Externe kosten
De prognoses voor de externe kosten zijn t.o.v. de begroting € 298.300 hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- Aanpassing Beplanting na veiligheidstoets (€102.000)
- Hogere kosten nieuwe aanbesteding maaien (€116.000)
- Voor de huurovereenkomst kustparkeren gemeente Veere worden samen met de gemeente op 4 terreinen milieubodemkundige onderzoeken uitgevoerd (€20.000 voor waterschap)
- Hogere kosten verhardingen en reparaties betonwegen (€30.000)
- Indexering regiebestek Onderhoudwegen (€30.000)
- Schade door derden aan wegmeubilair (€12.000)
Externe opbrengsten
De de externe opbrengsten zijn € 174.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het verhalen van schade door derden aan wegmeubilair (€ 12.000) en een hogere bijdrage wegenbeheer uit het gemeentefonds door definitieve indexering voor 2021 (€ 162.000).
Risico’s en ontwikkelingen
Als gevolg van uitgevoerde acties voor de gladheidsbestrijding in de periode januari t/m april is het beschikbare budget voor 2021 nagenoeg uitgeput. Afhankelijk van de weersomstandigheden in de periode oktober t/m december is er risico op overschrijding van het budget als er acties moeten worden uitgevoerd.
Voor de gladheidbestrijding participeren we in een Zeeuws-brede samenwerking. Die samenwerking zetten we voort conform de ambities uit de Strategienota en het Waterschapbeheerprogramma. De nieuwe samenwerkingsovereenkomst waarin we streven naar een eerlijkere en transparantere verdeling van de kosten zal voor het waterschap leiden tot hogere kosten. De ideale situatie zou zijn dat iedere wegbeheerder exact datgene zou inbrengen dat past bij het door diezelfde partij ingebrachte wegareaal. In de praktijk was dit echter niet het geval binnen de Samenwerkingsovereenkomst gladheidbestrijding Zeeland. Het waterschap bracht in de samenwerking te weinig materieel in. Dat is verleden tijd want de afgelopen jaren heeft het waterschap extra materieel aangeschaft om een evenwichtige situatie te bereiken. Het was de bedoeling om de laatste twee leveringen in 2019 en 2020 te laten plaatsvinden. De overeenkomst (inclusief strooiseizoen 2020-2021) liep immers op 1 april 2021 af. Dat is niet gelukt. Dit omdat de resultaten van de optimalisatie van de strooi- en ploegroutes, die de benodigde inzet en de eisen aan het materieel bepalen, pas in het najaar van 2020 bekend waren. Dat heeft er toe geleid dat de twee laatste leveringen in maart en juni dit jaar hebben plaatsgevonden. In de nieuwe samenwerkingsovereenkomst zijn we voornemens om het materieel voor de gladheidbestrijding van het waterschap te verkopen aan Rijkswaterstaat. Er zijn met Rijkswaterstaat afspraken gemaakt over de waarde van het materieel. Ook de nieuwe aanbesteding heeft geleid tot hogere kosten, veroorzaakt door marktwerking. Verdere specificatie van het totaal aan hogere kosten zal komende maanden worden voorgelegd aan het (dagelijks) bestuur.
Personeelslasten
De lagere loonkosten vanwege het niet direct kunnen invullen van vacatures vallen weg tegen hogere inhuurkosten om de bezetting tijdelijk aan te vullen d.m.v. inhuur. Per saldo is de prognose dus kostenneutraal.
Ontwikkelingen en risico's personeelslasten
- Prestaties versus capaciteit: Het al langere tijd doorschuiven van projecten (zowel investeringen als exploitatie) en activiteiten naar daarop volgende jaren, zorgt inmiddels voor een overprogrammering ten opzichte van de beschikbare formatie (deze laatste groeit immers niet mee). Dit in combinatie met nieuwe taken voor het waterschap, zorgt ervoor dat er een risico is dat er onvoldoende kennis en competenties geleverd kunnen worden voor de te behalen prestaties.
- Arbeidsmarkt: Het tekort aan personeel neemt in veel sectoren toe. Ook bij het waterschap hebben we in toenemende mate te maken met niet of zeer moeilijk vervulbare vacatures. Dit leidt tot gaten in de formatie en dus tot knelpunten vanwege verminderde beschikbare kennis en capaciteit.
- Externe ontwikkelingen: Wensen en eisen vanuit onze externe omgeving zorgen voor een toename van werkzaamheden. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan eisen op het gebied van milieuwetgeving, plantoetsing en verwachtingen over de betrokkenheid en inzet van het waterschap bij allerlei maatschappelijke thema’s en projecten. Doordat de formatie niet mee groeit, kan niet aan alle prestaties en externe wensen voldaan worden.
- Competenties: We bevinden ons in een transitie veroorzaakt door maatschappelijke ontwikkelingen (Omgevingswet, etc.) die andere competenties vereist dan we vanouds gewend zijn. Medewerkers moeten zich ontwikkelen, wat tijd kost. De tijd gaat ten koste van de noodzakelijke tijd voor het behalen van de prestaties.
- Netto besteedbare uren: Door toename van personele regelingen, neemt de hoeveelheid netto besteedbare uren per medewerker af. Denk hierbij aan regelingen voor ouderschapsverlof, IKB en de inzet van het PBB-budget voor vitaliteitsverlof.
Rente en afschrijving
-
Afwijkingen waarover besluitvorming door de AV dient plaats te vinden
-