Waterschap Scheldestromen wordt geconfronteerd met grote opgaves, de taakuitvoering is complexer geworden. Zeespiegelrijzing, periodes van langdurige droogte, afgewisseld met hevige neerslagpieken stellen het waterschap voor grote uitdagingen. Dit in combinatie met de krappe arbeidsmarkt, de aanpassing van de organisatiestructuur en stijgende inflatie zorgt ervoor dat het waterschap zorgvuldige keuzes heeft moeten maken in deze meerjarenraming. We onderhouden immers meer dan 3.500 kilometer wegen, 12.500 kilometer aan waterlopen en 425 kilometer aan dijken en duinen, naast het zuiveren van het huishoudelijk afvalwater van onze inwoners en bedrijven. Werk dat altijd door moet gaan om Zeeland leefbaar te houden.
In 2024 stijgt de belastingopbrengst van het waterschap met 6%. De tariefstijging of –daling voor de verschillende belastingen is verschillend en afhankelijk van de kosten per taak en de eenheden per categorie.
Voor kostenstijgingen is in 2024 rekening gehouden met de CPB index, voor externe kosten 3,8% en voor de loonkosten 5,6%. Alle uitgangspunten zijn terug te vinden in hoofdstuk 3. Naast deze uitgangspunten zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen opgenomen in deze begroting en meerjarenraming. Dit zijn de energiekosten, de extra baggerkosten die in de exploitatie worden opgenomen en de ruimte voor nieuw beleid vanuit het Waterschapsbeheerprogramma. Deze worden hieronder kort toegelicht.
In 2023 is er sprake van een stijging van de netwerkkosten die onderdeel uitmaken van de energiekosten. Dit is in de begroting 2024 grotendeels de oorzaak van de gestegen energiekosten, een verhoging van € 1,5 miljoen in 2024 tot een totaalbedrag van € 5,6 miljoen.
In 2025 is voor het nieuwe leveringstarief in deze meerjarenraming het bedrag gelijk gehouden aan de vorige meerjarenraming, een verhoging van € 2 miljoen naar een totaalbedrag van € 7,6 miljoen aan energiekosten in 2025 (stijging van 35% ten opzichte van de begroting 2024). Gezien de onzekerheid is het nieuw af te sluiten contract per 1-1-2025 in de risicoparagraaf opgenomen.
In 2021 is het Waterschapsbeheerprogramma (WBP) vastgesteld. Ontwikkelingen die hierin zijn opgenomen brengen extra kosten met zich mee. Vanaf 2024 was in het WBP een structurele stijging van de exploitatiekosten voorzien van € 4 miljoen per jaar. In deze begroting 2024 en meerjarenraming is voor het WBP gekeken naar een realistische planning en de haalbaarheid. In totaal betekent dit dat financieel de helft van de extra kosten uit het WBP is opgenomen. In de begroting wordt hier per programma een toelichting op gegeven. De impact op financiën, de capaciteit van de organisatie en nieuwe inzichten vragen om een bijstelling van het WBP voor de komende periode.
Vanaf 2025 zijn de nieuwe verantwoordingsvoorschriften voor de waterschappen van toepassing. Onderhoudsmatige werkzaamheden kunnen niet meer worden geactiveerd. Hierdoor vindt er een overheveling van baggerwerkzaamheden plaats van de investeringen naar de exploitatie voor in totaal € 4,2 miljoen. Met een overgangsregeling van 5 jaar (2025-2029) betekent dit € 0,84 miljoen per jaar.
Voor het weerstandsvermogen is de bestuurlijk afgesproken norm een ratio (waardering) “B” (ruim voldoende). In deze begroting 2024 is op dit moment sprake van een ratio “A” (uitstekend). De benodigde reserve zal altijd afhankelijk zijn van de risico’s die jaarlijks kunnen verschillen. De risico’s zijn in de begroting 2024 geactualiseerd en gekwantificeerd (top 10 risico’s). Op basis hiervan is er momenteel sprake van een surplus aan reserves. In de begroting 2024 wordt € 1,6 miljoen van dit surplus ingezet voor tariefmatiging waardoor dit weer teruggaat naar de belastingbetaler. Ook in de meerjarenraming is een teruggave van de reserve voorzien.
In deze bestuursperiode zal worden overgestapt van netto-besteding naar de sturing op bruto investeringen. Dit geeft een beter beeld van de werkzaamheden die het waterschap uitvoert. Ook zal er een splitsing plaatsvinden tussen de HWBP projecten en de overige investeringsprojecten. Dit gezien de grote omvang van de HWBP projecten. De netto besteding van investeringen vindt u terug in de begroting omdat deze van belang zijn voor de EMU en de schuldquote die als verplichte onderdelen terugkomen in de begroting en jaarrekening.
Om de investeringen uit te kunnen voeren stelt de algemene vergadering kredieten beschikbaar. In het besluit bij de begroting worden kredieten verstrekt voor de machtigingsinvesteringen van bruto € 18,411 miljoen, daarnaast zullen voor beleidsmatige investeringen in 2024 separate voorstellen worden opgesteld voor een verwacht krediet van netto € 4,946 miljoen.
Bestuurlijk is afgesproken dat schuldquote lager moet zijn dan 250%. Dit is de schuld in verhouding tot de inkomsten van het waterschap. Zoals besloten in de algemene vergadering in 2018 worden in de berekening van de inkomsten naast de belastinginkomsten ook de wegenuitkering en dividenduitkering meegenomen. De schuldquote (indicatie) bedraagt in 2024 243% en loopt op naar 247% in 2027. De oorzaak van de stijging is de te verwachten hogere netto investeringsuitgaven vanaf 2023. Dit heeft te maken met de grote opgave waar we voor staan en de te behalen doelen. In 2024 is de kasstroom hoog in verband met een aantal grote projecten zoals HWBP en investeringen bij het programma afvalwaterketen. De netto besteding bedraagt € 51 miljoen, hoger dan voorgaande jaren. In 2025 is de bestedingsprognose € 46 miljoen. Voor de jaren 2026 en 2027 zal op basis van prioritering gestuurd worden op een bestedingsniveau van € 45 miljoen.