eigenaren te vinden die grond willen verkopen. We proberen waar mogelijk de kansen te pakken en te werken met grondruilen. Dat zijn tijdrovende processen die tevens veel capaciteit vragen. Daarbij heeft de komst van het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid vanaf 2023) de afgelopen tijd bij potentiële grondverkopers in de agrarische sector zoveel onzekerheden en vragen opgeleverd dat grondaankoop ook daardoor stagneert. 
Intern wordt gewerkt aan procesverbetering zodat benodigde capaciteit zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Verder wordt er gezocht naar alternatieve inrichtingsvormen, mede gelet op het brakke karakter van veel van onze waterlopen, waarmee het doel behaald kan worden. Momenteel is nog onduidelijk wat dit aan mogelijkheden oplevert. 

Gezond water- Chemische waterkwaliteit

Terug naar navigatie - Gezond water- Chemische waterkwaliteit

- KRW-waterlichamen voldoen aan de normen voor de chemische waterkwaliteit

Er zijn verschillende factoren die de chemische waterkwaliteit beïnvloeden, waaronder lozingen van bedrijven, landbouwemissies, effluent van onze eigen rioolwaterzuiveringen en natuurlijke bronnen zoals zoute kwel. Een goede chemie is een voorwaarde voor een gezond watersysteem. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt normen voor een reeks aan milieuvreemde stoffen. Als waterbeheerder zijn we verantwoordelijk voor het terugdringen van deze stoffen (prioritaire en specifiek verontreinigende stoffen). In drie gebieden beïnvloedt ons effluent de waterkwaliteit in belangrijke mate negatief. Voor die locaties onderzoeken we de haalbaarheid van aanvullende zuiveringstechnieken (zie ook het Waterschapsbeheerprogramma 2022-2027). Voor de overige factoren zien we toe op het naleven van lozingsvoorwaarden en overleggen we met bedrijven en de landbouw om de impact waar mogelijk te beperken. Verder dragen we bij aan het stimuleren van emissiebeperkende maatregelen. In 2022 zijn jaarlijks terugkomende stimuleringsregelingen voortgezet. Komend jaar wordt een structurele aanpak voor emissiebeperking voorbereid, waaronder via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).

Monstername en analyse vindt plaats gedurende het hele jaar. In het voorjaar van 2023 worden de data getoetst en is de rapportage over 2022 dus dan pas bekend. Naar verwachting wordt deze doelstelling niet behaald. Dit is onder andere het gevolg van toenemende kennis en inzicht in de toestand. Uitbreiding van monitoring en nieuwe technieken tonen de aanwezigheid van meer stoffen aan. Dit gaat ook om stoffen die al jaren in het oppervlaktewater aanwezig zijn geweest, maar niet eerder aangetoond konden worden. Deze problematiek speelt landelijk en dient ook landelijk bekeken te worden.

Beperken wateroverlast- inrichten van het watersysteem

Terug naar navigatie - Beperken wateroverlast- inrichten van het watersysteem

- Planvorming Wateropgave afgerond: het gebied is doorgerekend op basis van de inundatienormen 
- De maatregelen om het beheersgebied voor wateroverlast (WB21) op orde te brengen zijn uitgevoerd

Planvorming wateropgave (PWO):
Het technisch doorrekenen is voor alle gebieden afgerond (100%). Het ontwerp peilbesluit en het watergebiedsplan voor het gebied West Zeeuws-Vlaanderen is 31 januari 2023 voorgelegd aan het DB. Daarna volgde een ter inzage legging waarnaar na verwachting het definitieve peilbesluit in de AV van 8 juni 2023 kan worden vastgesteld. 

Maatregelen om het beheersgebied voor wateroverlast op orde brengen:
De uitvoering van de maatregelen loopt vertraging op. De doelstelling voor 2022 is niet gehaald. Een belangrijke oorzaak is de moeizame grondverwerving. Andere projecten zijn complex in de voorbereiding en lopen daarom mogelijk vertraging op (project Kruispolder) of komen pas komende jaren in uitvoering (o.m. bouw van de gemalen de Poel, Spanjaardweg, Zoetendijk en de capaciteitsvergroting van Othene). Dat betekent dat de maatregelen in 2022 nog niet veel effect sorteren en de doelstelling waarschijnlijk niet gehaald wordt. Het resultaat van de verschillende maatregelen die dit jaar worden uitgevoerd is nu echter nog niet concreet aan te geven. De uitvoering van de werkzaamheden vindt voornamelijk in het najaar plaats.

Beperken wateroverlast- In stand houden van het watersysteem

Terug naar navigatie - Beperken wateroverlast- In stand houden van het watersysteem

De uitvoering van de maatregelen loopt vertraging op. De doelstelling voor dit jaar zal waarschijnlijk niet worden gehaald. Een belangrijke oorzaak is de moeizame grondverwerving. Andere projecten zijn complex in de voorbereiding en lopen daarom mogelijk vertraging op (project Kruispolder) of komen pas komende jaren in uitvoering (o.m. bouw van de gemalen de Poel, Spanjaardweg, Zoetendijk en de capaciteitsvergroting van Othene). Dat betekent dat de maatregelen in 2022 nog niet veel effect sorteren en de doelstelling waarschijnlijk niet gehaald wordt. Het resultaat van de verschillende maatregelen die dit jaar worden uitgevoerd is nu echter nog niet concreet aan te geven. De uitvoering van de werkzaamheden vindt voornamelijk in het najaar plaats.

Optimaal gebruik- gewenste waterpeilen

Terug naar navigatie - Optimaal gebruik- gewenste waterpeilen

- Het gebied heeft een actueel vastgesteld peilbesluit 
- De maatregelen om het beheersgebied voor peilbeheer (GGOR) op orde te brengen zijn uitgevoerd 
- Aantal afwijkingen van de bandbreedte in het peilgebied door technisch falen

Actueel peilbesluit:
Voor West Zeeuws-Vlaanderen is er 19 juli 2022 een fysieke streekbijeenkomst georganiseerd. Het ontwerp peilbesluit en het watergebiedsplan voor het gebied West Zeeuws-Vlaanderen is 31 januari 2023 voorgelegd aan het DB. Daarna volgde een ter inzage legging waarna naar verwachting het definitieve peilbesluit in de av van 8 juni 2023 kan worden vastgesteld. 

Peilbeheer op orde brengen:
De uitvoering van de maatregelen loopt vertraging op. De doelstelling voor dit 2022 zal waarschijnlijk niet worden gehaald. Een belangrijke oorzaak is de moeizame grondverwerving. Andere projecten zijn complex in de voorbereiding en lopen daarom mogelijk vertraging op (project Kruispolder) of komen pas komende jaren in uitvoering (o.m. bouw van de gemalen de Poel, Spanjaardweg, Zoetendijk en de capaciteitsvergroting van Othene). Dat betekent dat de maatregelen in 2022 nog niet veel effect sorteren en de doelstelling waarschijnlijk niet gehaald wordt. Het resultaat van de verschillende maatregelen die dit jaar worden uitgevoerd is nu echter nog niet concreet aan te geven. De uitvoering van de werkzaamheden vindt voornamelijk in het najaar plaats.

Technisch falen:
In 2022 heeft er 1 afwijking plaatsgevonden van de bandbreedte in het peilgebied door technische falen. Hierbij voldoen we aan de gestelde norm.

Optimaal gebruik- Zoetwaterbeschikbaarheid

Terug naar navigatie - Optimaal gebruik- Zoetwaterbeschikbaarheid

We hebben de beleidsmatige uitvoering aan het zoetwaterprogramma in 2022 gecontinueerd. Dit betrof onder ander inzet in het living lab Schouwen-Duiveland en broedplaats Schouwen-Duiveland, inzet in POP3-regeling voor zoetwatermaatregelen, inzet voor de Waterhouderij, vergroting gebied Reigersbergschepolder, stuwtjesproject Noord-Beveland, participatief monitoren Noord-Beveland, project Water uit de Wal en Aquaconnect.

De invulling van onze ambitie is grotendeels bepaald via het Zeeuws Deltaplan Zoetwater waarin we gezamenlijk met de provincie Zeeland en stakeholders invulling geven aan de gestelde zoetwaterambitie. Het is de bedoeling om deze ambitie vorm en inhoud te geven door in te zetten op een grotere personele capaciteit van ca. 3 fte. Deze ruimte is voor 2 fte nog niet ingevuld. Het is de bedoeling om de extra ruimte in te zetten op drie terreinen, te weten het met de provincie en stakeholders realiseren van de ambitie “In 2050 is Zeeland weerbaar tegen zoetwatertekort”, het faciliteren van initiatieven die aan deze ambitie bijdragen en het uitwerken van het beleidsmatige en juridische kader in relatie tot gebruik van zoetwater.

Optimaal gebruik- Grondwater

Terug naar navigatie - Optimaal gebruik- Grondwater

Reguliere activiteiten bestaan uit het behandelen van vergunningaanvragen en meldingen voor grondwater. In de droge jaren 2018, 2019, 2020 was er een grote toename in het aantal aanvragen tot grondwateronttrekkingen. 2022 was wederom een droog jaar met veel aanvragen, dit geeft nog steeds een risico dat de gestelde termijnen voor behandeling van aanvragen overschreden worden en geeft tevens een risico op vertraging van beleidsuitwerking.
In 2020 is in navolging van de in 2019 vastgestelde nota grondwater een uitvoeringsnotitie opgesteld die richting geeft aan verdere beleidsontwikkeling. De uitvoering gaat trager dan gepland door beperkte capaciteit van hydrologen en vergunningverleners. 
In 2021 is gestart met een plan van aanpak om het beleid met betrekking tot de kleine landbouwonttrekkingen te herzien. Door gebrek aan capaciteit en de vele aanvragen is dit stil komen te liggen en daardoor nog niet afgerond. De afronding wordt voorzien voor 2023. De herziening van de stoffenlijst, onderdeel van de infiltratieregelgeving, is afgerond. Naast de stoffenlijst dient ook nog getoetst te worden aan de KRW doelstellingen en maatregelen. In 2022 is gewerkt om invulling te geven aan deze toetsing, naar verwachting is het eerste kwartaal van 2023 hier een gedeeld beeld over met de provincie Zeeland. 
Verdere uitwerking van de overige onderdelen wordt in de komende jaren geprogrammeerd.
In 2020 is samen met de provincie Zeeland gewerkt aan een update van het Zeeuwse grondwatermodel. In 2021 is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor een vervolgproject: Kalibratie en ontsluiting van het grondwatermodel Zeeland 2.0. De afronding zit in de laatste fase en in het eerste kwartaal van 2023 wordt het model opgeleverd. Daarnaast is er gewerkt aan een uitbreiding van het grondwatermeetnet met zoet zout grensvlak metingen, zodat de zoetwatervoorraden gemonitord kunnen worden. In 2022 zijn onder andere de locaties van de toekomstige meetpunten bepaald en is in een proefopstelling het prototype van het meetinstrument getest. In 2023 wordt het meetinstrument in een praktijkopstelling in het veld toegepast en getest. Na eventuele aanpassingen aan het meetinstrument wordt vervolgens het meetnet ingericht. 
Op het gebied van beleidsontwikkeling is een bijdrage geleverd aan het opstellen van de Grondwatervisie van de Unie van Waterschappen. Vanwege onze specifieke kennis op het gebied van infiltratie en verzilting hebben we een bijdrage geleverd aan de hoofdstukken “Grondwater als watervoorraad” en “Verzilting”. 

Optimaal gebruik- Water in de stad

Terug naar navigatie - Optimaal gebruik- Water in de stad

We zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van stedelijk oppervlaktewater en het afvoeren van overtollig water uit het stedelijk gebied. Beide komen steeds meer onder druk te staan door klimaatverandering met meer hevige buien, periodes van langdurige droogte en hogere gemiddelde temperaturen. Gezamenlijk met gemeenten bepalen we in SAZ+ -verband (Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland) de Stedelijke Wateropgave (SWO). Voor de Zeeuwse kernen worden in een doorlopend proces concrete maatregelen bepaald die nodig zijn om deze woongebieden toekomst-/ klimaatbestendig te maken. Daarbij zetten wij in op verwerking van overtollig water via het watersysteem en de bodem en niet via het rioleringsstelsel. Dit om verdunning van het afvalwater zoveel mogelijk te voorkomen (zie het programma Afvalwaterketen). De exacte ambitie en planning bepalen we samen met de gemeenten in de SAZ+. In 2022 zijn door diverse redenen geen SWO projecten afgerond. De planning wordt blijvend bijgewerkt in samenwerking met de partners uit de SAZ+.

Optimaal gebruik- Verantwoord gebruik van water

Terug naar navigatie - Optimaal gebruik- Verantwoord gebruik van water

Vergunningen, toezicht en handhaving zijn essentiële instrumenten om verantwoord gebruik van water te borgen. Dit geldt zowel voor waterkwaliteit als –kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater. In 2021 is gestart met het aanpassen van de keten van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De keten heeft betrekking op al onze primaire taken. Om efficiënt en integraal te kunnen werken zijn in 2022 de plantoetsers, vergunningverleners, toezichthouders en handhavers in 1 team gaan werken. Verder is aan de aanpassingen die noodzakelijk zijn voor de toekomstige Omgevingswet gewerkt en dit proces loopt ook in 2023 door. Ook in 2022 was er personeelsverloop. Één van de uitdagingen in 2022 was het op orde houden van de personele capaciteit om onder andere het verantwoord gebruik van water te kunnen borgen. Dit is in 2022 niet gerealiseerd maar wordt in 2023 verder opgepakt. 

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2022
Externe kosten 14.122 15.450 13.980
Externe opbrengsten -133 -61 -112
Personeelskosten 8.637 9.662 8.584
Rente en afschrijving 8.374 8.356 9.197
Netto kosten programma watersystemen 31000 33.407 31.649

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

De externe kosten binnen het programma watersystemen betreffen onder andere de kosten voor het bedienen en onderhouden van kunstwerken, het maaien en onderhouden van waterlopen, muskusratbestrijding, bagger- en grondbeheer, peilbeheer, het monitoren en onderzoeken van oppervlaktewater en waterbodems en het ontwikkelen van beleid en plannen. De externe kosten onderschrijden de planning met € 1.470.000,- (9,5%). De grootste afwijkingen worden hieronder vermeld:

1. Beleid, planontwikkeling en ondersteuning (onderschrijding € 781.000,- / 41%)
- Door wisseling, uitval en het vertrek van medewerkers konden de werkzaamheden in 2022 niet conform planning uitgevoerd worden (onderschrijding € 601.000,-). Ook in 2023 blijft het verzuim van medewerkers en de structurele onderbezetting een kwetsbare factor voor het behalen van de doelstellingen. 
Een aantal budgetten waren beschikbaar gesteld vanuit bestemmingsreserves. Voor assetmanagement vindt hierdoor geen onttrekking uit de reserve plaats (voorzien € 25.000,-) en voor KRW kennisontwikkeling vindt een onttrekking plaats van € 20.800,- (voorzien € 150.000,-). Daarnaast is het budget van de geplande werkzaamheden vanuit het programma Zuidwestelijke Delta als uitgesteld werk opgenomen in de jaarrekening.
- De voorbereiding op het onderhoud van cultuurhistorische duikers is in het 2e halfjaar gestart. Een aantal voorbereidingswerkzaamheden loopt door in 2023, waardoor er minder budget dan voorzien uitgegeven is in 2022. De onttrekking uit de betreffende bestemmingsreserve komt op € 18.150,- (voorzien € 50.000,-).
- Lager benodigd budget voor peilbesluiten (€ 28.000,-). 
- Er is door initiatiefnemers minimaal ingeschreven op de openstelling van de subsidiegelden Leader, waardoor er sprake is van een onderschrijding van € 120.000,-. Hierdoor wordt er slechts € 5.000,- in 2022 onttrokken uit de bestemmingsreserve, waar een bedrag van € 125.000,- was voorzien. Doordat initiatiefnemers bij meerdere partijen moeten aankloppen, is het in de praktijk lastig en tijdrovend gebleken om de
cofinanciering rond te krijgen. Komende LEADER periode zal naar verwachting deze werkwijze aangepast worden. 

2. Beheer en onderhoud van het buitengebied (onderschrijding € 331.000,- / 3,1%)
- Het onderhoud op de kunstwerken waterbeheersing onderschrijdt de planning met € 363.000,-. In verband met prioritering in onderhoudswerken, deelname aan het droogteteam en capaciteitsgebrek in het team is er vertraging opgelopen in het structureel onderhoud van deze kunstwerken. 
- De lasten voor de grond- en baggerdepots en het hergebruik van baggerspecie blijven eveneens binnen de begroting (onderschrijding € 101.000,-). Oorzaken hiervan zijn het nog niet doorgaan van afvoer ingedroogde bagger naar GBT (Grootschalige Bodem Toepassing) 's Heerenhoek en de lagere onderhoudsfrequentie in verband met de droge zomer. 
- Het budget op het maaien en onderhouden van waterlopen laat een overschrijding zien van €137.000,- (1,5%). Ondanks dat de inflatiekosten hoger zijn uitgevallen dan meegenomen was in de 2e begrotingswijziging, is de overschrijding beperkt gebleven doordat terughoudend omgegaan is met extra werkzaamheden en doordat niet alle geplande werkzaamheden uitgevoerd zijn in 2022. Dit budget is (deels) opgenomen in de jaarrekening als uitgesteld werk.

3. Technisch onderhoud en beheer & procesvoering gemalen en stuwen (onderschrijding € 339.000,-/ € 13,8%)
- Het budget voor beheer & procesvoering gemalen en stuwen is met € 275.000,- binnen de planning gebleven. Onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesteld vanwege ondercapaciteit ten gevolge van uitval medewerkers en hierdoor het wegvallen van kennis en ervaring. Een klein gedeelte van dit budget wordt in de jaarrekening opgenomen als uitgesteld werk.
- Niet al het geplande werk voor het technisch onderhoud kon in 2022 worden uitgevoerd (onderschrijding € 64.000,-). De oplopende levertijden van producten hebben onder andere dit vertraagd. Het overgebleven budget wordt grotendeels opgenomen in de jaarrekening als uitgesteld werk.

 

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten komen € 51.000,- boven de begroting uit. In de begroting was geen rekening gehouden met de rijksbijdrage voor het subsidieproject Interreg Scape en de bijdrage voor de levering van baggerspecie aan de provincie.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - Personeelskosten

De totale personeelslasten op dit programma vallen ruim 11% lager uit dan bij de begroting ingeschat. Voor het programma watersystemen is een formatie begroot van 95,3 fte waarvan eind 2022 9,7 fte niet is ingevuld. Er is vanwege de vacatureruimte in 2022 en het hogere ziekteverzuim extra ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren. De extra inhuurkosten vallen € 0,39 miljoen hoger uit. Hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel van € 1,47 miljoen. 

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - Rente en afschrijving

De kosten van rente en afschrijving vallen hoger uit dan begroot. De voornaamste reden is de afboeking van de kosten ad € 834.000,- die gemaakt zijn voor gemaal de Paal als onderdeel van het investeringsproject Kruispolder. Vanwege het opbarstrisico van de geplande watergang hebben we zowel deze watergang als het gemaal Paal uit de scope van het project moeten halen. De bijbehorende kosten zijn om deze reden afgewaardeerd.

Investeringen Programma Watersystemen

Terug naar navigatie - Investeringen Programma Watersystemen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2022 bruto t/m 2022 subs t/m 2022 netto netto in 2022
2 programma watersystemen
Financieel afgerond
PRJ1082A Kleine vispassages 4 4 4
PRJ1116 Sanering Stadshavens en havenk, Goes 1-3-2020 1-12-2020 2.701 -2.217 484 2.697 -2.192 506
PRJ1153H Vervang. krooshekreiniger gm Willem 1-12-2022 1-9-2022 350 350 345 345 18
PRJ1153M Inlaat gemaal Zoetwpl Rilland
PRJ1393 OAS-Wschouwen maatr watersyst fase A 1-12-2022 1-12-2022 470 470 277 277
PRJ1433E Baggeren en verdiepen Oude Haven '18 1-8-2020 1-12-2020 1.600 1.600 1.671 -1.308 363
PRJ1471 Baggerwerken Dauwend/Magistraatw.BOB 1-12-2022 1-12-2022 555 555 379 379 -3
PRJ1503 Bijdrage stedelijke waterplannen2020
PRJ1505 Bijdrage stedelijke waterplannen2021
PRJ1519 Voorbereiding gemaal Othene 1-12-2020 1-1-2022 250 250 219 219 23
PRJ1520 Voorbereiding gemaal Nol zeven 1-10-2021 1-5-2022 250 250 202 202 199
totaal financieel afgerond 6.176 -2.217 3.959 5.793 -3.499 2.294 240
Onderhanden investeringen
PRJ1034 PWO WB21/KRW/GGO 14-19 31-8-2023 1-8-2023 2.058 2.058 1.667 1.667 23
PRJ1129 Gemaal de Poel,capaciteitsvergroting 1-12-2023 1-6-2024 9.170 -3.350 5.820 2.603 -2.023 580 436
PRJ1153I Revisie pompinstallatie gm Hellewoud 1-9-2022 1-9-2022 950 950 917 917 418
PRJ1153J Gemaal de Luyster 1-7-2022 1-4-2023 400 400 15 15 6
PRJ1153N Krooshekreiniger pg Oosterland 1-12-2022 1-3-2023 275 275 2 2 2
PRJ1153O Krooshekreiniger pg Postweg 1-3-2023 1-5-2023 300 300 19 19 19
PRJ1168C Kruispolder-voorbereiding 31-3-2023 1-3-2023 2.183 2.183 2.184 -28 2.156 266
PRJ1168D Kruispolder visp stuw Dreefken 31-12-2024 1-12-2024 250 -90 160 1 1 1
PRJ1431A Baggeren Vinkenisse-en Bathsekreek17 1-12-2019 1-12-2019 1.900 1.900 1.125 1.125
PRJ1431B Baggeren Domburgse watergang '17 1-12-2019 1-12-2019 1.250 1.250 1.119 1.119 15
PRJ1431C Baggeren het Koegat '17 1-12-2019 1-12-2019 1.000 1.000 743 743
PRJ1443 OAS-Wschouwen maatr watersyst fase B 1-12-2027 1-12-2027 1.323 1.323
PRJ1456A Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2021 1-12-2022 1-12-2022 1.500 1.500 1.513 1.513 511
PRJ1456B Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2022 1-12-2023 1-12-2023 1.725 1.725 810 810 810
PRJ1456C Uitv.duikers/stuwen GGOR/WB21 2023 31-12-2024 1-12-2024 1.725 1.725
PRJ1458A Uitv WB21/KRW/GGOR Oude Haven 31-12-2023 1-10-2023 350 350 272 -250 22 5
PRJ1459 Baggeren uitwat. kanaal Cadzand 1-12-2022 1-3-2023 9.900 -1.100 8.800 9.371 -1.025 8.346 4.614
PRJ1459A Baggeren Stierskreek 1-12-2021 1-11-2021 5.295 -746 4.549 2.517 -746 1.771 158
PRJ1472 Uitvoering WB-21/KRW/GGOR 2021 1-12-2023 1-12-2023 1.250 1.250 811 811 608
PRJ1491B Baggeren grote wateren Bonte Kof 1-12-2024 1-12-2024 970 970 289 289 233
PRJ1492 Uitv.WB-21/KRW/GGOR 2022 1-12-2024 1-12-2024 1.250 1.250 1 1 1
PRJ1498A Verv.best.techn.inst. Opmal 21 1-6-2023 1-12-2022 500 500 277 277 157
PRJ1504 Uitvoer.stedelijke waterplannen 2021 1-12-2023 1-12-2023 302 302 89 89 26
PRJ1532A Vispassages voorbereidingskrediet 1-12-2023 636 636 269 269 269
totaal onderhanden investeringen 46.462 -5.286 41.176 26.613 -4.072 22.541 8.578
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1088 Gemaal Zoetendijk Oud-Vossemeer 1-8-2024 128 102 102 81
PRJ1170B Moervaart/Zuidleden en Zwarte Sluis 1-11-2025 129 40 40 36
PRJ1455 Gemaal Spanjaardweg winter Braakman 1-8-2024 126 121 121 115
PRJ1491 Bag. Sint Kruiskreek 1-12-2025 250 116 116 110
PRJ1560 Restauratie duikers Buthdijk (Axel) 60 10 10 10
totaal algemeen voorbereidingskrediet 693 390 390 352
Intern in voorbereiding
PRJ1098A Vispassage gemaal van Borssele 1-12-2024
PRJ1153P Renovatie poldergemaal Baarland
PRJ1153Q Renovatie poldergemaal Coudorpe
PRJ1153R Poldergemaal Quarlespolder
PRJ1153S Renovatie Poldergemaal Zuidwatering 1-12-2024 3 3 2
PRJ1153T Renovatie Poldergemaal Kadijk
PRJ1167A Vispassage gemaal Lovenpolder 1-12-2024
PRJ1168F Gemaal Walsoorden 3 3 3
PRJ1391 BOB Zeeuws Vlaanderen 2 2
PRJ1434 Baggerwerken grote wateren 2026 e.v. 1 1
PRJ1453 Gemaal Waarde 1-6-2024 10 10 5
PRJ1491A Bag. Smedek.brugge Kreek 1-12-2025 4 4 1
PRJ1491C Bag. Boschkreek De Sluis 1-12-2025 5 5 2
PRJ1493 Baggeren grote wateren 2025
PRJ1506 Uitvoering SWO Heikant 2023 1-6-2024 3 3 3
PRJ1508A Uitvoering SWO Vogelw Bresk.H.pl 1-7-2024 3 3 3
PRJ1508B Uitvoering SWO Kortg.Driesch.Axel 1-12-2025 2 2 2
PRJ1509 Bijdrage stedelijke waterplan 2023ev
PRJ1532 Vispassage De Luyster 1-12-2024 1 1 1
totaal intern in voorbereiding 37 37 22
Totaal programma watersystemen 53.331 -7.503 45.135 32.833 -7.571 25.262 9.192

Toelichting investeringen

Terug naar navigatie - Toelichting investeringen

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1082A Kleine vispassages
Dit project betreft de aanleg en het onderhoud van diverse kleinere vispassages. Gezien het feit dat de investering bestemd is voor diverse kleinere projecten is het budget opgenomen in het exploitatiebudget 2023 en is er meerjarig een structureel onderhoudsbudget opgenomen. Het project komt zodoende te vervallen.

PRJ1116 Sanering Stadshavens en havenkade Goes
Het project is technisch afgerond met een overschrijding van minder dan 10% en/of € 250.000,-. Het project is samen met de gemeente Goes voorbereid. De waterbodemsanering en het herstel van de geplande oeverbeschermingen zijn in 2020 opgeleverd. Op verzoek van de gemeente Goes is er tevens nog een aanvullende damwand geplaatst bij de Ringbrug omdat deze ook in slechte staat verkeerde en na de sanering (verdieping van de bodem) mogelijk had kunnen bezwijken. Het door de Provincie ter beschikking gestelde subsidiebedrag is volledig benut en verkregen.

PRJ1153H Vervanging krooshekreiniger gemaal Willem
Gemaal Willem is een poldergemaal op Noord-Beveland en staat ten zuiden van het dorp Geersdijk aan de rand van het Veerse Meer. Het gemaal heeft voor de instroom een krooshekreiniger staan die ervoor zorgt dat het grove vuil dat voor het krooshek blijft liggen er automatisch uitgehaald wordt. De huidige krooshekreiniger is vervangen door een bovenloopreiniger, zodat het gemaal de komende jaren weer voorzien is van een storingsvrije krooshekreiniger. Dit project is technisch en financieel afgerond in 2022 binnen het beschikbaar gestelde budget en binnen de tijdplanning.

PRJ1153M Inlaat gemaal Zoetwaterplan Rilland
In dit project zou de voortstuwer en de schakelkast voor de zoetwateraanvoer van het inlaatgemaal Rilland vervangen worden. Inmiddels zijn er plannen ontwikkeld om de zoetwateraanvoer fors te vergroten. In afwachting van deze investering is besloten om de voortstuwer te vervangen uit de exploitatie. Dit projectnummer komt zodoende te vervallen.

PRJ1393 OAS-Westerschouwen maatregelen watersysteem fase A
Het project is technisch afgerond conform de oorspronkelijke planning en binnen het beschikbaar gesteld budget.
In dit project zijn maatregelen genomen aan het oppervlaktewatersysteem in het gebied van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Westerschouwen om rioolvreemd water voortaan via het watersysteem in plaats van het rioleringssysteem af te voeren.

PRJ1433E Baggeren en verdiepen Oude Haven '18
In dit baggerproject zijn werkzaamheden verricht die behoren tot het programma 'Baggeren grote wateren'. Tevens is de watergang verdiept, welke een WB21 (juist waterpeil onder extreme omstandigheden) maatregel uit de PWO (Planvorming Water Opgave) betreft.
Het project is met een geringe uitloop van enkele maanden technisch afgerond conform de planning en is ruimschoots binnen het beschikbaar gesteld krediet gebleven. Dit vanwege het feit dat we aanspraak hebben kunnen maken op subsidiegelden vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

PRJ1471 Baggerwerken Dauwendaele/Magistraatweg BOB (Beheer en Onderhoud Bebouwd gebied)
Het werk is in samenwerking met de gemeente Middelburg voorbereid. De baggerwerkzaamheden in Dauwendaele en de Magistraatwijk in Middelburg zijn afgerond. De baggerspecie is in depot gezet in een nieuw aangelegd depot langs de N57. De ingedroogde baggerspecie is gebruikt als afdeklaag voor een voormalige vuilstort locatie. Het werk is binnen de planning en binnen het budget uitgevoerd.

PRJ1503 Bijdrage stedelijke waterplannen 2020
Het project heeft betrekking op een bijdrage voor te nemen maatregelen vanuit de Stedelijke Wateropgave. Voor het boekjaar 2020 zijn er geen bijdragen verstrekt aan gemeenten. Het project komt derhalve te vervallen.

PRJ1505 Bijdrage stedelijke waterplannen 2021
Het project heeft betrekking op een bijdrage voor te nemen maatregelen vanuit de Stedelijke Wateropgave. Voor het boekjaar 2021 zijn er geen bijdragen verstrekt aan gemeenten. Het project komt derhalve te vervallen.

PRJ1519 Voorbereiding gemaal Othene
Het project betreft het onderzoeken of de uitbreiding van de afvoercapaciteit van het afvoergebied Othene mogelijk is binnen de bestaande behuizing van gemaal Othene. Hierbij dient de capaciteit te verhogen met 118% van de huidige gemaalcapaciteit. Deze maatregel is noodzakelijk omdat te vaak te hoge waterstanden optreden om aan de norm te kunnen voldoen in het afvoergebied, met waterschade in onder andere woningen als gevolg. Daarnaast is sprake van geluidsoverlast/geluidshinder voor omwonenden bij een bepaalde waterstand in de Westerschelde door het trillen van de pompen. In deze opdracht moet tevens onderzocht worden hoe we het probleem van geluidsoverlast kunnen oplossen voor de omgeving.
De haalbaarheidsstudie is afgrond binnen het beschikbaar gestelde budget met een uitloop van meer dan 6 maanden.

PRJ1520 Voorbereiding gemaal Nol zeven
Dit project betreft het onderzoek/de haalbaarheidsstudie voor ombouw van sluis Nol Zeven naar een gemaal. De inspectie van het kunstwerk en de haalbaarheidsstudie zijn uitgevoerd. Het voorbereidingsproject is hiermee afgerond. Er wordt een startdocument opgesteld voor de voorbereiding en uitvoering. 
Het project is binnen het beschikbaar gestelde budget en met een uitloop van meer dan 6 maanden afgerond. 

Toelichting belangrijkste afwijkingen bij de onderhanden investeringsprojecten

PRJ1034 PWO WB21/KRW/GGO 14-19
Dit investeringsproject is voorzien voor de planvorming en benodigde onderzoeken voor de Planvorming Water Opgave (PWO) van ons gehele beheergebied. Inmiddels zitten we in de afronding van het laatste PWO gebied West Zeeuws-Vlaanderen en heeft 2022 in het teken gestaan om dit gebied planmatig af te ronden. Het peilbesluit West Zeeuws-Vlaanderen heeft in het 1e kwartaal 2023 ter inzage gelegen. De vaststelling van het definitieve peilbesluit door de AV is voorzien in juni 2023. Tijdens de bestuurlijke en juridische procedure in 2023 zijn geen financiële uitgaven meer te verwachten.
De prognose is dat de financiële afronding zal passen binnen het beschikbaar gestelde krediet en binnen de gestelde tijdsplanning .

PRJ1153I Revisie pompinstallatie gemaal Hellewoud
Gemaal Hellewoud is een poldergemaal op Zuid-Beveland en staat aan de zuidkant van Ellewoutsdijk aan de rand van de Westerschelde. Dit gemaal is in de vijftiger jaren gebouwd en gedurende deze tijd is alleen de elektrische installatie een keer vernieuwd. Nu wordt de gehele pompinstallatie gereviseerd, zodat deze weer de komende jaren storingsvrij kan draaien.
Dit project had in 2022 zowel technisch als financieel afgerond moeten worden. Tijdens het vervangen van de aandrijving van de noodschuif aan de buitenzijde bij de uitstroom is er geconstateerd dat de schuif in een dusdanige slechte staat is dat deze in zijn geheel vervangen moet worden. Hiervoor is in 2022 opdracht gegeven alleen kan de uitvoering niet meer plaatsvinden i.v.m. het stormseizoen. De daadwerkelijke vervanging zal in april 2023 plaatsvinden. Hier is nog een bedrag van ongeveer € 20.000,- mee gemoeid. Als alles goed gaat zal dit project in juni 2023 zowel technisch al financieel en binnen het budget worden afgerond.

PRJ1168C Kruispolder-voorbereiding
Begin 2022 is het duidelijk geworden dat de plannen voor de Herinrichting Kruispolder en de uitbreiding van gemaal Paal zoals voorgesteld in het begrotingsplan vanwege opbarstgevaar geen doorgang konden vinden. In de tweede helft van 2022 zijn we tot een herzien ontwerp gekomen waarbij de gestelde doelen GGOR en KRW binnen de Kruispolder kunnen worden gerealiseerd. De planning is om het werk binnen de Kruispolder uit te voeren voor eind 2024 vanwege de beschikbaarheid van de toegezegde subsidie. De risico's bij de haalbaarheid van de planning zijn de afronding van de vrijwillige kavelruil en de uit te voeren stikstofberekening.
In dit herzien ontwerp is de bouw van het gemaal Paal (WB21 opgaaf) komen te vervallen inclusief de waterloop. Deze WB21 opgaaf wordt nu op een later moment ingevuld door de bouw van een gemaal bij Walsoorden (PRJ1168F). Dit project is in de meerjarenbegroting opgenomen voor uitvoering in 2026.

PRJ1431A Baggeren Vinkenisse-en Bathsekreek '17
Dit project betreft het baggeren van de Vinkenissekreek en Bathsekreek ten behoeve van het verbeteren van de doorstroming (waterkwantiteit WB21, GGOR) en het bereiken van een goede waterkwaliteit (GGOR/KRW). Het zijn twee wateren uit het programma Baggeren grote wateren.
Het project is technisch binnen de planning afgerond. De benodigde nabewerking aan het voormalig baggerdepot ten gevolge van gewasschade, wordt in 2023 opgepakt. Het project wordt binnen het gestelde krediet afgerond.

PRJ1431B Baggeren Domburgse watergang '17
Het project betreft het baggeren van de Domburgse watergang en komt uit het programma Baggeren grote wateren. Het baggeren is uitgevoerd om de afvoercapaciteit te waarborgen (WB21/GGOR).
Het project is technisch binnen de planning afgerond. De benodigde nabewerking van het voormalig baggerdepot ten gevolge van gewasschade, wordt in 2023 afgerond. Het project wordt binnen het gestelde krediet afgerond.

PRJ1431C Baggeren het Koegat '17
Het project betreft het baggeren van het Koegat nabij Vogelwaarde ter verbetering van de doorstroming (waterkwantiteit WB21, GGOR). Het betreft een project uit het programma Baggeren grote wateren.
Het project is technisch binnen de planning afgerond. De totale afronding wacht op de definitieve afwikkeling van een schade aan een woning ten gevolge van de uitvoering. Dit betreft het eigenrisico gedeelte van de CAR verzekering. Het project wordt binnen het gestelde krediet afgerond.

PRJ1456A Uitvoering duikers/stuwen GGOR/WB21 2021
Betreft het aanpassen van het watersysteem door het vergroten/verruimen van waterlopen, duikers en stuwen om daarmee te voldoen aan de normering voor Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en aan de norm voor een Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR). Het betreft een taakstellend budget.
Binnen dit budget zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd met bijbehorende onderzoeken, te verleggen kabels en leidingen:
- 3 kokerduikers (rechthoekige) aangebracht in gebied Walcheren
- 1 kokerduiker (rechthoekige) inclusief stuw in gebied Walcheren
- 15 maatregelen uit de PWO zijn hiervoor uitgevoerd in de PWO gebieden Tholen, Walcheren, Schenge, Zuid-Beveland-Oost en Campen.
Daarnaast zijn er nog gronden aangekocht voor 5 maatregelen in de gebieden Tholen, Campen en Schenge.
Het project is technisch binnen de planning afgerond. Het project wordt begin 2023 financieel afgerond met een overschrijding van minder dan 10% en/of € 250.000,- .

PRJ1459 Baggeren uitwateringskanaal Cadzand
Het project omvat het baggeren van het uitwateringskanaal en Passageule (18 km) nabij Cadzand t.b.v. verbetering waterafvoer en waterkwaliteit. Ook wordt er ca. 12 kilometer aan oeverbeschoeiingen vervangen om de instandhouding van de watergangen te garanderen. Voor het project is een subsidie in het kader van POP3 verkregen. Het project wordt binnen de planning afgerond, de technische oplevering van het project is voorzien in maart 2023. Naar verwachting wordt het project niet binnen het beschikbare krediet afgerond. Er wordt een kleine overschrijding van het (netto) krediet verwacht. De overschrijding blijft hiermee binnen de grens van het netto krediet van 10% met een maximum van € 250.000,-.

PRJ1459A Baggeren Stierskreek
Dit betreft het baggeren van de Stierskreek bij Aardenburg ter verbetering van de waterafvoer en de waterkwaliteit. Voor dit project is een subsidie in het kader van POP3 verkregen.
Het project is technisch binnen de planning afgerond, verwacht wordt dat het project binnen het beschikbaar gestelde krediet wordt afgerond.

PRJ1491B Baggeren grote wateren Bonte Kof
Doelstelling van het project is het verwijderen van de baggerspecie uit de Bonte Kof zodanig dat het te baggeren profiel voldoet aan de eisen/wensen vanuit waterkwantiteits- en waterkwaliteitsoogpunt.
Het baggerwerk is in het derde kwartaal van 2022 stilgelegd, omdat er geen zand in de baggerspecie zat, wat wel voorzien was. Het geplande zand zou uit de baggerspecie gewonnen worden en verhandeld, waardoor er minder GBV (Grootschalige Bagger Verspreiding) depot ruimte nodig was. Inmiddels is er extra depotruimte gevonden en gehuurd. Het werk wordt hierdoor duurder. Er is een aanvullend uitvoeringskrediet aangevraagd en verstrekt in de AV van 16 februari 2023. Het baggerwerk wordt eind februari weer opgestart.

PRJ1498A Vervanging besturing technische installatie Opmaling 21
Dit project behelst het automatiseren en groot onderhoud van stuwen. Hiervoor stonden 14 stuwen op de lijst om uit te voeren. Er zijn 3 stuwen volledig gerenoveerd en 11 stuwen zijn tijdelijk omgebouwd van besturing. Na de tijdelijke ombouw is besloten om niet verder te gaan in verband met ontbrekende personele capaciteit. 2 Stuwen wachten nog op een juiste Auma aandrijving en die worden in mei 2023 verwacht. Het project zal met een uitloop van minder dan 6 maanden en binnen het beschikbaar gesteld budget worden afgerond. 

2.4 Programma Wegen

Overzicht prestaties programma Wegen

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties programma Wegen

Weginspectie, bermen maaien, bomen snoeien, groot onderhoud: er is altijd veel werk aan de weg. Onze buitendienst neemt de dagelijkse zorg op zich. De wegenspecialisten op kantoor maken plannen voor verkeersveiligheid en het groen langs de wegen. Met bijna 4.000 kilometer plattelandswegen is het waterschap een belangrijke wegbeheerder in Zeeland.
(Bron: Strategienota)

Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
Aantal geregistreerde verkeersdoden op waterschapswegen 0-4* 12
Vrijliggende fietspaden voldoen aan de verkeersveiligheidseisen m.b.t. breedte (%) 77% 77%
80km-wegen ingericht volgens EHK (%) 100% 100%
Percentage van de wegen waarvan de kwaliteit van de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor veiligheid >=95% 95%
Percentage van de wegen waarvan de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor comfort >=95% 95%
Percentage van de wegen waarvan de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor aanzien >=94% 94%

Wat doen we om prestaties te realiseren-Algemeen

Terug naar navigatie - Wat doen we om prestaties te realiseren-Algemeen

De wegen en fietspaden van het waterschap liggen in het buitengebied om woningen, bedrijven en percelen te ontsluiten. Daarnaast liggen onze wegen en fietspaden tussen woonkernen om deze te ontsluiten naar wegen van hogere orde. Deze wegen en fietspaden zijn in de loop der jaren aangepast aan de eisen van de tijd. Dat gebeurt nog steeds omdat het buitengebied in beweging is. Dit vanwege toenemende bedrijvigheid of recreatie, of een verkeersonveilige situatie. Dan is het nodig om onze wegen en fietspaden aan te passen, te verbeteren of uit te breiden. We streven daarbij naar een eerlijke verdeling van de kosten met de andere belanghebbenden en geven daar de komende periode verder uitwerking en invulling aan.

We hebben bij de inzet en de besteding van de middelen gefocust op het in stand houden van wat er ligt. De opgaven die er liggen vragen om een risicogestuurde aanpak waarbij de verkeersveiligheid centraal staat. Met de verdere implementatie van assetmanagement is en wordt hier uitwerking en invulling aan gegeven. Dat betekent dat we ons vooral richten op de 13% van onze wegen waarop meer dan de helft van de verkeerslachtoffers valt. Dat zijn de gebiedsontsluitingswegen (GOW) en de belangrijkste erftoegangswegen (ETW-1).

Verkeersveiligheid- Algemeen

Terug naar navigatie - Verkeersveiligheid- Algemeen

- Aantal geregistreerde verkeersdoden op waterschapswegen

We spannen ons zodanig in, dat er zo min mogelijk verkeersslachtoffers zijn. Elk ongeval en elk verkeersslachtoffer is er één teveel. Maar de realiteit is helaas dat er ongelukken plaatsvinden, waarbij soms verkeersslachtoffers vallen. De ambitie van de Zeeuwse wegbeheerders is om maatregelen te treffen die zorgen voor een scherpe daling van het aantal ernstige ongevallen. Onder ernstige verkeersslachtoffers verstaan we ziekenhuisgewonden en doden. Als indicator hanteren we vooralsnog het aantal geregistreerde verkeersongevallen met dodelijke afloop.

Er hebben in 2022 twaalf verkeersongevallen met dodelijke afloop plaatsgevonden op onze wegen. Bij 2 van de ongevallen zijn fietsers verongelukt. 8 van de 12 ongevallen zijn eenzijdige ongevallen, welke voornamelijk op erftoegangswegen 60 km/uur hebben plaatsgevonden. Ten opzichte van de voorgaande jaren zien we een sterke stijging. 

Verkeersveiligheid- Veilige fietsroutes

Terug naar navigatie - Verkeersveiligheid- Veilige fietsroutes

-Vrijliggende fietspaden voldoen aan de verkeersveiligheidseisen m.b.t. breedte

We hebben uitwerking gegeven aan de beleidsnotitie Verkeersveiligheid. Met de vastgestelde prioritering hebben we invulling gegeven aan de aanpak van de in de notitie benoemde knelpunten. In 2022 hebben we het fietspad langs de Langendijk bij Scharendijke verbreed. Het resultaat is dat op dit moment 77% van onze vrijliggende fietspaden beschikt over de juiste breedte.

Verkeersveiligheid- Veilige inrichting van de weg

Terug naar navigatie - Verkeersveiligheid- Veilige inrichting van de weg

- 80km-wegen ingericht volgens EHK (Essentiële Herkenbaarheidskenmerken %)

Alle 80km-wegen, behalve de Muidenweg bij Wolphaartsdijk, zijn ingericht volgens de Essentiële HerkenbaarheidsKenmerken (EHK). Er is besloten om de Muidenweg af te waarderen naar een 60-km weg. De afwaardering laat nog even op zich wachten aangezien de definitieve ontsluiting van het Waterpark Veerse Meer alsook de routering van het bouwverkeer voor dit park nog niet vastligt. Zodra hierover duidelijkheid is nemen we de maatregelen om de weg af te waarderen.

Verkeersveiligheid- Veilige staat van de weg

Terug naar navigatie - Verkeersveiligheid- Veilige staat van de weg

-Percentage van de wegen waarvan de kwaliteit van de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor veiligheid

Door het uitvoeren van het beheer en onderhoud hebben we ervoor gezorgd dat de staat van de weg (inclusief bermen, beplanting en kunstwerken) geen gevaar voor de weggebruikers heeft opgeleverd. Hierbij heeft de staat van de bermen en de beplanting specifiek onze aandacht gekregen. Dit blijkt immers een kritische factor bij het ontstaan van veel eenzijdige ongevallen. De staat van de (weg)verharding en beplantingen is grotendeels in beeld. We hebben de staat van de kunstwerken in onze wegen beter in beeld gebracht maar zijn daar nog niet mee gereed. Ook aan het afzetten van de staat van de kunstwerken tegen de landelijke veiligheidsnormen en het prioriteren van de opgaven voor wat betreft beheer en onderhoud op basis van risico, beschikbare capaciteit en middelen moet nog verder invulling worden gegeven.

De Zeeuwse samenwerking voor de gladheidbestrijding hebben we voortgezet. In 2022 zijn partijen een nieuwe, langdurige samenwerkingsovereenkomst aangegaan, waarbij we ons laten ontzorgen door Rijkswaterstaat.

Vooralsnog hanteren we de landelijke CROW-eisen voor de kwaliteit van de verharding van de weg als indicator voor de veilige staat van de weg. Om de kwaliteit van de verhardingen in beeld te brengen zijn vanaf mei tot aan oktober de GLObale VISuele (GLOVIS) inspecties uitgevoerd. In oktober zijn deze inspecties afgerond en zijn de PI’s met betrekking tot de kwaliteit van de verharding met behulp van het beheersysteem OBSURV berekend. Door de afgelopen zeer droge zomer is er sprake geweest van droogteschade. Ook deze schades zijn in beeld gebracht. In 2022 is het deklagenbestek vanwege de hoge prijzen voor asfalt niet op de markt gezet. Desondanks voldoet de kwaliteit van de verharding ten aanzien van veiligheid nog net aan de gestelde eisen. 

De kwaliteit van de verharding gaat al jaren langzaam achteruit. We verwachten dat deze trend zich voortzet en we op een gegeven moment maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat we onder de gestelde doelen zakken.

Verkeersveiligheid- Veilig rijgedrag

Terug naar navigatie - Verkeersveiligheid- Veilig rijgedrag

Weggebruikers vertonen veilig rijgedrag doordat zij zich bewust zijn van wat er van hen verwacht wordt qua snelheid, te volgen route en gedrag. Verwachtingsmanagement, verkeerstellingen alsook verlenen van ontheffingen en het nemen van verkeersbesluiten zijn hier input voor. We hebben het afgelopen jaar samengewerkt met de andere Zeeuwse wegbeheerders om veilig rijgedrag te bevorderen en zetten deze samenwerking voort.

Bereikbaarheid

Terug naar navigatie - Bereikbaarheid

Onder bereikbaarheid verstaan we dat een bestemming door het daarvoor bestemde verkeer binnen een redelijke tijd en via een geschikte weg kan worden bereikt. Als norm voor redelijke tijd wordt er van uit gegaan dat de inrichting van ons wegennet zodanig is dat automobilisten uit de grotere kernen (>1.000 inwoners) binnen 10 minuten op het hoofdwegennet kunnen zijn en tegelijkertijd ook de andere weggebruikers binnen redelijke tijd hun bestemming kunnen bereiken. Bij de inrichting van ons wegennet, het beheer en onderhoud daaraan alsook de advisering inzake plannen van derden hebben we hier rekening mee gehouden.

Omgeving

Terug naar navigatie - Omgeving

De weg is aantrekkelijk voor de weggebruiker, geeft minimale overlast voor de omgeving en past in het landschap.

- Percentage van de wegen waarvan de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor comfort
- Percentage van de wegen waarvan de verharding voldoet aan de CROW-eisen voor aanzien 

Wegen nemen in het Zeeuwse landschap een prominente plaats in. Inwoners hebben dan ook veel aandacht voor de uitstraling van deze wegen, waarbij naast de wegverharding ook de bermen inclusief de beplanting een belangrijke rol spelen. Goed rentmeesterschap ten aanzien van natuurwaarden, landschappelijke waarden en cultuurhistorische waarden is hierbij het uitgangspunt. We houden rekening met de biodiversiteit en kwetsbaarheid voor ziekten. We werken aan een norm om de beeldkwaliteit van het totale wegbeeld te kunnen vaststellen en daaraan te kunnen toetsen. De verwachting is dat die norm niet eerder dan in 2024 beschikbaar zal zijn. Tot die tijd hanteren we de landelijke CROW-eisen voor comfort en aanzien van de verharding van de weg als indicatoren voor wat betreft de omgeving.

Om de kwaliteit van de verhardingen in beeld te brengen zijn vanaf mei tot aan oktober de GLObale VISuele (GLOVIS) inspecties uitgevoerd. In oktober zijn deze inspecties afgerond en zijn de PI’s met betrekking tot de kwaliteit van de verharding met behulp van het beheersysteem OBSURV berekend. Door de afgelopen zeer droge zomer is er sprake geweest van droogteschade. Ook deze schades zijn in beeld gebracht. In 2022 is het deklagenbestek vanwege de hoge prijzen voor asfalt niet op de markt gezet, maar doorgeschoven naar 2023. Mede hierdoor is de kwaliteit van de verharding met betrekking tot aanzien onder de eis van 94% gezakt. De kwaliteit van de verharding ten aanzien van comfort voldoet nog net aan de gestelde eisen.

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2022
Externe kosten 15.783 12.616 12.194
Externe opbrengsten -16.695 -17.946 -18.029
Personeelskosten 4.119 4.585 4.322
Rente en afschrijving 2.869 2.874 2.899
Netto kosten programma Wegen 6.076 2.129 1.386

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

Het grootste deel van de externe kosten is besteed aan onderhoud (en verbetering) van wegen en dan met name aan de verharding en bermen inclusief de aanwezige beplanting. Daarnaast is onderhoud uitgevoerd aan kunstwerken in wegen en aan voorzieningen vanuit verwante belangen (o.a. recreatie). Een andere belangrijke pijler is de verkeersveiligheid. Meest in het oog springend is hierbij de uitvoering van gladheidbestrijding. Daarnaast zijn maatregelen uitgevoerd om knelpunten op te lossen en is onderhoud uitgevoerd aan wegmeubilair, verlichting en markeringen. Vanuit de calamiteitenbestrijding wordt het waterschap steeds meer geconfronteerd met illegale lozingen en dumpingen, waarbij de kosten lastig te verhalen zijn.

De externe kosten zijn op totaalniveau ongeveer 3,3% lager dan begroot. Hieronder een toelichting op de belangrijkste verschillen tussen de begroting en werkelijke kosten in 2022.

De kosten in het kader van beleidsontwikkeling zijn dit jaar lager dan begroot. Er zijn bijdragen geleverd aan de GGA (GebiedsGerichte Aanpak) Borsele en GGA Walcheren. Daarnaast is een studie uitgevoerd voor de gebiedsontsluiting van het Veerse Meer en is een bijdrage geleverd aan het verkeersmodel Schouwen-Duiveland.

De kosten voor overdrachten van wegen zijn hoger dan geraamd door overdrachten van het waterschap aan de gemeenten Sluis en Hulst waarvoor een gewenningsbijdrage is betaald. Een derde overdracht van Rijkswaterstaat aan het waterschap, waarvoor wij een gewenningsbijdrage ontvangen en gepland was voor 2022, heeft nog niet kunnen plaatsvinden. 

De kosten voor groot onderhoud van wegverhardingen zijn iets hoger dan begroot. De overschrijding van het budget is voornamelijk het gevolg van extra uitgevoerde verhardingsonderzoeken. Voor de komende 2 jaar zijn nu al onderzoeken uitgevoerd in plaats van de gebruikelijke 1-jaars voorbereiding. Een groot deel van dit budget (€ 4,4 miljoen) is via de 4e begrotingswijziging toegevoegd aan de bestemmingsreserve “uitgestelde werken”. In het voorjaar van 2022 was het namelijk niet mogelijk om het deklagenbestek aan te besteden, als gevolg van de extreme prijsschommelingen voor asfalt. Deze werkzaamheden zijn verschoven naar 2023. 

De kosten voor kunstwerken, wegmeubilair en verlichting zijn vanwege onderbezetting op de afdeling lager dan begroot. Als gevolg van prioritering van werkzaamheden binnen de beschikbare capaciteit konden er minder opdrachten voor onderhoudswerkzaamheden worden opgesteld. Deze onderbezetting is inmiddels grotendeels opgelost. Ook voor groot onderhoud aan beplanting zijn de kosten lager dan begroot. Door capaciteitsproblemen bij de gecontracteerde aannemers is een deel van het in 2022 in opdracht gegeven rooi- en plantwerk verschoven naar 2023.

De extreme prijsstijgingen hebben veel invloed gehad op de uitvoering van klein onderhoud aan wegverhardingen, wegbermen en beplanting. Vanwege de tussentijdse begrotingswijziging en omdat op tijd is geanticipeerd op de prijsstijgingen is er per saldo voor het onderhoud geen sprake van een grote overschrijding ten opzichte van de begroting. Gevolg is uiteraard wel dat er iets minder onderhoud is uitgevoerd dan normaal. 

In het kader van wegenverkeersveiligheid is dit jaar aan de Jacobadijk in Kamperland een wegversmalling gerealiseerd en zijn op de Hulsterseweg te Axel as-verspringingen aangebracht. Andere geplande maatregelen zijn uitgesteld naar 2023 als gevolg van het uitstellen van het onderhoud van verhardingen. De maatregelen in het kader van verkeersveiligheid worden altijd uitgevoerd in combinatie met deze werkzaamheden. 

De kosten voor de gladheidbestrijding zijn dit jaar ongeveer 9% lager dan begroot. De weersomstandigheden zijn hierbij altijd de bepalende factor. Zo zijn er in de periode januari tot april 2022 relatief weinig strooiacties uitgevoerd en in de maanden oktober tot en met december zijn er als gevolg van de lagere temperaturen juist weer meer strooiacties uitgevoerd dan gebruikelijk.

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

In de begroting is de bijdrage vanuit het gemeentefonds voor onderhoud aan wegen in volume de grootste post. Daarnaast zijn er kleinere bedragen begroot voor werkzaamheden voor derden. De extra opbrengsten bestaan grotendeels uit hogere opbrengsten van werken voor derden en ontvangen schadevergoedingen na aansprakelijkheidsstellingen bij calamiteiten.

In oktober is op basis van de septembercirculaire 2022 het groeipercentage van de wegenuitkering voor 2022 geactualiseerd. Het voorlopig groeipercentage was op basis van de septembercirculaire 2021 0,8%, het definitieve percentage bedraagt 8,00% voor 2022. De hogere opbrengst voor 2022 bedraagt € 1.191.000,-. Deze hogere bijdrage is via de 4e begrotingswijziging toegevoegd aan de algemene reserve.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - Personeelskosten

De totale personeelslasten op dit programma vallen ruim 5% lager uit dan bij de begroting ingeschat. Voor het programma wegen is een formatie begroot van 46,5 fte waarvan eind 2022 1,7 fte niet is ingevuld. Er is vanwege de vacatureruimte in 2022 extra ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren. De extra inhuurkosten vallen € 0,15 miljoen hoger uit. Hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel van € 0,4 miljoen. 

Investeringen Programma Wegen

Terug naar navigatie - Investeringen Programma Wegen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2022 bruto t/m 2022 subs t/m 2022 netto netto in 2022
3 programma wegen
Financieel afgerond
PRJ1462 Reconstructies wegen 2021 1-6-2022 1-6-2022 1.586 1.586 1.590 -9 1.581 145
PRJ1514A Gr.onderh.kunstwerken wegen 2021 1-5-2022 1-5-2022 596 596 646 646 581
totaal financieel afgerond 2.182 2.182 2.236 -9 2.227 726
Onderhanden investeringen
PRJ1299 Fietspad Roterij-Zuiddijk(Dreischor) 31-12-2024 1-12-2024 1.100 1.100 412 412 180
PRJ1497A Herinrichting Wijkhuijsweg 1-6-2021 1-5-2021 573 573 548 -17 531 12
PRJ1497B Verbr.Bunkerpad en fietspad Zwaanweg 1-12-2021 1-6-2022 652 652 760 -283 476 4
PRJ1497C Verbreding fietspad Langendijk 1-12-2022 1-10-2022 519 -159 360 338 -121 217 171
PRJ1497D Gebiedsgerichte aanpak Borsele-Oost 1-12-2022 1-12-2022 459 -195 264 427 -172 255 179
PRJ1497K Fietspad Zanddijk/GGA 31-12-2025 1-12-2027 650 650
PRJ1500 Landbouwroute Kamperland 1-11-2020 1-6-2021 1.255 -686 569 1.138 -633 505 58
PRJ1525 Reconstructies wegen 2022 1-6-2023 1-6-2023 2.585 2.585 1.953 1.953 1.770
PRJ1554 Reconstructies Wegen 2023 31-12-2023 1-12-2023 2.345 2.345 183 183 180
totaal onderhanden investeringen 10.138 -1.040 9.098 5.758 -1.226 4.533 2.553
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1462A Reconstructie Vrijstraat Sas v. Gent 20 7 7
PRJ1497E Verbr.fietspaden Klaasses- en Werend 1-12-2024 125 132 132 119
PRJ1497F Verbreding fietspad Doeleweg 1-12-2024 110 20 20 20
totaal algemeen voorbereidingskrediet 255 159 159 139
Intern in voorbereiding
PRJ1514B Gr.onderhoud kunstwerken wegen 2025
totaal intern in voorbereiding
Totaal programma wegen 12.575 -1.040 11.280 8.154 -1.235 6.919 3.417

Toelichting investeringen

Terug naar navigatie - Toelichting investeringen

Toelichting investeringen financieel afgerond

PRJ1462 Reconstructies wegen 2021
Voor de wegreconstructies wordt jaarlijks een investeringsbudget van € 2.345.000,- beschikbaar gesteld. Een deel van het beschikbare krediet voor 2021 was in 2020 al gereserveerd voor de projecten Landbouwroute Kamperland en Vrijstraat Sas van Gent waardoor er voor de wegreconstructies 2021 nog € 1.586.000,- beschikbaar was. Binnen dit budget zijn het fietspad Valkenisseweg te Valkenisse, de Noldijk te Ovezande, het fietspad Watervlietseweg te IJzendijke, het fietspad Wilgenhoekweg te Serooskerke en de Krommeweg te Rilland gereconstrueerd. Deze werken waren in 2021 grotendeels technisch afgerond en zijn in 2022 na afloop van de onderhoudstermijn financieel afgerond. 

PRJ1514A Groot onderhoud kunstwerken wegen 2021
Binnen dit project is er groot onderhoud uitgevoerd aan de brug in de Zwinstraat te Retranchement, twee fietsbruggen aan de Hogelandseweg te Grijpskerke en de vijf bruggen die langs de Paalseweg tussen Paal en Graauw liggen. Om de komende 30 jaar te kunnen blijven voldoen aan de minimaal vereiste constructieve veiligheid was groot onderhoud nodig. Het ging hierbij met name om het herstellen en conserveren van leuningen en het beton, het vervangen van de oeverbescherming bij de landhoofden en het vervangen van het brugdek of het aanbrengen van een oppervlaktebehandeling. Het project is conform planning gerealiseerd. Het krediet is als gevolg van gestegen prijzen voor materialen overschreden maar is binnen de maximale overschrijding van 10% gebleven.

Toelichting bij de onderhanden investeringsprojecten

PRJ1299 Fietspad Roterijdijk-Zuiddijk (Landbouwroute Dreischor)
In dit project wordt een fietspad aangelegd langs de Roterij- en de Zuiddijk tussen de aansluiting met de Kloosterweg (N654) bij Schuddebeurs en de aansluiting met de Bogerdweg bij Dreischor. De aanleg van het fietspad wordt gecombineerd met de herinrichting van aansluitingen met de aanliggende wegen en tevens worden een aantal wegen (deels) verbreed. Door de aanpassingen wordt de verkeersveiligheid van fietsers verbeterd en wordt het doorgaande verkeer, dat in de huidige situatie door Dreischor rijdt, om het dorp heen geleid. De grondverwerving is inmiddels afgerond. Voor de uitvoering is een Europese subsidie aangevraagd in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3) en een Rijkssubsidie in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022-2023. Daarnaast is een financiële bijdrage gevraagd aan de gemeente Schouwen-Duiveland. Het project is momenteel nog in voorbereiding en zal naar verwachting eind 2023 worden aanbesteed waarna de werkzaamheden in 2024 worden uitgevoerd.

PRJ1497A Herinrichting Wijkhuijsweg
Het project betreft het herinrichten en verbreden van de Wijkhuijsweg bij Oostkapelle. De herinrichting en verbreding wordt gecombineerd met groot onderhoud. Bij de herinrichting zijn onder andere grasbetontegels geplaatst, diverse passeerstroken aangelegd en is een deel van de asfaltverharding in een afwijkende grijze kleur uitgevoerd waarmee een fietsstrook is ontstaan. Voor de herinrichting is in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 een subsidie aangevraagd bij het Rijk. Het project is technisch in 2021 afgerond en gerealiseerd binnen het beschikbare krediet. De financiële afronding vindt plaats in 2023 na de vaststelling van de subsidie.

PRJ1497B Verbreden Bunkerpad en fietspad Zwaanweg
In dit project zijn het fietspad Bunkerpad van Middelburg naar Vlissingen en het fietspad Zwaanweg bij Koudekerke verbreed naar 3,5 meter. Het fietspad Bunkerpad is op 18 juni 2021 opgeleverd en het fietspad Zwaanweg is op 25 november 2021 opgeleverd. Voor het verbreden van deze fietspaden is ook een subsidie aangevraagd in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 bij het Rijk. Het project is technisch in 2021 afgerond en gerealiseerd binnen het beschikbare krediet. De financiële afronding vindt plaats in 2023 na de vaststelling van de subsidie.

PRJ1497C Verbreding fietspad Langendijk
Het fietspad langs de Langendijk tussen Scharendijke en Den Osse is onderdeel van het utilitaire fietsnetwerk. Dit betekent dat het fietspad veel bereden wordt en verbreed moet worden om de verkeersveiligheid te waarborgen. Het fietspad had een breedte van 2.75m en is in 2022 over de volledige lengte van 1700m verbreed naar 3.50m. Voor het verbreden van dit fietspad is ook een subsidie aangevraagd in het kader van de Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2020-2021 bij het Rijk. Het project is technisch afgerond in 2022 en momenteel loopt de onderhoudstermijn nog. De financiële afronding vindt plaats in 2023 na de vaststelling van de subsidie.

PRJ1497D Gebiedsgerichte aanpak Borsele-Oost
Door de groei van bedrijven stijgt de verkeersintensiteit rondom Hoedekenskerke. Het gaat hierbij zowel om toeristen als vrachtverkeer die elkaar over delen van het traject moeten passeren. Om de verkeersveiligheid te waarborgen zijn wij in het najaar van 2022 gestart met de volgende werkzaamheden:
-    Verbreding van de wegen om de mogelijkheid tot passeren te verbeteren
-    Instellen van adviessnelheden op onoverzichtelijke wegdelen
-    Aanpak van twee kruispunten om de oversteek van voetgangers veiliger te maken
Dit project is uitgevoerd in samenwerking met de provincie Zeeland en de gemeente Borsele. Ook deze partijen voeren werkzaamheden uit om de verkeersveiligheid in het gebied te optimaliseren. De gemeente Borsele heeft voor het onderdeel verbreden van de wegen een financiële bijdrage aan het waterschap toegezegd.
De eerste fase van het project is gereed. De tweede fase (groot onderhoud aan de weg) vind plaats in het voorjaar van 2023. De financiële afronding volgt na afloop van de onderhoudstermijn in 2023. De verwachting is dat het project binnen het beschikbaar gestelde krediet wordt uitgevoerd.

PRJ1500 Landbouwroute Kamperland
Dit project bestaat uit een drietal onderdelen:
1. Het zorgen voor een optimale bereikbaarheid van de mestsilo aan de Schaapskooiweg en de landbouwpercelen rondom de mestsilo. Hiervoor worden diverse wegen in de omgeving van Kamperland verbreed en versterkt.
2. Het verhogen van de bereikbaarheid van de landbouwpercelen rondom Kamperland en daarmee verbeteren van het Kwaliteitsnetwerk Landbouwverkeer Zeeland. Hiervoor worden diverse wegen verbreed en versterkt en een kruispunt aangepast.
3. Het verhogen van de veiligheid en verminderen van de overlast op de Stekeldijk bij Plankendorp door het uitbuigen van de weg. 
Dit project was in 2020 al grotendeels technisch afgerond. Alleen bij het kruispunt Ruiterplaatweg moest eerst een voorbelasting aangebracht worden omdat het kruispunt een zettingsgevoelige ondergrond heeft. In het tweede kwartaal van 2021 is de voorbelasting verwijderd en zijn de werkzaamheden aan het kruispunt afgerond waarmee het project in juni 2021 volledig technisch is opgeleverd. De verantwoording voor de POP3-subsidie is eind 2021 ingediend en begin 2022 vastgesteld. Op één locatie moet er nog herstelwerk worden uitgevoerd in het 2e kwartaal 2023. Daarna kan het project financieel worden afgerond. De verwachting is dat het project binnen het beschikbaar gestelde krediet wordt afgerond.

PRJ1525 Reconstructies wegen 2022
Voor de wegreconstructies wordt jaarlijks een investeringsbudget van € 2.345.000,- beschikbaar gesteld. Voor het jaar 2022 bestaat het project uit twee deelprojecten:
-    reconstructie Kapelleweg-Ringdijk te Scharendijke
-    reconstructie Olmendijkweg te Philippine
Tijdens de voorbereidingen begin 2022 bleek dat de kosten voor de reconstructies hoger zouden worden dan het beschikbaar gestelde budget. In de AV van 7 april 2022 is dan ook een aanvullend krediet aangevraagd en verstrekt waarmee het budget werd verhoogd naar € 2.585.000,-. Het werk aan de Kapelleweg Ringdijk is op 7 december 2022 opgeleverd en het werk aan de Olmendijkweg is op 1 november 2022 opgeleverd. De onderhoudstermijn van beide reconstructies loopt door in 2023 waarna het project financieel kan worden afgerond. De prognose is dat de financiële afronding zal passen binnen het beschikbaar gestelde krediet. 

Toelichting investeringen algemeen voorbereidingskrediet

PRJ1462A Reconstructie Vrijstraat (Sas van Gent)
De uitvoering van deze reconstructie stond gepland in 2024 en wordt mede gefinancierd vanuit de gemeente Terneuzen en de gemeente Assenede (B). Echter de gemeente Assenede heeft aangegeven pas vanaf 2025 over krediet te kunnen beschikken. Dit betekent dat ook de werkzaamheden vanuit de scope van het waterschap en de gemeente Terneuzen doorschuiven naar 2025 of later. Door middel van het uitvoeren van (klein) onderhoud wordt ervoor gezorgd dat er in de tussenliggende periode geen gevaarlijke situaties ontstaan.

PRJ1497E Verbreden fietspaden Klaassesweg en Werendijkseweg
In 2024 willen we het fietspad en de rijbaan van de Werendijkseweg en de Klaassesweg ten zuidoosten van Zoutelande verbreden. Het fietspad wat hierop aansluit tussen de Bergweg en de Strandweg wordt ook verbreed. De verbreding van de fietspaden volgt uit de beleidsnotitie Verkeersveiligheid en de prioriteringssystematiek die is opgesteld voor de projecten die volgen uit deze beleidsnotitie. De fietspaden hebben een breedte van 2,30 meter en worden verbreed naar 3,50 meter. De rijbaan wordt verbreed van 3,50 meter naar 5,50 meter

PRJ1497F Verbreding fietspad Doeleweg
Het project omvat de verbreding van het fietspad langs de Doeleweg tussen de bebouwde kom van Middelburg en de bebouwde kom van Arnemuiden. Het pad heeft een breedte van 2,70 meter en een lengte van circa 1.345 meter. Het pad is onderdeel van het provinciale utilitaire fietsnetwerk en dient te worden verbreed naar 3,50 meter. Dit betekent een verbetering van de verkeersveiligheid en verkleint de kans op verkeersongevallen. Het project staat op de planning om in 2024 te worden gerealiseerd.

2.5 Programma Afvalwaterketen

Overzicht prestaties programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties programma Afvalwaterketen

Soms is ons werk onzichtbaar en valt het pas op als we ons werk niet goed doen. Zo lijkt het de normaalste zaak van de wereld dat afvalwater ‘gewoon’ wegstroomt via het afvoerputje. Op onze 15 rioolwaterzuiveringen wordt 24 uur per dag het afvalwater gezuiverd. Met oog voor duurzaamheid, innovatie en energiebesparing. (Bron: Strategienota)

Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
Rioolgemalen voldoen aan de afnameverplichting (%) 98,0% 97,7%
Lozingen per jaar via overstorten door falen van het afvalwatersysteem 0 11
Zuiveringen voldoen aan de lozingseisen (%) 100% 99,1%

Gezuiverd afvalwater- Voldoende capaciteit

Terug naar navigatie - Gezuiverd afvalwater- Voldoende capaciteit

Getransporteert afvalwater: 
Voldoende capaciteit
-Doelstelling rioolgemalen voldoen aan de afnameverplichting (98%)

Door de gemeenten wordt stedelijk afvalwater in gemeentelijke rioleringen ingezameld en afgevoerd naar een overnamepunt. Vanaf de overnamepunten transporteren wij het afvalwater met rioolgemalen via persleidingen naar één van onze rioolwaterzuiveringen. Met de gemeenten hebben we afspraken gemaakt over hoeveel afvalwater ons systeem kan transporteren. Deze afspraken hebben we vastgelegd in een afnameverplichting. 
De capaciteit van onze rioolgemalen wordt jaarlijks beoordeeld. Gemiddeld over het hele waterschapsgebied voldeden onze rioolgemalen voor 97,7% aan de afgesproken capaciteitsafspraken. Daarmee is de doelstelling niet gehaald. Dit wordt onder andere veroorzaakt door uitstel van renovatieprojecten.

-Doelstelling lozingen per jaar via noodoverlaten door falen van het afvalwatersysteem vindt niet plaats

Naast het op orde hebben en houden van de capaciteit van ons systeem, is het ook belangrijk dat het systeem goed functioneert. Ons beheer en onderhoud is er op gericht dat zich geen situaties voordoen waarbij we ongezuiverd afvalwater lozen door het falen van ons systeem.
Desondanks is het in 2022 11 maal voorgekomen dat door technisch of menselijk falen afvalwater is geloosd op het oppervlaktewater. Zes maal heeft het systeem gefaald door storingen en incidenten en vijf maal tijdens onderhoudswerkzaamheden of realisatie van projecten. In een aantal gevallen is door het afvoeren van het afvalwater door middel van vrachtwagens de milieuschade beperkt. Meestal gaat het dan om door regenwater sterk verdund afvalwater. Ten opzichte van 2021 is dit een lichte daling, maar ten opzichte van de jaren daarvoor ligt het aantal noodoverlaten nog te hoog. Dat komt  doordat er zich daadwerkelijk meer incidenten hebben voorgedaan die ondanks de 24-uurs-storingsdienst niet op tijd konden worden verholpen om een lozing te voorkomen. De achterliggende oorzaken zijn naast achterstand van renovatieprojecten een krappe personele bezetting.  

Gezuiverd afvalwater- Zuiveren van afvalwater

Terug naar navigatie - Gezuiverd afvalwater- Zuiveren van afvalwater

Zuiveren van afvalwater
-Zuiveringen voldoen aan de lozingseisen (100%)

Het rioolwater dat in onze rioolwaterzuiveringen (rwzi's) gezuiverd wordt, lozen we op het oppervlaktewater. Voor elke rioolwaterzuivering zijn in een vergunning lozingseisen vastgelegd. Dit betreft individuele eisen per rioolwaterzuivering en eisen voor de verwijdering van fosfaat en stikstof voor het hele waterschap. Wij streven ernaar om volledig aan de lozingseisen te blijven voldoen. 
De totale stikstofverwijdering van alle rwzi's is in 2022 uitgekomen op 83,5% en de totaal fosfaatverwijdering is 82,9% en dat was in 2021 nog maar 73,1%. Voor beide geldt dat de we in 2022 weer aan de gestelde norm hebben voldaan.
De rwzi Breskens heeft in 2022 één keer niet voldaan aan de lozingseisen, doordat het voortschrijdend jaargemiddelde voor fosfaat net boven de norm van 2 mg/l kwam. Ten opzichte van voorgaande jaren is dit een sterke verbetering. Tijdens de verbouwing op de rwzi Retranchement is het voortschrijdend jaargemiddelde voor fosfaat negen keer net boven de norm van 2 mg/l gekomen. De fosfaatverwijdering met behulp van ijzerzouten kon tijdens de verbouwing niet plaatsvinden.
Op de rwzi Terneuzen is de norm voor onopgeloste bestanddelen twee keer overschreden. De oorzaak van deze slibuitspoeling is niet geheel duidelijk. Vaak wordt slibuitspoeling waargenomen tijdens regen. Daar was hier echter geen sprake van.
Op de rwzi Willem Annapolder is de norm voor onopgeloste bestanddelen één keer overschreden. Deze slibuitspoeling is wel een gevolg van een hoge aanvoer onder regenweeromstandigheden. Het voldoen aan lozingseisen komt daarmee uit op 99,1%. Hiermee is niet voldaan aan de gestelde norm van 100%, maar ten opzichte van 2021 is dit een sterke verbetering (96,4%).

Gezuiverd afvalwater- Verwerken van reststromen

Terug naar navigatie - Gezuiverd afvalwater- Verwerken van reststromen

Verwerken van reststromen 
Na het zuiveren van afvalwater blijven enkele reststromen over, zoals zuiveringsslib. Waar doelmatig, benutten we deze reststromen voor het terugwinnen van energie. We zorgen voor een duurzame verwerking van al het zuiveringsslib. Hiervoor hebben we een deelneming in de Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). Deze deelneming zetten we voort.
In 2022 hebben 23.846 ton slib afgezet bij de SNB. Een deel van het geproduceerde slib van het waterschap afkomstig van de rwzi Sint Maartensdijk en Tholen wordt verwerkt op de rwzi Bath van het waterschap Brabantse Delta. Dit slib wordt daar vergist en vervolgens wordt ca. 350 ton vanuit rwzi Bath afgezet bij de SNB.

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2022
Externe kosten 12.088 12.642 12.444
Externe opbrengsten -1.687 -1.264 -1.697
Personeelskosten 5.961 6.736 6.005
Rente en afschrijving 10.708 10.545 10.758
Netto kosten programma Afvalwaterketen 27.070 28.659 27.510

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

Het grootste deel van de externe kosten omvat het beheer en onderhoud van de transportstelsels, rioolwaterzuiveringsinstallaties en slibverwerkingsinstallaties. De andere component betreft het transporteren en verwerken van slib en overige restproducten. Een relatief gering deel van de kosten wordt gebruikt voor onderzoek en advisering gerelateerd aan beleidsontwikkeling. De totale externe kosten zijn in 2022 1,6% onderschreden. De grootste afwijkingen worden hieronder beschreven. 

Beleid, planontwikkeling en ondersteuning (onderschrijding 0,7%)
De uitgaven voor eigen plannen Afvalwaterketen vallen lager uit door niet uitgevoerde of uitgestelde plannen zoals beleid hergebruik effluent en opstellen beleidsnota. Door vertraging in de systeemkeuze rwzi Kloosterzande zijn de uitgaven in 2022 lager dan begroot. In 2023 worden deze werkzaamheden afgerond. De collectieve bijdrage aan het robuust slibplan van de UvW was niet begroot. Lagere laboratoriumkosten doordat we door onder andere te late levertijd van analyses geld terug hebben ontvangen op onze laboratoriumkosten. 

Technisch Onderhoud (overschrijding 3,3%)
Tussen de budgetten bij installaties en zuiveringen is gedurende het jaar, in overleg, geschoven met budgetten om zo optimaal mogelijk het geplande onderhoud te realiseren in de turbulente markt in 2022. De overschrijdingen bij de uitgaven zijn vooral veroorzaakt door de fors hogere kosten van materialen en onderhoud door derden door de Covid perikelen en de oorlog in de Oekraïne.

Beheer & Procesvoering Installaties (onderschrijding 1,9%)
Er is getracht de jaarplanning van het technisch onderhoud te realiseren. De onderhoudsbudgetten zijn 0,8% onderschreden. Dit is inclusief 3 uitgestelde werken (0,6%) welke in januari 2023 in plaats van december 2022 zijn uitgevoerd. De beheerskosten installaties zijn 1,1% onderschreden vooral door lagere energiekosten (0,9%).

Beheer & Procesvoering zuiveringen (onderschrijding 2,4%)
Lagere uitgaven bij beheer zuiverings- en slibinstallaties( onderschrijding 3,4%). Vooral de uitgaven voor chemicaliën zijn lager dan begroot. Dit doordat bij de berekening benodigd extra budget bij de bestuursmonitor mei 2022 door de extreme prijsstijgingen geen rekening was gehouden met de nog beschikbare voorraden. 
De kosten voor slibverwerking zijn hoger (overschrijding 1,3%) dan de gewijzigde begroting 2022 (bestuursmonitor mei 2022) doordat de prijsstijgingen, voornamelijk bij SNB, nog hoger zijn uitgekomen dan gedurende 2022 geprognotiseerd.

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten die in de begroting zijn opgenomen, zijn bijdragen en vergoedingen in het kader van samenwerking in de afvalwaterketen en/of werkzaamheden voor derden. De totale externe opbrengsten vallen 34,3% hoger uit ten opzichte van de gewijzigde begroting 2022. De grootste afwijkingen worden hieronder beschreven. 

Beleid, planontwikkeling en ondersteuning (overschrijding 21,7%)
De begrote vergoeding voor de uitgevoerde Covid bemonsteringen vanuit het Rijk is te laag inschat in 2022 en daarnaast was de afrekening 2021 niet begroot, in totaal 16,2% onderschrijding. In de begroting is geen rekening gehouden met een positieve reserve SAZ+ uit voorgaande jaren/ verrekening regenradar (5,4%).  

Technisch Onderhoud (onderschrijding 3,3%)
In de begroting 2022 is geen rekening gehouden met de door gemeente Middelburg betaalde kosten. Hierdoor zijn er minder opbrengsten dan begroot. 

Beheer & Procesvoering Installaties (overschrijding 4,7%)
Door niet begrote bijdrage van Rijkswaterstaat voor uitvoering verleggen leidingen bij de wegverbetering N57/N59 en werkzaamheden bij de Westerscheldetunnel hogere opbrengsten. 

Beheer & Procesvoering zuiveringen (overschrijding 11,5%)
Er is in 2022 meer slib door Evides aangeleverd dan verwacht (5,7%). Verder zijn er iets hogere inkomsten (doorbelasting energiekosten) van de MBR op de zuivering Terneuzen(2,5%) door hogere energiekosten in 2022.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - Personeelskosten

De totale personeelslasten op dit programma vallen bijna 11% lager uit dan bij de begroting ingeschat. Voor het programma afvalwaterketen is een formatie begroot van 91,5 fte waarvan eind 2022 6,6 fte niet is ingevuld. Er is vanwege de vacatureruimte in 2022 extra ingehuurd om de werkzaamheden uit te voeren. De extra inhuurkosten vallen € 0,3 miljoen hoger uit. Hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel van € 1 miljoen. 

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - Rente en afschrijving

De rente en afschrijvingskosten zijn 2% hoger dan begroot. Dit komt doordat de aanleg van de zonnepanelen overgeheveld is naar het programma Afvalwaterketen. De zonnepanelen zijn allen op rwzi's gelegd. Daarnaast zijn de projectkosten rwzi Retranchement € 4,476 miljoen hoger dan begroot waardoor de kapitaallasten (rentelasten) stijgen.

Investeringen Programma Afvalwaterketen

Terug naar navigatie - Investeringen Programma Afvalwaterketen
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2022 bruto t/m 2022 subs t/m 2022 netto netto in 2022
4 programma afvalwaterketen
Financieel afgerond
PRJ1228 Amov.rwzi Groede/ub rwzi Bres 1-2-2019 1-9-2021 11.842 11.842 11.854 11.854 23
PRJ1233J Aanpass. ontvangwerk rwzi Walcheren 1-10-2021 1-12-2021 1.000 1.000 1.030 1.030 4
totaal financieel afgerond 12.842 12.842 12.884 12.884 27
onderhanden investeringen
PRJ1223A Renovatie rg Zierikzee 1-9-2020 1-9-2021 1.910 1.910 1.867 1.867 42
PRJ1223O Ombouw rioolgemaal Borssele 31-12-2023 1-6-2023 790 790 156 156 137
PRJ1223P Ombouw rioolgemaal Wilhelminadorp 31-12-2023 1-3-2023 530 530 179 179 152
PRJ1223Q Renovatie rg Arnemuiden 1-12-2022 1-10-2023 1.070 1.070 256 256 211
PRJ1223R Renovatie rg Oost-Souburg 31-12-2023 1-9-2023 1.869 1.869 170 170 170
PRJ1223S Renovatie rg Rilland 31-12-2023 1-6-2023 829 829 134 134 134
PRJ1233I Prakt.onderz SVI-beheersing rwzi Tnz 1-7-2021 1-6-2023 350 350 137 137 135
PRJ1233K Rwzi Verseput, renovatie E/W 1-11-2023 1-6-2024 8.100 8.100 308 308 238
PRJ1233L Brandmeldinstal. rwzi TER+WAL+WAP 1-12-2023 1-12-2023 900 900 113 113 103
PRJ1234A Rwzi WA-polder, verv.E-instal + fakk 30-6-2024 1-10-2024 2.500 2.500 7 7 4
PRJ1241 OAS maatregel Westerschouwen 1-12-2022 1-11-2023 1.575 1.575 208 208 66
PRJ1241A Groot ond. RWZI Westerschouwen 1-10-2020 1-8-2021 5.700 5.700 5.710 -5 5.705 11
PRJ1245 Rwzi Retranchement, uitbreiding hydr 31-5-2023 1-5-2023 13.376 13.376 9.739 9.739 8.483
PRJ1496 Bijdrage Phario 1-12-2021 1-12-2021 500 500 600 600
PRJ1496A Phario Fase A (aanvullend krediet) 31-7-2023 61 61 61 61 61
PRJ1521A Relinen afvalwaterleidingen perc 1SD 1-11-2023 1-11-2023 2.003 2.003 1.681 1.681 1.206
PRJ1521B Relinen afvalwaterleidingen perc 2ZV 1-11-2023 1-11-2023 7.378 -2.400 4.978 3.530 -1.234 2.296 12
PRJ1522 Aanleg zonnepanelen zuiveringen 1-12-2021 1-10-2022 5.263 5.263 4.745 4.745 886
PRJ1562H Windketel Waterpark Veerse Meer 31-12-2023 1-12-2027 250 250 1 1 1
PRJ1571 Grond rg Krabbendijke, Frisostraat 14 14
PRJ1572 Afdekken slibbuffers W'schouwen Vers 30-6-2023 1-1-2024 500 500
totaal onderhanden investeringen 55.468 -2.400 53.068 29.603 -1.239 28.364 12.054
Algemeen voorbereidingskrediet
PRJ1187A Aanp. vrijvervalstelsel Westerschouw 1-12-2026 60 7 7 7
PRJ1223T Renovatie rg Goes 1-12-2024 65 58 58 12
totaal algemeen voorbereidingskrediet 125 65 65 18
Intern in voorbereiding
PRJ1562 Aanpassing/vervanging rg's 18 18 18
PRJ1562A Renovatie rg Stavenisse 1-6-2026 4 4 4
PRJ1562B Renovatie rg Kwadendamme 1-6-2025 5 5 5
PRJ1562C Renovatie rg Kruiningen, Groeneweg 1-6-2024 4 4 4
PRJ1562D Renovatie rg Bruiniss, Molenweg 5 5 5
PRJ1562E Renovatie rg Philippine 3 3 3
PRJ1562F Renovatie rg Paal
PRJ1562G Renovatie rg Koewacht, Klapstraat 1-6-2025 3 3 3
totaal intern in voorbereiding 43 43 43
Totaal programma afvalwaterketen 68.435 -2.400 65.910 42.596 -1.239 41.357 12.143

Toelichting investeringen

Terug naar navigatie - Toelichting investeringen

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1228 Amoveren rwzi Groede/uitbreiding rwzi Breskens
Het project omvatte het bouwen van een nieuw rioolgemaal op locatie rwzi Groede welke het afvalwater naar de rwzi  Breskens brengt. Om al dat water aan te kunnen, is de rwzi in Breskens uitgebreid. De rwzi Groede is niet gesloopt. Dit wordt komende periode in exploitatie verder onderzocht en uitgewerkt. In 2022 zijn de laatste werkzaamheden aan het project uitgevoerd. Het project is nu technisch/financieel afgerond. 

PRJ1233J Aanpassen ontvangwerk rwzi Walcheren
Op de rwzi is o.a. een nieuwe zandwasinstallatie geplaats, is de roostergoedreiniging gereviseerd en is een voorziening aangebracht om het gehele ontvangwerk te kunnen by-passen. Het project is technisch afgerond eind 2021 en dit jaar financieel afgerond met een beperkte overschrijding (3%).

 

Toelichting belangrijkste afwijkingen bij de onderhanden investeringsprojecten

PRJ1223O Ombouw rioolgemaal Borssele/ PRJ1223P Ombouw rioolgemaal Wilhelminadorp/ 
PRJ1223R Renovatie rioolgemaal Oost-Souburg/ PRJ1223S Renovatie rioolgemaal Rilland 
Deze 4 renovatieprojecten zijn in 2022  voorbereid en met benodigd aanvullend krediet van bijna € 1,4 miljoen(AV 5 oktober 2022) in uitvoering.

PRJ1223Q Renovatie rioolgemaal Arnemuiden
De technische installatie van het rioolgemaal Arnemuiden is sterk verouderd en storingsgevoelig. De gehele technische installatie dateert uit 1999. Het project is voorbereid in 2022 en wordt uitgevoerd in eerste helft 2023.

PRJ1233K Rwzi Verseput renovatie Elektrisch/Werktuigbouwkundig
In 2022 zijn alle voorbereidingen uitgevoerd om het project uitvoeringsgereed te maken.  In de algemene vergadering van 2 juni 2022 is akkoord gegaan met het volledig renoveren van de zuivering en is een krediet van € 8,1 miljoen beschikbaar gesteld. De uitvoering start in 2023.

PRJ1245 Rwzi Retranchement
In de algemene vergadering van 27 januari 2022 als gevolg van prijsontwikkelingen, een te lage raming en aanpassingen in het ontwerp een aanvullend krediet verstrekt van € 3,2 miljoen waardoor € 12,1 miljoen beschikbaar was om het project te kunnen realiseren in 2022/2023. Vervolgens is in de Algemene Vergadering van 17 november 2022  een aanvullend krediet aangevraagd van € 1,28 miljoen als gevolg van de extreme marktontwikkelingen in 2022.  Het project is eind 2022 volop in uitvoering en verloopt conform planning in tijd en geld.

PRJ1496 Bijdrage Phario
In de projectbegroting is ervan uitgegaan dat de bijdrage van de waterschappen aan het project vrij van BTW is. Waterschap Hollandse Delta heeft inmiddels van hun inspecteur van belastingen een positief advies ontvangen. In tegenstelling tot vorig jaar bericht moet elk waterschap dit bij de eigen belastinginspecteur voorleggen. Dit is begin 2023 in gang gezet. Er is een risico dat onze belastingdienst vaststelt dat er wel BTW verrekend moet worden over investering van € 500.000,-. De hoogte van dit risico is afhankelijk van de vraag of het risico alleen door de deelnemende waterschappen wordt gedragen of door alle deelnemende partijen, en komt hiermee neer op € 105.000,- of € 70.000,- (incl. BTW), respectievelijk. Wanneer hierover duidelijkheid is, wordt dit via de bestuursmonitor of jaarrekening gemeld.
Eind 2022 is het verzoek gekomen om € 185.000,- extra bij te dragen om het project met één jaar te verlengen. Vanwege opstartproblemen met de installatie is tot nu toe onvoldoende plasticvervanger geproduceerd. Dit verzoek is 16 februari 2023 door de AV geaccordeerd.

PRJ1522 aanleg Zonnepanelen
Het project is technische gereed gemeld. De financiële afronding zal passen binnen het beschikbaar gestelde krediet. De laatste facturen worden in 2023 ontvangen.

2.6 Programma Bestuur en Organisatie

Overzicht prestaties programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties programma Bestuur en Organisatie

"Een doelmatig en rechtmatig bestuur en werkorganisatie zijn het uitgangspunt. Betrokken, gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers zijn essentieel voor het behalen van onze doelen. Ook zijn medewerkers onze ogen en oren waardoor zij zeer belangrijke spil in de uitvoering van ons werk zijn. Omgevingsgericht werken staat daarbij voorop." (Bron: Strategienota)

Ondanks uitdagingen zoals lockdowns door Corona, de reorganisatie en de toenemende krapte op de arbeidsmarkt heeft veel van de basisdienstverlening van het programma Bestuur en Organisatie in 2022 onverminderd plaatsgevonden. Burgers zijn tevreden over het contact dat zij met het waterschap hebben. Medewerkers blijken tamelijk tevreden over de ICT en facilitaire dienstverlening. De algemene vergadering is in 2022 met monitors op de hoogte gehouden over de voortgang van prestaties, exploitatie en investeringen en is meerdere keren geïnformeerd of geconsulteerd over onderwerpen als het belastingstelsel, participatiebeleid en informatieveiligheid. Er is met een intern cultuurprogamma ingezet op samenwerking tussen medewerkers en binding met de organisatie. De netto schuldquote en het weerstandsvermogen zijn ruim binnen de doelstelling gebleven.

Het realiseren van de prestaties uit de strategienota van het programma Bestuur & Organisatie heeft in 2022 echter onder druk gestaan.  De niet gehaalde prestaties betreffen met name nieuwe ontwikkelingen en projecten. Steeds meer opgaven vragen inzet van allerlei ondersteunende teams en de primaire afdelingen. Voorbeelden zijn nieuwe wetgeving zoals de Omgevingswet (uitgesteld tot 1 januari 2024) en de Wet open overheid (formeel ingegaan op 1 mei 2022, maar met een lange implementatieperiode. Per 1 juni 2022  is een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd, die helpt om dergelijke complexe opgaven voortvarend op te pakken. Met name binnen de afdeling Bedrijfsvoering, waar lange tijd onvoldoende centrale aansturing is geweest. 

Het ontbreken van voldoende personeel is een oorzaak van veel niet behaalde prestaties en een groot deel van de lager uitgevallen bestedingen. Met name nieuwe ontwikkelingen en projecten zijn vertraagd, omdat de eerste prioriteit is gelegd bij het noodzakelijke dagelijkse werk. Bij de monitor van september 2022 waren om die reden al lagere bestedingen en prestaties bij het programma Bestuur en Organisatie voorzien. Onder meer voor de doorontwikkeling op het gebied van digitalisering en informatieveiligheid.

Vanaf medio 2022 is extra ingezet op de werving en selectie van nieuwe medewerkers. Al bleef het invullen van vacatures lastig als gevolg van de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Eind 2022 was nog 10% van de in de begroting opgenomen personele bezetting van de afdeling bedrijfsvoering niet ingevuld, bij de afdeling projecten circa 25%. Tevens was sprake van een hoger ziekteverzuim dan het gestelde doel. Er is meer ingehuurd dan begroot om het noodzakelijke werk doorgang te laten vinden. Het op orde krijgen van de personeelsformatie krijgt in 2023 hoge prioriteit om de prestaties te realiseren en de werkdruk acceptabel te houden. 

Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
Medewerkertevredenheid en -betrokkenheid* - -
Ziekteverzuim (%) >=4% 6,80%
Investeringen gerealiseerd binnen het oorspronkelijk verleende krediet (+ max 10% en/of € 250.000,-) 90% 69%
Investeringen gerealiseerd binnen de oorspronkelijke planning (+ max 6 maanden) 90% 61%
Tevredenheid over het klantcontact 6,5 7
Vergunningaanvragen afgehandeld binnen de wettelijke termijn (%) ** 98% 76%
Bezwaren afgehandeld binnen de wettelijke termijn (%) ** 98% 100%
Digitalisering voldoet aan de Baseline Basis op Orde (%) 60% 35%
Baseline informatieveiligheid Overheid geïmplementeerd (%) 60% 30%
Medewerkertevredenheid over digitale werkomgeving 7,5 7,0
Medewerkertevredenheid over fysieke werkomgeving 7,5 6,9
Ongevallen met verzuim - -
* Dit wordt in 2022 niet gemeten ** Prestatie-indicator gebaseerd op aanpassing in Evaluatie en actualisatie Strategienota 2019-2023

Democratisch en rechtmatig

Terug naar navigatie - Democratisch en rechtmatig

Om te zorgen dat de algemene vergadering toe kon zien op de uitvoering van het vastgestelde (strategische) beleid van het waterschap, heeft het dagelijks bestuur de AV in 2022  door middel van de bestuursmonitor twee keer tussentijds geïnformeerd over de voortgang op strategische doelen, exploitatie en investeringen. In december 2022 is tevens een extra update gegeven over de prognose voor de exploitatiekosten. 

In de commissie Bestuurlijke en Economische Zaken (BEZ) van december 2022 heeft de accountant haar bevindingen uit de boardletter toegelicht. De accountant heeft geconstateerd dat de interne beheersing bij het waterschap in de basis op orde is en constateerde dat het niveau van de interne beheersing ten opzichte van 2021 op enkele onderdelen is verbeterd. Ook is opgemerkt dat de meeste punten uit de managementletter uit 2021 nog niet volledig waren opgevolgd.  Richting de AV is een planning gepresenteerd om uitvoering te geven aan deze punten. De boardletter 2022 bevat geen bevindingen met hoge prioriteit. 

Gedurende het jaar is de AV op verschillende momenten extra geïnformeerd of geconsulteerd over ontwikkelingen binnen het waterschap. Een voorbeeld is de werksessie voor het participatiebeleid op 17 maart 2022, waarbij de AV in een vroeg stadium is geconsulteerd over de strategische beleidskeuzes omtrent publieksparticipatie. Op 6 juli 2022 is het plan van aanpak voor de realisatiefase van het HWBP-project Hansweert aan de AV gepresenteerd. Op 21 september 2022 is de AV geconsulteerd over de landelijke aanpassing van het belastingstelsel en op 20 oktober 2022 is de AV geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van informatieveiligheid, digitalisering en de Omgevingswet. Tevens is toen de evaluatie van de Strategienota 2019-2023 gepresenteerd. 

Medewerkers

Terug naar navigatie - Medewerkers

Van de 468 medewerkers die op 31 december 2022 in dienst waren, was 75% man en 25% vrouw. De gemiddelde leeftijd was 50 jaar. 52% van de medewerkers is 20 jaar of langer in dienst, 13% minder dan 3 jaar. Scheldestromen had in 2022 24 stagiairs en 4,24 fte participatiebanen. Er kwamen 28 nieuwe medewerkers in dienst (plus 7 medewerkers die op 1 januari 2023 zijn gestart), 17 medewerkers gingen met pensioen en 24 medewerkers hebben het waterschap om een andere reden verlaten.

Medewerkertevredenheid en –betrokkenheid

Tevreden en betrokken medewerkers zijn essentieel voor een goed werkende organisatie en een goede dienstverlening. We weten uit onderzoek dat tevreden en betrokken medewerkers “harder werken”. Ook bevorderen tevreden en betrokken medewerkers het imago dat wij als werkgever hebben. Ondanks de ontwikkelingen (zowel intern als extern), die automatisch onzekerheid met zich meebrengen, willen we de tevredenheid en betrokkenheid van medewerkers wel vasthouden. 

Het laatste Medewerkertevredenheidsonderzoek was in 2021. In het najaar van 2023 staat er een nieuwe meting op de planning.  Het Medewerkertevredenheidsonderzoek scoorde in totaliteit in 2021 lager dan in 2019. In 2019 was het cijfer voor bevlogenheid 7,1, dit was in 2021 een 6,9. Voor de betrokkenheid was de score in 2019 een 6,4, dit was in 2021 een 6,2. Ook de respons in het jaar 2021 was lager dan in het jaar 2019. Er was in 2021 een respons van 68,1%, in 2019 was dit 80,9%. De top 4 verbeterpunten die uit dit Medewerkertevredenheidsonderzoek naar voren komen zijn: leiderschap, samenwerken, werkdruk en resultaatgerichtheid. Als onderdeel van de reorganisatie is in 2022 een nieuw medewerkers- en leiderschapsprofiel opgesteld dat centraal staat bij het aansturen, ontwikkelen en selecteren van medewerkers. Hierin zijn veel van de verbeterpunten meegenomen. Daarnaast is er na de reorganisatie meer duidelijkheid in aansturing en besluitvorming, waar in 2021 behoefte aan bleek (onderdeel van het verbeterpunt 'leiderschap'). Met het cultuurprogramma 'Blij dat je WIJ bent' is in 2022 tevens geïnvesteerd in de onderlinge samenwerking en binding met de organisatie, bijvoorbeeld met een feedback training voor alle medewerkers en de 'Blij dat je WIJ bent week'. 

Ziekteverzuim 

Een goed werkgever zorgt voor condities die een veilige en gezonde werkomgeving creëren. Het gaat hier zowel om fysieke veiligheid als om sociale veiligheid. Aandacht voor de arbeidsomstandigheden is hierbij cruciaal. Vandaar dat we het ziekteverzuim monitoren en analyseren en minimaal op hetzelfde (lage) percentage willen houden.

Het ziekteverzuimpercentage bedraagt 6,8%. Omdat we als werkgever niet naar de aard en oorzaak van ziekte mogen vragen en dit niet mogen vastleggen, is niet aan te geven wat de reden van het momenteel hoge ziekteverzuimpercentage is. Landelijk gezien stijgt het ziekteverzuimpercentage, ook bij Scheldestromen is dit het geval. Het ziekteverzuimpercentage onder medewerkers van bedrijven en overheid (landelijk) steeg in het derde kwartaal van 2022 naar 5%. Het verzuim was voor het laatst zo hoog in een derde kwartaal in de jaren 2000 en 2001 (bron: CBS). 

Met oog op het zoveel mogelijk voorkomen van het ziekteverzuim, zal in 2023 aan medewerkers weer de mogelijkheid worden geboden om deel te nemen aan een preventief medisch onderzoek. Ook is in de CAO reeds voorzien in een budget waarmee medewerkers hun thuiswerkplek ergonomisch kunnen inrichten en biedt de CAO medewerkers de mogelijkheid voor de aankoop van zogenaamde 'vitaliteitsuren'. Daarnaast is reeds in 2022 volop ingezet op het op orde krijgen van de personele bezetting, wat belangrijk is om  het werk uit te voeren met een acceptabele werkdruk. Dit krijgt ook in 2023 hoge prioriteit. Het invullen van de openstaande leidinggevende functies draagt tevens bij aan voldoende aandacht voor het welzijn van de medewerkers.

Belastingen en financiën

Terug naar navigatie - Belastingen en financiën

In 2022 is bij het opstellen van de begroting uitgegaan van een lastendrukstijging van 6,5% (autonome stijging en inflatie van 4,5% en 2% voor het wegvallen van de precario-opbrengst. Dit valt binnen de kaders van het waterschapsprogramma: stijging van 1% tot 2% per jaar, exclusief inflatie. Voor de inflatie is in de primaire begroting gekeken naar de CPI-index en gerekend met 2,5%. Volgens het CBS bedraagt de CPI-index over 2022 10%. In de loop van 2022 heeft er voor deze hoge inflatie voor de externe kosten een begrotingswijziging plaatsgevonden van bijna € 3,7 miljoen (stijging externe kosten van ca. 6%). 

De netto schuldquote moet gezond blijven: lager dan 250%. Dit is de schuld in verhouding tot de inkomsten van het waterschap. In de praktijk sluit dit aan bij een investeringen van circa € 31 miljoen per jaar in deze bestuursperiode. In 2022 bedraagt de werkelijke netto besteding € 27 miljoen hetgeen een gunstige invloed heeft op de schuldquote. Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk investeringen. De netto schuldquote eind 2022 bedraagt 212%.

Als de dividendopbrengst van de aandelen Nederlandse Waterschapsbank structureel hoger uitvalt dan € 3 miljoen kan dit worden ingezet om toekomstige tegenvallers op te vangen (incidenteel) en investeringen (structureel) over te hevelen naar de exploitatie. In 2022 is ruim € 3,8 miljoen dividend ontvangen. De hogere dividendopbrengst is via een begrotingswijziging in 2022 aan de algemene reserves toegevoegd.

We streven naar een weerstandsvermogen dat ruim voldoende is (waardering B). Dat betekent dat we genoeg algemene reserves hebben om risico’s te kunnen opvangen. Eind 2022 is sprake van een “A” waardering (Uitstekend).

Projecten

Terug naar navigatie - Projecten

- Investeringen gerealiseerd binnen het oorspronkelijk verleende krediet (+ max 10% en/of € 250.000,-)
- Investeringen gerealiseerd binnen de oorspronkelijke planning (+ max 6 maanden)

We streven er uiteraard naar om de geplande investeringen binnen de tijdsplanning (conform het kredietvoorstel) en het budget (het door de AV verleende krediet) te realiseren. Wanneer door omstandigheden respectievelijk meer dan 6 maanden of 10% van het krediet wordt afgeweken, dan wordt een nieuwe planning of financiële prognose ter goedkeuring aan de AV voorgelegd.

Ook in 2022 is er een aantal projecten gemeld aan de AV omdat de planning qua tijd dan wel budget niet gehaald werd. Van de 64 lopende projecten uit de begroting 2022 zijn er of kunnen er 44 binnen het originele krediet afgerond (69%) en voor 20 projecten is aanvullend krediet aangevraagd. Qua tijdsplanning zijn 22 projecten niet binnen de oorspronkelijke planning afgerond.

Dienstverlening en draagvlak

Terug naar navigatie - Dienstverlening en draagvlak

Tevredenheid over het klantcontact
De ‘klanten’ van het waterschap (burgers, agrariërs, bedrijven, maatschappelijke instellingen) verwachten een goede dienstverlening van het waterschap op momenten dat zij het waterschap benaderen. Terecht, want de overheid is er voor hen. Het gaat hier om zaken als: direct bij de goede medewerker terecht komen, intern zaken met elkaar afstemmen, inleven in hun situatie, tijdige en duidelijke beantwoording. Wat men van het waterschap mag verwachten is vastgelegd in de Servicegarantie.

Scheldestromen heeft in 2022, net als voorgaande jaren, met een enquête onderzocht hoe de dienstverlening wordt ervaren. De enquête is gericht op de beleving van de burger wat betreft de tijdigheid en correctheid van behandelen van verzoeken en meldingen. De uitkomst van de enquête voldoet ruimschoots aan het voor 2022 gestelde doel  van tenminste een 6,5. Dit cijfer is wel een gemiddelde, waarbij we grote uitschieters zien, zowel positief als negatief (ook al kreeg men wel op tijd en netjes het antwoord, dan was men het niet altijd inhoudelijk eens met het antwoord). De resultaten laten zien dat vooral mensen met een sterke mening of specifieke ervaring de enquête invullen. 

Vergunningaanvragen en bezwaren afgehandeld binnen de wettelijke termijn
Als bevoegd gezag heeft het waterschap in het jaar 2022 vergunningen verleend en meldingen afgehandeld. Dit op basis van de Waterwet en de daarmee samenhangende uitvoeringsbesluiten alsmede onze eigen verordeningen. Dit betreft een klantvraag-gedreven proces. Dit proces bevat tevens zogenaamde samenloopsituaties waarbij samen met andere waterbeheerders één watervergunning wordt opgesteld.
Doel hierbij is het zoveel mogelijk reguleren van:
-    het gebruik maken van waterstaatswerken (activiteiten in, op en rondom waterstaatswerken of de beschermingszones daarvan);
-    het onttrekken van water uit en het brengen van water in oppervlaktewaterlichamen;
-    het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem;
-    het lozen in oppervlaktewaterlichamen of op een zuiveringstechnisch werk;
-    het uitvoeren van activiteiten op of in de buurt van wegen.
Dit levert een bijdrage aan het bereiken van de doelen uit de Waterwet en de waterschapsverordeningen.

De bezwaren op de verleende vergunningen zijn alle (100%) binnen de wettelijke afhandeltermijn afgehandeld. Van de vergunningaanvragen is in 2022 76% binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Dit is lager dan het gestelde doel. Oorzaak is het personeelsverloop, een toename van het aantal aanvragen en meer werkzaamheden als gevolg van wetswijzigingen. Alle ingediende aanvragen en verleende vergunningen moeten thans worden gepubliceerd op "officiëlebekendmakingen.nl". Ook namen de werkzaamheden ter voorbereiding van de nieuwe vergunningenstructuur voor de Omgevingswet tijd in beslag. Ook in 2023 zal hier nog voorbereidend werk aan zijn.

Faciliteiten- digitale werkomgeving

Terug naar navigatie - Faciliteiten- digitale werkomgeving

Digitalisering voldoet aan de Baseline Basis op Orde 

We streven er naar dat onze digitalisering voldoet aan de Baseline Basis op orde van de Unie van Waterschappen. We voldoen daarmee aan de maatschappelijke verwachtingen van een moderne overheid. De doelstelling in de Strategienota 2019-2023 is om dit eind 2023 bereikt te hebben.

Het bereiken van deze doelstelling ligt echter niet op het gestelde schema. De implementatie van deze baseline vraagt tijd, kennis en kunde, financiële middelen en een goede aansturing. Het vertalen van de abstracte baseline naar een duidelijk plan voor implementatie (inclusief inzicht in benodigde middelen) heeft in de voorgaande jaren onvoldoende plaatsgevonden. Er waren door diverse factoren onvoldoende medewerkers beschikbaar die hier invulling aan konden geven. Door het invullen van vacatures bij het team informatisering in 2022, is inmiddels meer capaciteit beschikbaar voor deze implementatie. In de eerste helft van 2023 wordt het plan continuïteit informatievoorziening opgesteld om te voldoen aan de Baseline Basis op orde, nieuwe toekomstige wetgeving en opgetekende kwetsbaarheden en beheersmaatregelen. De uitvoering van dit plan vindt plaats in de periode 2023 tot en met 2026.

Baseline informatieveiligheid Overheid geïmplementeerd 

Scheldestromen streeft er naar om ook de informatiebeveiliging aantoonbaar op orde te hebben met focus op de organisatieonderdelen en processen waar de risico's het grootst zijn. Dit doen we door onze netwerkomgeving en procedures in te richten volgens de richtlijnen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Baseline Informatieveiligheid, BIO).

De integrale aanpak binnen alle kerntaken van de organisatie heeft ten opzichte van de planning vertraging opgelopen. Wijzigingen in organisatie, en verantwoordelijkheid structuur vereiste een herijking van de implementatie. Dit in combinatie met personele onderbezetting voor de borging en begeleiding leidt er toe dat de trajectduur van doelstelling bijgesteld moeten worden. In de informatieve AV van oktober 2022 is een toelichting gegeven over dit onderwerp. Het achterblijven op de doelstelling heeft in 2022 niet geleid tot veiligheidsrisico's. In de eerste helft van 2023 wordt een nieuwe planning opgesteld om de informatieveiligheid verder in de organisatie te borgen op basis van landelijke baseline.

Medewerkertevredenheid over digitale werkomgeving 

De medewerkertevredenheid over de digitale werkomgeving  wordt gemeten in de bedrijfsvergelijking Vensters voor Bedrijfsvoering die elke 2 jaar wordt uitgevoerd. De verzamelde gegevens in de meting van 2022 zijn niet helemaal vergelijkbaar met 2020 en de jaren daarvoor omdat minder, maar ook andere zaken worden uitgevraagd. Het gepresenteerde cijfer (een 7 op de schaal van 1-10) heeft betrekking op die onderdelen die wel vergelijkbaar zijn. 

Ondanks alle uitdagingen op het gebied van ICT en informatieveiligheid, blijken medewerkers nog steeds tamelijk tevreden over hun ‘digitale werkplek’. De meting in 2020 leverde een uitzonderlijk hoge tevredenheid op, op een moment dat medewerkers net verplicht thuis moesten werken door Corona en daarin goed werden ondersteund door snel uitgerolde ICT-oplossingen. De meting in 2022 is met een 7,0 nog steeds ruim voldoende, maar wel onder het gestelde doel (7,5). De omgeving verlangt steeds meer van ons. We willen onze dienstverlening beter aan laten sluiten bij hetgeen ‘de klant’ van ons wil. Hierbij kijken we zowel naar de externe  en interne klant. Bij de interne klant ligt de focus op de interne ondersteuning. Hiervoor is het project om te komen tot een servicedesk ingezet. De servicedesk gaat bijdragen aan vraaggericht werken. Het uitgangspunt hierbij is de dat vraag en behoefte van de (interne) klant leidend is. Uiteraard binnen de wettelijke kaders en duidelijk afgesproken beleidsuitgangspunten, waaronder die van de Basis op orde en de Baseline Informatieveiligheid Overheden.

Faciliteiten- Fysieke werkomgeving

Terug naar navigatie - Faciliteiten- Fysieke werkomgeving

We bieden medewerkers een veilige en prettige fysieke werkomgeving voor het uitvoeren van hun werkzaamheden. Daarbij hebben we oog voor de gezondheid van onze medewerkers op korte en lange termijn. De mate van tevredenheid wordt om het jaar gemeten in de bedrijfsvergelijking Vensters voor Bedrijfsvoering waar een cijfer van 0 t/m 10 uit voorkomt. De verzamelde gegevens zijn niet helemaal vergelijkbaar met 2020 en de jaren daarvoor omdat minder, maar ook andere zaken worden uitgevraagd. Het gepresenteerde cijfer heeft betrekking op die onderdelen die wel vergelijkbaar zijn. 

Met een thuiswerkbudget in de CAO zijn medewerkers gefaciliteerd om ook thuis hun werkplek ergonomisch in te richten. Door en na Corona zijn medewerkers het kantoor anders gaan gebruiken. Namelijk steeds vaker als ontmoetingsplaats en een plek waar men (al dan niet gezamenlijk) deelneemt aan digitale vergaderingen. Dat stelt andere eisen aan het kantoor. Vooralsnog wachten we eerst af hoe dit zich ontwikkelt, voordat we eventuele aanpassingen aan het kantoor gaan doen. Dit verklaart mogelijk de wat lagere tevredenheid (6,9).

In december 2022 heeft een extern lab onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in kantoor Middelburg. Dit is gedaan naar aanleiding van meldingen uit de ambtelijke organisatie. Het onderzoek was gericht op microbiologie, fijnstof, koolmonoxide, CO2, luchtvochtigheid en temperatuur. Uit het onderzoek is gebleken dat alle parameters voldoen aan de gestelde normen voor een gezonde kantooromgeving. 

Ongevallen met verzuim

Een goed werkgever zorgt voor condities die een veilige en gezonde werkomgeving creëren. Het gaat hier zowel om fysieke veiligheid als om sociale veiligheid. Aandacht voor de arbeidsomstandigheden is hierbij cruciaal. Vandaar dat we streven naar nul arbeidsgerelateerde ongevallen met verzuim, in 2022 zijn er bij onze medewerkers geen ongevallen met verzuim geweest.

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie
Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2022
Externe kosten 13.231 16.970 14.333
Externe opbrengsten -4.220 -4.147 -4.953
Personeelskosten 16.048 17.442 18.160
Rente en afschrijving 3.664 3.708 3.079
Netto kosten programma Bestuur en Organisatie 28.723 33.973 30.619

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

De externe kosten vallen 14% lager uit dan begroot. De afwijking zijn hieronder per onderdeel toegelicht:

Bestuursadvisering en ondersteuning (€ 231.000,- lager):
Binnen het product bestuur is € 170.000,- minder uitgegeven. Dit wordt veroorzaakt door lagere contributies en het niet noodzakelijk zijn van de geraamde bijdrage aan voorzieningen (€140.000,-). Bij de begroting is uitgegaan van een storting in de voorziening van voormalig personeel en bestuur van € 140.000,-. Hiervoor is het van tevoren niet in te schatten of het in het lopende jaar ingezet moet worden. Dit betreft de aangroei van bestuurderspensioenen en is aan de orde als een bestuurder vertrekt én de uitkeringsrechten moeten worden openomen in de voorziening. Hetzelfde geldt voor uitkeringen aan personeel. Voor de drie DB leden die in 2022 zijn vertrokken is de inschatting dat ze geen gebruik maken van de uitkeringsrechten in verband met werkzaamheden elders en wordt geen storting in de voorziening gedaan.
Voor bestuursondersteuning is € 37.000,- minder uitgegeven, met name door lagere representatiekosten, minder advertenties (gerelateerd aan besluitvorming en ter inzage legging) en lagere kosten voor het systeem Notubox.

Communicatie (€ 88.000,- lager):
Voor interne communicatie is € 30.000,- meer uitgegeven dan begroot. Er zijn meer kosten gemaakt voor vormgeving van onder andere de wekelijkse WIJ-Extra, eindredactie van communicatiemiddelen, fotografie, drukwerk en de organisatie van de WIJ-week. In 2022 is er circa € 88.000,-  minder gespendeerd aan externe communicatie dan is begroot. Dit heeft grotendeels te maken met de coronapandemie die zorgde voor lagere uitgaven, bijvoorbeeld door minder evenementen. Aanvullend waren er als gevolg van corona in 2022 minder aanvragen voor rondleidingen en gastlessen, waardoor de kosten voor educatie fors lager (€ 35.000,-) uitvielen dan begroot.

Kwaliteitszorg en Arbo (€ 39.000,- lager):
Vanwege andere prioriteiten is er minder geld uitgegeven aan kwaliteitszorg dan begroot. De uitgaven en uitgevoerde werkzaamheden voor arbo en bedrijfshulpverlening zijn nagenoeg gelijk aan begroting.

Personeelszaken (€ 306.000,- hoger):
Er is in 2022 meer uitgegeven aan werving en selectie dan begroot. Dit komt enerzijds omdat er een aanzienlijke toename is geweest in de in- en uitstroom van personeel. Anderzijds zijn er hogere kosten als gevolg van de reorganisatie, waaronder € 90.000,- aan niet begrote kosten voor assessments in verband met de plaatsing van medewerkers in het kader van de reorganisatie. Daarnaast zijn extra kosten die gemaakt door de inzet van een extern bureau voor de externe werving en selectie van teamleiders en afdelingshoofden. Tot slot is er sprake van een gestegen verzekeringspremie van € 169.000,- voor WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en aansprakelijkheidsverzekering.

Financiën (€ 286.000,- lager):
De bijdrage aan Sabewa Zeeland wijkt af door het ontvangen positieve resultaat uit de jaarrekening 2021 (€ 197.000,-). Daarnaast is er sprake van een extra bijdrage aan Sabewa op basis van de 1e begrotingswijziging van Sabewa (€ 169.000,-).
De bijdrage aan het Rijk voor de WOZ is € 270.000,- lager dan begroot. In deze kabinetsperiode is er geld beschikbaar gesteld om de waterschappen te compenseren.
Per saldo resteert nog een verschil van € 12.000,- aan hogere kosten waarvan € 5.000,- betrekking heeft op de accountantskosten die hoger uitvallen door extra werkzaamheden voor de jaarrekening 2021.   

Juridische zaken (€ 300.000,- lager):
Er is aanzienlijk minder uitgegeven aan juridische ondersteuning dan begroot (€ 204.000,-). Dit gaat grotendeels om lagere externe kosten voor de invoering van de Omgevingswet doordat hiervoor personeel is ingehuurd (verantwoord onder personeelslasten). Met het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn ook diverse afrondende activiteiten doorgeschoven naar 2023. Aan inkoopondersteuning is € 77.000,- minder uitgegeven. Hier tegenover staat dat extra kosten op personeelslasten zijn verantwoord (inhuur). 

Informatisering & gegevensbeheer (€ 266.000,- lager):
Voor de hydrografie heeft 2022 in het teken gestaan van de bouw van de nieuwe peilboot Meermin IV. Hierdoor is de oude peilboot aanzienlijk minder gebruikt, terwijl de nieuwe peilboot pas in februari 2023 in gebruik is genomen. Dit vertaalt zich terug in aanzienlijk minder verbruiks- en onderhoudskosten van de oude peilboot Meermin III. In 2022 lag de focus bij postverzorging en archief op het omzetten van de personeelsdossiers naar het nieuwe personeelssysteem. Hierdoor zijn geraamde scanwerkzaamheden niet uitgevoerd. Eveneens heeft er geen KPI rapportage plaatsgevonden van het Zeeuws Archief. Corona met de daaraan gerelateerde lockdowns, heeft ervoor gezorgd dat er aanzienlijk minder landmeetopdrachten op de markt zijn uitgezet dan aanvankelijk was geraamd. Een en ander geldt ook voor de gegevensverstrekking door derden. Eveneens was er een te hoge raming opgenomen in de begroting voor het opnemen van kosten voor aanpassing van het geografisch informatiesysteem (GIS).

Automatisering en facilitaire dienst (€ 1.568.000,- lager):                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Van deze afwijking heeft € 1.142.000,- betrekking op automatisering en € 436.000,- op de facilitaire dienst. 
Automatisering
De afwijkingen op automatisering worden name verklaard door de eerder gemelde ontwikkelingen op het gebied van informatieveiligheid (€ 410.000), een abusievelijke verhoging van het budget (€ 214.000,-) lagere kosten voor telefonie (€ 178.000,-) en cloudopslag en licenties (€ 75.000,-). Het overige wordt grotendeels verklaard door diverse uitgestelde ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening. 
Voor informatieveiligheid was, vanuit de bestemmingsreserve, een budget van € 410.000,- in de begroting 2022 opgenomen. Vanwege de ontwikkelingen op het gebied van informatieveiligheid (zie toelichtingen op de prestaties), is hiervan een belangrijk deel niet uitgegeven in 2022. Dit werk zal in de toekomst alsnog moeten plaatsvinden. Zoals in de bestuursmonitor gemeld, was dit budget abusievelijk nogmaals verhoogd met € 214.000,-. (Nb. omdat het hier niet uitgevoerde onttrekkingen uit de bestemmingsreserve betreft, heeft dit geen invloed op het rekeningresultaat van € 9,2 miljoen).
De kosten voor telefonie en mobiel internet vielen circa € 178.000,- lager uit dan begroot. De prognose was dat na het opheffen van de lock downs de mobiliteit weer zou toenemen en als gevolg daarvan het gebruik van mobiel internet op locaties zonder (beveiligde) wifi. Dat laatste bleek nauwelijks het geval. Ook de openstaande vacatures hebben er toe geleid dat minder kosten zijn gemaakt. 
De kosten voor opslagcapaciteit in de cloud en licenties zijn circa € 75.000,- lager dan begroot. Ook hier spelen de openstaande vacatures een rol, waardoor minder gebruik wordt gemaakt van deze diensten. Ook was het wel de bedoeling om apparatuur aan te schaffen, maar door langere levertijden van de benodigde apparatuur zijn de uitgaven in 2022 lager (€150.000,-). 
De overige €284.000 afwijking op automatisering wordt hoofdzakelijk verklaard doordat het budget voor ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening niet volledig kon worden benut. Dit door tekort aan menskracht en het evalueren en aanpassen van de uitvoeringsplannen voor de implementatie van nieuwe wet- en regelgeving (zie de toelichting op de prestaties voor meer informatie). Een deel van het tekort aan personele bezetting is eind 2022 opgelost, een deel zal in 2023 worden ingevuld. Het werk zal in de toekomst alsnog moeten plaatsvinden.

Facilitaire dienst
De totale afwijking op facilitaire dienst (€436.000) bestaat uit lagere kosten voor huisvesting (€ 186.000,-), interne faciliteiten zoals catering en drukwerk (€ 190.000,-), het wagenpark (€ 45.000,-) en afvalverwerking (€15.000,-). Er is minder aan kantoren en overige gebouwen uitgegeven dan begroot; deels omdat benodigd correctief onderhoud nodig was en deels door gepland onderhoud dat niet in 2022 kon worden uitgevoerd door het niet beschikbaar zijn van personeel en/of de benodigde marktpartijen. Daarnaast waren er lagere kosten voor interne faciliteiten zoals de catering (minder bijeenkomsten en meer thuiswerken als gevolg van Corona) en drukwerk. Voor het wagenpark waren de onderhoudskosten lager omdat er minder onderhoud nodig bleek.

Tractie buitendienst (€ 118.000,- hoger):
In 2022 is het gladheidmaterieel overgegaan naar Rijkswaterstaat op basis van de samenwerkingsovereenkomst. Hierdoor is op dit product € 65.000,- minder besteed. Verder is er € 56.000,- minder uitgegeven op onderhoud aan maaiwerktuigen, de vrachtauto en kraan. Dit wordt veroorzaakt door respectievelijk het gebruik van nieuwe maaiwerktuigen en er waren minder onderhoudskosten aan de vrachtwagen en kraan dan verwacht. Op het product tractoren is € 57.000,- meer uitgegeven, wat werd veroorzaakt door hogere brandstofkosten en een uitgestelde aanbesteding voor nieuwe tractoren.

Op het product boten was, verdeeld over verschillende posten, € 33.000,- over. Als uitgesteld werk wordt € 70.000,- meegenomen naar 2023 ten behoeve van het groot onderhoud aan het ponton 'De Lemmer' voor het uitvoeren van beheer en onderhoud op het Veerse Meer.  

Handhaving (€ 238.000,- lager):
De kosten van de RUD zijn in 2022 een negatief saldo geworden. In het kader van tweedelijnstoezicht dat het waterschap nog heeft op de indirecte lozingen, ontvangen we afschriften van brieven van fysieke controles en administratieve controles (analyserapporten) en willen we op de hoogte gehouden worden bij calamiteiten vanwege de werking van onze zuiveringen. De kosten zijn veel lager dan voorzien en er heeft een verrekening van kosten plaatsgevonden. Vanwege het zeer beperkte gebruik dat het waterschap van de diensten van de RUD maakt, is het waterschap voornemens om uit de gemeenschappelijke regeling te treden. 

De kosten voor bemonsteringsanalyses zijn lager uitgevallen doordat er minder analyses hebben plaatsgevonden dan dat er gepland waren. Externe factoren bepalen of er bemonsterd kan worden, waardoor het aantal lager is uitgevallen dan werd verwacht. 

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

De externe opbrengsten vallen 19% hoger uit dan begroot. De afwijking zijn hieronder per onderdeel toegelicht:

Bestuursadvisering en ondersteuning (€ 445.000,- hoger):
Bij de begroting was nog uitgegaan van een storting in de voorziening van voormalig personeel en bestuur (zie kosten). Door de stijging van de rekenrente ten opzichte van vorig jaar is er in 2022 geen sprake van een toevoeging aan de voorzieningen maar valt een bedrag van € 445.000,- vrij. 

Financiën (€ 555.000,- lager):
Het opstellen van de planning en control documenten gebeurt sinds 2020 niet meer door het waterschap maar door Sabewa zelf. De geraamde inkomsten van € 30.000,- hebben we daarom niet ontvangen.  De geraamde opbrengst voor de invorderingskosten voor 2022 (€ 525.000,-) wordt door Sabewa Zeeland niet meer in de begroting/rekening opgenomen maar rechtstreeks uitgekeerd aan de deelnemers. De gerealiseerde opbrengst van € 824.0000,- is hier niet meer verantwoord, maar opgenomen bij het programma Belastingen en Algemene opbrengsten.

Grondzaken (€ 644.000,- hoger):
Er is per saldo € 368.000,- meer opbrengst door verkopen van grond dan aanvankelijk was begroot. Door de stijgende grondprijzen van de afgelopen jaren wordt bij verkoop van grond vaker een 'winst' gerealiseerd die ten gunste komt van de exploitatie.  Voorafgaand aan het jaar is lastig te begroten welke grondtransacties in het betreffende jaar daadwerkelijk zullen plaatsvinden, terwijl enkele grote transacties grote invloed kunnen hebben op het exploitatieresultaat. De opbrengst uit pacht-, jacht- en visrecht is per saldo € 266.000,- hoger dan begroot. Samen met nieuw afgesloten overeenkomsten zijn ook hier de stijgende grondprijzen, die doorwerken in pachtovereenkomsten, de belangrijkste oorzaak. Deze laatste extra opbrengsten zijn grotendeels structureel. In de begroting 2023 zijn deze dan ook hoger geraamd.

Automatisering en facilitaire dienst (€ 29.000,- hoger):
Deze opbrengst wordt veroorzaakt door meer huuropbrengsten in verband met verhuur voor bijeenkomsten en vergaderruimtes in de hoofdkantoren Middelburg en Terneuzen.

Tractie buitendienst (€ 227.000,- hoger):
Dit betreft een boekwinst op de verkochte gladheidbestrijdingsmiddelen van € 174.000,- . Het overige zijn schadevergoedingen aan materieel.

Handhaving (€ 20.000,- hoger): 
Hogere opbrengsten als gevolg van ontvangen dwangsommen die niet zijn begroot.

Personeelskosten

Terug naar navigatie - Personeelskosten

De totale personeelslasten op dit programma vallen ruim 4% hoger uit dan bij de begroting ingeschat. Door vacatures en het hogere ziekteverzuim was extra inhuur noodzakelijk om de werkzaamheden uit te voeren. De extra inhuurkosten vallen € 1,6 miljoen hoger uit. Dit betreft voornamelijk de inhuur voor management, personeelszaken, inkoop, interne faciliteiten, vergunningen en handhaving. Hiertegenover staat een besparing aan eigen personeel van € 0,9 miljoen.
Onder dit programma vallen o.a. alle teams van de afdeling Bedrijfsvoering met een begrote formatie van 128,9 fte waarvan eind 2022 12,9 fte niet is ingevuld. Ook de afdeling Projecten (engineering) valt onder dit programma. Wel worden de uren van de afdeling Projecten grotendeels verantwoord op de investeringsprojecten (geactiveerd). De afdeling Projecten kent een begrote formatie van 62 fte waarvan 16,4 fte eind 2022 niet is ingevuld. De werkzaamheden voor vergunningverlening en handhaving zijn eveneens opgenomen in dit programma. Dit betreft het team VTH  met een begrote formatie van 25 fte waarvan eind 2022 2,6 fte aan vacatures openstaat. Ook valt het centraal management (directie en afdelingshoofden) onder het programma Bestuur en Organisatie. Begroot zijn er 8 fte waarvan 2 fte aan afdelingshoofden eind 2022 niet is ingevuld.

Rente en afschrijving

Terug naar navigatie - Rente en afschrijving

Lagere kapitaallasten € 150.000,- als gevolg van het niet aanschaffen maar leasen van auto's. Verder zijn er veel minder tractiemiddelen aangeschaft dan eerst werd voorzien wat een voordeel van € 114.000,- oplevert. Ook de verkoop van onze  gladheidbestrijdingsmiddelen aan Rijkswaterstaat leidt tot lagere kapitaallasten € 189.000,-. Bij de begroting was nog uit gegaan van de afschrijving van de peilboot, deze wordt nu pas vanaf 2023 afgeschreven. Het verschil bedraagt € 89.000,-.

Exploitatieprojecten

Terug naar navigatie - Exploitatieprojecten

Implementatie Omgevingswet

Voor de implementatie van de Omgevingswet is in de begroting 2019 netto € 1,0 miljoen beschikbaar gesteld als investeringskrediet voor de extra kosten die de implementatie met zich mee zou brengen. aangezien het om niet activeerbare kosten bleek te gaan, verloopt de uitvoering en verantwoording hiervan sinds 2029 via de exploitatie.

De oorspronkelijk beoogde datum van inwerkingtreding, 1 januari 2021, is uitgesteld tot 1 januari 2024.  Landelijk en lokaal is er nog werk te verrichten. Voor het waterschap bestaat dit voornamelijk uit het complementeren van diverse werkzaamheden. Dit betreft met name het testen van het vergunningsproces in het landelijk systeem, het uitwerken van het projectbesluit en actualisatie van het participatiebeleid. Hiervoor wordt samengewerkt met de landelijke DSO organisatie en regionale samenwerkingspartners. De waterschapverordening (opvolger van de Keur) versie 1.0 is vastgesteld in de AV. De regelgeving wordt in lijn gebracht. Na in werking treden van de omgevingswet wordt de zgn. 2.0 versie vastgesteld. De software is gereed voor acceptatietesten.

De besteding van de beschikbaar gestelde middelen is weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2022 was in totaal nog € 284.000,- beschikbaar. De werkelijke uitgaven komen uit op € 374.000,-. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door de noodzakelijke inhuur van externen (projectleider/vergunningverlener).  Voor 2023 is nog € 100.000,- extra in de begroting opgenomen.  Dit voor de optimalisatie van de afstemming tussen de bevoegde gezagen waardoor systemen en configuraties mogelijk bijgesteld moeten worden. De totale extra kosten zullen dan op € 1,19 miljoen uitkomen. Dit is inclusief de ontvangen subsidie voor de implementatie in 2020 ad € 98.847,- en de extra in 2021 ontvangen subsidie in verband met het uitstel van de invoeringsdatum ad € 87.470,-.

Exploitatieproject: Implementatie Omgevingswet
budget 1.100.000,00
subsidie 100.000,00
netto beschikbaar budget 1.000.000,00
kosten tm 2019 157.297,54
kosten 2020 334.633,70
subsidie 2020 -98.847,00
totaal netto 2020 235.786,70
kosten 2021 410.283,94
subsidie ivm uitstel -87.470,00
totaal netto 2021 322.813,94
kosten 2022 373.996,59
subsidie -
totaal netto 2022 373.996,59
overschrijding budget -89.894,77

Investeringen Programma Bestuur en Organisatie

Terug naar navigatie - Investeringen Programma Bestuur en Organisatie
bedragen x € 1.000
Project Projectnaam Technisch afgerond cf AV besluit Geplande technische afronding AV besluitvorming Werkelijke bestedingen
AV-krediet bruto AV-krediet subs/bijdr AV-krediet netto t/m 2022 bruto t/m 2022 subs t/m 2022 netto netto in 2022
5 programma bestuur en organisatie
Financieel afgerond
PRJ1418 Aank./vervangen auto's 2021 1-12-2021 1-12-2021 1.597 -24 1.573 1.579 1.579 92
PRJ1418A Inruil auto's 2021 1-12-2021 9 -35 -26
PRJ1419 Aank./vervangen auto's 2022 1-12-2022 1-12-2022 1.675 -38 1.637
PRJ1419A Inruil auto's 2022 1 -3 -2 -2
PRJ1420 Aank./vervangen auto's 2023 1-12-2023
PRJ1477A Inruil tractiemiddelen 2021 1-12-2022 -176 -176 -32 -99 -131 -32
PRJ1515 Aanpassing steunpunt Mauritsfort 1-12-2020 1-5-2021 110 110 75 75
PRJ1516A Inruil tractiemiddelen 2022 -3 -3 -3
PRJ1516B Verkoop gladheidsbestrijd.midd. 2022 -1.596 -1.596 -1.596
totaal financieel afgerond 3.382 -238 3.144 1.632 -1.736 -104 -1.541
Onderhanden investeringen
PRJ1338 Vervangen peilboot Meermin III 30-11-2022 1-8-2022 2.540 2.540 2.664 2.664 1.408
PRJ1340B Vloerbed. AV M'burg, buitenlocaties 30-9-2023 1-9-2023 115 115
PRJ1425 Hoofdk.Terneuzen, vervang cv-ketels 1-12-2023 1-1-2023 213 213
PRJ1477 Aank./vervangen tractiemiddelen 2021 1-12-2022 1-12-2021 2.152 2.152 770 770 200
PRJ1487A Verv.centr. warmte/koude M'bug plafo 1-12-2023 1-6-2023 210 210 58 58 58
PRJ1516 Aank./vervangen tractiemiddelen 2022 1-12-2022 1-12-2024 2.506 -308 2.198 76 76 76
PRJ1517 Tractiemiddelen 2023 31-12-2023 896 896
PRJ1517A Inruil tractiemiddelen 2023 -55 -55
PRJ1545 Vervanging bedrijfsm (pc mob tabbl.) 31-12-2023 1.000 1.000
totaal onderhanden investeringen 9.632 -363 9.269 3.568 3.568 1.742
Totaal programma bestuur en organisatie 13.014 -601 12.413 5.200 -1.736 3.464 200

Toelichting investeringen

Terug naar navigatie - Toelichting investeringen

Toelichting afgeronde investeringen

PRJ1418/ PRJ1418A  Aankoop / vervanging auto's 2021
Betreft de vervanging van het wagenpark. De voertuigen die vervangen moesten worden zijn ingeruild.
Het project is binnen de oorspronkelijk planning technisch afgerond en met een geringe budgetoverschrijding van minder dan 10% en/of € 250.000,-.

PRJ1419/PRJ1419A Aankoop / vervanging auto's 2022
Deze projecten komen te vervallen aangezien wordt overgaan op lease van de dienstauto's.

PRJ1420 Aankoop / vervanging auto's 2023
Dit project komt te vervallen aangezien wordt overgaan op lease van de dienstauto's.

PRJ1477A  Inruil tractiemiddelen 2021
Dit project betreft de inruil van divers materieel behorende bij de tractiemiddelen en de inruil van een 2-tal tractoren. De inruil is lager dan voorzien door de latere levering van te vervangen tractiemiddelen. Hierdoor heeft nog niet alle geplande inruil plaats kunnen vinden. De onderschrijding is minder dan 10% en/of € 250.000,-. Het project is binnen de oorspronkelijk planning technisch afgerond. 

PRJ1515  Aanpassing steunpunt Mauritsfort
In het kader van samenwerking tussen de provincie Zeeland en waterschap Scheldestromen is een steunpunt ingericht in Mauritshof (Hoek) van de provincie Zeeland. Het steunpunt Zevenaar (Terneuzen) is opgeheven. Het merendeel van de aanpassingen (o.a. nieuw keukenblok in kantine, ict-aansluitingen in alle kantoorruimten, nieuw klimaatsysteem, meubilair), is betaald door de Provincie. In 2021 is het project technisch met een uitloop van minder dan 6 maanden afgerond en ruimschoots binnen het budget. 

PRJ1516A  Inruil tractiemiddelen 2022
Dit project betreft de inruil van divers klein materieel behorende bij de tractiemiddelen.  Het project is binnen de oorspronkelijk planning technisch afgerond. 

PRJ1516B  Verkoop gladheidbestrijdingsmiddelen 2022
In de samenwerkingsovereenkomst gladheidbestrijding Zeeland 2021-2036 is overeengekomen dat ons materieel voor de gladheidbestrijding wordt overgedragen aan Rijkswaterstaat. De provincie Zeeland is hetzelfde overeengekomen met Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat wordt daarmee verantwoordelijk voor het materieel en brengt de kosten hiervan in rekening bij de Zeeuwse wegbeheerders. 
Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden van al het materieel wat overgedragen is. De waarde van het materieel is samen met Rijkswaterstaat bepaald op basis van de staat en de restlevensduur. Als gevolg van verschillen in de berekening van afschrijvingstermijnen is de in overleg met Rijkswaterstaat bepaalde waarde hoger uitgevallen dan de boekwaarde van het materieel. Deze boekwinst is verantwoord als opbrengst in de exploitatie 2022 van het programma Bestuur en Organisatie.


Toelichting belangrijkste afwijkingen bij de onderhanden investeringsprojecten

PRJ1338  Vervangen peilboot Meermin III
Dit project betreft de bouw van een nieuwe peilboot ter vervanging van de huidige peilboot Meermin III. Het project heeft vertraging opgelopen onder andere door latere leveringen van benodigde motoren en uit te voeren systeemtesten. In november 2022 is de peilboot officieel overgedragen aan het Waterschap en in de eerste maanden van 2023 zijn de laatste opleverpunten afgewerkt.
Het project is met een uitloop van meer dan 6 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke planning technisch afgerond en met een budgetoverschrijding < 10% en minder dan € 250.000,-.

PRJ1425 Hoofdkantoor Terneuzen, vervanging CV-ketels
Beide CV-ketels in kantoor Terneuzen zijn aan het einde van de levensduur en dienen vervangen te worden.  Door goede staat van onderhoud functioneren ketels nog steeds goed, maar onderdelenvoorziening wordt steeds moeilijker. De vervanging is uitgesteld tot 2023, wat qua risico's aanvaardbaar is. Verwachting is dat het project binnen de oorspronkelijke planning en binnen het beschikbaar gestelde budget uitgevoerd kan worden. 

PRJ1477 Aankoop/vervangen tractiemiddelen 2021 / PRJ1516 Aankoop en vervangen tractiemiddelen 2022
Betreft de vervanging van tractiematerieel. In 2021 zouden 3 nieuwe tractoren worden aangeschaft. De geplande aanschaf is vanwege ambtelijke besluiten in 2021 uitgesteld. In 2022 zijn deze 3 tractoren samen met 4 nieuwe tractoren (PRJ1516), die volgens planning in 2022 werden vervangen, aanbesteed. Vanwege oplopende levertijden worden de 7 tractoren in 2023 geleverd.
De prognose is dat de financiële afronding zal passen binnen het beschikbaar gestelde krediet. Beide projecten worden naar verwachting afgerond met een uitloop van meer dan 6 maanden ten  opzichte van de oorspronkelijke planning. De  plandatum wordt in de eerstvolgende bestuursmonitor aangepast.

PRJ1487A vervangen centrale warmte/koude voorzieningen Middelburg
De scope van dit project is middels AV besluit van 5 oktober 2022 gewijzigd in het verduurzamen/re-conditioneren van de luchtbehandelingskasten in kantoor Middelburg.  Het krediet is tevens verlaagd met € 50.000,-. Deze wijziging is abusievelijk niet meer doorgevoerd in 2022, waardoor deze te hoog opgenomen staat in bovenstaand investeringsoverzicht. Dit is begin 2023 gecorrigeerd.
Door een storing in het luchtbehandelingssysteem in kantoor Middelburg was de binnentemperatuur niet goed in te regelen. Dit heeft direct invloed op de arbeidsomstandigheden in kantoor Middelburg, namelijk op de regeling van de temperatuur en de luchtkwaliteit in het kantoor. Bij het verhelpen van deze storing werd vastgesteld dat de frequentieregelaars van de luchtbehandelingskasten einde levensduur zijn waardoor er bij een defect te weinig ventilatie is en de temperatuur niet goed is in te regelen. Om dit te herstellen is een kostbare vervanging noodzakelijk. Realisatie zal plaats vinden in 2023.

 

2.7 Belastingen en algemene opbrengsten

Exploitatie

Terug naar navigatie - Exploitatie

In dit programma worden de belastingopbrengsten en overige algemene opbrengsten opgenomen die de kosten van het waterschap dekken

Bedragen x € 1.000
Kosten- en opbrengstsoorten Rekening 2021 Begroting 2022, inclusief begrotingswijzigingen Rekening 2022
Externe kosten -10 0 33
Externe opbrengsten -2.842 -1.475 -1.480
Dividendopbrengst -3.455 -3.837 -3.837
Belastingopbrengst (inclusief oninbaar en kwijtschelding) -99.263 -103.564 -106.609
Netto kosten programma belasting- en algemene opbrengsten -105.570 -108.876 -111.893

Externe kosten

Terug naar navigatie - Externe kosten

Betreft naast de afrekening van de vennootschapsbelasting 2021 en de prognose vennootschapsbelasting voor 2022 ook de uitvoeringkosten van de "kwijtschelding publieke schulden in het kader van hersteloperatie kinderopvangtoeslag". Deze uitvoeringskosten worden door de belastingsamenwerking bepaald. Dit aan de hand van het aantal gedupeerden kinderopvangtoeslag en ingediende verzoeken. Voor de kwijtscheldingsverzoeken combi-aanslagen worden de uitvoeringskosten via de gemeenten verrekend en voor de kwijtscheldingsverzoeken van alleen de waterschapaanslagen worden de uitvoeringskosten via de waterschappen verrekend. Gemeenten en waterschappen kunnen dit weer declareren bij het Rijk. Zie ook externe opbrengsten. De verleende kwijtscheldingen van de gedupeerden kinderopvangtoeslag zijn verantwoord bij de belastingopbrengsten, maar komen ook voor vergoeding in aanmerking. 

Externe opbrengsten

Terug naar navigatie - Externe opbrengsten

De begrote opbrengsten hebben betrekking op coronacompensatie belastingen, leges en retributies. Er is in 2022 een incidentele bijdrage aan coronacompensatie 2020 ontvangen van € 845.000,- voor minder opbrengsten en kosten zuiveringsheffing bedrijven, kwijtschelding en meer kosten voor oninbaar als gevolg van corona. De ontvangen coronacompensatie is bij de 4e begrotingswijziging 2022 toegevoegd aan de egalisatiereserves ingezetenen en zuiveringsheffing. De te ontvangen leges zijn afhankelijk van het aantal vergunningen en van het soort vergunning dat wordt aangevraagd. Hiervoor was in 2022 € 300.000,- begroot en is € 310.000,- ontvangen. Aan retributie is € 330.000,- begroot en € 285.000,- ontvangen. Daarnaast is er aan precario € 6.000,- ontvangen en zijn de van het Rijk terug te ontvangen uitvoeringskosten en kwijtgescholden bedragen aan de gedupeerden kinderopvangtoeslag hier verantwoord (€ 33.000,-).   

Belastingopbrengst

Terug naar navigatie - Belastingopbrengst

Hieronder zijn de totale belastingopbrengsten opgenomen, een hogere opbrengst ten opzichte van de begroting van ruim € 3 miljoen. 
We hebben de algemene vergadering  periodiek geïnformeerd over de belastingopbrengsten door middel van de kwartaalrapportages Sabewa. Bij de rapportage over het 3e kwartaal prognosticeerde Sabewa een meeropbrengst belastingen inclusief kwijtscheldingen en oninbaar van grofweg € 1,5 miljoen. De eindrealisatie week daar € 1,5 miljoen van af.
Het € 1,5 miljoen  extra verschil is voor € 0,8 miljoen toe te schrijven aan de opbrengst vervolgingskosten die niet meer door de wijze van afrekening met Sabewa verantwoord is bij het programma Bestuur en Organisatie maar bij de belastingopbrengsten. De resterende € 0,7 miljoen is toe te schrijven aan het hanteren van een maximum percentage van de stand de voorziening dubieuze debiteuren. Hierdoor heeft er uiteindelijk een vrijval van € 0,1 miljoen plaatsgevonden in plaats van een begrote toevoeging van € 0,6 miljoen.   

De bruto opbrengsten van de waterschapsbelasting zijn per categorie als volgt:
Bedragen x € 1.000,-
Waterschapsbelasting Begroting Jaarrekening
Watersysteemheffing ingezetenen 21.004 21.274
Watersysteemheffing gebouwd 34.429 35.340
Watersysteemheffing ongebouwd 12.119 12.247
Watersysteemheffing natuurterreinen 287 297
Zuiveringsheffing 37.436 38.358
Verontreinigingsheffing 739 728
Kwijtschelding / oninbaar -2.450 -1.635
Totaal 103.564 106.609
De opbrengsten (belastingjaar) zijn gebaseerd op onderstaande eenheden:
Belastingeenheden Begroting eenheden Jaarrekening eenheden
Woonruimten 171.000 171.789
WOZ-waarden in € 1.000,- 60.651.000 61.494.000
Hectares ongebouwd 145.500 145.301
Hectares natuurterreinen 28.000 28.727
Vervuilingseenheden Zuiveringsheffing 552.000 560.517
Veruilingseenheden Verontreinigingsheffing 10.900 10.559

Analyse resultaat belastingopbrengsten

Terug naar navigatie - Analyse resultaat belastingopbrengsten

Er is een meeropbrengst belastingen gerealiseerd van ruim € 3 miljoen. In de loop van de 2022 is de AV periodiek geïnformeerd over de belastingopbrengsten aan de hand van de kwartaalrapportages Sabewa. De laatste rapportage gaf een positief resultaat te zien van ruim € 1,5 miljoen. De uiteindelijk hogere realisatie ad € 1,5 miljoen is met name toe te schrijven aan 2 factoren. Zo is de opbrengst dwanginvordering van ruim € 0,8 miljoen ( opbrengsten aanmaningen en dwangbevelen) nu bij de belastingopbrengsten verantwoord (begroot bij programma bestuur en organisatie) . Bij de begroting 2022 was de hiervoor geraamde opbrengst van € 525.000,- opgenomen en in de laatste bestuursrapportage geraamd op een totale opbrengst van € 0,8 miljoen.  Daarnaast heeft er, door rekening te houden met een maximum percentage van 40% (van de openstaande posten per 31-12) oninbaarheid per belastingcategorie, een vrijval plaatsgevonden van € 0,1 miljoen vanuit de voorziening voor dubieuze belastingdebiteuren. De begrote toevoeging was € 0,6 miljoen, een voordeel derhalve van € 0,7 miljoen.  Het totale voordeel belastingopbrengsten komt hiermee dan op ruim € 3 miljoen (€ 1,5 miljoen belastingen en kwijtscheldingen, € 0,8  invorderingsopbrengsten en € 0,7 miljoen voordeel oninbaar). Hierna wordt meer gedetailleerd ingegaan op de belastingopbrengsten, de ontwikkeling van de heffingseenheden, kwijtschelding en oninbaar.  In de opbrengsten per categorie zijn nu ook de niet begrote invorderingsopbrengsten opgenomen.  Exclusief deze opbrengsten is er met name een meeropbrengst voor de watersysteemheffing Gebouwd (+€ 0,64 miljoen)   en de zuiveringsheffing bedrijven (€ 0,5 miljoen). 

Ingezetenen Bedragen x € 1.000
meer/minder opbrengst 2022 97
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 8
Invorderingsopbrengsten 165
Totaal meer/minder opbrengst Ingezetenen 270
(+) meer / (-) minder

Heffingseenheden

Terug naar navigatie - Heffingseenheden

In de volgende tabel is de ontwikkeling van de heffingseenheden voor de watersysteemheffing van ingezetenen vanaf 2013 weergegeven

Ingezetenen Begroot Werkelijk
jaar eenheden eenheden
2013 163.530 164.143
2014 163.530 165.131
2015 164.000 165.700
2016 165.500 166.275
2017 165.500 166.621
2018 166.000 167.606
2019 167.000 168.705
2020 168.000 169.409
2021 169.500 170.718
2022 171.000 171.789

Gebouwd

Terug naar navigatie - Gebouwd
Gebouwd Bedragen x € 1.000
meer/minder opbrengst 2022 481
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 160
Invorderingsopbrengsten 270
Totaal meer/minder opbrengst Gebouwd 911
(+) meer / (-) minder

Waardeontwikkeling Gebouwd

Terug naar navigatie - Waardeontwikkeling Gebouwd

In de volgende tabel is de waarde ontwikkeling gebouwd weergegeven en de afwijking ten opzichte van de begrote waarde.                        

Bedragen x € 1,-
Gebouwd Begroot Werkelijk Afwijking
jaar WOZ-waarde WOZ-waarde %
2013 47.660.000.000 47.263.865.035 -0,83%
2014 46.080.000.000 45.006.122.829 -2,33%
2015 45.617.000.000 48.551.411.797 6,43%
2016 46.061.000.000 46.363.608.847 0,66%
2017 46.361.000.000 46.590.998.561 0,50%
2018 47.866.000.000 48.465.995.761 1,25%
2019 50.257.000.000 50.899.742.509 1,28%
2020 53.046.000.000 53.599.707.032 1,04%
2021 55.530.000.000 56.811.465.048 2,31%
2022 60.651.296.325 61.494.008.332 1,39%

Ongebouwd

Terug naar navigatie - Ongebouwd
Ongebouwd Bedragen x € 1.000
meer/minder opbrengst 2022 -17
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 50
Invorderingsopbrengsten 95
Totaal meer/minder opbrengst Ongebouwd 128
(+) meer / (-) minder

Natuur

Terug naar navigatie - Natuur
Natuur Bedragen x € 1.000
meer/minder opbrengst 2022 8
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 2
Totaal meer/minder opbrengst Natuur 10
(+) meer / (-) minder

Heffingseenheden Ongebouwd en Natuur

Terug naar navigatie - Heffingseenheden Ongebouwd en Natuur

Begroot waren voor ongebouwd 145.500 belastbare hectares en voor natuur 28.000 belastbare hectares.    

In het volgende overzicht is de ontwikkeling van het aantal heffingseenheden ongebouwd en natuur weergegeven               

Watersysteemheffing ongebouwd ha. Totaal belast ha. Ongebouwd Watersysteem natuur belast ha. Watersysteemhef. Totaal ha.
jaar vol tarief wegen totaal ongebouwd
2013 143.341 nvt 143.341 24.682 168.023
2014 134.062 9.726 143.788 153.514 25.002 168.790
2015 133.301 9.647 142.948 152.595 26.914 169.862
2016 132.781 9.709 142.490 152.199 28.152 170.642
2017 132.859 9.708 142.567 152.275 26.560 169.127
2018 134.042 8.174 142.216 150.390 27.699 169.915
2019 136.906 4.673 141.579 146.252 27.720 169.299
2020 136.757 4.668 141.425 146.093 28.229 169.654
2021 136.787 4.623 141.410 146.033 28.176 169.586
2022 136.191 4.555 140.746 145.301 28.727 169.473

Zuiveringsheffing

Terug naar navigatie - Zuiveringsheffing
Zuiveringsheffing Bedragen x € 1.000
Huishoudens: 356
meer/minder opbrengst 2022 103
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 29
invorderingsopbrengsten 224
Bedrijven: 566
meer/minder opbrengst 2022 475
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 21
invorderingsopbrengsten 70
Totaal meer/minder opbrengst Zuiveringsheffing 922
(+) meer / (-) minder

Aantal vervuilingseenheden

Terug naar navigatie - Aantal vervuilingseenheden

Voor de huishoudens zijn in 2022 1.517 vervuilingseenheden (ve’s) meer opgelegd dan begroot (begroot 420.000 ve's).

Bij de zuiveringsheffing bedrijven is de achterstand met betrekking tot de jaren 2018 t/m 2020 ingelopen en heeft de definitieve aanslagoplegging plaatsgevonden. Het jaar 2021 zal medio april 2023 afgerond zijn.
In 2021 is er een grote stijging (5.500 ve's) van het aantal opgelegde ve's voor de meet- en contractbedrijven. Voor de tabel en forfaitaire bedrijven is daarentegen over een daling te zien van 2.664 ve's. Ook het aantal bedrijven is hier met ca 300 stuks gedaald.  
Op basis van de ontwikkeling bij de meet- en contractbedrijven is als prognose voor 2022 139.000 ve opgenomen. De planning voor de (restant) aanslagoplegging 2022 is april 2024.                       
                        
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het aantal ve's weergegeven voor zowel de zuiveringsheffing huishoudens als bedrijven.                        

Zuiverings heffing Huishoudens Bedrijven Totaal
jaar eenheden eenheden eenheden
2013 426.973 144.874 571.847
2014 415.780 141.090 556.870
2015 415.240 141.097 556.337
2016 415.318 138.650 553.968
2017 415.201 139.836 555.037
2018 416.577 147.440 564.017
2019 417.709 143.147 560.856
2020 418.625 132.378 551.002
2021 420.514 135.213 555.727
2022 421.517 139.000 560.517
2022 Begroot 420.000 132.000 552.000
Verschil 1.517 7.000 8.517
op basis prognose

Aantal vervuilingseenheden

Terug naar navigatie - Aantal vervuilingseenheden

In de volgende tabel is de ontwikkeling van het aantal vervuilingseenheden (v.e.'s) weergegeven voor de zuiveringsheffing bedrijven, gespecificeerd naar de meetbedrijven (incl. contract en tabelbedrijven op basis van bemonstering) en de overige bedrijven (tabel op basis bijlage II klasse indeling en forfaitaire bedrijven).

                     

jaar meetbedrijven * overige bedrijven totaal
2013 37.979 106.895 144.874
2014 37.433 103.657 141.090
2015 32.930 108.167 141.097
2016 31.183 107.467 138.650
2017 30.002 109.834 139.836
2018 34.553 112.887 147.440
2019 30.686 112.461 143.147
2020 27.343 105.035 132.378
2021 32.842 102.371 135.213
2022 30.180 108.820 139.000
* incl. contractbedrijf

Verontreinigingsheffing

Terug naar navigatie - Verontreinigingsheffing

De opbrengsten verontreinigingsheffing liggen in lijn met de begroting.

Verontreinigingsheffing Bedragen x € 1.000,-
Huishoudens: -18
meer/minder opbrengst 2022 -23
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 5
Bedrijven: 7
meer/minder opbrengst 2022 -
meer/minder opbrengst nog opgelegd voorgaande jaren 7
Totaal meer/minder opbrengst Verontreinigingsheffing -11
(+) meer / (-) minder

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Voor 2022 is € 150.000,- minder kwijtschelding verleend dan begroot, de afwikkeling voorgaande jaren geeft daartegenover een hoger bedrag ad € 32.000,-. 

Kwijtschelding Bedragen x € 1.000
Ingezetenen: -65
meer/minder kwijtschelding 2022                                                              0 -75
meer/minder kwijtschelding voorgaande jaren                                  0 10
Zuiveringsheffing: -53
meer/minder kwijtschelding 2022                                                              0 -75
meer/minder kwijtschelding voorgaande jaren                                  0 22
Totaal meer/minder verleende Kwijtschelding -118
(+) meer / (-) minder

Verleende Kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - Verleende Kwijtscheldingen

In de volgende tabellen is vanaf het jaar 2011 een overzicht opgenomen over de werkelijk verleende kwijtscheldingen. In 2014 is het beleid en in 2017 is de leidraad kwijtschelding aangepast, zie voor verdere toelichting daarop paragraaf 3.3 Waterschapsbelastingen, onderdeel Kwijtscheldingsbeleid. Vanaf 2019 heeft Sabewa Zeeland de behandeling van kwijtscheldingsverzoeken uitbesteed.               

Overzicht verleende kwijtschelding per boekjaar Bedragen x € 1,-
Verleende kwijtschelding
Ingezetenen Zuiveringsheffing Subtotaal Totaal
jaar dienstjaar voorgaand jaar dienstjaar voorgaand jaar dienstjaar voorgaand jaar jaar
2011 471.000 21.000 592.000 35.000 1.063.000 56.000 1.119.000
2012 500.000 13.000 630.000 24.000 1.130.000 37.000 1.167.000
2013 509.015 14.081 624.986 25.054 1.134.001 39.135 1.173.136
2014 484.455 25.107 589.304 34.534 1.073.759 59.641 1.133.400
2015 528.422 72.283 643.425 73.365 1.171.847 145.648 1.317.495
2016 611.657 63.483 650.002 133.686 1.261.659 197.169 1.458.828
2017 685.420 27.230 693.941 53.825 1.379.361 81.055 1.460.416
2018 546.651 34.460 516.010 42.140 1.062.661 76.600 1.139.261
2019 804.633 136.962 816.741 164.402 1.621.374 301.364 1.922.738
2020 805.022 28.138 806.171 36.020 1.611.192 64.158 1.675.350
2021 818.520 35.950 829.916 46.495 1.648.436 82.445 1.730.881
2022 850.000 34.572 850.000 46.667 1.700.000 81.239 1.781.239
Overzicht werkelijk verleende kwijtschelding in € en eenheden naar belastingjaar Bedragen x € 1,-
Werkelijk verleende kwijtschelding
Ingezetenen Zuiveringsheffing Totaal
jaar eenheden eenheden
2011 484.000 5.991 616.000 11.765 1.100.000
2012 514.081 6.363 655.054 12.329 1.169.135
2013 534.122 6.503 659.520 12.413 1.193.642
2014 556.738 6.778 662.669 12.231 1.219.407
2015 591.905 7.067 777.111 13.989 1.369.016
2016 638.887 6.772 703.827 12.631 1.342.714
2017 719.880 7.229 736.081 12.777 1.455.961
2018 683.613 6.497 680.412 11.679 1.364.025
2019 832.771 7.722 852.761 14.220 1.685.532
2020 840.972 7.493 852.666 13.673 1.693.637
2021 853.092 7.418 876.583 13.509 1.729.675
2022 850.000 6.920 850.000 12.533 1.700.000

Oninbaar

Terug naar navigatie - Oninbaar
Oninbaar toevoeging Bedragen x € 1.000
Ingezetenen -348
Gebouwd -1
Ongebouwd -12
ZH-huishoudens -278
ZH-bedrijven -59
Totaal meer (+)/minder (-) Oninbaar toevoeging -698

Mutatie Voorziening Oninbaar

Terug naar navigatie - Mutatie Voorziening Oninbaar
Bedragen x € 1,-
Voorziening oninbaar Belastingen Debiteuren-
Jaar afgeboekt toegevoegd Stand per 31-12 stand per 31-12
2011 302.298 150.425 457.634 1.416.865
2012 324.505 206.460 339.589 1.729.428
2013 198.483 345.728 486.834 2.147.403
2014 13.541 474.185 947.478 8.038.221
2015 20.849 275.025 1.201.654 5.559.489
2016 206.744 272.385 1.267.295 4.675.084
2017 175.978 232.289 1.323.606 4.727.939
2018 708.541 564.968 1.180.033 5.060.906
2019 384.511 727.934 1.523.456 4.415.397
2020 521.022 964.396 1.966.830 4.482.533
2021 285.838 357.825 2.038.817 5.262.431
2022 174.628 -97.694 1.766.495 4.579.753
Voorziening oninbaar Invorderings opbrengsten Debiteuren-
Jaar afgeboekt toegevoegd Stand per 31-12 stand per 31-12
2022 - 446.563 446.563 890.339

Per 31-2-2011 was de stand van de voorziening oninbaar waterschapbelastingen circa 32% van het openstaand saldo van € 1,4 miljoen belastingdebiteuren en per 31-12-2022 is dit circa 39% van het openstaand saldo van € 4,6 miljoen.

In 2022 zijn de vorderingen, inclusief de voorziening voor oninbaar, door de deelnemers overgenomen van Sabewa. Sabewa neemt de opbrengsten/vorderingen niet meer op in hun jaarverantwoording. Van de opbrengst 2022 ad  € 896.626 ,- is € 71.789,- toegevoegd aan deze voorziening oninbaar invorderingsopbrengsten. 

meer-minder opbrengst

Terug naar navigatie - meer-minder opbrengst

Per saldo is per belastingsoort (inclusief kwijtschelding en oninbaar) de volgende meer- of minder opbrengst te zien. Dit resulteert in een hogere netto belastingopbrengst van € 3.045.000,-. 

Bedragen x € 1.000
Belastingsoort Meer-/minder opbrengst
Ingezetenen 683
Gebouwd 912
Ongebouwd 140
Natuur 10
Zuiveringsheffing huishoudens 686
Zuiveringsheffing bedrijven 625
Verontreinigingsheffing huishoudens -18
Verontreinigingsheffing bedrijven 7
totaal 3.045

2.8 Overkoepelende thema's

Overzicht prestaties Overkoepelende thema's

Terug naar navigatie - Overzicht prestaties Overkoepelende thema's
Prestatie-indicator Doel begroting 2022 Realisatie 31-12-2022
Percentage energieneutraal * 60% 60%
Energiebesparing per jaar ** 1% 1%
Circulair is een gunningscriterium in aanbestedingen (%) 65% 15%
Crisisoefeningen uitgevoerd en geëvalueerd 1 1
* Prestatie-indicator gebaseerd op aanpassing in Evaluatie en actualisatie Strategienota 2019-2023 ** Doelstellingen pas per 2022 opgesteld (in 2021 wordt hier al wel reeds over gerapporteerd)

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

De Klimaatadaptatiestrategie Zeeland (KASZ) is in 2021/2022 bestuurlijk vastgesteld door de Zeeuwse overheden waaronder waterschap Scheldestromen. Het waterschap heeft de KASZ nader uitgewerkt in een waterschapsklimaatadaptatiestrategie (WKAS). In de WKAS is de integraliteit tussen de kerntaken en het maatschappelijk thema geborgd. Aanpassing aan een veranderend klimaat zit op basis van wettelijke normen verweven in onze kerntaken. Daar ligt de prioriteit van het waterschap. Waar het zowel de waterschapstaken als die van andere overheden raakt, werken we samen aan het klimaatbestendig maken van Zeeland. Het waterschap gaat bij de klimaatopgaven uit van informatie uit de klimaatstudies van het KNMI die vertaald worden naar (wettelijke) normstelling. Voor de uitvoering van de Zeeuwse klimaatmaatregelen is in 2022 een convenant afgesloten tussen de Zeeuwse overheden, waaronder het waterschap. Het waterschap heeft voor een aantal projecten subsidie aangevraagd in het kader van de Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie. Ook de maatschappelijke organisaties en een groot deel van het bedrijfsleven  heeft zich gecommitteerd aan de realisatie van de KASZ. In juni 2022 heeft het waterschap het initiatief genomen voor de Zeeuwse Watertafel over het maatschappelijk thema klimaat

Duurzame energie en circulaire economie

Terug naar navigatie - Duurzame energie en circulaire economie

Stand van zaken energieneutraliteit 

Inmiddels zijn er bij de rwzi's van het waterschap zonnepanelen geïnstalleerd. De investeringskosten vielen hoger uit dan eerder begroot. Deze tegenvallers zijn eerder dit jaar geëvalueerd en de AV is van de uitkomst in kennis gesteld. In 2022 hebben de zonnepanelen 22% van het totale energieverbruik van programma Afvalwaterketen opgewekt.
Andere ontwikkeling is dat er structureel minder hout vrijkomt uit het (groot)onderhoud van ons groen. De duurzame verwaarding van het rooihout vulde een groot deel in van de strategie om in 2025 100% energieneutraal te zijn. Er zullen aanvullende investeringen nodig zijn om de doelstelling 100% energieneutraal te kunnen realiseren. In de huidige meerjarenraming zijn er geen extra investeringen voorzien die bijdragen aan energieneutraliteit. Wel wordt bij nieuwe projecten bezien in hoeverre er ook energiebesparende maatregelen kunnen worden gerealiseerd. De doelstelling 100% energieneutraal in 2025 zal niet worden behaald. 


Stand van zaken energiebesparing

Geplande maatregelen zijn getemporiseerd. Over 2021 heeft dit er voor gezorgd dat niet de 1% geplande structurele energiebesparing is bereikt, maar enkel 0,7%. Het lijkt er op dat ook voor 2022 de 1% niet gehaald zal gaan worden. Omdat dit percentage één maal per jaar (medio april/mei) wordt vastgesteld kan nu niet aangegeven worden wat het exacte percentage is.  


Stand van zaken circulaire economie 

Door vaststelling van het Waterschapsbeheerplan 2022-2027 is de scope aangescherpt tot een top-5. In 2023 wordt een vervolg gegeven aan het opstellen van de aanpak en het uitvoeringsprogramma. Over 2022 zijn geen significante ontwikkelingen te melden. 

Leefomgeving

Terug naar navigatie - Leefomgeving

De pilotgebieden voor een aangepast biodiversiteits-vriendelijk maaibeheer zijn vastgesteld. Ze liggen in de omgeving van de Schelphoek tot Burgh Haamstede (gebied zuid van N57). De proef duurt minimaal 3 jaar om zo een goed beeld te krijgen van de effecten (en opschalingskansen) inzake biodiversiteit en de bedrijfsvoering van een aangepast maaibeheer. 

Innovatie en kennis

Terug naar navigatie - Innovatie en kennis

In lijn met de doelstelling uit de Strategienota 2019-2023, namelijk het komen tot een gestructureerde aanpak voor innovatie, is de volgende stap gezet in de beleidsontwikkeling. In de eerste helft van 2022 is hiervoor het implementatieplan opgeleverd. Voor het vervolg ligt het voor de hand om de uitvoering van dit implementatieplan gelijktijdig te laten optrekken met de uitvoering van het Waterschapsbeheerprogramma 2022-2027 en de implementatie van assetmanagement. 

Om een innovatief waterschap te zijn en te blijven moet er continu worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van de juiste kennis en competenties. Het medewerkersprofiel is hiervoor een belangrijk instrument. In 2022 is er een nieuw medewerkersprofiel opgesteld met daarin ook aandacht voor de competenties die innovatie moeten stimuleren. In 2022 zijn wederom Kennislunches georganiseerd, namelijk over het gebruik van eDNA technieken in het waterbeheer (waarmee via achtergebleven DNA in een water kan worden bepaald welke organismen er in voorkomen) en over de rol van de waterschappen bij Aquathermie en de energietransitie.

Binnen de vijf programma’s van het waterschap is in 2022 ook geïnvesteerd in innovatief onderzoek en innovatieve toepassingen. Een belangrijke mijlpaal is gezet binnen de proef steenbekleding van baggerspecie, die wordt uitgevoerd binnen het HWBP project Hansweert. Aan het einde van het jaar is het fysieke proefvak aangelegd op de dijk. In het eerste kwartaal van 2023 worden de eerste proefresultaten verwacht. Andere initiatieven waar het waterschap bij betrokken is geweest zijn het onderzoek naar de verwijdering van microverontreinigingen en hergebruik van effluent (Effluent Fit 4 Food) en de diverse zoetwater pilots die in samenwerking met stakeholders worden opgepakt. Ook draagt het waterschap bij in het PHARIO-project,  een onderzoek naar de productie van bioplastics uit zuiveringslib waar het waterschap reeds enige jaren aan deelneemt. Door een te beperkte PHA-productie in de pilot die loopt bij HVC Dordrecht verlengd met een jaar. In 2023 zal nog een uitwerking plaatsvinden van de vervolg stappen na de pilotonderzoek. Verder heeft een experiment met het gebruik van drones bij werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving positieve resultaten opgeleverd. De drone wordt nu standaard gebruikt bij de surveillancerondes die het waterschap uitvoert.   

Een andere doelstelling uit de Strategienota gaat over de samenwerking met onderwijsinstellingen aan de ontwikkeling van toekomstige medewerkers en aan relevante kennisontwikkeling. Op dit vlak vindt overleg plaats tussen het waterschap en de Hogeschool Zeeland om concreet invulling te geven aan de eerder opgestelde samenwerkingsovereenkomst. In de bestuursperiode 2019-2023 liepen, ondanks Corona, ruim 100 studenten van verschillende onderwijsinstellingen stage bij het waterschap.  

In 2022 is de uitvoering van de Strategienota van de huidige bestuursperiode geëvalueerd, waarbij ook aandacht was voor het thema innovatie & kennis. Er zijn in deze evaluatie enkele aanbevelingen gedaan om innovatie in de volgende bestuursperiode verder onderdeel te kunnen maken van de algehele bedrijfsvoering.

Crisisbeheersing

Terug naar navigatie - Crisisbeheersing

In 2022 is gestart met het beter neerzetten van het thema crisisbeheersing binnen het waterschap. De taken en processen zijn tegen het licht gehouden en er is in geprioriteerd, waardoor het team doelmatiger bezig is de achterstanden die in de jaren ervoor waren ontstaan in te halen.

Het heeft er in 2022 in geresulteerd dat er een breed opgezette oefening heeft plaatsgevonden, die ook is geëvalueerd. Daarnaast heeft Crisisbeheersing in de zorgplichtrapportage over 2022 een aanzienlijk betere prestatie kunnen neerzetten.

In 2022 heeft het team Crisisbeheersing beleid opgesteld voor het Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) van de crisisorganisatie. Dat heeft er toe geleid dat er vanaf 2023 een systematische en gestructureerde opleidingskalender wordt gehanteerd die een verbetering zal opleveren in de kwaliteit van de medewerkers.

In 2022 waren er een aantal calamiteiten waarbij is opgeschaald. Een opvallende is de reeks stormen in het begin van het jaar, waarbij de crisisteams met specialisten van zowel de afdeling Waterkeringen als de afdeling Wegen hebben geopereerd. Een andere opvallende is de droogtecrisis, waarbij gedurende 10 weken is opgeschaald tot aan het hoogste interne niveau (fase 3). Daarbij werd er niet alleen gefocust op de droogtebestrijding, maar ook op de vele dode vogels die gedurende deze periode werden gevonden. Hierbij is intensief samengewerkt met andere Zeeuwse overheden en natuurorganisaties.

Het team Crisisbeheersing heeft in 2022 ook de samenwerking met externen weer actiever opgepakt: voornamelijk de deelname aan Regio West (6 westelijk gelegen waterschappen) en de Veiligheidsregio Zeeland kregen daarbij prioriteit.

Het waterschap is 24/7 paraat om incidenten en calamiteiten aan te pakken. Hiervoor dienen diverse groepen medewerkers wachtdiensten te draaien. Het team Crisisbeheersing is in 2022 intensief bezig geweest om hiervoor de roosters op te stellen en de wachtdienstregeling te moderniseren.

In 2023 zal de ingezette lijn worden voortgezet. Daarbij zal extra aandacht worden gegeven aan de planvorming, de inrichting van de crisisorganisatie, OTO en de implementatie van de gemoderniseerde wachtdienstregeling.

2.9 Analyse investeringen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In de begroting 2022 zijn voor de periode 2022-2025 tot een bedrag van € 185,78 miljoen projecten opgenomen. De sturing vindt plaats op een totaalbedrag van netto € 173,5 miljoen (incl. ruimte bestuurlijk volume vanuit voorgaande jaren), voor 2022 € 32,80 miljoen. Het verkrijgen van subsidies kan het mogelijk maken de projecten uit te voeren tegen lagere kosten. Voor de Programmabegroting 2022 waren nieuwe investeringskredieten opgenomen waarvan de verwachte bestedingen samen met de bestedingen uit eerder verstrekte kredieten en voorbereidingskredieten uitkwamen op een netto bestedingsniveau van € 32,8 miljoen.

Vanaf 2021 is hard gewerkt aan de professionalisering van de organisatie. Het werken in processen en risicogestuurd werken is verder ontwikkeld. De gevolgen van de corona pandemie, de reorganisatie, en de gevolgen van de oorlog in de Oekraine hadden effect op de uitvoering van de geplande investeringen. Langere voorbereidingstijden, krapte in personele bezetting zowel bij het waterschap als bij uitvoerende partijen, en prijsstijgingen c.q. langere levertijden waren het gevolg. Dit alles maakte het financieel ramen, plannen en uitvoeren van projecten onzekerder.  Bij de reorganisatie is er voor gekozen om een afdeling Projecten in te richten. De afdeling heeft als opgave het voorbereiden en realiseren van projecten voor alle taken van het waterschap. Ook de HWBP projecten. De afdeling krijgt de opdrachten vanuit de afdelingen Waterkeringen, Watersysteem, Wegen, Afvalwaterketen en Bedrijfsvoering. 
Het totale gevolg van deze effecten is dat de in de begroting 2022 geplande netto bestedingen in werkelijkheid lager uitvallen. Ook is er nog een effect van het toegekend krijgen van subsidies wat maakt dat het netto investeringsvolume op een project lager uit kan vallen. Dit wordt later in dit hoofdstuk bij de specificaties van de verschillen ook toegelicht. Er is een verschil ontstaan tussen de oorspronkelijk geplande netto bestedingen in de begroting 2022 (€ 32,8 miljoen= bestuurlijk volume) en de daadwerkelijke netto realisatie (€ 26,4 miljoen). Per saldo is er zodoende sprake van een lagere besteding over 2022 van € 6,4 miljoen (19,5%). Dit bedrag van het bestuurlijk volume schuift door naar 2023. Vanaf 2024 zal een nieuw bestuurlijk volume worden vastgesteld. Daarbij moet opgemerkt worden dat de omstandigheden zoals die in 2022 speelden ook nog in 2023 aan de orde zullen zijn. Wel worden voor zover mogelijk actief maatregelen genomen om de geplande investeringen zoveel mogelijk uit te voeren om daarmee verder doorschuiven naar de toekomst te voorkomen. Voor een nadere specificatie van de verschillen per programma en voor de toelichting van de voornaamste verschillen wordt verwezen naar het onderdeel “Bestedingen” in dit hoofdstuk.

Kredieten

Terug naar navigatie - Kredieten

In de programmabegroting 2022 was in totaal voor netto € 22,62 miljoen aan nieuwe kredieten aangekondigd. Dit bedrag bestond voor € 11,03 miljoen uit machtigingsinvesteringen in de sfeer van onderhoud, vervanging en bedrijfsvoering. Het andere deel van € 11,59 miljoen betrof investeringen waarvoor separate voorstellen waren aangekondigd. De kredieten van de 11 machtigingsinvesteringen zijn verstrekt bij de vaststelling van de programmabegroting 2022.

Voor één van de drie separate investeringen is in de loop van 2022 het uitvoeringskrediet door de algemene vergadering verleend op basis van een separaat voorstel. Het ging daarbij om het project PRJ1129 Gemaal de Poel, capaciteitsvergroting.
Voor de andere twee investeringen zal naar verwachting het uitvoeringskrediet in 2023 aangevraagd worden. Dit betreft de projecten PRJ1168C Kruispolder en PRJ1549 Hergebruik effluent Deltaprogramma Zoetwater.

Financieel afgeronde/onderhanden investeringen en voorbereidingskrediet 2022
bedragen x € 1.000
Programma Alg Voorb krediet AV-krediet bruto AV-krediet subs AV-krediet netto Werkelijke t/m 2022 Bruto Werkelijke t/m 2022 Subsidie Werkelijke t/m 2022 Netto Werkelijk HJ
financieel afgerond - 31.967 -7.068 24.899 26.943 -7.954 18.988 -524
1 waterkeringen - 7.385 -4.613 2.773 4.397 -2.710 1.687 24
2 watersystemen - 6.176 -2.217 3.959 5.793 -3.499 2.294 240
3 wegen - 2.182 - 2.182 2.236 -9 2.227 726
4 afvalwaterketen - 12.842 - 12.842 12.884 - 12.884 27
5 bestuur en organisatie - 3.382 -238 3.144 1.632 -1.736 -104 -1.541
onderhanden investeringen - 304.285 -158.874 145.410 97.790 -32.661 65.129 26.256
1 waterkeringen - 182.585 -149.785 32.800 32.248 -26.124 6.123 1.330
2 watersystemen - 46.462 -5.286 41.176 26.613 -4.072 22.541 8.578
3 wegen - 10.138 -1.040 9.098 5.758 -1.226 4.533 2.553
4 afvalwaterketen - 55.468 -2.400 53.068 29.603 -1.239 28.364 12.054
5 bestuur en organisatie - 9.632 -363 9.269 3.568 - 3.568 1.742
algemeen voorbereidingskrediet 1.143 - - - 707 - 707 602
1 waterkeringen 70 - - - 93 - 93 93
2 watersystemen 693 - - - 390 - 390 352
3 wegen 255 - - - 159 - 159 139
4 afvalwaterketen 125 - - - 65 - 65 18
Intern in voorbereiding - - - - 80 - 80 65
2 watersystemen - - - - 37 - 37 22
3 wegen - - - - -
4 afvalwaterketen - - - - 43 - 43 43
Eindtotaal 1.143 336.252 -165.942 170.309 125.520 -40.615 84.905 26.399
Terug naar navigatie - Financieel afgeronde investeringen/ onderhanden/ voorbereiding

Financieel afgeronde investeringen

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de bestedingen voor de financieel afgeronde projecten in 2022 (totale netto besteding t/m 2022 van € 18,99 miljoen) € 5,91 (24,7%) miljoen netto lager uitvallen in vergelijking met de netto verstrekte (aanvullende) kredieten (€ 24,9 miljoen).  De grootste onderschrijdingen doen zich voor bij een 4-tal projecten, namelijk  HWBP Emanuelpolder, Baggeren en verdiepen Oude haven, aankoop en vervangen auto's 2022 en verkoop gladheidbestrijdingsmiddelen 2022. Bij het project HWBP Emanuelpolder zijn de bruto kosten lager uitgevallen dan voorzien, waardoor deze investering volledig gedekt is door subsidiebijdrage. Bij het project Baggeren en verdiepen Oude haven is in de AV aanvraag geen rekening gehouden met een subsidiebijdrage.  We hebben aanspraak kunnen maken op subsidiegelden vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, waardoor het netto investeringsbedrag fors lager uitvalt. Het project vervangen auto's 2022 is vervallen, gezien het feit dat het waterschap overstapt op lease auto's en voor de verkoop van gladheidsbestrijdingsmiddelen was geen AV krediet benodigd waardoor deze post resulteert in een onderschrijding.

Er zijn in totaal 28 projecten technisch en financieel afgerond opgenomen in de jaarrekening, waarvan 9 vervallen projecten.  
Van deze projecten (excl. vervallen) zijn  er 16 (= 84,2%) binnen het oorspronkelijk budget of met minder dan 10% overschrijding gerealiseerd. Van de overige 3 investeringen zijn de kredieten na besluitvorming in de AV gewijzigd.  Er zijn 14 projecten binnen de oorspronkelijke planning of met minder dan 6 maanden uitloop gerealiseerd (= 73,7%)
De reden dat er relatief veel projecten zijn komen te vervallen is een gevolg van het herstructureren van de investeringsplanning  (samenvoeging van projecten) en zoals hierboven vermeld het overgaan op leasen van de bedrijfsauto's.
Eind 2022 zijn er 75 projecten onderhanden waarvan er 13  technisch zijn afgerond. Deze projecten worden in 2023 of latere jaren afgerond in verband met de financiële afwikkeling.

In de jaarverslaggeving is de inhoudelijke toelichting op de financieel afgeronde projecten opgenomen bij de diverse programma’s omdat de investeringen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen binnen de programma’s (zie toelichting op de financieel afgeronde projecten in de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6).


Onderhanden investeringen

Per eind 2022 zijn er 75 onderhanden investeringen  met een netto verwachte besteding van € 145,41 miljoen. Hiervan lopen 12 projecten binnen het programma Waterkeringen, 24 projecten binnen het programma Watersystemen, 9 projecten binnen het programma Wegen, 21 projecten binnen programma Afvalwaterketen en 9 projecten binnen Bestuur en Organisatie.  De actuele voortgang van de onderhanden projecten is opgenomen in de app “Projectenkaart” (te vinden via www.scheldestromen.nl/projectenkaart)

Voorbereidingskrediet

Alle investeringen die in de programmabegroting /meerjarenraming en het meerjareninvesteringsprogramma (MIP) zijn opgenomen en waarvoor de AV het krediet verstrekt op basis van separate voorstellen, kunnen worden voorbereid vanuit het algemene voorbereidingskrediet van € 1,5 miljoen. Hiertoe heeft de AV het dagelijks bestuur gemachtigd. De voorbereiding bestaat uit alles wat nodig is om het project gereed te maken voor de uitvoering. Dit is onder andere de grondaankoop, vergunningverlening, onderzoek en bestek-voorbereiding. Er is eind 2022 € 1,14 miljoen van de € 1,5 miljoen voorbereidingskrediet toegekend voor het voorbereiden van projecten. Voor een specificatie van de inzet van het voorbereidingskrediet per project wordt verwezen naar het onderdeel “Investeringen” in de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6.

Bestedingen

Terug naar navigatie - Bestedingen

Algemeen

In de onderstaande tabel is per programma te zien wat het in de begroting 2022 opgenomen netto bestedingsbedrag was en de daadwerkelijke netto besteding over 2022. In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6 is in het onderdeel “Investeringen” een specificatie opgenomen van de projecten per programma en de daadwerkelijke bestedingen van de financieel afgeronde en onderhanden investeringen. 

bedragen x € 1.000
Programma Begrote netto bestedingen 2022 Werkelijke netto bestedingen 2022
1. waterkeringen 3.316 1.447
2. watersystemen 11.927 9.192
3. wegen 3.393 3.417
4. afvalwaterketen* 9.316 12.143
5. bestuur en organisatie* 4.852 200
Totale besteding 32.804 26.399
* PRJ1522 Zonnepanelen omgehangen naar programma afvalwaterketen

Voor 2022 was het begroot bestedingsvolume van zowel nieuwe als onderhanden investeringen € 32,80 miljoen. De werkelijke besteding komt op € 26,40 miljoen. Er is sprake van een lagere besteding van netto € 6,40 miljoen.  Een lagere besteding doet zich voornamelijk voor binnen de programma's Waterkeringen (€ 1,87 miljoen), Watersystemen (€ 2,74 miljoen)  en Bestuur en Organisatie (€ 4,65 mln.).  Bij het programma Afvalwaterketen zien we juist dat er meer is uitgegeven dan begroot werd, namelijk € 2,83 miljoen (30,4%). Hierna wordt per programma verder ingegaan op de voornaamste afwijkingen.

Waterkeringen
In 2022 bedraagt de werkelijke besteding qua investeringen binnen het programma Waterkeringen € 1,45 miljoen netto (€ 17,34 miljoen bruto ). In de begroting 2022 was een bedrag van € 3,32 miljoen netto opgenomen. In totaal is er dus € 1,87 miljoen netto minder uitgegeven dan begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met een lagere netto besteding op project  HWBP Hansweert (PRJ1013H) en project Muur van Altena (PRJ1513).

Watersystemen
In 2022 bedraagt de werkelijke besteding voor investeringen binnen het programma Watersystemen € 9,19 miljoen netto (€ 11,18 miljoen bruto ). In de begroting 2022 was een bedrag van € 11,93 miljoen netto opgenomen. In totaal is er € 2,74 miljoen netto minder uitgegeven dan begroot. Op een 6-tal projecten betreft dit een onderschrijding welke ligt tussen de  € 0,25 miljoen en € 1,68 miljoen. De lagere besteding is hoofdzakelijk toe te wijzen aan vertraging in de uitvoer bij de betreffende projecten ten gevolge van verschillende oorzaken zoals problemen met grondverwerving en het uitvoeren van aanvullend onderzoeken. Bij een 4-tal investeringen ligt de bruto besteding meer dan € 0,25 miljoen hoger dan voorzien. Bij 2 projecten wordt dit veroorzaakt door het feit dat er Europese subsidie aangevraagd en beschikt is waarvoor de RVO kosten reeds in 2022 betaald dienden te worden. Daarnaast lag de inschrijving voor Gemaal de Poel hoger dan voorzien zoals vermeld in het separaat AV voorstel. De hogere besteding bij project Kruispolder-voorbereiding wordt veroorzaakt door de vereiste scope aanpassing. In de algemene vergadering van 28 maart 2023 is hiervoor aanvullend krediet aangevraagd. En voor project revisie pompinstallatie Hellewoud is sprake van uitloop op de planning vanuit 2021 ten gevolge van de coronapandemie. Dit was in de begroting 2022 niet voorzien. Bij dit project dient daarnaast rekening  gehouden te worden met het stormseizoen. 

Wegen
In 2022 bedraagt de werkelijke besteding voor investeringen binnen het programma Wegen € 3,42 miljoen netto (bruto € 3,66 miljoen). In de begroting 2022 was een bedrag van € 3,39 miljoen netto opgenomen. In totaal is er dus € 0,03 miljoen netto meer besteed dan begroot. 

Afvalwaterketen
In 2022 bedraagt de werkelijke besteding voor investeringen binnen het programma Afvalwaterketen € 12,14 miljoen netto (bruto € 12,77 miljoen). In de begroting 2022 was een bedrag van € 9,32 miljoen netto opgenomen. In totaal is er dus € 2,83 miljoen netto meer uitgegeven dan begroot. Op een 5-tal projecten betreft dit een onderschrijding welke ligt tussen de  € 0,34 miljoen en € 1,19 miljoen. De lagere besteding is hoofdzakelijk toe te wijzen aan een langere voorbereidingstijd en beperkte interne capaciteit.
Bij een 2-tal projecten liggen de bestedingen hoger dan voorzien in de begroting 2022. Dit betreft Rwzi Retranchement met € 5,0 miljoen. Hoofdzakelijk als gevolg van extreme prijsstijgingen waarvoor extra krediet is verstrekt in 2022. En bij het project Relinen afvalwaterleidingen liggen de bestedingen € 0,81 miljoen hoger ten gevolge van gedeeltelijke verschuiving van uitvoeringsvolgorde van de 2 aanbestede percelen.

Bestuur en Organisatie
In 2022 bedraagt de werkelijke besteding voor investeringen binnen het programma Bestuur en Organisatie € 0,2 miljoen netto ( bruto € 1,8 miljoen). In de begroting 2022 was een bedrag van € 4,85 miljoen netto opgenomen. In totaal is er zodoende € 4,65 miljoen netto minder uitgegeven dan begroot op een 4-tal projecten.  Het project aankoop/vervangen auto's 2022 is komen te vervallen, gezien het feit dat het waterschap overstapt op lease auto's.  Bij de projecten betreffende aankoop en vervanging van tractiemiddelen lopen de bestedingen achter op de raming ten gevolge van een latere aanbesteding en door oplopende levertijden. Tot slot heeft het project verkoop gladheidbestrijding een opbrengst gegenereerd welke niet voorzien was in de begroting.

2.10 Incidentele baten en lasten en structureel rekeningsaldo

Terug naar navigatie - incidentele lasten en baten

In onderstaande tabel staan de incidentele lasten en baten in 2022. Er is gekozen om naast de mutaties uit de reserves enkel bedragen boven de € 100.000,- op te nemen. Dit bedrag is gelijk aan het afgesproken rapportagebedrag voor het rapporteren van fouten en onzekerheden.        

De hieronder opgenomen incidentele baten en lasten zijn deels in de begroting 2022 (na wijziging) opgenomen en daarmee niet van invloed op het jaarrekeningresultaat. De posten die niet in de begroting 2022 zijn opgenomen zijn van invloed op het jaarrekeningresultaat. Deze posten zijn in het overzicht gearceerd opgenomen. Per saldo in totaal € 619.000,- aan lasten. Het saldo hiervan maakt onderdeel uit van het jaarrekeningresultaat.

Voor een toelichting op de in de tabel opgenomen incidentele posten wordt verwezen naar het betreffende programma.

Terug naar navigatie - Incidentele baten en lasten per programma(groter dan € 100.000,-)
In onderstaande tabel staan de incidentele lasten en baten in 2022.Er is gekozen om naast de mutaties uit de reserves enkel bedragen boven de € 100.000,- op te nemen, dit bedrag is gelijk aan het afgesproken rapportagebedrag voor het rapporteren van fouten en onzekerheden.
bedragen X € 1.000
Rekening 2022
Incidentele baten en lasten per programma (groter dan € 100.000,-) Lasten Baten
Waterkeringen
- uitgestelde werken 2021 (dekking uit bestemmingsreserve) 68
- schadevergoeding nadeelcompensatie dijkversterking 131
- overschot subsidie Emanuelpolder 172
Watersystemen
- uitgestelde werken 2021 (dekking uit bestemmingsreserve) 532
- Subsidie Leader (dekking uit bestemmingsreserve) 5
- muskusrattenbestrijding (dekking uit bestemmingsreserve) 30
- Subsidie cultuur historische duikers (dekking uit bestemmingsreserve) 18
- KRW kennisontwikkeling (dekking uit bestemmingsreserve) 21
- afboeking project Kruispolder-voorbereidingskosten gemaal Paal 834
Wegen
- uitgestelde werken 2021 (dekking uit bestemmingsreserve) 673
- Gebiedsgerichte aanpak Wegen (dekking uit bestemmingsreserve) 12
Afvalwaterketen
- uitgestelde werken 2021 (dekking uit bestemmingsreserve) 100
- onderzoek industrieel afvalwater - effluent (uit bestemmingsreserve) 28
- project Microforce++ onderzoek 161 150
- Restant bijdrage van het Rijk voor project Wetlands 123 123
Bestuur en organisatie
- uitgestelde werken 2021 (dekking uit bestemmingsreserve) 434
- kosten innovatie en assetmanagement (uit bestemmingsreserve) 42
- verkoop gladheidsbestrijdingsmiddelen 174
Belastingen en algemene opbrengsten
- Coronacompensatie 2020 845
Totaal externe kosten/opbrengsten programma's 3.212 1.464
Mutaties in reserves
Algemene reserves (watersysteembeheer en zuiveringsbeheer) 4.775 6.355
Egalisatiereserves 1.220 2.938
Bestemmingsreserve (m.u.v. bestemmingsreserves voor kapitaallasten) 8.631 4.522
Totaal toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 14.626 13.815
Totaal 17.838 15.279
Saldo incidentele baten en lasten -2.559

2.11 Waterschapsbelastingen

Belastingheffing

Terug naar navigatie - Belastingheffing

De (netto)kosten worden gedekt door drie heffingen:
-    Watersysteemheffing;
-    Zuiveringsheffing;
-    Verontreinigingsheffing.

Watersysteemheffing
De watersysteemheffing betreft de kosten van het watersysteembeheer met inbegrip van de zorg voor de waterkeringen, de directe lozingen op oppervlaktewater, het wegenbeheer en het passief deel van het zuiveringsbeheer. 

Zuiveringsheffing
De zuiveringsheffing dekt de kosten van het transporteren en het zuiveren van afvalwater op rwzi’s en de kosten van slibverwerking. De kosten van het passief gedeelte van het waterkwaliteitsbeheer (gedeelte van planvorming, beheersing van lozingen e.d.) zijn bij het watersysteembeheer ondergebracht. 

Verontreinigingsheffing
De verontreinigingsheffing wordt geheven van degenen die direct lozen op het oppervlaktewater (iba’s, septictanks). De opbrengst komt ten goede aan het watersysteembeheer.  

De kostentoedeling

Terug naar navigatie - De kostentoedeling

De wijze waarop de kosten en opbrengsten van het watersysteembeheer aan de belastingplichtige categorieën (ingezetenen, eigenaren van ongebouwde onroerende zaken, natuurterreinen en gebouwde onroerende zaken) worden toegerekend, is vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. 
Het kostendeel van de categorie ingezetenen (solidariteitsdeel) is bepaald aan de hand van de gemiddelde inwonerdichtheid per vierkante kilometer in het waterschapsgebied. 
De toedeling van de resterende kosten aan de overige drie categorieën (profijtdeel) vindt plaats aan de hand van de waarde van onroerende zaken in het economisch verkeer. De onderlinge waardeverhouding van de onroerende zaken bepaalt het kostendeel per categorie.

De toedeling van de kosten van het watersysteembeheer aan de verschillende categorieën is in de kostentoedelingsverordening 2021 als volgt:
•    Ingezetenen           30,00%
•    Gebouwd                 51,42%
•    Ongebouwd           18,19%
•    Natuurterreinen    0,39%

Beschrijving kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Beschrijving kwijtscheldingsbeleid

Het kwijtscheldingsbeleid wordt door Sabewa Zeeland uitgevoerd aan de hand van de door de AV vastgestelde kwijtscheldingsnormen. Deze is vastgesteld op 100%. Dat wil zeggen dat in de regel kwijtschelding wordt verleend aan belastingschuldigen met een inkomen op of onder bijstandsniveau. In beginsel is deze norm 90% maar het waterschap Scheldestromen kent een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid door de norm te stellen op 100%. Alle gemeenten in Zeeland hanteren dezelfde norm. Sabewa Zeeland voert ook voor de niet aangesloten gemeenten het kwijtscheldingsbeleid uit. Door samen te werken wordt bereikt dat het indienen en afhandelen van verzoeken om kwijtschelding eenvoudiger is. De belastingschuldige hoeft maar één aanvraagformulier (met bijlagen) voor kwijtschelding van gemeentelijke - en waterschapsbelastingen in te dienen.

De AV heeft op 13 november 2013 besloten om met ingang van 2014 de kwijtscheldingsnormen te verruimen voor ondernemers (eenmansbedrijven) voor belastingschulden met betrekking tot de privéhuishouding, met de netto-kosten van kinderopvang en voor personen van 65 jaar en ouder de kwijtscheldingsnorm te verhogen tot 100% van de van toepassing zijnde netto AOW-bedragen. 

In 2016/2017 heeft een werkgroep de Leidraad kwijtschelding beoordeeld. Dit met het doel deze zo mogelijk te verduidelijken en/of te vereenvoudigen. De aangepaste Leidraad kwijtschelding is op 27 januari 2017 door het dagelijks bestuur van Sabewa Zeeland vastgesteld. 

In 2019 is de Leidraad opnieuw door SaBeWa Zeeland beoordeeld en waar nodig aangepast. Hierbij is ook vooral gekeken naar de juistheid van de informatie in de Leidraad en de leesbaarheid. Ook zijn in deze aanpassingen in de bepalingen omtrent het autobezit aangepast.

Het recht op kwijtschelding wordt aan het begin van het belastingjaar beoordeeld door toezending van persoonsgegevens van die belastingplichtigen die het voorgaande jaar kwijtschelding hebben ontvangen aan de Stichting Inlichtingenbureau. Deze Stichting is een onderdeel van het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid en toetst aangeleverde gegevens aan de wettelijke normen voor inkomen, vermogen en voertuigbezit, een en ander volgens de daarvoor geldende landelijke regeling.

De kwijtscheldingsregelgeving is met ingang van 2023 gewijzigd ten aanzien van de vermogens-normen. Sabewa Zeeland heeft hiervoor een voorstel ter vaststelling toegestuurd aan de deelnemers. Dit om eenduidigheid in de regelgeving te bewerkstelligen met ingang van 2023. Op 14 december 2022 is de verordening Kwijtschelding waterschapsbelasting vastgesteld, waarin naast de bestaande regelingen / normen de wijziging van de vermogensnormen met ingang van 1-1-2023 is opgenomen.   

Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing – en verontreinigingsheffing huishoudens. 

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

De netto kosten zijn toegerekend aan de belastingcategorieën en worden grotendeels gedekt door de waterschapsbelastingen. De opbouw van de verschillende belastingtarieven kan als volgt worden weergegeven. Om het dekkingspercentage te berekenen worden de kosten per eenheid tarief gedeeld door het tarief.

Alle onttrekkingen uit de reserve hebben conform de besluitvorming plaatsgevonden. Voor een specificatie van de inzet van de investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk 2.12.

rekening 2022
Bedragen x € 1
Inzet reserves: Watersysteemheffing zuiverings-heffing
ingezetenen gebouwd (%) ongebouwd natuur-terreinen
Tarief exclusief inzet reserves: 119,00 0,05576% € 80,87 € 10,02 € 69,58
Inzet reserves:
Algemene reserve 4,47 0,00216% 3,19 0,36 -1,76
Bestemmingsreserves -7,39 -0,00357% -5,26 -0,59 0,46
Tariefegalisatiereserve -0,91 0,00040% -0,34 - 3,05
Subtotaal -3,83 -0,00101% -2,42 -0,23 1,76
Tarief € 122,83 0,05677% € 83,29 € 10,25 € 67,82
Dekkingspercentage tarieven rekening 2022 103,22% 101,82% 102,99% 102,31% 97,47%
Dekkingspercentage tarieven begroting 2022 98,34% 97,84% 99,53% 98,45% 98,92%

Tarieven 2022 en tariefontwikkeling

Terug naar navigatie - Tarieven 2022 en tariefontwikkeling

In onderstaande tabel is de tariefontwikkeling over de afgelopen jaren weergegeven voor de verschillende belastingsoorten. De verschuivingen in de tarieven 2020 en 2021 worden veroorzaakt door de nieuwe kostentoedelingsverordening 2021.

Bedragen x € 1.000,-
Belastingtarieven Begroot 2020 Begroot 2021 Begroot 2022
Watersysteemheffing ingezetenen per woonruimte € 112,24 € 115,00 € 122,83
Watersysteemheffing gebouwd % van de WOZ-waarde 0,05589% 0,05745% 0,05677%
Watersysteemheffing ongebouwd per hectare € 85,35 € 77,68 € 83,29
Watersysteemheffing natuurterreinen per ha. € 8,18 € 9,50 € 10,25
Zuiveringsheffing per vervuilingseenheid € 62,36 € 64,89 € 67,82
Verontreinigingsheffing per vervuilingseenheid € 62,36 € 64,89 € 67,82

Nieuw belastingstelsel

Terug naar navigatie - Nieuw belastingstelsel

Eind 2020 heeft de Ledenvergadering van de Unie een drietal besluiten genomen over de toekomst van het belastingstelsel van de waterschappen. Het ging daarbij in de 1e plaats over een pakket aan voorstellen om daarmee een aantal knelpunten op te lossen en het meenemen van vier zogenaamde meekoppelkansen. 

Verder is de minister gevraagd om samen met de waterschappen de mogelijkheden te onderzoeken om het belastingstelsel “wendbaarder” te maken en de bekostiging van het waterbeheer toekomstbestendiger te maken. De laatste twee onderwerpen zijn aparte trajecten die nog de nodige tijd zullen vergen. 

De Unie van Waterschappen en het Ministerie van I&W hebben in 2021 veel energie gestopt in het overleg met VNO-NCW over de tariefdifferentiatie gebouwd. Tariefdifferentiatie gebouwd zal het mogelijk maken om binnen de tariefstelling gebouwd onderscheid te maken tussen tarieven voor woningen en niet-woningen. Dit op basis van mogelijke verschillen in waardeontwikkeling. 
De waterschappen zijn er voorstander van om bij de tariefstelling gebouwd, jaarlijks de tarieven voor woningen en niet-woningen te kunnen vaststellen, in plaats van bij de kostentoedelingsverordening die in principe voor een periode van 5 jaar geldt. 

In augustus 2022 is het conceptwetsvoorstel in de formele consultatie gegaan. De Unie heeft op 27 september 2022 heeft een reactie ingediend bij de minister van I&W. In algemene zin heeft de Unie instemmend gereageerd op het conceptwetsvoorstel en commentaar geleverd op een aantal onderdelen. 
Het belangrijkste commentaar betreft het inperken van de ruimte die waterschappen krijgen om de watersysteemheffing af te kunnen te stemmen op de specifieke kenmerken van het gebied en de taakuitoefening. In het conceptwetsvoorstel is een nieuw model voor de kostentoedeling opgenomen, het Verbeterd Combimodel.
De huidige kostentoedelingssystematiek heeft als kernmerk dat er weinig te sturen valt in de tarieven en de kostenaandelen voor de watersysteemheffing. Die sturingsmogelijkheden kent het Verbeterd Combimodel wel. Dit Uniemodel legt voor de kostenaandelen voor ongebouwd de relatie tussen het aantal hectares ongebouwd en bevolkingsdichtheid (aantal ha. ongebouwd per 1.000 inwoners). Voor natuur wordt uitgegaan van de natuurdichtheid ( aantal ha. natuur per 1.000 inwoners). 
Het voorstel van de Unie kende voor ongebouwd en natuur bandbreedtes van + en – 30% van de berekende kostenaandelen. Hiermee kunnen de waterschappen de kostenaandelen van de verschillende categorieën zodanig inregelen dat de nieuwe kostentoedelingssystematiek niet hoeft te leiden tot gedwongen ongewenste lastenverschuivingen. In het conceptwetsvoorstel zijn de bandbreedtes beperkt tot + en - 25% van de berekende uitkomst. Het gevolg is dan dat voor enkele waterschappen de huidige tarieven niet meer binnen de bandbreedtes passen en dat zij bij de invoering van het nieuwe stelsel wel direct ongewenste lastenverschuivingen moeten doorvoeren. De Unie heeft daarom verzocht voor de kostenaandelen ongebouwd en natuur bandbreedtes van + en – 30% op te nemen.  
Het conceptwetsvoorstel voorziet ook in de mogelijkheid om een tariefdifferentiatie van maximaal 100% in te voeren voor zogenaamde plusvoorzieningen waar geen concreet verzoek aan ten grondslag ligt. Dit ziet toe op onze situaties voor Tholen en de Reigersbergsche polder waar we met wateraanvoerprojecten extra’s doen ten opzichte van andere gebieden. In de informatieve AV van 21 september 2022 is ingestemd met het voorstel van het DB om in de Uniereactie duikelijker tot uitdrukking te brengen dat binnen 1 voorziening meerdere tariefdifferentiaties kunnen gelden, waarbij één draagvlakmeting volstaat. Onze inbreng bij de Unie in de Commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën (CBCF) van 23 september 2022 heeft er toe geleid dat de formele Uniereactie op dit punt is aangepast. 

In het voorjaar van 2023 wordt het wetsvoorstel besproken in de Ministerraad en wordt dit kort daarna voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Op dat moment is een volgende openbare versie van het wetsvoorstel beschikbaar en is duidelijk welke wijzigingen de minister van I & W heeft aangebracht ten opzichte van de versie die hij in augustus 2022 in consultatie heeft gebracht. 

Volgens de strakke planning wordt het wetsvoorstel medio juni 2023 bij de Tweede Kamer ingediend, waarbij nog steeds een inwerkingtreding op 1 januari 2025 wordt beoogd. De verwachting is dat als er ergens in het traject een knelpunt of vertraging optreedt, dat tegelijk gevolgen zal hebben voor de daaropvolgende stappen. 

2.12 Onttrekkingen aan (bestemmings)reserves

Terug naar navigatie - Onttrekking aan (bestemmingsreserves) reserves
bedragen x € 1.000
Algemene reserves en bestemmingsreserves
Saldo 31-12-2021 Onttrekking resultaat 2021 Toevoeging resultaat 2021 Saldo 31-12-2021 na resultaat- bestemming Onttrekking 2022 Toevoeging 2022 Saldo 31-12-2022 Voorstel bestemming resultaat 2022 Saldo 31-12-2022 na resultaat- bestemming
Algemene reserves
watersysteembeheer 11.523 332 11.855 4.761 2.212 9.306 4.896 14.203
zuiveringsbeheer -1.690 113 -1.577 1.594 2.563 -608 544 -63
Totaal algemene reserves 9.834 - 445 10.278 6.355 4.775 8.699 5.441 14.139
Bestemmingsreserves
Tariefegalisatiereserves
Watersysteemheffing ingezetenen 243 185 429 135 291 585 591 1.176
Watersysteemheffing ongebouwd -103 102 -1 - 50 49 158 207
Watersysteemheffing gebouwd 2.545 634 3.179 240 - 2.939 998 3.937
Watersysteemheffing natuurterreinen 47 13 60 - - 60 17 78
zuiveringsheffing 1.065 1.173 2.238 2.563 879 554 1.247 1.801
Totaal tariefegalisatiereserves 3.797 - 2.108 5.905 2.938 1.220 4.187 3.012 7.199
Overige bestemmingsreserves
Kapitaallasten fietspaden Zeeuws-Vlaanderen 4.396 4.396 132 - 4.264 4.264
Kapitaallasten extra afslag A-58 Goes 474 474 23 - 451 451
Damaanzetten Oosterscheldekering en kanaal 167 167 - - 167 167
Peilbesluiten Veerse Meer, steigers 169 169 - - 169 169
Zandsuppletie Sophiastrand 417 417 - - 417 417
Groot onderhoud waterkeringen 165 165 - - 165 165
Overname waterkeringen van Rijkswaterstaat 204 204 - - 204 204
Uitgestelde werken en diensten - 1.807 1.807 1.807 4.703 4.703 731 5.434
Cultuurhistorische duikers en sluizen 500 500 18 - 482 482
Erfemissies - - - - - -
Zichtbaarheid 16 16 - - 16 16
Innovatie 55 55 - - 55 55
Veerse Meer (convenant) 29 29 59 95 65 65
Leader 250 250 5 - 245 245
Kader Richtlijn Water (KRW) 300 300 21 - 279 279
GGA Wegen 50 50 12 - 38 38
onderzoek industrieel afvalwater - effluent 90 90 28 - 62 62
informatieveiligheid 1.400 1.400 - - 1.400 1.400
Verstrekte subsidies - - - - - -
Assetmanagement 1.698 1.698 41 - 1.657 1.657
muskusrattenbestrijding - - 30 1.333 1.303 1.303
prijsstijgingen (inflatie) 2022 - - 2.500 2.500 - -
Totaal overige bestemmingsreserves 10.380 - 1.807 12.187 4.677 8.631 16.141 731 16.872
Totaal bestemmingsreserves 14.177 - 3.915 18.092 7.615 9.851 20.328 3.743 24.071
Totaal alg.- en best.reserves 24.011 - 4.360 28.370 13.970 14.626 29.027 9.183 38.210

2.13 Weerstandsvermogen, -capaciteit en risico’s

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Bij de taakuitoefening en in de bedrijfsvoering loopt het waterschap risico’s van uiteenlopende aard. Tegen een deel van deze risico’s kan een waterschap zich verzekeren, of moeten er voorzieningen worden gevormd, of kunnen anderszins worden opgevangen. Voor een deel van de risico’s is dit echter niet het geval. Daarnaast wordt er soms voor gekozen om voor bepaalde verzekerbare risico’s eigen risicodrager te worden door zich bewust niet voor deze risico’s te verzekeren. De niet verzekerde risico’s kunnen, als ze zich voordoen, (grote) financiële consequenties hebben. Het is dus zaak voor het waterschap, dat ze zich bewust is van de risico’s die ze loopt en ze beheerst. Het uitsluiten van risico’s is echter niet mogelijk. Niet verzekerde risico’s die zich voordoen, moet het waterschap opvangen met het eigen vermogen (reserves), door belastingverhoging of door ombuigingen binnen de begroting. 

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

•    de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
•    alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

De weerstandscapaciteit is dus te omschrijven als de omvang van de direct beschikbare financiële middelen om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Het is als het ware een buffer om ervoor te zorgen dat bestaand beleid en voorzieningen niet in gevaar komen als risico’s werkelijkheid worden.

Binnen de organisatie zijn er assetmanagementadviseurs die zorgen voor de ontwikkeling van het assetmanagement. Met assetmanagement maken we keuzes over te nemen maatregelen, die keuzes dragen bij aan het verbeteren van de risicopositie. Met risicomanagement trachten we inzicht te verkrijgen in de risicopositie om vervolgens passende maatregelen te nemen. Om dit te kunnen doen voeren we risicoanalyses uit. Met deze risicoanalyses krijgen we input voor het nemen van beheersmaatregelen. 

In het Waterschapsbeheerprogramma is als doelstelling opgenomen om in 2027 ISO 55001 (assetmanagement) gecertificeerd te zijn. Met assetmanagement zorgen we voor een optimale balans tussen behalen van prestaties, de kosten die daar mee gemoeid zijn en het beheersen van risico’s.

In de AV van 6 oktober 2011 is de Nota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen vastgesteld. Met deze beleidsnota is in de onderstaande berekening van het weerstandsvermogen rekening gehouden.

Berekening weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Berekening weerstandscapaciteit

In de weerstandscapaciteit worden alleen die middelen opgenomen die in een begrotingsjaar en de daarop volgende begrotingsjaren vrij aanwendbaar zijn zonder dat dit effect heeft op de gewenste kernactiviteiten van het waterschap en de gewenste ontwikkeling van de lastendruk. Er is een mogelijkheid om de belastingcapaciteit in te zetten en daarmee de weerstandscapaciteit te vergroten. In het jaar 2022 was dit niet het geval en is hier niets opgenomen.
Dit geldt voor de algemene reserve en het niet bestemde deel van de tariefegalisatiereserves. 

De aanwezige overige bestemmingsreserves maken geen deel uit van de weerstandscapaciteit. Deze worden ingezet voor het doel waarvoor deze gevormd zijn.

De totale weerstandscapaciteit per ultimo van het jaar kan dan als volgt bepaald worden:

bedragen x € 1.000
Beschikbaar Begroot Rekening Rekening minus besluitvorming 2023*
Stille reserve p.m. p.m. p.m.
Belastingcapaciteit p.m. p.m. p.m.
Onvoorzien 105 - -
Algemene reserves 9.834 8.699 7.696
Tariefegalisatiereserves 3.797 4.187 4.187
Totaal 13.736 12.886 11.883

 * onttrekking eerste begrotingswijziging 2023 in verband met niet begrote gevolgen CAO per 1-1-2023, onttrekking algemene reserve € 1,003 miljoen

Strategische risico’s & ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Strategische risico’s & ontwikkelingen

Strategische risico’s zijn het gevolg van de gekozen strategische koers van de organisatie of het gevolg van gemaakte keuzes die leiden tot een strategische koerswijziging. Ze hebben impact op de strategische doelstelling van een organisatie. Vaak zijn de kans van optreden en de impact van deze risico’s niet goed (financieel) te kwantificeren en niet direct te managen. Hierna wordt nader ingegaan op de strategische risico’s en een relevante aantal ontwikkelingen.

Onvolledig beeld omvang benodigd (achterstallig) onderhoud
De staat van de assets (waaronder duikers, wegen en transportstelsels) van het waterschap en het benodigd onderhoud zijn niet altijd goed in beeld. Aan dit risico kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Bijvoorbeeld, inspectieopgaven die nog niet volledig zijn uitgevoerd, het verlies van kennis door medewerkers die met pensioen gaan en het ontbreken van of niet goed ingerichte databeheersystemen.  Data speelt daarbij een belangrijke rol. Deze ontwikkeling kan tot gevolg hebben dat de in kaart gebrachte onderhoudsopgave groter blijkt te zijn dan in eerste instantie gedacht (en is begroot) op basis van historische data en visuele inspecties. Dit kan financiële gevolgen hebben in de vorm van hogere onderhoudskosten en/of schadeclaims. Er zouden ook gevolgen kunnen zijn voor het veilig en naar behoren functioneren van assets voor de omgeving van het waterschap. Wel kunnen we concluderen dat de afgelopen jaren is gebleken dat de assets van het waterschap goed hebben gefunctioneerd. Hierdoor kunnen we onze taken op een adequate wijze uitvoeren.
Een verdere professionalisering van het onderhoud en de vervanging van onze assets willen we bereiken met assetmanagement. Dit is nodig gezien het grote aantal bij het waterschap in beheer en onderhoud zijnde objecten. Het gaat hierbij om een methode voor het optimale beheer van onze ‘assets’ zodat we in de toekomst keuzes kunnen maken die gebaseerd zijn op de optimale balans tussen prestaties, risico’s en kosten, gedurende de gehele levenscyclus van een asset. 

Uitvoering projecten en regulier werk onder druk door capaciteitsproblemen
Door openstaande vacatures die momenteel niet kunnen worden ingevuld en medewerkers die op korte termijn met pensioen gaan is het risico ontstaan met betrekking tot de uitvoering van (nieuwe) projecten en de continuïteit van reguliere werkzaamheden. Dit risico is actueel bij meerdere kerntaken. 

Participatiewet en Wet banenafspraak
Met de Participatiewet en de Wet banenafspraak ligt er voor werkgevers een verplichting om extra banen te realiseren voor mensen met een beperking. Werkgevers uit de sector Overheid doen dit voor 25.000 mensen met een beperking. Dit heet de banenafspraak. Met de banenafspraak wordt de Participatiewet ondersteund. Omdat de overheid de beoogde doelstelling in 2016 niet heeft gehaald, is besloten om voor de sector overheid de Quotumwet in werking te stellen per 1 januari 2018. Voor elke niet ingevulde baan wordt er een ‘boete’ opgelegd van € 5.000,-. Deze ‘boetes’ worden op dit moment (nog) niet opgelegd. Waterschap Scheldestromen heeft de verplichting om in 2023 in totaal 19,8 banen van 25,5 uur te realiseren. Het aantal gerealiseerde banen bedraagt nog steeds 4,24.

Omgevingswet 
De invoering van de Omgevingswet is inmiddels uitgesteld tot 1 januari 2024. Belangrijkste risico is dat er over het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)  nog onvoldoende zekerheid is over de werkbaarheid, betrouwbaarheid en stabiliteit.  

Lange levertijden
Er is sprake van een wereldwijde overspannen grondstoffenmarkt ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Er is een bouwstoffentekort wat zorgt voor grote prijsstijgingen en –fluctuaties, lange(re) levertijden en beperkte personele capaciteit. Dit bemoeilijkt het plannen, ramen en uitvoeren van projecten. De concrete gevolgen voor onze projecten, zijn moeilijk in te schatten. Een aantal projecten loopt hierdoor vertraging op.

Stijgende kosten kust- en dijkversterkingen
In de praktijk is een landelijke trend waar te nemen van stijgende kosten van de kust- en dijkversterkingen die nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke norm. De directe bouwkosten stijgen en de beprijzing van risico’s wordt meegenomen in de kostenopstelling. Daarnaast kan het waterschap door de stijging van de rente sinds 2022 te maken krijgen met extra voorfinancieringskosten bij HWBP-projecten. 
We zijn alert op de toekomstige kosten van de waterveiligheidsopgave. Deze mogen niet leiden tot een onevenredige lastenverzwaring voor de Zeeuwse burger. Een evaluatie van de huidige financieringsregeling is voorzien in 2023. Bij de uitvoering van kust- en dijkversterking onderzoeken we verschillende scenario’s om de meest haalbare en betaalbare oplossing te bepalen. De wettelijke beoordeling van de primaire waterkeringen is afgerond en toont aan dat ruim 25% van de Zeeuwse primaire waterkeringen niet voldoet aan de ondergrens van de huidige wettelijke veiligheidsnorm. Er is naar schatting minimaal € 1,5 miljard (waarvan 10% voor rekening van het waterschap) nodig tot 2050 om de afgekeurde dijkvlakken te versterken zodat ze voldoen aan de norm. Er is hierbij ook sprake van een capaciteitsrisico om het beoogde doel te kunnen realiseren.

Baseline Basis op orde
De Baseline Basis op orde is het minimale ambitieniveau waaraan het waterschap Scheldestromen wil voldoen op het gebied van digitalisering. Digitalisering verandert onze maatschappij ingrijpend en is tegelijkertijd essentieel om de maatschappij draaiende te houden. De huidige technologische ontwikkelingen zorgen voor een digitale transformatie waarin alle 21 waterschappen kansen moeten grijpen die de informatiesamenleving hen biedt. Dit willen zij doen op een verantwoorde, veilige en mensgerichte manier. Daarvoor is het van belang dat de digitale basis op orde is. In deze baseline (niet te verwarren met de data op orde, dit is slechts een onderdeel van de baseline) wordt invulling gegeven aan de doelen vanuit nieuwe wetgeving en EU- of overheidsrichtlijnen. Het risico wat we kunnen lopen, is dat we niet rechtmatig handelen. De aanpak hiervan is risico-gestuurd. Hiermee borgen we dat de focus vooral ligt op de zaken die vanuit wetgeving met een harde deadline worden opgevolgd (Wet Open Overheid, Omgevingswet, EU-Single digital gateway).

Schade als gevolg van cyber-aanvallen op de digitale infrastructuur
Als gevolg van de toenemende georganiseerde cybercriminaliteit en de veranderde geopolitieke verhoudingen zijn cyberdreigingen niet langer ondenkbaar.
Vanuit de georganiseerde misdaad dient het waterschap zich te beschermen  tegen kwaadwillende van buitenaf. De technologische cyberaanvallen zijn door technologische 
tegenmaatregelen goed beheersbaar. In de regel is de “mens“ het grootste risico. Zaken als ransomware, ceo-fraude en andere phishing activiteiten beginnen doorgaans bij de onoplettendheid van de medewerker. De cybersecurity weerbaarheidstrainingen die doorlopend aan medewerkers wordt aangeboden dient de awareness op dit vlak te borgen.
Gevolgschade is hierbij moeilijk aan te geven. Bij recente ransomware incidenten zijn bedragen bekend van € 5 miljoen voor het afkopen van de cryptosleutel en tientallen miljoenen voor het opnieuw opbouwen van een datacenter na een cyberaanval met als doel de zaak onderuit te halen. Als de huidige geopolitieke verhoudingen verder verslechteren dan vraagt het afschermen van cruciale assets in de bescherming tegen de zee en afvalwaterzuivering steeds meer aandacht. Waar een misdaadsyndicaat zich focust op inkomsten zullen niet-bondgenoten zich richten op de ontwrichting van de samenleving.

Prijsstijging na afloop energiecontract 2025 
In verband met de wereldwijde omstandigheden heeft de energiemarkt te maken met forse prijsstijgingen. Naast de leverancierskosten stijgen bovendien ook de tarieven voor netwerkkosten en de energiebelasting. De marktomstandigheden zijn op dit moment dermate extreem dat het ook niet mogelijk is om het leveringscontract tegen een acceptabele prijs te verlengen, zoals we dit normaal gesproken per 1 januari 2022 hadden gedaan. We kunnen dus voorlopig ook geen prijzen vastleggen vanaf 2025. In 2023 zullen we de ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen, zodat we snel kunnen handelen als de omstandigheden veranderen. Inmiddels zijn de marktprijzen weer aan het dalen, maar zijn ze nog steeds veel hoger dan voor 2022. Na afloop van het energiecontract per 1 januari 2025 wordt nog steeds voor het waterschap een stijging verwacht. In de meerjarenraming 2024-2026 zijn in 2025 de energiekosten verhoogd met € 3,5 miljoen.

Operationele risico’s
De benodigde weerstandscapaciteit voor de operationele risico’s werd in het verleden steeds geraamd op een bedrag van maximaal € 4 miljoen. In de jaarrekening 2021 is voor het eerst een gekwantificeerde analyse van de operationele risico’s opgenomen. Dit als onderbouwing van de benodigde weerstandscapaciteit. 
Operationele risico’s kunnen optreden bij de uitvoering van de bedrijfsfuncties van de organisatie als gevolg van ontoereikende of niet succesvolle interne processen, mensen en systemen, of externe gebeurtenissen. Voor de analyse zijn de volgende typen risico’s buiten beschouwing gelaten:

•    projectrisico’s waarvoor binnen het project al een voorziening is getroffen;
•    strategische risico’s die niet goed (financieel) te kwantificeren zijn.
Het waterschap werkt er aan om de risico’s bij de uitvoering van de kerntaken op een meer systematische eenduidige wijze te gaan beheersen. Als start hiervan is in 2020 de bedrijfswaardenmatrix opgesteld waarmee het risiconiveau van een gebeurtenis kan worden vastgesteld. Risico’s worden uitgedrukt als kans x effect. Door de kans van voorkomen van een ongewenste gebeurtenis en het bijbehorende gevolg (effect) tegen elkaar af te zetten in de matrix, wordt het risiconiveau bepaald. Het risiconiveau geeft aan of het waterschap een risico acceptabel vindt of niet. Op basis daarvan kunnen vervolgens maatregelen ontworpen worden om risico’s te verkleinen door de kans van optreden of het effect te verkleinen. Voor de restrisico’s die dan nog resteren en waarbij sprake kan zijn van financiële tegenvallers, is er een bepaalde weerstandscapaciteit nodig. Als die risico’s zich vervolgens manifesteren kan de weerstandscapaciteit worden aangewend.

In het hierna opgenomen geconsolideerde risico-overzicht is de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen. Daarvoor zijn eerst de belangrijkste operationele risico’s binnen de vijf programma’s geïnventariseerd. Er is gekeken naar de restrisico’s - na beheersing - met een maximaal financieel gevolg van meer dan € 100.000.-. Vervolgens zijn de risico’s gekwantificeerd in ‘kans van optreden’ en het ‘maximale financiële gevolg’. De financiële impact van het risico is bepaald door deze twee waarden met elkaar te vermenigvuldigen. Deze exercitie leidt tot de volgende tabel met gekwantificeerde operationele risico’s, waarmee de benodigde weerstandscapaciteit is bepaald. 

Risico overzicht:

Bedragen x € 1.000
Operationeel risico Programma Kans van optreden[1] Impact in € [2]
1. Kostenstijgingen en marktontwikkeling bij aanbestedingen Alle Groot 1.245
2. Personeelskosten: extra kosten inhuur doordat vacatures niet kunnen worden ingevuld Alle Groot 1.245
3. Mogelijke uitval of onderbreking van ICT middelen en processen Alle Klein 850
4. Schade aan waterkeringen door extreme stormen Waterkeringen Klein 510
5. Mogelijke stijging van netwerkkosten (elektra) Alle Groot 498
6. Extra energiekosten riool- en polder gemalen door extreme neerslag Afvalwaterketen / Watersystemen Klein 313
7. Zomerschade aan Wegen Wegen Midden 100
8. Calamiteiten door uitstel projecten rioolgemalen Afvalwaterketen Groot 83
9. Mogelijke Btw-plichtigheid SNB Afvalwaterketen Midden 240
10. Schending van de AVG Privacywet Bestuur & Organisatie Klein 70
TOTAAL TOP 10 5.154

(1) De kans van optreden kan worden gekwantificeerd als: klein (impact-17%), midden (impact-50%) en groot gevolg (impact-83%).
(2) Impact = kans x financieel gevolg in €

De gekwantificeerde operationele risico’s worden hieronder verder toegelicht.

1. Kostenstijgingen en marktontwikkelingen bij aanbestedingen
De inflatie in 2022 is in veel landen als gevolg van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne tot recordhoogtes gestegen. Gemiddeld kwam dit, op basis van de CBS cijfers, uit op 10%, volgende DNB 11,5%. Deze prijsstijging op basis van de contracten zijn verwerkt in de begroting 2023. 
Voor het jaar 2023 is in de begroting 2023 rekening gehouden met een inflatie van 4,3% op basis van de CPB prognose van augustus 2022. De laatste voorspelling over de inflatie in 2023 van het CPB (december 2022) gaat uit van 3,5%, DNB (december 2022) van 4,9%. De inflatie in 2023 zal naar verwachting sterk afhankelijk zijn van de verdere ontwikkelingen van de oorlog in Oekraïne.
De eerste inflatiecijfers voor 2023 zijn inmiddels gepubliceerd. In januari 2023 is volgens het CBS de inflatie 7,6% en voor februari 8%. 
De totale externe kosten bedragen in 2023 voor het waterschap ca. € 74 miljoen. De mogelijke gevolgen van een hogere kostenstijging in 2023 zijn ingeschat op € 1.500.000,-.

2. Onzekerheid  krapte arbeidsmarkt
Momenteel is er een krapte op de arbeidsmarkt. Het waterschap heeft in eind 2022 te maken met meer dan 60 begrote formatieplaatsen die niet zijn ingevuld met eigen personeel. Daarnaast zullen er in 2023 nog meer vacatures bijkomen als gevolg van medewerkers die met pensioen gaan. Door de huidige krapte op de arbeidsmarkt in Nederland bestaat de kans dat niet alle vacatures kunnen worden ingevuld. Om toch het werk te kunnen verrichten zal er voor vitale functies personeel moeten worden ingehuurd. In de begroting 2023 is hiervoor ruim € 3 miljoen opgenomen. In 2022 was er een vergelijkbare situatie waarin de inhuurkosten opliepen naar ruim € 6 miljoen. De omvang van de extra inhuurkosten door de krapte op de arbeidsmarkt is ingeschat op € 1.500.000,-. De kans van optreden is als “groot” gerubriceerd.

3. Mogelijke uitval of onderbreking van ICT middelen en processen
Voor het dagelijkse werk van het waterschap wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ICT middelen en geautomatiseerde processen. Het gebruik hiervan gaat gepaard met een risico dat grote nadelige gevolgen kan hebben. Daarbij moet worden gedacht aan het niet kunnen bedienen of uitvallen van kunstwerken en installaties met (milieu)schade tot gevolg, het stil komen te liggen van werk en het verlies van data (cybersecurity). Verschillende oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen, zoals uitval van systemen, cyberaanvallen, het niet voldoen aan de Baseline Informatieveiligheid Overheden (BIO), maar ook een toenemende belasting van computersystemen als gevolg van meer medewerkers die gelijktijdig thuiswerken. De extra onvoorziene kosten kunnen bijvoorbeeld zitten in externe inhuur, hogere exploitatiekosten, het eisen van losgeld (bij cyberaanvallen) en extra heffingskosten wanneer er noodgedwongen ongezuiverd afvalwater moet worden geloosd op Rijkswateren. De omvang van deze onvoorziene kosten wordt geschat op € 5.000.000,-.

4. Schade aan waterkeringen door extreme stormen
Het waterschap heeft meerdere keren per jaar te maken met stormen variërend van licht tot zeer zwaar. Daarbij kan de periode tussen twee stormen in kort zijn. De soms (grote) schade die een storm tot gevolg kan hebben betreft voornamelijk de waterkeringen assets. Er moet worden gedacht aan schade aan glooiingen, steenzettingen, vooroevers en kreukelbermen. Indien er sprake is van schade moeten er acute herstelwerkzaamheden worden gepleegd. Hierbij is sprake van onvoorziene kosten in het begrotingsjaar. Dit risico, waarvan wordt ingeschat dat de kans van optreden klein is, wordt geschat op € 3.000.000.-.

5. Stijging van netwerkkosten (elektra) 
In 2023 stijgen de netwerkkosten met circa € 600.000,-. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de netbeheerders( in ons geval Stedin) ook zelf te maken hebben met gestegen prijzen van energie. Bij het transport van gas en elektriciteit en bij het omzetten van hoogspanning naar laagspanning gaat energie verloren; netverliezen. Deze netverliezen kopen netbeheerders in. Omdat de netbeheerders net als iedereen veel meer voor gas en elektriciteit betalen dan vorig jaar, zijn deze kosten toegenomen. Om te zorgen dat de gestegen kosten niet ten koste gaan van de investeringsruimte voor projecten die belangrijk zijn voor de energietransitie, heeft het ACM besloten dat de regionale netbeheerders een voorschot op de kostentoename komend jaar al in de tarieven mogen verrekenen. Daarnaast wordt de tariefstijging bepaald door de inflatie van 12% en de gestegen inkoopkosten van landelijk netbeheerder TenneT. Ook TenneT heeft te maken met gestegen kosten. Dit zorgt automatisch ook voor stijging van de kosten van regionale netbeheerders. Of we ook in de toekomst dergelijke stijgingen krijgen is begin 2023 nog onbekend. 

6. Extra energiekosten riool- en poldergemalen door extreme neerslag 
Een risico dat samenhangt met de klimaatverandering is de kans op hogere energiekosten door extreme neerslag. Extreme neerslag heeft dan vooral invloed op de energiekosten van riool- en poldergemalen. Voor de begroting 2023 is uitgegaan van € 2.500.000,- aan electriciteitskosten riool- en poldergemalen. Op basis van historische feiten kan er bij dit risico een maximale afwijking van 25% optreden in het geval het waterschap te maken krijgt met extreme neerslag. Dit leidt dan tot een financieel gevolg c.q. hogere energiekosten van € 625.000,-. De kans van optreden is gerubriceerd in de categorie “midden”.

7. Zomerschade aan wegen
Als gevolg van langdurige periodes van droogte kan er schade ontstaan aan wegen. Dit vraagt om herstelwerkzaamheden: van het vervangen van betonplaten en zout strooien op slijtlagen (hitteschade), scheuren vullen tot frezen en inleggen. Schade aan de fundering die zou kunnen ontstaan is echter minder goed zichtbaar. Momenteel is er niet voldoende inzicht in hoe groot deze schade is (met name bij veenachtige ondergronden), vandaar dat er sprake is van een risico op een onverwachts grotere onderhoudsopgave. Op basis van een eerdere schade inventarisatie wordt bij het optreden van het risico uitgegaan van een schadebedrag tot € 200.000,-. De kans van optreden wordt als gemiddeld gezien. 

8. Calamiteiten door uitstel projecten rioolgemalen 
In de afgelopen jaren zijn de renovaties van rioolgemalen steeds uitgesteld. In 2023 staan nu 5 rioolgemalen gepland te renoveren. Deze planning is grotendeels afhankelijk van de beschikbaarheid van personeel. Door het uitstel is de kans op uitval steeds groter. Totdat de renovaties zijn gerealiseerd blijft deze kans bestaan. Indien dit toch optreedt worden financiële gevolgen ingeschat op € 100.000,-. Eerste afronding renovaties rioolgemalen zijn april 2023 gepland. 

9. Mogelijke BTW-plichtigheid SNB
De rijksoverheid zet fiscale maatregelen, zoals CO2-heffing, kilometerheffing en afvalstoffenbelasting, steeds meer in om de (afval)sector(en) te verduurzamen. Vooralsnog is SNB vrijgesteld van bovengenoemde heffingen en belasting. SNB is voor de activiteiten ten behoeve van haar aandeelhouders tevens vrijgesteld van BTW en VPB. Afspraken hierover met de Belastingdienst, wetgeving en jurisprudentie kunnen wijzigen, waardoor deze vrijstellingen in de toekomst mogelijk kunnen vervallen. SNB lobbyt via belangenorganisaties voor passende fiscale maatregelen. Daarnaast is SNB proactief in het verder verduurzamen van de bedrijfsvoering om mogelijke heffingen/belastingen op dit gebied te vermijden. SNB bewaakt de naleving van de afspraken omtrent de VPB vrijstellingen en voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de BTW-koepelvrijstelling intensief. 
Ten aanzien van de BTW-koepelvrijstelling heeft de Belastingdienst de eerder afgesloten vaststellingsovereenkomst tussen SNB en de Belastingdienst opgezegd per 1 januari 2021. Met de Belastingdienst is overleg gevoerd over de voorzetting van de BTW-koepelvrijstelling na 1 januari 2021. Vanaf 2021 hanteert SNB een nieuwe systematiek. De Belastingdienst kiest er voor om op basis van nieuw beleid een en ander niet meer vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst. Inmiddels is 2021 afgewikkeld met de Belastingdienst. Hieruit maakt SNB op dat de Belastingdienst de nieuwe systematiek van SNB volgt al blijft er een mate van onzekerheid dat de Belastingdienst op een later tijdstip een andere zienswijze heeft op welke wijze de BTW verwerkt zou moeten worden. Ook in de Jaarrekening 2022 gaat SNB uit van het kunnen toepassen van de BTW-koepelvrijstelling.
Er is een risico dat de Belastingdienst een andere zienswijze hanteert inzake het toepassen van de koepelvrijstelling die vanaf 2021 leidt tot een nabetaling van BTW. Het eventueel vervallen van deze koepelvrijstelling zal leiden tot een BTW heffing over de volledige prestaties die door SNB aan ons waterschap zijn geleverd, waarbij nu sprake is van een vrijstelling. Het risico voor Scheldestromen is berekend op € 160.000,- per jaar. De uitkomst van het overleg met de Belastingdienst is nog onzeker, het risico is voor de periode 2021-2023 opgenomen in deze risicoparagraaf voor totaal € 480.000,-.

10. Schending van de AVG Privacywet
Uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vloeien plichten voort voor elke organisatie, dus ook voor waterschap Scheldestromen. Het niet voldoen aan deze plichten kan leiden tot boetes van de toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en tot claims op schadevergoeding door betrokkenen (zoals burgers of medewerkers). De kans op deze risico's is erg moeilijk in te schatten. Dit wordt bepaald door de mate waarin het waterschap aan de wet voldoet, de zwaarte van eventuele overtredingen, de medewerking tijdens eventuele onderzoeken en de vraag of klachten worden ingediend door betrokkenen, waarnaar eventueel onderzoek zou worden ingesteld.
De maximale boetebedragen onder de AVG kunnen voor diverse categorieën van overtredingen oplopen tot € 20 miljoen. Dergelijke bedragen zullen alleen bij buitensporig zware overtredingen worden opgelegd. De AP heeft in haar boetebeleidsregels vier categorieën van basisboetes vastgesteld, variërend van € 100.000,- tot € 725.000,-. Deze basisboetes kunnen, naargelang de aard van de overtreding en andere omstandigheden, worden verlaagd of verhoogd.
Schadevergoedingen voor betrokkenen kunnen worden toegekend op grond van materiële of immateriële schade. Materiële schade ontstaat in veel gevallen niet naar aanleiding van een schending van de persoonlijke levenssfeer. Immateriële schade, zoals reputatieschade of psychisch lijden, is waarschijnlijker, maar tegelijk moeilijk te bewijzen en te kwantificeren. In het algemeen is tot nu toe uit rechtspraak in Nederland gebleken dat schadebedragen tussen de € 250,- en € 2.500,- per betrokkene liggen, afhankelijk van de zwaarte van de inbreuk. In potentie kan dat, bij een grote groep getroffenen, tot een grote schadepost leiden. Van dergelijke claims is echter slechts sporadisch sprake, bijvoorbeeld in het kader van grote social mediabedrijven.
Voor de berekening de van de benodigde weerstandscapaciteit is het financieel risico ingeschat op € 412.500,-.

Overige operationele risico’s (niet kwantificeerbaar)

Waterkeringen
•    Schade aan waterkeringen door droogte.
Door de droge periode in 2022 is er schade ontstaan aan waterkeringen. Het is nog niet duidelijk hoe groot de schade is, maar er zijn wel maatregelen nodig.
•    Er is nog geen beleid voor recreatief medegebruik dat is gekoppeld aan de assets van het waterschap, waardoor gemaakte kosten voor onderhoud voor het waterschap zijn.
•    Bij projecten en werkzaamheden dient grond dat PFAS bevat nauwkeurig te worden afgevoerd. Door het ontbreken van een Bodem Kwaliteits Kaart (BKK) ontstaat er vertraging en zijn extra maatregelen nodig. 
•    Onderbezetting dijkwachtposten.
•    Verouderde techniek bij kunstwerken vereist dat er veel menskracht nodig is, met het gevolg dat er niet tijdig zou kunnen worden gehandeld bij calamiteiten.
•    Incomplete legger waterkeringen.
De legger waterkeringen is nog niet compleet, hetgeen noodzakelijk is wanneer de Omgevingswet in werking treedt.
•    Beoordeling secundaire en primaire waterkeringen (LBO-2) en zorgplicht onder druk.
De oorzaak  van deze risico’s komt door capaciteitsgebrek. Hierdoor kan het werk niet worden opgestart en stagneert de voortgang met betrekking tot voldoen aan de zorgplicht.
•    Minder inkomsten van stakeholders voor onderhoud Veerse Meer (convenant).
Het Convenant Veerse Meer voor onderhoudswerkzaamheden is nog niet geactualiseerd. Er loopt momenteel een onderzoek naar de financieringssystematiek in opdracht van de Provincie Zeeland. Tevens vindt er een discussie plaats rondom de bereidheid van de stakeholders om aan de onderhoudskosten te willen bijdragen. Dit kan betekenen dat er in potentie inkomsten door het waterschap worden misgelopen. Indien dit aan de orde is zal er worden ingezet op een aanpassing van de financieringssystematiek. 

Watersystemen
geen bijzonderheden

Afvalwaterketen
•    Achterlopen instandhouding transportstelsel, rioolgemalen en RWZI’s
De budgetten voor investeringsprojecten zijn onderhevig aan niet voorspelbare onzekerheden vanwege de recente ontwikkelingen in de wereld. Instandhouding van assets gaat achterlopen indien projecten hierdoor geen doorgang kunnen vinden. Om vervolgens achterstallig onderhoud te voorkomen zouden kosten moeten worden verplaatst naar de exploitatie.

Wegen
•    Gebiedsgerichte aanpak (GGA) in samenwerking met gemeenten
De gebiedsgerichte aanpak (GGA) in samenwerking met gemeenten heeft nog onvoldoende planning en structuur vanuit het waterschap. De kans bestaat hierdoor dat het waterschap pas laat betrokken wordt bij gebiedsplannen en zo minder invloed kan uitoefenen. Met weer als gevolg dat zo door derden kosten kunnen worden opgelegd aan het waterschap, in het geval van wegenschade in het gebied.
•    Extra inzet gladheidbestrijding als gevolg van extreem winterweer
Ondanks de klimaatverandering en stijgende temperaturen, is er altijd nog kans op extreem winterweer. Dit kan er toe leiden dat extra inzet in het kader van de gladheidbestrijding nodig is om de veiligheid van de wegen van het waterschap te waarborgen. Gemiddeld wordt voor een strooiseizoen in de begroting rekening gehouden met 26 preventieve acties, 10 bruggenacties en 5 curatieve acties. 

Berekening waardering weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Berekening waardering weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. In de nota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen is bepaald dat het weerstandsvermogen van waterschap Scheldestromen moet voldoen aan de waardering B, ruim voldoende.

Bij beoordelen van het weerstandsvermogen wordt gebruik gemaakt van onderstaande tabel. 

Waardering Verhouding Betekenis
A >2,0 Uitstekend
B 1,4 - 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 - 1,4 Voldoende
D 0,8 - 1,0 Matig
E 0,6 - 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende
Terug naar navigatie - classificering

Op basis van deze indeling kan het weerstandsvermogen als volgt worden geclassificeerd.

begroot rekening
Risico’s (x € 1.000,-) 4.000 5.154
Weerstandscapaciteit (x € 1.000,-) 13.736 12.886
Weerstandsvermogen 3,4 2,5
Waardering A A

2.14 Financiering, rente en schuldpositie

Terug naar navigatie - Inleiding

Het doel van de paragraaf financiering is het bevorderen en transparant maken van het financierings- en treasurybeleid, het verbeteren van de besluitvorming daarover en het beter mogelijk maken van een goede beoordeling daarvan door de toezichthouder. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vermogensbehoefte, de renteontwikkeling en het risicobeheer.

Vermogensmutaties
De vermogenstoename of afname in het afgelopen jaar kan bepaald worden door het verschil tussen herkomst en bestedingen van middelen.

bedragen x € 1.000
Vermogensmutaties Herkomst Besteding Mutaties
Vaste activa: Afschrijvingen 21.701
subsidies/bijdragen van derden 18.738
Verkopen en fin. Activa 1.784
Bruto uitgaven 46.771
Eigen vermogen: Toevoegingen 14.626
Ontttrekkingen 13.970
Voorzieningen: Toevoegingen 335
Besteding (incl. vrijval) 1.005
Lang lopende schulden: Stortingen
Aflossingen 1.135
Totaal 57.184 62.881
Vermogensmutatie -5.697
Terug naar navigatie - financiering en renteontwikkeling

Financiering
In 2022 is voor € 1.135.000,- afgelost en er zijn geen vaste financieringsmiddelen aangetrokken. 

Renteontwikkeling
Bij de programmabegroting is uitgegaan van een rente van 0,50% voor de financieringsbehoefte 2022 en 2 % voor de financieringsbehoefte van 2022 -2024. In 2021 is voorzien in de meerjarige financieringsbehoefte 2021-2024 tegen een rente percentage van 0,607%. 

Terug naar navigatie - Renteschema

Renteschema
Door de Commissie is de Notitie rente 2017 uitgebracht. In deze notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en jaarstukken. Geadviseerd wordt een renteschema op te nemen, waarmee inzicht wordt gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening. 

Renteschema Rekening 2022 Begroting 2022
1 De externe rentelasten over de korte en lange financiering + € 5.088.438 € 5.009.613
2 De externe rentebaten (idem) -/- € -326.527 € -
saldo rentelasten en rentebaten € 4.761.911 € 5.009.613
3 rentelasten die specifiek moeten worden toegerekend -/- € - € -
4 rentebaten die specifiek worden toegerekend + € - € -
aan de taken toe te rekenen externe rente via rente omslag € 4.761.911 € 5.009.613
aan de taken toegerekende rente (rente omslag)
watersysteem- en zuiveringsbeheer -/- € -4.761.911 € -5.009.613
5 Renteresultaat € - € -
Taken boekwaarde % boekwaarde %
watersysteem- en zuiveringsbeheer € 304.934.125 1,559% € 301.957.933 1,659%

Doordat bij de jaarrekening het omslagpercentage opnieuw bepaald wordt (nacalculatie) is er geen sprake van een “renteresultaat”. Toegestaan is, indien de afwijking maximaal 25% afwijkt ten opzichte van het voorcalculatorisch omslagpercentage, het begrotingspercentage te hanteren. In afwijking van de rentenotitie wordt voor de boekwaarde uitgegaan van de gemiddelde boekwaardes op 1-1 en 31-12. In de rentenotitie wordt als basis de boekwaarde 1-1 genomen. Dividendopbrengsten, winstuitkeringen, koers- en waardeverschillen maken geen deel uit van de renteomslag. 

Terug naar navigatie - Risicobeleid

Risicobeleid
Het treasurybeleid is defensief en risicomijdend, en is er op gericht toekomstige risico’s inzich-telijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven. Het risicobeheer bestaat uit o.a. renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico, waarbij voor ons het renterisico het belangrijkste is. De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico’s voor de organisatie. Hierbij geldt dat het niveau van renterisico’s in de komende jaren de wettelijke normen (de kasgeldlimiet en de renterisiconorm), zoals vastgelegd in de Wet Fido niet overschrijdt.

Renterisiconorm
De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm is voor de waterschappen vastgesteld op 30% van het begrotingstotaal bij aanvang van het betreffende jaar. Het waterschap heeft geen leningen met een renteherziening.

Uit het onderstaand overzicht blijkt dat het waterschap het afgelopen jaar onder de norm is gebleven.

bedragen x € 1.000
Renterisiconorm 2022
1 Totaal programmabegroting 137.062
2 Vastgesteld percentage 30%
3 Renterisiconorm (30% van 1) 41.119
4 Betaalde aflossingen 1.135
Ruimte (3-4) 39.984
Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het maximum dat gesteld is aan de mate waarin van korte financiering (looptijd maximaal één jaar) gebruik mag worden gemaakt. In de ‘Uitvoeringsregeling Fido' is dit maximum voor de waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. Voor het waterschap betekent dit voor 2022 afgerond € 31,524 miljoen. 

bedragen x € 1.000
periode (eind van het) Vlottende schuld (-/-) middelen Kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet
1e kwartaal -39.419 31.524 70.943
2e kwartaal -64.730 31.524 96.254
3e kwartaal -68.541 31.524 100.065
4e kwartaal -81.912 31.524 113.436
Terug naar navigatie - Schuldpositie

Schuldpositie
De netto schuld als aandeel van de inkomsten (netto schuldquote) geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Anders gezegd: kan het waterschap zijn schulden wel dragen? 
In de beoordeling van de schuldpositie dient de taakuitoefening uitdrukkelijk betrokken te worden. Het waterschap moet in het beheersgebied investeren om een goede uitvoering van de waterschapstaken te garanderen. Deze netto schuldquote geeft, naast andere kengetallen, aan dat veel vreemd vermogen van het waterschap vast zit in met name de materiële vaste activa.  

De netto schuldquote voor waterschap Scheldestromen bedraagt op basis van de jaarrekening 2022 212%. Deze berekening is gebaseerd op de opbrengsten uit belastingen inclusief de bijdrage wegen via het gemeentefonds, precario en dividend en wijkt daarmee af van de berekening van de Unie van Waterschappen. De andere berekeningsmethodiek is gebaseerd op de besluitvorming in de AV van 30 mei 2018, waarbij tevens besloten is dat een netto schuldquote lager dan 250% acceptabel is. Als waterschap moeten wij blijven investeren in het beheersgebied om een goede uitvoering van de waterschapstaken te garanderen. Op dit moment ligt er een aanzienlijke opgave op meerdere gebieden die zorgt voor een aanzienlijke investeringsopgave.

Bedragen x € 1,- mln.
jaar investerings- volume afschrij- ving overig financiering *1 vaste schulden- last overige schulden (-vorderingen) *2 totaal saldo schulden belasting- wegen, precario, dividend *3a netto- schuld- quote *3b
2016 R 17,2 18,3 10,4 240,5 -3,2 237,3 101,1 235%
2017 R 21,9 18,5 -5,7 238,2 2,3 240,5 103,3 233%
2018 R 33,6 18,6 2,7 255,9 2,2 258,1 106,4 243%
2019 R 27,0 19,7 -24,6 238,6 27,6 266,2 110,8 240%
2020 R 25,9 20,4 17,3 261,4 6,7 268,1 116,3 231%
2021 R 29,0 21,3 40,6 309,7 -33,4 276,3 121,4 228%
2022 R 26,2 21,7 -5,6 308,6 -37,1 271,5 128,3 212%

*1    overige financiering: voorfinanciering, teruggave beleggingsproduct, reserves
*2    overige schulden (- vorderingen): kortlopende schulden, overlopende passiva/activa, vorderingen, liquide middelen
*3a  belastingopbrengsten incl. precariobelasting en uitkering wegen/dividend (beleid waterschap Scheldestromen AV 30-5-2018)
*3b  berekende schuldquote op basis van (3a)  het vastgestelde beleid waterschap Scheldestromen

Bij de begroting 2022 werd nog uitgegaan van een schuldquote van 231%. Deze was gebaseerd op de  jaarrekening 2020 en begrotingscijfers van 2021 / 2022. De geprognotiseerde schuldenlast was begroot op € 293 miljoen en de opbrengsten € 125,8 miljoen. Werkelijk 2022 is de schuldenlast € 21,5 miljoen lager en zijn de opbrengsten  €  2,5 miljoen hoger. 

2.15 EMU-saldo

Terug naar navigatie - Emusaldo

In het kader van een verantwoorde ontwikkeling van de economie in het monetaire stelsel binnen de landen die deelnemen aan de Economisch Monetaire Unie, is in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt over gezonde overheidsfinanciën. Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort van een lidstaat niet meer mag bedragen dat 3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Voor de bepaling van het tekort tellen ook de uitgaven van de lagere overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) mee. 

Op grond van de Wet hof (houdbare overheidsfinanciën) moeten de vier overheden samen invulling geven aan de eisen die vanuit de Europese Unie ten aanzien van met name het EMU-saldo en de EMU-schuld worden gesteld. Om de voor hun kerntaken noodzakelijke investeringen uit te kunnen voeren, hebben de lagere overheden een zekere ruimte in het Nederlandse EMU-saldo nodig. De Wet hof kent als systematiek dat een kabinet aan het begin van zijn regeerperiode afspraken met IPO, VNG en Unie maakt over de ruimte voor de decentrale overheden in het EMU-tekort gedurende de gehele regeerperiode.

Het overleg met het kabinet heeft geresulteerd de volgende afspraken voor de periode 2019 - 2022:
-    de ruimte voor de decentrale overheden is tot en met 2022 0,4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP);
-    de 0,4% ruimte is nader verdeeld in: 0,27% gemeenten, 0,08% provincies en 0,05% waterschappen.
-    de op basis van deze verdeling berekende individuele referentiewaarde voor het waterschap bedraagt € 15,0 miljoen voor 2022.

Het EMU-saldo kan op basis van de jaarrekening 2022 als volgt berekend worden:

bedragen x € 1.000
Omschrijving rekening
2021 2022
1 EMU exploitatiesaldo 4.360 9.183
(saldo exploitatiebegroting kosten/opbrengstensoorten
- geactiveerde lasten -3.725 -4.885
+/- dotaties +/Onttrekkingen aan reserves- -2.366 656
Totaal EMU exploitatiesaldo -1.731 4.954
2 Invloed investeringen
-/- Bruto investeringsuitgave (excl. geactiveerde lasten) -30.962 -41.886
+ Investeringssubsidies en –bijdragen 5.386 18.738
+ Verkoop van vaste activa 130 1.633
+ Afschrijvingen 21.301 21.701
Totaal invloed investeringen -4.145 186
3 Invloed voorzieningen
+ Toevoeging aan voorzieningen 750 335
-/- Onttrekkingen aan voorzieningen (vrijval) - -723
-/- Onttrekkingen rechtstreeks uit voorzieningen -348 -282
Totaal invloed voorzieningen 402 -670
4 Deelnemingen en aandelen
-/- Boekwinst - -
+ Boekverlies - 8
Totaal invloed deelnemingen en aandelen - 8
Geraamd EMU-saldo -5.474 4.478
Maximaal EMU-tekort o.b.v. macroreferentiewaarde -14.000 -15.000
EMU-saldo 8.526 19.478
(+) ruimte / (-) tekort

Analyse verschil tussen programmabegroting en jaarrekening
Het gerealiseerde EMU saldo voor Scheldestromen overschrijdt het toegestane tekort niet. Het verschil met de programmabegroting (EMU-saldo begroot € -13,6 miljoen) is € 18 miljoen lager. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het jaarrekeningresultaat (EMU-exploitatiesaldo) van € 5,0 miljoen en door de lagere netto investeringen van € 12, miljoen. Ten opzichte van 2021 wordt het verschil hoofdzakelijk veroorzaakt door een hoger exploitatiesaldo en een lager investeringssaldo.

2.16 Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

De bedrijfsvoering kenmerkt zich door kosteneffectiviteit en een sturingsprincipe waaraan continue verbetering inherent is. In de Strategienota 2019-2023 zijn de doelstellingen vertaald in prestatie-indicatoren. Dat is verder uitgewerkt in het nieuwe Waterschapsbeheerprogramma dat per 1 januari 2022 van kracht is geworden.

Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de professionalisering van de organisatie. De wijze van besturing van de ambtelijke organisatie is in 2022 vastgelegd in een besturingsfilosofie. De organisatiestructuur zelf is in 2022 ook grotendeels opnieuw neergezet. Met daarbij ook de invulling van veel van de nieuwe leidinggevende functies en plaatsing van de voormalig leidinggevenden conform de afspraken in het sociaal plan en sociaal statuut. Het accent is gedurende 2022 verschoven van de structuur naar de organisatiecultuur: hoe gaan we binnen onze organisatie met elkaar om en hoe kunnen we de onderlinge samenwerking nog verder verbeteren. Hiertoe zijn in 2022 onder meer een nieuwe leiderschaps- en een medewerkersprofiel opgesteld. In 2023 wordt op basis hiervan onder meer gestart met een leiderschapsprogramma.  

Ondertussen was er onverminderd aandacht voor procesmatig, omgevingsgericht en risico gestuurd werken om de dienstverlening voor de Zeeuwse burgers, recreanten en bedrijven te optimaliseren. Procesmatig werken geeft conform de besturingsfilosofie duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, wat er van medewerkers wordt verwacht en hoe dat bijdraagt aan de doelen van de organisatie. Op basis van de PDCA-keten richten we ons werk in. Een gezamenlijk beeld van de doelen en aanpak (Plan), uitvoering van het werk op basis van het proces en ieders vakbekwaamheid (Do) en geleerde lessen benoemen en toepassen (Check-Act) zijn voor alle werkzaamheden het uitgangspunt.

In alle processen wordt daarbij continu gezocht naar mogelijkheden om ze beter en efficiënter uit te voeren. Wat inhoudt dat zowel bij plannen, uitvoering als bijsturing keuzes gemaakt worden op basis van het te verwachten en gerealiseerd effect. Hiervoor is digitaal een monitor beschikbaar die een integraal beeld geeft van de prestatiedoelstellingen uit de Strategienota, investeringen, exploitatie en bijbehorende risico’s. Hierover is de algemene vergadering in 2022 tweemaal geïnformeerd. Deze informatie vormt de basis voor de (bij)sturing binnen de organisatie. Bij de voorliggende jaarrekening vindt de eindverantwoording plaats op eveneens de prestaties, investeringen, exploitatie en risico’s.

Assetmanagement helpt het waterschap om onze assets (van gemalen tot wegen) optimaal te benutten, tegen aanvaardbare kosten en acceptabele risico’s. Dat vraagt allereerst feitelijke informatie waarop vervolgens keuzes kunnen worden gebaseerd. Het op orde brengen van data heeft specifiek de aandacht gekregen en zal die de komende jaren ook nog krijgen (zoals besloten is bij het vaststellen van het Waterschapsbeheerprogramma 2022-2027). In 2020 is tevens de bedrijfswaardenmatrix opgesteld en in 2021 zijn onze bedrijfswaarden ook in het Waterschapsbeheerprogramma opgenomen. De bedrijfswaardenmatrix laat de balans zien tussen prestatie-kosten-risico's. Het verder inbedden en inzetten van de bedrijfswaardenmatrix in de organisatie heeft in 2022 aandacht gehad en loopt in 2023 nog door. Een gedegen risicomanagement en het bijbehorende instrumentarium (zoals de bedrijfswaardenmatrix) zal de komende jaren op deze manier verder worden doorontwikkeld.

2.17 Verbonden partijen

Terug naar navigatie - verbonden partijen

Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de mate van de financiële betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden waarin het waterschap participeert en waarin het tevens een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen. Het gaat hierbij om banden met derde partijen, waarbij realiseren van een publiek belang centraal staat.
Per partij is sprake van een financieel en bestuurlijk belang. Onder een bestuurlijk belang wordt verstaan: vertegenwoordiging in het bestuur van een verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat, dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
De onderstaande verbonden partijen zijn van toepassing:

1.    Nederlandse Waterschapsbank N.V. 
2.    N.V. Slibverwerking Noord-Brabant
3.    Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (HWH)
4.    Gemeenschappelijke regeling SaBeWa Zeeland
5.    Gemeenschappelijke regeling RUD-Zeeland 
6.    Unie van Waterschappen

Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB)
Vestigingsplaats Den Haag
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum 1954
Participanten Aandeelhouders: Staat der Nederlanden, 9 provincies en alle waterschappen.
Publiek belang Als huisbankier van de waterschappen levert de NWB diensten op het gebied van betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Doelstelling van de bank is het zo gunstig mogelijk en exact op maat aanbieden van de gewenste financieringen.
Bestuurlijk belang Het waterschap is vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), naar rato van het aantal aandelen heeft het waterschap hierin stemrecht (6%). Ieder aandeel A heeft recht op 1 stem en ieder aandeel B geeft recht op 4 stemmen.
Financieel belang Het waterschap is aandeelhouder van 6,0% van het nominale aandelenkapitaal (4.380 aandelen A en 166 aandelen B). Op basis van het gestort aandelenkapitaal is er een financieel belang van 7,67%.
De AVA heeft besloten vanaf 2019 , over het boekjaar 2018, weer dividend uit te keren (vanaf 2012 gestopt om te voldoen aan kapitaaleisen Basel III). Over het boekjaar 2021 is in 2022 € 3.836.746,- ontvangen aan dividend.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2021) 01-01 € 1.827,- mln. € 104.729,- mln.
31-12 € 1.902,- mln. € 93.791,- mln.
Gerealiseerd resultaat (na belastingen) 2021 € 121,0 mln. (2020 € 81,- mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Maatschappelijke relevantie (lagere lasten voor de burger en verduurzaming), hoge kwaliteit, een sterke financiële positie en integriteit zijn de hoekstenen van het beleid van de bank.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Geen
Risico’s Volgens de verwachtingen zijn de economische ontwikkelingen in Nederland positief. Internationaal blijven de onzekerheden bestaan die de Nederlandse en Europese economie raken.
Relatie met programma Belasting- en algemene opbrengsten
Bestuurlijke vertegenwoordiger Ir. C.J.C. Michielsen
N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB)
Vestigingsplaats Moerdijk
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Ingangsdatum 2010
Participanten De waterschappen Aa en Maas, De Dommel, Brabantse Delta, Vechtstromen, Scheldestromen.
Publiek belang Duurzame oplossing op het gebied van het verwerken van zuiveringsslib tegen zo laag mogelijke kosten.
Missie van SNB luidt: een voorbeeldfunctie bij de verwerking van zuiveringsslib. Zij garandeert continuïteit in slibverbranding met maximaal respect voor mens en milieu tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Bestuurlijk belang Het waterschap is vertegenwoordigd in de Raad van commissarissen en de aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang Waterschap Scheldestromen heeft met ingang van 2018 een aandeel van 7,97% in SNB. De waarde van de aandelen bedraagt € 354.014,-.
Ter financiering is in de vorm van een storting in de agioreserve een totaal bedrag van ruim € 7,9 miljoen (7,97%) ingebracht door waterschap Scheldestromen. Binnen de bedrijfseconomische resterende levensduur wordt de agioreserve terugbetaald. De agio bedraagt eind 2021 € 1,637 miljoen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2021) 01-01 € 20,0 mln. € 30,3 mln.
31-12 € 18,0 mln. € 26,9 mln.
Resultaat (na belastingen) 2021 -€ 0,9 mln. (2020 -€ 1,0 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij In de AVA van 17 december 2020 is het Ondernemingsplan SNB 2021 -2026 vastgesteld. In het ondernemingsplan wordt invulling gegeven aan de uitgangspunten vergroten van de ondernemingswaarde, het verder verduurzamen van de slibketen en het verder optimaliseren en intensiveren van de samenwerking met de waterschappen. SNB wil dit realiseren langs de sporen van “excellente dienstverlener”,  “duurzame ketenbouwer” en “innovatieve scout”.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen zoals o.a. de bezettingsgraad van de installatie.
Risico’s Onderbezetting van de installaties, BTW risico
Relatie met programma Programma: Afvalwaterketen
Bestuurlijke vertegenwoordiger Vertegenwoordiger aandeelhoudersvergadering: ing. G. van Kralingen
Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (HWH)
Vestigingsplaats Amersfoort
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum 2012 (Stichting 2005)
Participanten De waterschappen
Publiek belang HWH is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 21 waterschappen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. HWH heeft als doel het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector. Onder begeleiding van HWH spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op een aanzienlijke kostenbesparing op alle ICT-uitgaven.
Bestuurlijk belang Van elk deelnemend waterschap is één dagelijks bestuurslid afgevaardigd in het algemeen bestuur van HWH. Deze leden kiezen uit hun midden de voorzitter en de andere vier leden van het dagelijks bestuur.
Financieel belang De financiële bijdrage van waterschap Scheldestromen bedraagt in 2022 € 920.671,-.
Vermogen Eigen vermogen Vaste passiva
(jaarrekening 2021) 01-01 € - mln. € 12,2 mln.
31-12 € - mln. € 8,3 mln.
Gerealiseerd resultaat 2021 vóór bestemming € 3,3 mln. (2020 € 5,5 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Meer concreet heeft HWH, als gezamenlijke ICT-dienst van de waterschappen tot doel om de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de waterschappen te verbeteren, de ICT-processen efficiënter te maken en kosten te besparen, de innovatieve slagkracht te vergroten, het imago van de waterschappen als professionele moderne overheid te versterken en bredere facilitaire samenwerking van de waterschappen te stimuleren. Hiertoe zal HWH 2.0 verder uitgewerkt worden, met als doel het verminderen van de bijdragen van de deelnemers.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen gaat, evenals voorgaande jaren, alle HWH-programma’s kritisch bekijken en bezien op nut en noodzaak.
Risico’s -
Relatie met programma Paragraaf: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars
Gemeenschappelijke regeling SaBeWa Zeeland
Vestigingsplaats Terneuzen
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum 1-10-2012
Participanten De gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Tholen, Reimerswaal, Sluis, Terneuzen en Hulst en waterschap Scheldestromen.
Publiek belang SaBeWa staat voor Samenwerking Belastingen en Waardebepaling en verzorgt de heffing en invordering van de gemeentelijke en waterschapsbelastingen en de uitvoering van de Wet WOZ.
Bestuurlijk belang Van elke deelnemer is één dagelijks bestuurslid afgevaardigd in het algemeen bestuur van SaBeWa Zeeland. Het dagelijks bestuur bestaat uit 1 lid namens het waterschap en 2 leden namens de gemeenten. Deze 3 leden worden gekozen uit het algemeen bestuur.
Financieel belang De kostenverdeelsleutels voor de deelnemers zijn:
- uitvoering Wet onroerende zaken: aantal WOZ-objecten
- onderdeel Heffen : het aantal aanslagregels
- onderdeel Innen : het aantal aanslagregels
De financiële bijdrage 2022 bedraagt € 1.949.000,-
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2021) 01-01 -€ 0,03 mln. € 4,9 mln.
31-12 € 0,33 mln. € 8,6 mln.
Gerealiseerd resultaat 2021 € 0,2 mln. (2020 -€ 0,1 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Optimaliseren van de organisatie en processen.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Het waterschap zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen.
Risico’s -
Relatie met programma Programma: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars
Gemeenschappelijke regeling RUD-Zeeland
Vestigingsplaats Terneuzen
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Ingangsdatum Medio 2013
Participanten De 13 gemeenten in Zeeland, provincie Zeeland en waterschap Scheldestromen.
Publiek belang De RUD-Zeeland voert in opdracht van de gemeenten, provincie en het waterschap VTH milieutaken en VTH Wabo-taken uit. Ze moet deze taken professioneel, doelmatig en volgens landelijk vastgestelde kwaliteitseisen en dienstverleningsnormen vervullen.
Het takenpakket van de RUD-Zeeland ziet er als volgt uit:
- ketentoezicht op grond, bouwstoffen en afval;
- VTH-taken Wabo voor BRZO- en IPPC-bedrijven;
- VTH-taken Wabo waarvoor de provincie vóór 01-10-2010 het bevoegde
gezag was;
- VTH-taken Milieu voor bedrijven waarvoor de gemeente het bevoegde
gezag is;
- Overige taken uit het landelijk basispakket.
Bestuurlijk belang Van elke (15) deelnemer is één dagelijks bestuurslid afgevaardigd in het algemeen bestuur van RUD-Zeeland. Het dagelijks bestuur bestaat uit 1 lid namens de provincie, 1 lid namens het waterschap en 3 leden namens de gemeenten. Deze 5 leden worden gekozen uit het algemeen bestuur.
Financieel belang Voor 2022 is de bijdrage -€ 37.528,- (afrekening 2021)
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2021) 01-01 € 1,6 mln. € 3,3 mln.
31-12 € 2,4 mln. € 5,0 mln.
Gerealiseerd resultaat 2021 € 0,8 mln. (2020 € 0,5 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij Conform het bedrijfsplan het optimaliseren van de organisatie.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Het waterschap is voornemens om per 1-1-2024 uit te treden
Risico’s -
Relatie met programma Programma: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars
Unie van Waterschappen (UvW)
Vestigingsplaats Den Haag
Rechtsvorm Vereniging
Ingangsdatum 1927
Participanten De waterschappen
Publiek belang De vereniging heeft tot doel de leden individueel en collectief bij te staan bij de vervulling van hun bestuurstaken. De Unie treedt namens de waterschappen op als vertegenwoordiger naar het parlement, de Rijksoverheid, IPO, VNG en Europa.
Bestuurlijk belang Het waterschap heeft zitting in de ledenvergadering (voorzitters van alle waterschappen).
Financieel belang Voor 2022 is een contributie van € 451.081,- (incl. verkiezingen), daarnaast € 101.409,- bijdrage voor de bestrijding bever- en muskusratten en € 6.050,- voor de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en een bijdrage van € 7.007,- voor Het Waterschap.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
(jaarrekening 2021) 01-01 € 2,0 mln. € 15,5 mln.
31-12 € 3,1 mln. € 23,5 mln.
Gerealiseerd resultaat 2021 € 1,1 mln. (2020 € 0,2 mln.)
Beleidsvoornemens verbonden partij De Unie van Waterschappen ondersteunt ook in 2022 de waterschappen waar mogelijk bij het realiseren van hun ambities, bijvoorbeeld door op politiek-bestuurlijk niveau afspraken te maken, zaken te agenderen, belemmeringen weg te nemen en samenwerkingen te initiëren.
In de begroting 2022 zijn de volgende speerpunten benoemd:
·        De uitrol van het klimaatakkoord;
·        De nationale omgevingsvisie (NOVI);
·        Klimaatadaptie;
·        Stikstofproblematiek;
·        De Omgevingswet;
·        Aanvullende afspraken Bestuursakkoord Water;
·        Vitale vereniging;
Dit alles kan alleen maar als er ook binnen de vereniging, met en tussen de 21 waterschappen, een goede onderlinge verbinding is. Door elkaar regelmatig te ontmoeten, onderwerpen zowel in formele als informele setting te bespreken en de verenigingsstructuur te gebruiken om breed gedragen standpunten en besluiten (in) te nemen. Juist dan kan de in de afgelopen jaren gegroeide positie van de waterschappen verder worden versterkt.
Beleidsvoornemens waterschap omtrent verbonden partij Waterschap Scheldestromen zal daar waar mogelijk een bijdrage leveren aan het zo optimaal mogelijk realiseren van de doelstellingen.
Risico’s -
Relatie met programma Programma: Bestuur en organisatie
Bestuurlijke vertegenwoordiger Mr. drs. A.J.G. Poppelaars

2.18 Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - openbaarheidspargraaf

De Wet open overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden en verplicht een bestuursorgaan tot actieve openbaarmaking van informatie. Op grond van artikel 3.5 van de Woo is een bestuursorgaan verplicht om jaarlijks in de begroting en de verantwoording aandacht te besteden aan de beleidsvoornemens en uitvoering van de Woo. In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen een kwalitatieve beschrijving gegeven van de activiteiten die worden uitgevoerd in 2023 op de thema’s actieve en passieve openbaarmaking en verbetering van de informatiehuishouding.
 
1) Actieve openbaarmaking voor de verplichte categorieën documenten (artikel 3.3 Woo)
Onder actieve openbaarmaking verstaan we de activiteiten die vanuit het waterschap worden ondernomen om informatie op eigen initiatief openbaar te maken voor de samenleving. In artikel 3.3. Woo staat omschreven welke categorieën informatie verplicht openbaar dienen te worden gemaakt. Niet alle categorieën hoeven in één keer actief openbaar te worden gemaakt. De verplichting tot actieve openbaarmaking is namelijk niet per 1 mei 2022 in werking getreden, maar treedt pas op een later moment gefaseerd in werking (artikel 10.3 Woo). Over de indeling van categorieën in fasen en de planning van openbaarmaking voor elke categorie is nog geen besluit genomen.

In 2023 zal waterschap Scheldestromen de volgende categorieën informatie openbaar maken:
•    Bereikbaarheidsgegevens van het waterschap op de website en de wijze waarop een verzoek om informatie kan worden ingediend;
•    Vergaderstukken van de algemene vergadering; 
•    Convenanten;
•    Woo-verzoeken, inclusief de schriftelijke beslissingen op die verzoeken en de daarbij verstrekte informatie.
  
2) De inspanningsverplichting tot openbaarmaking voor andere documenten dan de verplichte categorieën (artikel 3.1 Woo)
Openbaarmaking zal straks moeten plaatsvinden via het landelijke Platform Open OverheidsInformatie (PLOOI), een door het ministerie van BZK ontwikkeld platform voor actieve openbaarmaking van overheidsinformatie. Ten aanzien van de aansluiting op Plooi volgen we de lijn van de Unie van Waterschappen.
  
3) Passieve openbaarmaking (openbaarmaking op verzoek; hoofdstuk 4 Woo)
Onder passieve openbaarmaking verstaan we het openbaar maken van informatie naar aanleiding van een verzoek uit de samenleving, zoals bijvoorbeeld Woo-verzoeken. We houden daarmee rekening met het anonimiseren van persoonsgegevens. In 2023 zal het interne proces passieve openbaarmaking Woo worden beschreven. Tevens zal een beleidslijn, rekening houdend met de wettelijke vereisten in de Woo, worden opgesteld.
 
4) De informatiehuishouding (Hoofdstuk 6 Woo)
Voor de verbetering van de informatiehuishouding worden in 2023 de volgende activiteiten gerealiseerd:
·    Communicatie, begeleiding medewerkers: In 2023 wordt een aantal voorlichtingssessies georganiseerd om medewerkers bewust te maken van de Woo, hun rol hierin en welke ondersteuning ze kunnen verwachten. 
·    Archivering: Het goed opslaan van verschillende vormen van informatie is essentieel voor openbaarmaking van informatie. Daarom worden er in 2023 medewerkers begeleid in het goed archiveren van informatie in onze daarvoor bestemde systemen. 

·    Systemen en procedures: In 2023 zal gewerkt worden aan verdere optimalisatie van systemen en procedures. Beleid en werkafspraken op het gebied van de informatiehuishou-ding en informatievoorziening worden geactualiseerd. 
  
5) Aanstelling en het in dienst hebben van een Woo-contactpersoon (artikel 4.7 Woo)
De Woo schrijft voor dat ieder bestuursorgaan één of meer contactpersonen heeft om
vragen van burgers te beantwoorden over de beschikbaarheid van publieke informatie. Voor 2023 is in de begroting 0,5 fte (€ 46.000,-) voor de Woo-contactfunctionaris voorzien.

6) Eventuele activiteiten om de Woo te implementeren
-    Programmaplan, inclusief middelen is vastgesteld;
-    Woo-functionaris is aangesteld;
-    Werkproces passieve Woo-verzoeken is vastgesteld;
-    Beleidslijn passieve openbaarmaking is vastgesteld;
-    Bestuurlijk ambitieniveau openbaarheid van informatie is vastgesteld;
-    Start bewustzijncampagne.


De toegezegde bijdragen / kosten zijn in onderstaande tabel opgenomen:
 

Bedragen x € 1,-
Bijdrage / kosten Woo 2022 2023 2024 2025 2026
bijdrage via Unie
incidenteel 42.126 42.126 42.126 75.087 42.126
structureel 118.442 118.442 139.392 139.392
totaal bijdrage 42.126 160.568 160.568 214.479 181.518
opgenomen in begroting
contactpersoon Woo 0,5 fte 46.000 46.000 46.000 46.000
overig externe kosten 114.568 114.568 168.479 135.518
totaal - 160.568 160.568 214.479 181.518

In 2022 hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:
-    ambtelijke en bestuurlijke voorbereiding implementatie Woo;
-    opstellen functieprofielen voor zowel een projectleider Digitale wetgeving (waaronder Woo) als functieprofiel woo-functionaris. In deze functies zal in 2023 voorzien worden.