Externe kosten
De totale prognose voor de externe kosten voor programma B&O komt € 204.300 hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een breed scala aan meer- en minderkosten. De belangrijkste hiervan zijn:
- De kosten zijn lager geworden door verplaatsing reservering voor de aanschaf van automatiseringsmiddelen in 2021 naar investering in later jaar (reeds opgenomen in monitor mei € -350.000) en door minder brandstofgebruik van poolauto's vanwege thuiswerken door Covid-19 (€ -75.000).
De kosten zijn hoger geworden door onder meer:
- Hogere kosten voor hogere verzekeringspremie aansprakelijkheid (€ 80.000)
- Hogere motorrijtuigenbelasting en invoeren track&trace (€ 59.000)
- Diverse hogere kosten voor onderhoud gebouwen en terreinen (€ 140.000)
- Hogere advertentiekosten personele zaken door meer en soms moeilijk te vervullen vacatures (€ 119.000)
- Kosten SABEWA (€ 47.000).
Verder zijn er diverse extra kosten waaronder t.b.v. ICT, Arbo, communicatie en administratie, e.d.. (€ 184.300)
Externe opbrengsten
De externe opbrengsten voor programma B&O zijn € 473.500 hoger dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een hogere opbrengst uit eigendommen (o.a. pachten, erfpachten, huur water en gronden).
Risico’s en ontwikkelingen
Voor 1 juli 2022 moet de nieuwe Waterschapsverordening (Omgevingswet) bestuurlijk zijn vastgesteld en zijn doorgevoerd en getest op juiste werking in het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet). Momenteel hebben we een vertraging van ongeveer 5 tot 6 maanden in de voorbereiding. Het zwaartepunt voor alle werkzaamheden ligt in 2021 zodat in januari 2022 het besluitvormingstraject kan starten. Momenteel wordt hiertoe de minimaal benodigde capaciteit zo goed mogelijk ingezet. Maar er is een reëel risico dat dit onvoldoende gaat lukken. In dat geval voldoen we als waterschap niet aan onze wettelijke verplichting om dit tijdig geregeld te hebben en is onvoldoende dienstverlening mogelijk richting burgers en bedrijven. Om het risico te beperken wordt in de verdeling van werkzaamheden hogere prioriteit gegeven aan dit project.
Binnen SaBeWa is een begrotingswijziging voor 2021 in voorbereiding. Deze begrotingswijziging is gebaseerd op de tussentijdse rapportages en de bestuursrapportage over de periode januari t/m juli 2021. Uit deze rapportages is gebleken dat de voor bepaalde kostensoorten begrote bedragen niet toereikend zijn ten opzichte van de verwachte kosten hiervoor in 2021. Als deze begrotingswijziging formeel wordt dan kan dit voor ons waterschap een kostenverhoging met zich meebrengen van circa € 100.000.
Personeelslasten
Er is een nadeel van € 219.000 gerapporteerd. Dit bedrag is voornamelijk tot stand gekomen door inhuur voor het E-HRM project (vervanging systeem personeelsadministratie), en voor inhuur wegens vacatures, ziekte en zwangerschapsverlof.
Ontwikkelingen en risico's personeelslasten
- Prestaties versus capaciteit: Het al langere tijd doorschuiven van projecten (zowel investeringen als exploitatie) en activiteiten naar daarop volgende jaren, zorgt inmiddels voor een overprogrammering ten opzichte van de beschikbare formatie (deze laatste groeit immers niet mee). Dit in combinatie met nieuwe taken voor het waterschap, zorgt ervoor dat er een risico is dat er onvoldoende kennis en competenties geleverd kunnen worden voor de te behalen prestaties.
- Arbeidsmarkt: Het tekort aan personeel neemt in veel sectoren toe. Ook bij het waterschap hebben we in toenemende mate te maken met niet of zeer moeilijk vervulbare vacatures. Dit leidt tot gaten in de formatie en dus tot knelpunten vanwege verminderde beschikbare kennis en capaciteit.
- Externe ontwikkelingen: Wensen en eisen vanuit onze externe omgeving zorgen voor een toename van werkzaamheden. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan eisen op het gebied van milieuwetgeving, plantoetsing en verwachtingen over de betrokkenheid en inzet van het waterschap bij allerlei maatschappelijke thema’s en projecten. Doordat de formatie niet mee groeit, kan niet aan alle prestaties en externe wensen voldaan worden.
- Competenties: We bevinden ons in een transitie veroorzaakt door maatschappelijke ontwikkelingen (Omgevingswet, etc.) die andere competenties vereist dan we vanouds gewend zijn. Medewerkers moeten zich ontwikkelen, wat tijd kost. De tijd gaat ten koste van de noodzakelijke tijd voor het behalen van de prestaties.
- Netto besteedbare uren: Door toename van personele regelingen, neemt de hoeveelheid netto besteedbare uren per medewerker af. Denk hierbij aan regelingen voor ouderschapsverlof, IKB en de inzet van het PBB-budget voor vitaliteitsverlof.
Rente en afschrijving
Ten opzichte van de monitor van mei is er nu rekening gehouden met de bestedingen in het lopend jaar, waardoor dit programma meer rente toegerekend krijgt.
Afwijkingen waarover besluitvorming door de AV dient plaats te vinden
-